Alice, of het einde van het Amerikaanse softwarepatent

| AE 8104 | Intellectuele rechten | 26 reacties

In de VS is alles octrooieerbaar, zo luidt een veelgehoorde opvatting. Waar onder het Europese octrooirecht strenge eisen gelden ten aanzien van het technisch karakter en de inventiviteit van een uitvinding, is in de VS overdwars schommelen al patenteerbaar. Deze opvatting is echter achterhaald sinds de Alice-uitspraak van het Supreme Court van vorig jaar. Alleen uitvindingen die “significant” verder gaan dan enkel abstracte ideeën of algoritmes, kunnen nog voor octrooi in aanmerking komen. Deze uitspraak heeft geleid tot een forse kaalslag bij verlening en handhaving van Amerikaanse softwareoctrooien: meer dan 70% van deze octrooien is ondertussen van tafel.

Vorig jaar deed de hoogste Amerikaanse rechter eindelijk uitspraak over de vraag wanneer een software-uitvinding nu voor octrooi in aanmerking komt. Men trok een lijn door die in 2012 ingezet was met de Mayo-uitspraak: een natuurwet of abstract principe kan niet geoctrooieerd worden, de uitvinding moet significant meer zijn dan enkel dat principe. Enkel de toevoeging van een generieke computerimplementatie is niet genoeg, net zo min als een beperking tot een specifiek toepassingsgebied. De uitspraak benoemt echter niet in detail wat dan wél genoeg is, afgezien van een generieke verwijzing naar “improving the computer itself” en “an improvement in any other technology or technical field.”

De uitspraak kwam zo te zien als een grote opluchting voor het USPTO, dat vol enthousiasme zaken ging afwijzen met dit nieuwe criterium. Een recent onderzoek van Robert Sachs laat zien dat Alice een fundamentele breuk vormt met de praktijk van de afgelopen vijftien jaar: het aantal dossiers met afwijzingen (office actions) op grond van statutory subject matter is van gemiddeld zo’n 30 procent naar meer dan 85 procent gestegen. Het aantal verleende octrooien (notices of allowance) in deze vakgebieden is overeenkomstig gekelderd, naar minder dan tien procent sinds Alice tegen 20 tot 30 procent in de drie jaren daarvoor. In sommige deelgebieden worden zelfs vrijwel geen octrooien (<2%) meer verleend.

Specifiek waar het gaat om business methods is de situatie nog dramatischer. In dit vakgebied komen 58% van de octrooi-onderzoekers tot een afwijzing van alle octrooiaanvragen die op hun bureau belanden. Nog eens 20% wijst in meer dan 90% van de zaken de aanvraag af. Oftewel: meer dan 70% van alle business method-octrooiaanvragen wordt op grond van de Alice-uitspraak afgewezen bij het USPTOin de verleningsprocedure. En wie meent in de interne bezwaarprocedure een kans te maken, komt helemaal bedrogen uit: de volle honderd procent van alle (27) bezwaarprocedures waarin statutory subject matter aan de orde was, wijst de aanvraag op die grond af. Auw.

Sachs onderzocht eveneens 106 gerechtelijke uitspraken (eerste instantie en hoger beroep). Uit deze analyse blijkt een zeer sterke tendens om octrooien ongeldig te verklaren omdat zij niet statutory zijn. In meer dan 70% van alle octrooirechtszaken waarin op deze grond een octrooi werd aangevochten, werd het octrooi ook daadwerkelijk als non-statutory ongeldig verklaard. In hoger beroep gaat het zelfs om 92%.

Een inhoudelijke reden voor al deze afwijzingen is het feit dat veel softwareoctrooien in de praktijk niet veel meer zijn dan een abstract idee waarbij niet nader gespecificeerde software een generieke implementatie daarvan vormt. Deze praktijk is verklaarbaar door de eerdere jurisprudentie van het USPTO en rechtbanken, die immers niet veel meer eiste dan een koppeling met hardware (“een computer voorzien van een opslagmedium met instructies voor het uitvoeren van algoritme X”) en zelden tot nooit ter discussie stelde of het resultaat wel useful, concrete and tangible was – dat was onder de oude regels van State Street Bank immers vrijwel altijd wel het geval. Maar wie zijn aanvraag opstelde conform deze ervaringsregels, zag zijn octrooi (of aanvraag) reddeloos verloren gaan onder de Alice-criteria.

