Open Source Initiative boos om misbruik van term ‘open source’

Via Ars Technica het bericht dat de Open Source Initiative (OSI) zich boos aan het maken is over wat zij ziet als misbruik van het woord “open source” voor software die dat helemaal niet is. Vroeger was dat nooit zo’n probleem:

once every 2-3 months we’d receive notice that some company or another was advertising that their software was “open source” when the license was not approved by the OSI board and, upon inspection, was clearly not open source. We (usually Russ Nelson) would send them a notice politely telling them “We are the Open Source Initiative. We wrote a definition of what it means to be open source, we promote that definition, and that’s what the world expects when they see the term mentioned. Do you really want to explain to your prospective customers ‘um…we don’t actually intend to offer you these freedoms and rights you expect?’.” And they would promptly respond by saying “Wow! We had no idea!” Maybe once or twice they would say “What a novel idea! We’ll change our license to one that’s approved by you!”. Most of the time they would say “Oops! Thanks for letting us know–we’ll promote our software in some other way.” And they did, until last year.

Het woord “open source” is geen geregistreerde merknaam (merkaanvraag 75439502 voor “open source” werd afgewezen want beschrijvend), en OSI heeft juridisch dus geen poot om op te staan. Maar OSI hoopt natuurlijk op de goede wil van de bedrijven die met open source werken.

Arnoud

Politie “googelt”, maar niet met Google

Intrigerende kop op NU.nl: Het Korps Landelijke Politiediensten en de andere 25 politiekorpsen kunnen binnenkort criminele informatie van andere korpsen ‘googelen’. Het blijkt echter te gaan om een intern informatiesysteem, BlueView geheten, waarmee het makkelijker wordt om gegevens bij elkaar te zoeken over criminelen.

De redacteur die besloten heeft om dit met “googelen” te koppen, kan een boze brief van Google verwachten. Want googelen mag alleen met Google.

Het is niet alleen NU.nl, maar ook vele anderen. De Pagerank van de resultaten suggereert dat het de Automatisering Gids is die het eerste met deze kop kwam.

Arnoud

ABN Amro in actie tegen persiflage-filmpje bij Buro Renkema

NU.nl meldt:

Een humoristische interactieve animatie op weblog Buro Renkema is niet in goede aarde gevallen bij ABN Amro. De animatie neemt de perikelen rond de overname van de bank op de hak. ABN Amro dreigt met juridische stappen.
Het filmpje op de site is natuurlijk een parodie of satire op de in de lucht zittende overname en de vele geheimzinnigheid daar omheen. Een parodie mag van het auteursrecht, alleen baseert de ABN Amro haar juridische claim op het merkenrecht. Haar logo is immers constant in beeld, en andermans logo gebruiken op een commerciële site is normaal inbreuk op het merkenrecht. En ja, Buro Renkema is commercieel bezig, er staan immers advertenties op de site.

Er is geen expliciet recht op parodie in de merkenwet zoals de auteurswet die heeft. Als het logo niet gebruikt voor vergelijkbare producten of diensten, dan is de vraag of door het gebruik “ongerechtvaardigd voordeel kan worden getrokken uit of afbreuk kan worden gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk”. Oftewel, wordt de reputatie van ABN Amro door het slijk gehaald door deze animatie?

Arnoud

Hoger beroep in rechtszaak om persoonsdomeinnaam www.112.nl · ISPam.nl

Bram Heerink gaat in hoger beroep, zo meldt Arnout Veenman op ISPam.nl. Heerink verloor half mei een kort geding over deze domeinnaam en moest deze aan de staat overdragen.

Op zijn blog legt Heerink uit waarom:

Ik ben het niet eens met de simpele belangenafweging waartoe de essentie van de zaak wordt teruggebracht. Daarvoor ontbreekt in mijn optiek de juridische grondslag en dat maakt het vonnis te arbitrair. Het is goed om van een hogere rechter hier opnieuw een oordeel over te vragen. Het huidige vonnis werpt meer vragen op dan het beantwoord.

Arnoud

“Ik google” mag niet, “iGoogle” mag wel?

