ACM verklaart bezwaar Dataprovider over zonefile .nl-domeinnamen ongegrond

JanBaby / Pixabay

Het besluit van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) dat de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) de zonefile van alle .nl-domeinnamen niet aan het bedrijf Dataprovider hoeft te verstrekken blijft staan. Dat meldde Security.nl onlangs. Dataprovider zal dus met crawlers moeten blijven werken, en SIDN maakt geen misbruik van een machtspositie door verstrekking te weigeren.

In mei bepaalde de ACM dat SIDN de zonefile niet hoefde te verstrekken. Dataprovider wilde de zonefile van het .nl-domein omdat dit behulpzaam zou zijn bij het leveren van online merkbeschermingsdiensten, waarbij het direct kunnen signaleren van nieuw geregistreerde domeinnamen erg nuttig is. Dan hoef je niet te wachten tot iemand daadwerkelijk nepproducten gaat verkopen bijvoorbeeld.

SIDN biedt zelf ook merkbewakingsdiensten, waarmee je de .nl (en andere zones die SIDN beheert) domeinnamen die lijken op je merk kunt bewaken. Dat zag Dataprovider als een oneerlijke concurrent, en ze stapte naar de ACM om deze toezichthouder een eind te laten maken aan die situatie. Want SIDN heeft de macht over .nl en zou dan het misdrijf van leveringsweigering kunnen plegen, om zo een concurrent op afstand te houden.

Van de ACM kreeg Dataprovider ongelijk, en dat ongelijk is bevestigd in de bezwaarprocedure bij de toezichthouder. Deze bekijkt het handelen van SIDN door de bril van het mededingingsrecht. De ACM vat de casus als volgt samen. Stel SIDN heeft een machtspositie in de stroomopwaartse markt, zij beheert de toegang tot de zonefile. Dan noemen we wat ze doet tegen Dataprovider een leveringsweigering aan haar concurrent in de stroomafwaartse markt.

Binnen de huidige Europese jurisprudentie is dat een probleem als aan drie voorwaarden is voldaan:

  • de toegang tot de input waarvan de levering geweigerd wordt, moet onontbeerlijk zijn om te kunnen concurreren op de stroomafwaartse markt;
  • een leveringsweigering zal leiden tot het verdwijnen van alle effectieve mededinging op de stroomafwaartse markt;
  • er is geen sprake van een objectieve rechtvaardiging voor de leveringsweigering.
Het eerste probleem voor Dataprovider is natuurlijk dat toegang tot de zonefile weliswaar voordelig is maar niet onontbeerlijk. Ze biedt nu haar diensten al aan en dat gaat prima, dus hoe pest SIDN ze dan de tent uit, zeg maar. Met datzelfde argument is ook het tweede criterium snel van tafel: er is genoeg mededinging op de markt voor domeinbewaking, Dataprovider heeft vele concurrenten in binnen- en buitenland en die lijken hier geen last van hebben.

Dit is natuurlijk een tikje tweestrijdig: de klacht van Dataprovider gaat over meer kunnen, makkelijker kunnen werken. Dan is “maar het werkt toch zoals het nu gaat” een onbevredigend antwoord. En belangrijker, zou je dan echt moeten wachten tot de concurrentie weggevaagd is om dán pas te zeggen, zonder die zonefile kun je helemaal niets.

Maar het mededingingsrecht is niet bedoeld om het concurrenten makkelijker te maken, een volstrekt gelijk speelveld te creëren. Het is bedoeld om volstrekte blokkades op te heffen. Daarmee is de situatie niet ernstig genoeg om juridisch in te hoeven grijpen.

Arnoud

SIDN hoeft zonefile met alle .nl-domeinnamen niet aan bedrijf te verstrekken

De Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) hoeft de zonefile van het .nl-domein, die alle domeinnamen eindigend op .nl bevat, niet aan het bedrijf Dataprovider te verstrekken, zo heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) geoordeeld. Dat las ik bij Security.nl begin deze week. Dataprovider wilde de zonefile van het .nl-domein omdat dit behulpzaam zou zijn bij het leveren van online merkbeschermingsdiensten, en ervoer de weigering als een misbruik van de machtspositie die SIDN heeft.

