Een lezer vroeg me:
Ik vroeg me zo af, nu winkelketens zoals de AH inzetten op zelfstandig scannen en afrekenen, wat doet dat met de aansprakelijkheid? Een vergissing van de kassa medewerker in uw voordeel (of nadeel) lijkt mij opeens heel anders te liggen wanneer je het zelf doet.
Dit is ingewikkelder dan je denkt; menig juristenborrel werd ongezellig omdat deze discussie langskwam. De onderliggende vraag is namelijk wanneer je iets koopt in de supermarkt en hoe je dat vaststelt – en in hoeverre de objectieve vaststelbaarheid relevant is bij de vraag of je iets koopt.
Je koopt iets wanneer je het aanbod van een product aanvaardt. Dat moet blijken uit een of andere handeling die (mede) gericht is op het juridisch willen sluiten van een koop. Een ding bij de kassa neerleggen en zeggen “deze graag” is volgens mij genoeg. Maar je kunt ook zeggen, op het moment dat je het product in je mandje legt dan wil je het al hebben (en ben je bereid te betalen, zo mogen we redelijkerwijs veronderstellen) dus dan heb je het dán al gekocht.
Ook mogelijk is dat je zegt, pas als je afrekent koop je het echt, want tot dat moment is het doodnormaal je te bedenken in de supermarkt. En de gewoonte in een branche weegt mee bij de vraag of je een rechtshandeling verricht. (Normaal is niet vereist dat je betaalt om een koop te sluiten, juridisch gezien; betaling is een verplichting die ontstaat door het sluiten van de overeenkomst.)
Als je als bezoeker van de supermarkt zelf een product scant en daarna afrekent op basis van wat je gescand hebt, dan lijkt het meest logische moment om het moment van scannen aan te wijzen als het moment dat je dat product koopt. Die scan is vrij expliciet bedoeld als “dit wil ik hebben”, en de algemene voorwaarden die je gedachteloos wegklikt zeggen dat ook. Maar je creëert weer een nieuw probleem dan: mag je dan dingen achteraf weer terugleggen, of is dat een ontbinding waar je instemming van de supermarkt voor nodig hebt? Ik zou zelf dan ook het moment van afrekenen (dus de scanner bij de kassa houden en het afrekenproces doorlopen) logischer vinden.
Wanneer steel je dan? Dat doe je op het moment dat je je een product toeëigent zonder dat dat mag (“wederrechtelijk”) met de bedoeling het te houden. Dat zou je bijvoorbeeld doen als je het in een geprepareerde tas doet of stiekem in je jaszak, omdat je dan duidelijk van plan bent naar buiten te lopen met dat product zonder te betalen. Of omdat je even geen mandje had, en daarna verstrooid naar buiten loopt. Inderdaad, dan steel je niet maar het lijkt wel zo. Dat noemen strafrechtjuristen de discussie over opzet, was je het van plan of had je in ieder geval de aanmerkelijke kans aanvaard dat je straks lekker buiten stond met een niet-betaald product?
Dat laatste stond centraal in een rechtszaak uit 2015 over een persoon die een deel van de inhoud van zijn winkelwagentje niet had gescand met de zelfscanner. Volgens het OM was dat diefstal, ook als het niet volledig opzettelijk was. Als het slordigheid was, dan was het zó slordig dat we het toch opzet noemen – voorwaardelijke opzet:
Het standpunt van de officier van justitie komt er op neer dat het feit dat verdachte wist hoe het scanapparaat werkt en dat de weggenomen goederen voor meer dan de helft van de waarde ervan niet waren afgerekend, maakt dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij deze goederen heeft weggenomen met het oogmerk om zich die wederrechtelijk toe te eigenen.
De rechtbank zag echter nog een ander probleem:
In de aangifte namens Albert Heijn wordt niet verklaard dat is gezien wie tijdens het boodschappen doen het scanapparaat heeft bediend. Verdachte en zijn dochter, die samen boodschappen aan het doen waren, hebben beiden verklaard dat de dochter van verdachte het scanapparaat heeft bediend, nadat verdachte de producten had gepakt. Verdachte heeft daarnaast echter nog verklaard dat hij ook zelf producten heeft gescand. De bewijsmiddelen sluiten derhalve niet uit dat de dochter van verdachte een deel van de in de boodschappenkar gelegde producten ten onrechte niet heeft gescand. … Nu niet kan worden vastgesteld welk deel van de boodschappen ten onrechte door verdachte niet is gescand, kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte heeft gehandeld met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening.
Op de achtergrond woog hierbij mee dat de supermarkt de administratieve last van wat je wel en niet wil kopen, volledig bij de klant legt. “Indien door de klanten al dan niet opzettelijk fouten worden gemaakt lopen zij het risico om strafrechtelijk aangesproken te worden”, en ik proef daaruit dat de rechter dat wel een beetje stevig vond als consequentie van een stukje gemak dat de supermarkt aanbiedt. Zó makkelijk gaat dat niet.
Arnoud