Google’s persoonlijke zoekdienst heet voortaan iGoogle, meldt o.a. Tweakers. Leuke dienst, maar weten de merkenjuristen van Google hier van? Die kreet kan het bedrijf tenslotte bijna 50 miljard euro kosten.

“I Google” is immers Engels voor “ik google” (of “ik googel”, allebei mag), en als er iets is waar merkenmensen allergisch voor zijn dan is het wel dat merknamen als werkwoord worden gebruikt. Dan worden ze namelijk al heel snel gebruikt als generieke term, en dat is dodelijk voor je merk. Een algemene term kan geen merk zijn, want een merk moet een product of dienst onderscheiden van de concurrent.

De merkenadvocaat van Google legt uit:

Het is voor ons belangrijk dat we ons merk beschermen. Als mensen spreken over googlen willen we zeker weten dat ze zoeken met Google bedoelen en niet met een andere zoekmachine.

Op Adformatie meer uitleg van merkenadvocaat Evert van Gelderen:

Verwatering kan (juridisch gezien) plaatsvinden door toedoen van de merkhouder (in dit geval: Google) of door stilzitten van die merkhouder. Met andere woorden: als het Google te verwijten valt dat het merk Google in het normale spraakgebruik de gebruikelijke benaming van het soort product/dienst is geworden, dan kan Google niet langer optreden tegen het gebruik van het merk Google door anderen. De merkhouder zal – in voldoende mate – moeten optreden om te voorkomen dat zijn merk een soortnaam wordt. In dit geval dreigt het merk Google soortnaam te worden voor het zoeken op Internet en zal Google dus actief moeten optreden.

Google is dan ook erg alert op het gebruik van ‘Google’ als werkwoord. Zo las ik in een wat ouder artikel op BNR dat De Dikke van Dale als betekenis van “googelen” gewoon “zoeken op internet” hanteert.

De laatste versie van de Dikke van Dale geeft zoeken op internet als betekenis. Hoofdredacteur Ton den Boon zei dinsdag nog geen waarschuwing te hebben ontvangen.

,,Het is een algemeen bekend verschijnsel dat bedrijven hun merk zo proberen te beschermen”, reageerde Den Boon laconiek. Van Dale is in ieder geval niet van plan haar uitleg te wijzigen. ,,We beschrijven het algemeen Nederlands. U, ik en iedereen gebruikt googelen in deze betekenis.”

Op Taalbank maakte Ton van der Boon zich daar nog kwaad over.

Engelstalige woordenboeken zoals Merriam-Webster en de Oxford English Dictionary hanteren keurig als definitie “to use the Google search engine to obtain information on the World Wide Web”. De eerste keer dat het woord zo gebruikt werd, was overigens in 1999.

Arnoud

Google eist domeinnamen van Nederlander op

Onder andere Tweakers en The Register melden dat Google heeft gedreigd met een rechtszaak wegens merkinbreuk over de sites Googledatingsite.nl, Googleonlineshop.com, Googlecommunity.nl en Googlestore.nl. De eigenaar Marcel van der Werf acht de beschuldiging kansloos:

Volgens de beschuldigde is een merk namelijk gelinkt aan een product, maar niet aan het alfabet. Het feit dat de term ‘Google’ in zijn domeinnamen voorkomt, ziet hij dan ook louter als een toevallige verzameling letters die gebruikt kunnen worden om een computer te bereiken, maar niet als een merknaam.

“Deze creatieve opvatting vindt geen steun in het recht”, zou mijn docent merkenrecht zeggen. Dit verweer zou wellicht opgaan als domeinnamen willekeurig werden toegekend en deze keer toevallig de letters g-o-o-g-l-e zouden bevatten. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Helemaal niet als je er ook nog eens “Powered by Google” bij zet.

De site Googledatingsite.nl werd alvast maar gesloten door zijn provider. Deze zou verhuisd zijn naar Rusland (“want in Rusland hebben Amerikanen niet zoveel te vertellen”), wat niet alle klanten even leuk vonden.