Merkbewakingsdiensten zien het controleren op domeinnamen als een belangrijk deel van hun taak; regelmatig duiken er natuurlijk nepperds op met varianten op de merk-domeinnaam, en die wil je zo snel mogelijk opsporen en aanschrijven. Als je dan de volledige zonefile hebt (zeg maar een Excel met alle domeinnamen die op .nl eindigen) dan kun je daar heel makkelijk in zoeken.

Dataprovider maakte gebruik van crawlers om zo veel mogelijk domeinnamen te achterhalen, maar dat is natuurlijk niet perfect. Iemand die een domeinnaam registreert en daar helemaal niets mee doet, die krijg je op die manier niet snel gevonden. Maar met de zonefile zou je die normaal wel kunnen vinden – en dan gelijk juridisch aanpakken.

SIDN biedt zelf ook merkbewakingsdiensten, waarmee je de .nl (en andere zones die SIDN beheert) domeinnamen die lijken op je merk kunt bewaken. Dat zag Dataprovider als een oneerlijke concurrent, en ze stapte naar de ACM om deze toezichthouder een eind te laten maken aan die situatie. Want SIDN heeft de macht over .nl en zou dan het misdrijf van leveringsweigering kunnen plegen, om zo een concurrent op afstand te houden.

Zoals de ACM uitlegt, ligt de lat daarvoor alleen erg hoog:

Het aanmerken van een leveringsweigering als misbruik, vereist dat de levering van de geweigerde input objectief onmisbaar is om daadwerkelijk op de stroomafwaartse markt te kunnen concurreren. Als dit het geval is, zal een dergelijke weigering doorgaans de daadwerkelijke mededinging op de stroomafwaartse markt, onmiddellijk of na verloop van tijd, dreigen uit te schakelen. Het risico van een daadwerkelijke uitschakeling van de mededinging is over het algemeen groter naarmate het marktaandeel van de onderneming met een machtspositie, op de stroomafwaartse markt groter is. Ook is vereist dat voor de leveringsweigering geen objectieve rechtvaardiging bestaat.
Met name de eis van “onmisbaar” is natuurlijk ontzettend streng. Maar wel terecht: ook een onderneming met een machtspositie mag zijn of haar klanten kiezen. Pas wanneer er niets te kiezen valt (de machthebber is onmisbaar) dan kom je in het terrein van misbruik terecht. Enigszins tot mijn verrassing lees ik dan dat
Dataprovider heeft aan de ACM verklaard dat, ondanks dat het domein .nl in Nederland belangrijk is, het beschikken over de .nl zonefile voor haar niet noodzakelijk is om op de stroomafwaartse markt te kunnen opereren.
Ik zou wel eens willen lezen wat Dataprovider dan precies zei, want iedere jurist weet dat als je toegeeft op een kernaspect van je eis, dat je dan grote kans maakt om te verliezen. Maar goed, in de kern is het waar: met scrapen en trucs als “iedere neppert op .com even checken bij .nl” kom je ook een heel eind en je bedrijf staat niet op omvallen dus écht onmisbaar is die zonefile niet.

Het meer fundamentele bezwaar is dat SIDN zowel de .nl zone beheert als een domeinbewakingsdienst exploiteert die daarmee samenwerkt. Maar dit “blijkt echter niet een dusdanig voordeel op te leveren dat dit het aanzienlijke aantal concurrerende aanbieders van SIDN ervan weerhoudt op deze markt actief te zijn”.

Arnoud

Verlopen domeinnaam registreren legaal, verlengen dan weer niet

Als een domeinnaam vervalt en er zit ook maar iets aan traffic of bekendheid op, dan kun je er vergif op innemen dat deze binnen een dag of wat ingepikt is door een snelle jongen met een advertentiepagina. Een buitengewoon irritante praktijk, maar er is weinig aan te doen: de oude eigenaar heeft deze zelf laten verlopen, en tsja dat mensen hun oude links niet updaten is hun probleem.

Anders wordt dat als een bedrijf per ongeluk de eigen domeinnaam laat verlopen en er dan een domeinkaper langskomt. In een recent arrest (via) oordeelt het Hof Amsterdam dat er dan mogelijkheden kunnen zijn om deze op te eisen. In deze helaas vérgaand geanonimiseerde en daardoor moeilijk te duiden zaak ging het om een domeinnaam die identiek was aan de handelsnaam van de eiser. Deze was verlopen, en de gedaagde had er snel een parkeerpagina op gezet met een mededeling dat de domeinnaam te koop was. Wat kan de oude houder hieraan doen?

