“Doe het per computer”-octrooien zijn in de VS niet meer mogelijk. In een unanieme uitspraak beslist het Amerikaanse Hooggerechtshof (Supreme Court) dat abstracte ideeën en uitvindingen niet octrooieerbaar zijn, ook niet als je de claim aankleedt met een computer zodat het er ineens fysiek uitziet. Met deze uitspraak (Alice Corp. v. CLS Bank) lijkt het Amerikaanse tij van flauwekulsoftwareoctrooien gekeerd: de regels lijken nu sterk op de Europese.
Al sinds midden jaren negentig is er stevige kritiek op het Amerikaanse beleid rond softwareoctrooien (software patents). Ze zijn te breed geformuleerd, te triviaal en vooral veel te makkelijk te krijgen. Pak iets simpels, zeg er in moeilijke taal bij “doe dit per computer” en je krijgt een patent waar je iedereen mee kunt blokkeren of uit kunt schudden.
Die insteek komt uit de nogal formalistische opstelling die de rechtspraak vroeger aannam. Je mocht producten en machines octrooieren, en een computer is nu eenmaal een machine ook als hij slechts veranderd is door een nieuwe reeks bits op de harde schijf. Je kon met deze redenering dus ook dingen patenteren die op zichzelf uitgesloten zijn, zoals abstracte ideeën, zakelijke technieken (business methods) en ander vaag spul.
Daar kwam bij dat een dergelijk octrooi lastig aan te vallen was, omdat je eigenlijk alleen kon winnen door te bewijzen dat uit literatuur bekend was om die dingen in combinatie met een computer te doen. En dergelijke literatuur is er maar zelden. Nu heb je als aangesproken partij een sterker argument: uw octrooi is slechts een abstract idee met een computer eraan gehangen, dat is niet octrooieerbaar, ga weg. Op zijn minst bespaar je nu op de kosten van een literatuuronderzoek.
Het Supreme Court verklaart nu deze aanpak ongeldig. Iets wordt niet octrooieerbaar enkel omdat je het per computer doet of omdat je ergens vermeldt dat er instructies in een geheugen staan. Maar ze gaan niet zó ver dat elk noemen van software het octrooi ongeldig verklaart. Je moet naar de uitvinding zelf kijken, en als die abstract is dan is het octrooi ongeldig. De aan- of afwezigheid van standaard computerspul is daarbij irrelevant. Heb je echter een uitvinding die een computer beter maakt, of een slimme technische computergeïmplementeerde oplossing realiseert, dan is dat wél gewoon geldig. Dat is immers geen “doe het per computer” maar een “zo doe je het béter”-uitvinding.
Die aanpak van “de computer beter maken” of een slimme technische computergeïmplementeerde oplossing is precies hoe het in Europa werkt. Daar zijn “computerprogramma’s als zodanig” niet octrooieerbaar, maar een technische uitvinding die toevallig met software is gebouwd (computergeïmplementeerd) wel. Men kijkt naar de uitvinding als geheel, niet naar de aan- of afwezigheid van software. En wat mij betreft is dat ook de enige manier om uitvindingen te beoordelen op octrooieerbaarheid.
De uitspraak is in zoverre teleurstellend dat men niet definieert wat nu “abstract” is. Men merkt expliciet op dat dat niet nodig is omdat het hier evident om iets abstracts gaat, maar voor de toekomst zou een expliciete definitie of zelfs een vuistregel wel erg handig zijn geweest. Ditzelfde probleem hebben we in Europa waar het begrip “techniek”/”technologie” centraal staat maar geen definitie heeft. Wie er eentje weet, ik houd me aanbevolen.
Arnoud<br/> PS: meer weten over octrooien en software? Volg mijn webinars!