Het volgen van de volgers van een concurrent

| AE 2591 | Ondernemingsvrijheid | 11 reacties

mediavacatures.pngEen oudere domeinnaam kan worden opgeëist door een jongere handelsnaamhouder, maar dan moeten er wel bijzondere omstandigheden zijn. Dat blijkt uit een vonnis in kort geding van de rechtbank Amsterdam over Mediavacature.nl (2006) en mediavacatures.nl (2002). Maar het volgen van volgers van de concurrent op Twitter is daarentegen niet verboden, tenzij je “op slinkse wijze” klanten van de concurrent “weglokt” door verwarring te scheppen over jouw identiteit versus die van de concurrent.

Domeinnaamhouders hebben vaak het idee dat hun oudere domeinnaamregistratie ze beschermt tegen acties van latere merk- of handelsnaamhouders. Omgekeerd denken handelsnaam- of merkhouders nog wel eens dat ze alles kunnen opeisen omdat zij een juridisch recht hebben. De waarheid ligt in het midden. De wet gaat uit van de merk of handelsnaam en bekijkt dan of daar inbreuk op gepleegd wordt. De datum van registratie van de domeinnaam kan daarbij een factor zijn, maar is op zichzelf niet doorslaggevend.

In dit geval kon de eiser aantonen dat hij vanaf najaar 2006 met de handelsnaam Mediavacature.nl (zonder s) opereerde. Hij had facturen, offertes, persberichten en dergelijke overlegd waar deze handelsnaam op stond. En zo hoort het. Handelsnaamgebruik bewijs je door daadwerkelijk met die naam naar buiten te treden. Het registreren bij de KVK helpt je niet.

De domeinnaam mediavacatures.nl dateerde uit 2002. Tussen 2002 en 2007 werd de domeinnaam echter niet als handelsnaam gebruikt, maar alleen als doorlink-URL naar mediaflex.nl. Rond augustus 2006 verschenen er stukken waarin plannen werden voorgesteld om iets te doen met die domeinnaam, maar plannen zijn nog geen handelsnaamgebruik. Je moet echt naar buiten treden en je profileren als bedrijf onder die naam. Daarmee kan de gedaagde zich niet beroepen op een ouder handelsnaamrecht.

De rechtbank, die zich overigens bevoegd achtte “omdat de gewraakte handelingen van gedaagden op het internet plaatsvinden, [en dus] tevens plaats in het arrondissement Amsterdam”, vindt dat inbreuk wordt gepleegd op het handelsnaamrecht van de eiser. De domeinnaam lijkt zo veel dat er haast wel verwarring móet ontstaan. Maar omdat men al vrijwillig het gebruik van deze domeinnaam had gestaakt en had toegezegd niet langer te opereren onder die naam, blijft het bij een verbod an sich. De domeinnaam hoeft niet te worden overgedragen.

Ook bleek de gedaagde op Twitter actief te zijn geweest met het account @mediavacatures. Daarmee werden klanten van eiser gevolgd. Dat vindt de rechtbank niet verboden:

Het volgen van de volgers van een concurrent kan dan ook voorshands niet onrechtmatig worden geacht. Uitgangspunt is immers dat het profiteren van andermans product, inspanning, kennis of inzicht op zichzelf niet onrechtmatig is, ook niet als dit nadeel aan die ander toebrengt. Dit is pas anders indien een twitteraar (al dan niet bewust) bij het publiek verwarring creëert over zijn identiteit en zodoende “op slinkse wijze” klanten van de concurrent “weglokt”.

De rechtbank vindt het echter niet meer aannemelijk dat de eiser nu nog klanten kwijt zal raken, omdat de gedaagde immers niet meer de bedrijfsnaam Mediavacatures.nl mag gebruiken. Het wordt ze wel verboden om deze handelsnaam op Twitter te voeren. En als je nu kijkt op Twitterrr dan lijkt men daaraan voldaan te hebben: bij het account staan nu duidelijkde bedrijfsnaam “MV Jobs Media” met alleen als ondertitel “@Mediavacatures on the world wide web”. Ook het logo is van MV Jobs. Niemand kan dit nog aanzien voor het bedrijfstwitteraccount van @Mediavacature.

Arnoud

De geografisch verwijderde domeinnaam

| AE 2585 | Intellectuele rechten | 17 reacties

shoe-times.jpgEen Gronings bedrijf had de domeinnaam www.shoetime.nl geregistreerd voor hun bedrijfswebsite. Prima, alleen vond een bedrijf uit Panningen, gemeente Peel en Maas, dat dat inbreuk op hun handelsnaam opleverde. Zij heette namelijk óók Shoetime en beide bedrijven deden iets met schoenen. Het Gerechtshof wijst de eis af (via): de bedrijven opereren niet in hetzelfde geografische gebied. Dat de gedaagde een .nl-domeinnaam had, maakt niet dat ze in heel Nederland actief zijn.

De handelsnaam is een ietwat apart recht in de intellectuele-eigendomswereld. Je hoeft hem niet aan te vragen; het gebruik van die naam is genoeg om er bescherming voor te krijgen. En dat geldt óók als de naam beschrijvend is (in tegenstelling tot merken), hoewel je bescherming minder sterk wordt naarmate je handelsnaam beschrijvender is. En als laatste geldt de bescherming alleen daar waar je actief bent in Nederland.

