Regelmatig krijg ik mails van mensen die hun idee willen beschermen, of zich afvragen wat het ze oplevert om het idee vast te laten leggen bij bv. het Benelux-Bureau voor de IE, de Belastingdienst of een commerciële instantie. Niet zo heel veel, antwoord ik dan: een idee of concept is in abstracto niet beschermd. Octrooi- en auteurswetten eisen een behoorlijke mate van uitwerking of concretisering voordat een concept beschermd kan worden.
Het idee opschrijven en ergens deponeren (‘vastleggen’) biedt maar zeer weinig bescherming. Het bewijst dat het idee bestond op die tijd, en daarmee sta je iets sterker als er ruzie komt over wie het als eerste bedacht heeft. Maar als het opgeschreven idee niet meer is dan een tekst als “Een first person-paardrijspel op de computer”, dan verlies je het nog steeds als iemand je gedeponeerde idee steelt.
In een vonnis van een tijdje terug speelde iets vergelijkbaars. Een uitvinder had in 1997 de Nederlandse Staat een idee gepresenteerd van een paspoort met een chip erin. Daar bleek na enig onderzoek geen interesse voor, maar in 2003 verschenen er toch ineens paspoorten met chips. Mijn idee is gestolen, zo concludeerde deze uitvinder(*), en stapte naar de rechter.
De Staat meldde dat er al diverse systemen bestonden die werkten met chips in paspoorten. Zo bleek er een rapport met de voor ambtenaren gebruikelijke humoristische titel “Een haalbare card” uit 1996 te zijn. Maar dat argument is op zich niet genoeg: van het algemene idee “paspoort met chip ter identificatie” is het wel degelijk mogelijk een eigen uitwerking te doen die voor octrooi of auteursrecht in aanmerking komt.
Echter, dan moet je wel een octrooiaanvraag indienen of een creatieve tekst geven die ook als zodanig wordt overgenomen. En dat was hier niet het geval. De uitvinder had niet veel meer dan zakelijke teksten en enkele technische uitwerkingen en specificaties. Daar zit geen auteursrecht op. Een dergelijke uitwerking moet via een octrooi beschermd worden, en dat was er niet.
Daar komt bij dat als je al een auteursrechtelijk beschermde methode zou hebben, de wederpartij wel jouw creatieve elementen uit die methode moet hebben gebruikt. En ook daar was hier geen sprake van:
Weliswaar maakt de Staat ook gebruik van een op een chip opgeslagen foto in het paspoort, maar die enkele overeenkomst is onvoldoende om ontlening aan te nemen. De door de Staat gebruikte methode voor beveiliging en fraudepreventie van paspoorten is voor het overige immers geheel verschillend van de door [“] bedachte methode. De essentiële verschillen tussen de methode van [“] en het systeem van de Staat overheersen naar het oordeel van de rechtbank. (“)
Ik begin steeds meer te neigen naar het standpunt: registreren van een idee is praktisch waardeloos. Vraag octrooi aan (als dat kan) of regel iets met een geheimhoudingsovereenkomst, maar vertrouw niet op dat papiertje bij een registrerende instantie. Alle opmerkingen over ‘claim uw intellectueel eigendom’ of ‘bescherm uw rechten’ ten spijt.
Arnoud<br/> (*) Iets heel anders: vanwaar de neiging van journalisten om in elk artikel over uitvinders de naam “Willie Wortel” te noemen? Als ik elke journalist “Kuifje” of “razende reporter” zou noemen, zou men daar vrij snel genoeg van krijgen.