Onder Alice moet een uitvinding worden onderzocht op de aanwezigheid van een abstract idee in de claims. Bij software zal hier al heel snel sprake van zijn. De vraag wordt dan of men méér dan dit idee claimt, hetgeen in de praktijk vereist dat het functioneren van de onderliggende hardware wordt verbeterd of het idee wordt toegepast op een manier die een technische vooruitgang oplevert. Enkel opmerken dát een en ander per computer wordt uitgevoerd, is niet meer genoeg.

Het nieuwe Amerikaanse criterium van “significant meer dan het abstracte idee” komt in de praktijk neer op dezelfde afweging als de Europese probleem/oplossing-analyse. In beide gevallen wordt het abstracte idee als een gegeven genomen vanaf waar de vakman tot zijn inventieve activiteit moet komen. De Europese praktijk vereist dan een technische oplossing, waar de Amerikaanse praktijk een significante vooruitgang wil zien. Dus we hebben nu hooguit nog softwarepatenten Europese-stijl over, maar de bekende voorbeelden van het overdwars schommelen of one-click shopping kunnen we nu eindelijk in de vuilnisbak van de geschiedenis deponeren.

Arnoud

Amerikaans Supreme Court deelt gevoelige klap uit aan softwareoctrooien

| AE 6751 | Intellectuele rechten | 67 reacties

us-software-patents“Doe het per computer”-octrooien zijn in de VS niet meer mogelijk. In een unanieme uitspraak beslist het Amerikaanse Hooggerechtshof (Supreme Court) dat abstracte ideeën en uitvindingen niet octrooieerbaar zijn, ook niet als je de claim aankleedt met een computer zodat het er ineens fysiek uitziet. Met deze uitspraak (Alice Corp. v. CLS Bank) lijkt het Amerikaanse tij van flauwekulsoftwareoctrooien gekeerd: de regels lijken nu sterk op de Europese.

Al sinds midden jaren negentig is er stevige kritiek op het Amerikaanse beleid rond softwareoctrooien (software patents). Ze zijn te breed geformuleerd, te triviaal en vooral veel te makkelijk te krijgen. Pak iets simpels, zeg er in moeilijke taal bij “doe dit per computer” en je krijgt een patent waar je iedereen mee kunt blokkeren of uit kunt schudden.

Die insteek komt uit de nogal formalistische opstelling die de rechtspraak vroeger aannam. Je mocht producten en machines octrooieren, en een computer is nu eenmaal een machine ook als hij slechts veranderd is door een nieuwe reeks bits op de harde schijf. Je kon met deze redenering dus ook dingen patenteren die op zichzelf uitgesloten zijn, zoals abstracte ideeën, zakelijke technieken (business methods) en ander vaag spul.

Daar kwam bij dat een dergelijk octrooi lastig aan te vallen was, omdat je eigenlijk alleen kon winnen door te bewijzen dat uit literatuur bekend was om die dingen in combinatie met een computer te doen. En dergelijke literatuur is er maar zelden. Nu heb je als aangesproken partij een sterker argument: uw octrooi is slechts een abstract idee met een computer eraan gehangen, dat is niet octrooieerbaar, ga weg. Op zijn minst bespaar je nu op de kosten van een literatuuronderzoek.

Het Supreme Court verklaart nu deze aanpak ongeldig. Iets wordt niet octrooieerbaar enkel omdat je het per computer doet of omdat je ergens vermeldt dat er instructies in een geheugen staan. Maar ze gaan niet zó ver dat elk noemen van software het octrooi ongeldig verklaart. Je moet naar de uitvinding zelf kijken, en als die abstract is dan is het octrooi ongeldig. De aan- of afwezigheid van standaard computerspul is daarbij irrelevant. Heb je echter een uitvinding die een computer beter maakt, of een slimme technische computergeïmplementeerde oplossing realiseert, dan is dat wél gewoon geldig. Dat is immers geen “doe het per computer” maar een “zo doe je het béter”-uitvinding.

Die aanpak van “de computer beter maken” of een slimme technische computergeïmplementeerde oplossing is precies hoe het in Europa werkt. Daar zijn “computerprogramma’s als zodanig” niet octrooieerbaar, maar een technische uitvinding die toevallig met software is gebouwd (computergeïmplementeerd) wel. Men kijkt naar de uitvinding als geheel, niet naar de aan- of afwezigheid van software. En wat mij betreft is dat ook de enige manier om uitvindingen te beoordelen op octrooieerbaarheid.