Niet veel, zo blijkt: het is geen handelsnaaminbreuk als je een domeinnaam bezet houdt, tenzij je op de daaraan gekoppelde site als bedrijf naar buiten treedt en zo dezelfde handelsnaam voert als je concurrent. Ook is er geen sprake geweest van onrechtmatig handelen. Er zijn geen opzeggingen vervalst of tokens gestolen. Het was een ‘gewone’ registratie nadat de oude eigenaar niet verlengd had. Ook andere feiten waaruit onrechtmatig handelen zou blijken, ontbreken.

Het Hof presenteert dan de belangen van de beide partijen: een groot belang bij de oude eigenaar en een klein belang bij de nieuwe. Vroegah was het dan nog wel eens zo dat men dan simpelweg de partij met het grootste belang de domeinnaam zou geven (wat Hugenholtz de Utrechtse belangenafweging noemt). Zoals Hugenholtz het formuleert:

Deze ‘belangenafweging’ vormt mijns inziens geen valide rechtsgrondslag. Heeft degene die meer belang heeft dan een ander bij een rechtsgoed (een stuk grond bijvoorbeeld) een aanspraak die rechtens valt af te dwingen? Natuurlijk niet.

Wie iets legaal heeft verkregen, mag dat houden, hoe groot het belang van een ander ook is. Pas in heel bijzondere gevallen (zoals in de 112-zaak) is er wellicht ruimte om een registratie ongedaan te maken.

Echter, het Hof komt wel met een zeer aparte redenering: de verlenging van de domeinnaam is niet toegestaan, want die zal onrechtmatig zijn:

Immers, [gedaagde] heeft zelf geen belang bij het beschikken over die domeinnaam, terwijl haar, met de entamering van het onderhavige kort geding, duidelijk is geworden dat [eiser] haar ” als handelsnaam gebruikte ” domeinnaam niet (bewust) heeft willen prijsgeven en een groot belang heeft om wederom over die domeinnaam te gaan beschikken. Daarbij komt dat niet goed valt in te zien dat [gedaagde] gebruik van de domeinnaam zal kunnen maken, zonder daarmee (een onrechtmatige) inbreuk te maken op het handelsnaamrecht van [eiser].

Oftewel: goed, je hebt hem legaal verkregen, maar je hebt geen enkele reden de domeinnaam te verlengen dus tegen die tijd mag je hem netjes overdragen aan de oude eigenaar. Eh, wat? Dus registratie zonder duidelijk belang mag wel, maar verlenging niet?

Ik begrijp daar helemaal niets van. Volgens mij is het simpel: óf de registratie is onrechtmatig en dan moet de domeinnaam terug, óf de registratie was eerlijk en rechtmatig en dan mag je de domeinnaam houden (zolang je de facturen betaalt natuurlijk).

Arnoud

Executiegeschil over al of niet gemaild domeinnaamverhuisformulier

Executiegeschillen. Het klinkt pijnlijker dan het is, hoewel je er als rechter liever niet te veel mee te maken krijgt. Dit zijn geschillen over de tenuitvoerligging of executie van een eerder vonnis. Oftewel: doet hij wel op tijd wat hij moest, en zo niet heb ik dan recht op dwangsommen? Afhankelijk van hoe het vonnis is geformuleerd en hoe hard Murphy toesloeg bij de uitvoering, kan dat tot heel complexe situaties leiden. Maar soms doen partijen zelf ook nodeloos moeilijk, zoals ik tussen de regels opmaak in dit vonnis over de overdracht van een domeinnaam.

In de eerdere zaak (zo te zien niet gepubliceerd – grom) was de eigenaar van een domeinnaam veroordeeld om de domeinnaam naar de andere partij over te dragen. Of, beter gezegd: “binnen 24 uur na betekening van dit arrest al datgene te doen wat nodig is om [nieuwe eigenaar] bij SIDN als enige rechthebbende geregistreerd te laten zijn”. Het arrest was van 9 maart, en op 10 maart stuurde de domeinnaamhouder een mail naar de andere partij met het door hem ingevulde SIDN-formulier voor de houderwijziging. Even tekenen en dan kon dat door naar SIDN. Alleen: daar kwam geen reactie op. Op 16 maart werd nagebeld, en de mail bleek niet te zijn aangekomen.