En voor wie nu denkt “ja maar een google is toch een getal, een 1 met 100 nullen”: dat heet een googol, met O-L dus. En bovendien, ook namen van bestaande dingen mogen als merk worden geregistreerd. Inclusief nummers (bijvoorbeeld vijf, tien of voor mijn part 1850). Google had dus ook best Googol mogen heten, en dan was de uitkomst precies hetzelfde geweest.

Arnoud

Startpagina is geen merknaam

De site Startpagina.nl heeft geen merkbescherming voor haar domeinnaam, zo las ik in het Juridisch Dagblad. Deze naam is te beschrijvend en niet onderscheidend voor Startpagina ten opzichte van andere pagina’s waar je kunt beginnen met webbladeren.

Durk-Jan de Bruin is in de jaren negentig begonnen met een overzicht van links, en heeft dat Startpagina genoemd. Het concept sloeg aan (en kreeg navolging met o.a. Startkabel, Starthier en meer van die grappige variaties). De vraag is nu, associeert een Nederlandse webgebruiker de term “startpagina” met specifiek de Startpagina.nl pagina’s, of met elke pagina waarmee je zou kunnen beginnen met webbladeren?

Om voor merkbescherming in aanmerking te komen, moet de naam onderscheidend zijn. Zo zijn Google en Yahoo bijvoorbeeld merknamen voor zoekmachines, want met die namen onderscheiden de sites zich van elkaar en van andere zoekmachines. Maar een algemene omschrijving, bijvoorbeeld website.nl, kan geen merk zijn. De term “website” is immers de algemene term.

Hoe bepaal je nu of een woord onderscheidend is? Je kunt marktonderzoek doen, en kijken waar mensen het woord mee associeren. Is dat het algemene begrip, dan is het woord geen merk. Is dat specifiek het bedrijf, dan is het waarschijnlijk wel een merk. Je kunt ook, zoals de rechter in het vonnis deed, de Van Dale op naslaan:

4.6.1. Het Van Dale groot woordenboek van de Nederlandse Taal, 14e editie vermeldt onder het woord “startpagina” de navolgende betekenissen:<br/> 1. internetpagina, website die een verzameling koppelingen naar relevante websites over een bepaald onderwerp bevat.<br/> 2. internetpagina, website die ingesteld is als openingspagina bij het opstarten van de browser<br/> 3. openingpagina van een website.

Hieruit blijkt meteen dat het woord startpagina dus beschrijvend is voor wat Startpagina, Startkabel en collega’s doen: het bieden van een verzameling links (koppelingen). Daarmee kan dat woord dus geen merk zijn.

P7 meldt nog een pijnlijk foutje aan de zijde van Startpagina zelf:

Erger nog, Startpagina zelf had tot 23 maart jongstleden, dus tot vlak vóór de rechtszaak, nog haar slogan “Startpagina.nl, de startpagina van Nederland!”.
Als je zelf al het woord als algemene beschrijving van je activiteiten gebruikt, dan ga je gegarandeerd onderuit als je later roept dat het een unieke onderscheidende merknaam is.

Dit verklaart waarom merkhouders altijd zo heftig reageren als woordenboeken hun merknaam als algemene omschrijving opvoeren. Zo maakte Google een tijd geleden bezwaar tegen opname van googelen in Van Dale. De omschrijving was niet “met de zoekmachine Google zoeken” maar “zoeken op het internet, onderzoeken aan de hand van informatie via het internet”. En als die omschrijving geaccepteerd zou worden, dan had iedere zoekmachine het woord “googelen” mogen gebruiken. En dat is natuurlijk niet prettig voor het bedrijf Google.

Update (10 november 2008) het arrest van het Gerechtshof van maart 2008, nu pas gepubliceerd, bevestigt het vonnis.

Arnoud

Microsoft en Savvysoft schikken over merknaam Excel

Pijnlijk. Het grootste software-bedrijf ter wereld was vergeten de merknaam van de populairste spreadsheet-software te deponeren als merk. In 2004 betichtte Microsoft het bedrijfje Savvysoft van merkinbreuk over hun ‘TurboExcel’ spreadsheet-pakket. Dat liep fout toen de advocaten van Savvysoft er achter kwamen dat er helemaal geen geregistreerd merk was. En zonder registratie geen merk.