De uitspraak is in zoverre teleurstellend dat men niet definieert wat nu “abstract” is. Men merkt expliciet op dat dat niet nodig is omdat het hier evident om iets abstracts gaat, maar voor de toekomst zou een expliciete definitie of zelfs een vuistregel wel erg handig zijn geweest. Ditzelfde probleem hebben we in Europa waar het begrip “techniek”/”technologie” centraal staat maar geen definitie heeft. Wie er eentje weet, ik houd me aanbevolen.

Arnoud<br/> PS: meer weten over octrooien en software? Volg mijn webinars!

Zwaar verdeeld gerechtshof VS ondermijnt softwarepatenten met anti-abstractieuitspraak

| AE 5504 | Intellectuele rechten | 10 reacties

hardware-software-computer-gollem-huh.jpgSoftwarepatenten staan onder druk door een gerechtelijke uitspraak in de VS, las ik bij Webwereld. In de recente CLS Bank vs. Alice Corp-uitspraak bepaalde het Court of Appeals for the Federal circuit, de octrooihogerberoepsrechter, dat patenten “niet te abstract” mogen zijn. Volgens een van de dissenting judges betekent dit “the death of hundreds of thousands of patents, including all business method, financial system, and software patents”. Whoa.

Softwarepatenten hebben in de VS altijd een wat merkwaardige status gehad. De wet noemt ze nergens expliciet, maar in de rechtspraak is er een soort-van mogelijkheid gecreërd voor octrooi op softwarezaken. (In Europa is er een verbod op “patent op software als zodanig”, bij mij nog steeds hoofdpijnoorzaak nummer 1.) En die mogelijkheid werd gigántisch uitgebuit tegen het einde van de jaren negentig, toen internet opkwam en ditzelfde Hof bepaalde dat óók business methods “software” waren. Toen veel van die internetbedrijfjes failliet gingen, kochten handige jongens de octrooien uit hun boedel en begonnen daarmee het patenttrollen, maar dat terzijde.

In principe is alles patenteerbaar, aldus de Supreme Court, behalve abstracte ideeën, natuurwetten en dergelijke. Het moet gaan om een nuttig en concreet ding of praktisch proces dat je patenteert. Dus niet “water kookt bij 100 graden” maar wel een stoommachine die hier gebruik van maakt. In de Mayo-uitspraak werd dit nog eens onderstreept.

Wat betekent dat nu voor software? Alle software is uiteindelijk wiskunde, dus je kunt zeggen dat alle software niet-patenteerbaar moet zijn. Maar het gaat in tegen het rechtsgevoel bij rechters om IE-houders al te makkelijk hun aanspraken te ontzeggen. In individuele gevallen een octrooi ongeldig verklaren oké, maar categorisch zeggen dat iets niet patenteerbaar is? Voor je het weet heb je het octrooisysteem afgeschaft, en dat moeten we niet willen, lijkt de gedachte een beetje te zijn. (Je ziet dat ook bij andere IE-rechten: afwijken van het principe “IE is goed, IE is nuttig, en mensen die IE beperken zijn éigenlijk gewoon piraten en dieven” gaat maar zeer moeizaam.)

De discussie komt al snel neer op, neem een bestaand apparaat en programmeer het met nieuwe software. Heb je dan een nieuw apparaat? Een discussie die in Nederland in de jaren tachtig al eens gevoerd is. Als je netwerkapparatuur voorziet van nieuwe firmware waardoor het netwerk beter functioneert, heb je dan een nieuw netwerkapparaat? Ja, vond onze Octrooiraad in 1985. Het moet niet uitmaken of je die verbetering realiseert met firmware of met een schakeling puur in hardware in een chip uitgevoerd.

Ook in Europa wordt ongeveer die lijn gevoerd, maar deze wordt daar wel doorgetrokken naar “de software op zich is óók patenteerbaar” en daar krijg ik dus hoofdpijn van want in de wet stáát gewoon “software als zodanig is niet patenteerbaar”. Het verschil tussen “op zich” en “als zodanig” heeft nog niemand me kunnen uitleggen.