Vervolgens ontstond er enige discussie over of dat formulier nog wel gebruikt kon worden, want er stond immers 10 maart onder de handtekening en dat zou 16 maart moeten zijn. (“Antedateren” schijnt iets heel stouts te zijn maar in deze context zie ik het probleem niet – en de rechter ook niet trouwens: “Voor zover [nieuwe eigenaar] vreesde zich schuldig te maken aan antedatering, had zij dit immers eenvoudig kunnen oplossen door op het formulier bij haar ondertekening de datum 16 maart 2010 te noteren.”)

Uiteindelijk loste de domeinnaamhouder het zelf op met een ’truc’: hij deed zich zich via een derde-provider voor als de verkrijger van de domeinnaam en autoriseerde zo de overdracht. Niet netjes maar de domeinnaam was nu wel over. Opgelost dus, zou je zeggen. Maar dit is een executiegeschil, en dus ging de andere partij moeilijk doen: dit duurde allemaal te lang dus graag de dwangsommen uitgekeerd.

Daarbij krijgen beide partijen ongelijk. Allereerst oordeelt de rechter dat de domeinnaamhouder genoeg gedaan heeft door dat formulier in te vullen en op te sturen. Andere manieren, met name die truc, kunnen dan niet geëist worden:

Gegeven het feit dat SIDN een speciaal formulier hanteert voor het doorgeven van een wijziging in de domeinnaamhouder, lag het immers zozeer voor de hand de overdracht langs die weg te bewerkstelligen dat van [de domeinnaamhouder] redelijkerwijs niet kon worden verlangd dat hij (daarnaast ook) andere wegen zou bewandelen.

Vervolgens gaat de domeinnaamhouder toch nog onderuit, want op 10 maart mailen en pas op 16 maart nabellen was in deze context veel te traag. Hij was verplicht “alles” te doen om te zorgen dat die domeinnaam over ging, en daaronder valt dan ook dat je er bovenop zit en reageert als er niet meteen een reactie komt:

Onder die omstandigheden kon [domeinnaamhouder] er niet mee volstaan het formulier per e-mail aan [nieuwe eigenaar] toe te sturen zonder rekening te houden met de mogelijkheid dat het bericht door wat voor oorzaak ook niet was aangekomen of in het ongerede was geraakt. [domeinnaamhouder] had zich tijdig ervan moeten vergewissen dat het formulier in goede orde door [nieuwe eigenaar] was ontvangen en van de inhoud kennis was genomen. Nu hij dit heeft nagelaten en [nieuwe eigenaar] stelt dat zij het mailbericht van 10 maart 2010 niet heeft ontvangen en het SIDN formulier pas op 16 maart 2010 in haar bezit heeft gekregen, kan niet worden gezegd dat [domeinnaamhouder] reeds op 10 maart 2010 aan de veroordeling van het gerechtshof ” om al datgene te doen wat nodig is ” heeft voldaan.

De domeinnaamhouder mocht dan ook 12.000 euro aan dwangsommen overmaken. En ja, dat is een consequentie van mail gebruiken: als de wederpartij zegt niks gehad te hebben, heb je een levensgroot bewijsprobleem.

Overigens perfect getimed: op 10 maart meldde de SIDN de formulieren afgeschaft te hebben.

Arnoud

SIDN schort uitgifte 112.nl toch op

Goh. “Geheel los van de door u in uw brief naar voren gebrachte argumenten” heeft SIDN besloten dat zij 112.nl voorlopig niet voor de Staat zal reserveren. De boze fax van Heerink’s advocaat heeft dus toch effect gehad.

Bram Heerink was jarenlang de ongestoorde bezitter van www.112.nl, totdat in mei de Staat ineens een spoedeisend belang bedacht en de domeinnaam opeiste. Het hoger beroep moest nog uitgevochten worden en bovendien had Heerink conservatoir beslag laten leggen op de domeinnaam. Toch had SIDN alvast maar aangekondigd 112.nl te reserveren voor de Staat door deze uit te sluiten van haar sunrise bij de uitgifte van numerieke domeinnamen.

Arnoud