Hebben zoekmachines last van het Infopaq-arrest?

Een lezer vroeg me onlangs waarom ik nooit wat gezegd had over het Infopaq-arrest van het Hof van Justitie. Dat Hof is toch de hoogste rechtbank in Europa die iets kan zeggen over auteursrechten, en auteursrecht is niet onbelangrijk in het internetrecht. Bovendien gaat het ook nog eens over fragmenten tonen van andere sites.

Nou, dat klopt, maar volgens mij wordt er in Infopaq niet echt een praktisch relevant punt beslist. Kort gezegd was de vraag of overnemen van een uit elf woorden bestaand fragment uit een beschermd werk inbreuk kan zijn. Het antwoord: ja, dat kan, maar het hangt er vanaf of het ook echt inbreuk is. Tsja.

Het Hof formuleert in deze uitspraak wanneer in Europa een werk auteursrechtelijk beschermd is. We hebben in Nederland de toets van het “eigen stempel van de maker”, oftewel het werk moet origineel zijn en van enige creativiteit getuigen. Het Hof formuleert het iets anders:

[Het moet gaan om] materiaal dat oorspronkelijk is in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de auteur ervan.

maar in feite komt dat op hetzelfde neer. Maar wat gebeurt er nu bij korte tekstjes? Nou, individuele woorden zijn natuurlijk niet beschermd.

Enkel via de keuze, de schikking en de combinatie van deze woorden op een oorspronkelijke wijze kan de auteur uitdrukking aan zijn creatieve geest geven en tot een resultaat komen dat een intellectuele schepping vormt.

Ook een kort stuk tekst kan uitdrukking zijn van een creatieve geest. Daarmee kan een kort fragment van een tekst onder het auteursrecht van de maker vallen. Oftewel, lengte is geen argument dat het geen inbreuk kan zijn. Pas als je alleen losse woorden overneemt, kan iemand geen auteursrechten meer laten gelden.

Maar: als iemand dat fragment overneemt voor een legitiem doel (bv. citeren of parodie), dan is er alsnog geen sprake van inbreuk. Je mag dus niet zeggen “auteursrecht geldt niet want het is maar een klein stukje” maar wel “ok, misschien zit er wel auteursrecht op maar ik citeer en dat mag.”

Vandaar dus mijn “tsja”. (Ik vraag me wel eens vaker af waarom mensen naar het Hof van Justitie gaan over scherpslijperij als dit.)

Voor zoekmachines verandert er dus niets. Die tonen hun tekstjes om aan te kondigen wat er te vinden is op de gevonden pagina’s, en dat is gewoon een legitiem doel in de context van het citaatrecht.

Arnoud

Gebruiksvergoeding bij ontbinding koop op afstand verboden

Als je een koop op afstand annuleert, mag het bedrijf geen gebruiksvergoeding of andere kosten in rekening brengen voor de periode dat je het product hebt kunnen gebruiken. Alleen de kosten van het terugzenden (zeg maar de postzegels) kan hij voor jouw rekening laten. Dat bepaalde het Europese Hof van Justitie in haar arrest in zaak C-489/07 vorige week.

In deze uit Duitsland afkomstige zaak had een consument een (tweedehands) laptop gekocht bij een bedrijf. Na zo’n acht maanden(!) bleek deze kwalitatief onder de maat. De consument beriep zich op zijn herroepingsrecht, en dat mocht omdat het bedrijf vergeten was de brief met informatie daarover mee te sturen. Bij ons heb je dan drie maanden vanaf de datum van koop, in Duitsland is die periode oneindig totdat die brief eindelijk eens komt.

Het bedrijf accepteerde op zich wel dat ze de laptop terug moest nemen, maar rekende wel een vergoeding van 316,80 EUR voor de acht maanden gebruik van de laptop (let wel: aanschafprijs 278 euro). De consument stapte daarop naar de rechter, die het Europese Hof erbij haalde omdat de wet immers zegt

Aan de consument kunnen, voor de uitoefening van zijn herroepingsrecht, ten hoogste de rechtstreekse kosten voor het terugzenden van de goederen worden aangerekend.

Net als in het Quelle-arrest uit 2008 (over gebruiksvergoeding bij reparatie) oordeelt het Hof hier dat er geen gebruiksvergoeding mag worden gevraagd wanneer iemand een wettelijk recht tot ontbinding inroept. Een recht is een recht, en geld vragen als iemand dat uitoefent is -ongeacht de reden voor dat geld- in feite een beperking van dat recht. Daarom oordeelt het Hof:

Ook zou afbreuk worden gedaan aan de doeltreffendheid en effectiviteit van het herroepingsrecht, wanneer de consument enkel vanwege het feit dat hij het middels een overeenkomst op afstand verworven goed heeft gekeurd en uitgeprobeerd een compenserende vergoeding zou moeten betalen. Aangezien het herroepingsrecht nu juist tot doel heeft de consument deze mogelijkheid te bieden, mag het feit dat hij hiervan gebruik heeft gemaakt niet tot gevolg hebben dat de consument dit recht enkel kan uitoefenen op voorwaarde dat hij een vergoeding betaalt.

Het Hof laat de deur op een klein kiertje staan: als blijkt dat de consument bijvoorbeeld te kwader trouw zaken koopt bij webwinkels of zich schuldig maakt aan ongerechtvaardigde verrijking, dan zou een compensatie voor de webwinkel wel kunnen. Denk bijvoorbeeld aan situaties dat een consument zegt: “oh, ik wil alsnog korting anders ontbind ik het contract” of als iemand op zijn Hyves zet dat hij gratis een week in een dure jurk heeft kunnen lopen.

Op zich een terecht vonnis, hoewel ik me wel afvraag hoe relevant het voor Nederland is. Omdat de meeste webwinkels wel zo’n brief meesturen, zal het in de meeste gevallen gaan over zeven werkdagen gebruiksrecht. Wat voor vergoeding zou je daarvoor kunnen vragen? Bij de driemaandentermijn (als er geen of geen kloppende brief is meegestuurd) is het iets waarschijnlijker maar nog steeds vraag ik me af wat een reële vergoeding zou kunnen zijn.

Arnoud