Nu is er dan een schikking getroffen. Beide partijen zijn tevreden maar doen geen mededelingen over de inhoud van de schikking. TurboExcel heet nu Calc4Web.

Arnoud

Google waardevolste merknaam

Planet meldde op maandag: Merk Google meer waard dan Microsoft’.

Google heeft Microsoft van de troon gestoten als de meest waardevolle merknaam ter wereld. De naam van de Amerikaanse internetonderneming heeft een waarde van 66,4 miljard dollar (48,9 miljard euro).

Op twee staat het industriële conglomeraat General Electric (GE) met 61,8 miljard dollar, gevolgd door Microsoft met 54,9 miljard dollar. Dat blijkt uit een maandag gepubliceerd onderzoek van de Amerikaanse marktonderzoeker Millward Brown naar de honderd meest waardevolle merknamen ter wereld.

Het persbericht van Millward Brown is als PDF beschikbaar.

Arnoud

Google vrijgesproken van claim inbreuk merkrecht Farmdate

Zoekmachine Google handelt niet onrechtmatig door het aanbieden van haar dienst Adwords waarmee mogelijkerwijs door derden inbreuk gemaakt wordt op de merk- en handelsnaamrechten van anderen, zo meldt Ribbert van der Kroft advocaten op haar weblog.

Het bedrijf Endless Webdesign biedt dating-diensten aan onder de handelsnaam Farmdate. Deze naam was ook als merk gedeponeerd voor datingdiensten. Adverteerders kochten gesponsorde koppelingen, onder andere voor pornosites, bij Google die moesten verschijnen als dit woord werd ingetypt. Farmdate maakte bezwaar omdat dit afbreuk doet aan de reputatie van het merk en de onderneming.

Nu was dit een kort geding, waarin niet uitgebreid op de zaak kan worden ingegaan. De rechter moest inschatten of het waarschijnlijk was dat Google zou winnen als de zaak volledig uitgevochten zou worden.

De eerste vraag is of er sprake zou zijn van merkinbreuk. Google stelde dat zij geen advertentie koppelde aan “farmdate” maar aan de woorden “farm” en/of “date”. Die beide woorden zijn beschrijvend, en merkinbreuk kan niet als het woord in kwestie beschrijvend is. De rechter concludeert dan ook:

Ten aanzien van het gebruik van `farm date’, `farm-date’ als adword geldt dat twijfel mogelijk is omtrent de vraag of het gebruik van deze adwords een inbreuk op de merkenrechten van Endless Webdesign oplevert. Dit brengt mee dat van Google in de gegeven omstandigheden niet kan worden verlangd, dat zij optreedt tegen dit gebruik, in het bijzonder valt niet in te zien dat het voor Endless Webdesign onmogelijk is zelf de desbetreffende adverteerders op de gestelde inbreuk aan te spreken.

Verder vond de rechter het niet redelijk om van Google te verlangen dat deze de woorden “farm” en “date” niet meer zou verkopen als Adwords. Zeker voor het woord “date” kan dat natuurlijk niet:

Onrechtmatig handelen levert het gebruik van dit systeem niet op. Het is alleszins gebruikelijk – bijvoorbeeld in advertentiepagina’s van dagbladen en van gidsen zoals `De Gouden Gids’ – om advertenties, die globaal dezelfde goederen of diensten aanbieden, in één rubriek onder te brengen. De lezer wordt – evenals de internetgebruiker – geacht daaruit zelf te kiezen wat hij al dan niet van belang acht. Van Google kan niet worden verlangd daarin een beperkende rol te spelen door – zoals Endless Webdesign voorstelt – een filter te plaatsen, zulks behoudens bijzondere omstandigheden, die zich hier niet voordoen.

Het vonnis staat op Rechtspraak.nl. De merkhouder kan nog in hoger beroep of een bodemprocedure aanspannen.

Arnoud