Het Amerikaanse gerechtshof zegt nu dat software als zodanig niet patenteerbaar is. Een werkwijze die je met software uitvoert, wordt niet patenteerbaar enkel omdat je het met software doet. Ook de bekende truc om er “uitgevoerd op een computer met een monitor, muis, en andere dingen die pijn doen als ze op je tenen vallenhardware” bij te zetten, wordt nu verboden. En een patent op een computerprogramma op een opslagmedium (diezelfde truc) mag ook niet – als de originele methode zelf niet technisch is.

Wanneer dát nu het geval is, daar wordt het Hof niet helemaal wijs uit. En hoewel ze de claims uit deze specifieke patenten vrij eenvoudig afschieten als abstract, kan ik er niet uithalen wat voor criteria ze daar nu in abstracto (haha) voor hanteren. Wie maakt hier chocola van?

The concept of reducing settlement risk by facilitating a trade through third-party intermediation is an abstract idea because it is a “disembodied” concept, (…), a basic building block of human ingenuity, untethered from any real-world application. Standing alone, that abstract idea is not patent-eligible subject matter.

Iets is abstract omdat het niet concreet is, losgekoppeld van de echte wereld. Dat is volgens mij de definitie van ‘abstract’, dus dit is geen argumentatie waarmee je iets ongeldig mag verklaren.

Ja, softwarepatenten in de VS zijn een probleem – je krijgt ze te makkelijk, er wordt niet goed genoeg getoetst op inventiviteit en dat trollen begint écht vervelend te worden ondertussen. Maar met zo’n vage uitspraak als deze kom je ook niet verder. Geen octrooihouder die zich hierdoor laat weerhouden – eerst maar eens zien wat de Supreme Court zal zeggen, plus de meeste zaken worden tóch geschikt.

Arnoud

Amerikanen gooien (eindelijk) octrooirecht op de schop

| AE 2697 | Intellectuele rechten | 10 reacties

Zo, dat werd tijd. De America Invents Act (voorheen Patent Reform Act of 2011) is door de Senaat goedgekeurd en door Obama getekend. Dit is de belangrijkste aanpassing aan de Amerikaanse patentwet in decennia, hoewel het dan ergens wel weer jammer is dat het weinig van de problemen met patenten oplost. De belangrijkste wijziging is… Lees verder

Komen er weer softwarepatenten aan in Europa?

| AE 2672 | Intellectuele rechten | 25 reacties

Richard Stallman in de bocht. Ik las een artikel in de Guardian waarin de vrijesoftwarevoorman de noodklok luidt over de bedreiging van het softwareoctrooi. Eén stukje schoot me echt in het verkeerde keelgat: de plannen om een trans-Europees octrooi in te voeren zouden een sneaky manier zijn om stiekem toch weer softwareoctrooien te legaliseren. Al… Lees verder

“Invasie van patenttrollen verwacht na Microsoft/i4i-arrest Supreme Court”

| AE 2582 | Intellectuele rechten | 15 reacties

Microsoft moet i4i 300 miljoen dollar betalen voor patentschending, nadat alle bezwaren zijn verworpen, meldde Webwereld vrijdag. Er wordt voor een invasie van patenttrollen gevreesd, omdat de Supreme Court de bewijsregels in patentrechtszaken wel heel pro-patenthouder lijkt te formuleren. Het patent van i4i is geldig, omdat Microsoft geen “helder en overtuigend” bewijs van het tegendeel… Lees verder

Supreme Court: geen standpunt over softwarepatenten

| AE 2139 | Intellectuele rechten | 7 reacties

Wat is dat toch met hoge rechtbanken en octrooien versus software? Nadat een tijdje geleden de Grote Kamer van het EPO geen zin had in een duidelijke uitspraak, komt nu ook de Amerikaanse Supreme Court met een arrest over software patents dat in de verste verte geen standpunt inneemt. Het arrest (via) betreft de Bilski-zaak,… Lees verder

Google Chrome bevat LGPL videosoftware, mag dat?

| AE 1639 | Intellectuele rechten | 8 reacties

Google Chrome, de minimalistische browser van het advertentie- en zoekmachinebedrijf bevat veel open source. Recent bleek de browser echter ook de open source FFMPEG videosoftware te bevatten om zo filmpjes op webpagina’s beter te kunnen afspelen. En dat is opvallend, omdat FFMPEG onder de LGPL 2.1 open source licentie is uitgebracht. De verhouding tussen LGPL… Lees verder