In deze rechtszaak draaide het om dat laatste punt. Groningen en Panningen liggen bepaald niet bij elkaar in de buurt, zodat je moeilijk kunt spreken van twee bedrijven die in hetzelfde gebied opereren. Het enige twistpunt is volgens het Hof dan ook het gebruik van de domeinnaam shoetime.nl. Deze bleek namelijk in de praktijk tot verwarring te leiden, omdat mensen die zochten naar het Panningse bedrijf ‘shoetime.nl’ intypten en dan ineens een Gronings bedrijf op het scherm hadden.

Daarover begint het Hof met een opmerkelijke overweging:

Het gebruik van een handelsnaam in en met name als een domeinnaam zal immers, nu het internet heel Nederland bestrijkt, zonder meer meebrengen dat die handelsnaam in heel Nederland niet meer gebruikt kan worden.

Anders gezegd: wie kiest er nou een handelsnaam waarvan de .nl niet meer beschikbaar is?

Maar toch is dat niet genoeg om meteen van inbreuk te kunnen spreken.

Het enkele feit dat een onderneming een website heeft brengt echter nog niet mee dat reeds daarom de bekendheid waarop artikel 5 Hnw doelt tot heel het land wordt uitgebreid en bescherming geboden dient te worden. Artikel 5 Hnw heeft dan ook niet de strekking de (regionale) bescherming die zij (de domeinnaam weggedacht) biedt, uit te breiden tot heel Nederland indien en zodra een onderneming haar handelsnaam in een domeinnaam opneemt.

De Handelsnaamwet (Hnw) is expliciet bedoeld om regionale bescherming in te voeren, en geen landelijke. Het kan dus niet zo zijn dat een .nl-domeinnaam automatisch handelsnaaminbreuk oplevert. Dat vond de rechtbank Den Bosch een tijd geleden ook (met “uit een beeldscherm komt geen bier” als argument waarom café en site verschillend zijn).

Er kan pas sprake zijn van inbreuk als klanten uit de regio van de handelsnaamhouder zaken gaan doen met de concurrent. Immers dan pas opereert de concurrent in die regio. En dat is hier niet gebeurd. Het enkele feit dat de domeinnaam verwarring kan doen ontstaan is onvoldoende om van handelsnaaminbreuk te spreken.

Terecht, lijkt me. Hoe irritant het ook is dat je domeinnaam niet meer vrij is, het handelsnaamrecht is beperkt en kan dus niet zomaar ingezet worden om de domeinnaam van een ander bedrijf in een ander deel van Nederland in te pikken.

Update: (29 mei 2012) in een andere zaak gaf de doorslag dat theoriecursussen voor het autorijbewijs niet via internet maar op locatie werden gegeven (Theoriegarantie versus Theoriegarant).

Arnoud

Op verwarringwekkende wijze aanhaken bij andermans domeinnaam

| AE 2382 | Intellectuele rechten, Ondernemingsvrijheid | 17 reacties

just-eat-thuisbezorgd-winkel-deur.pngDe domeinnaam “chinees-thuisbezorgd.nl” veroorzaakt verwarring over de eigenaar van de site: de consument verwacht dat dat Thuisbezorgd.nl is. Maar omdat concurrent Just-Eat daar eigenaar van is, is hier sprake van domeinnaaminbreuk en moet de domeinnaam worden overgedragen. Dat oordeelde het Gerechtshof begin deze maand in het hoger beroep van de Just Eat/Thuisbezorgd-zaak van juli 2009 (LJN BP1963).

Just-Eat had diverse domeinnamen geregistreerd waarin de aanduiding “thuisbezorgd” voorkwam, zoals “amsterdam-thuisbezorgd.nl” en “chinees-thuisbezorgd.nl”. Thuisbezorgd.nl meende dat dit handelsnaaminbreuk opleverde, omdat zij immers handelde als Thuisbezorgd.nl en potentiële klanten die die domeinnaam zien, zullen denken dat die sites bij haar hoorden.

Just-Eat was het daar niet mee eens: zij linkte slechts die domeinnamen door naar haar eigen site, en daar stond duidelijk “Just Eat” op. Daarmee zou verwarring uitgesloten zijn. Op zich een terecht argument, alleen had Just-Eat een tussenpagina geplaatst op de homepage van die domeinnamen die 10 seconden in beeld bleef en “In Amsterdam eten thuisbezorgd krijgen via Just-Eat!” of iets als “Chinees eten thuisbezorgd krijgen via Just-Eat!” toonde, plus een mededeling dat binnenkort daar een site geopend zou worden. Het Hof oordeelt echter dat zo’n vermelding nog nét geen handelsnaamgebruik is, omdat er immers nu nog geen zakelijke dienstverlening plaatsvindt op die site.

Het volgende argument van Thuisbezorgd.nl was dat Just-Eat toch onrechtmatig handelde, omdat het evident was dat ze wilde aanhaken bij de bekende handelsnaam Thuisbezorgd.nl met die toegespitste domeinnamen (volgens de “kom nou toch”-toets). Daarover neemt het Hof als uitgangspunt

dat het profiteren van andermans product, inspanning, kennis of inzicht op zichzelf niet onrechtmatig is, ook niet indien dit nadeel toebrengt aan die ander. Waar het gaat om het profiteren van het onderscheidingsmiddel van een ander mag dit er niet toe leiden dat het publiek op onrechtmatige wijze in verwarring wordt gebracht.

Er spelen dus twee vragen: ten eerste is er sprake van verwarring, en ten tweede is die verwarring onrechtmatig?

Bij de eerste vraag is het Hof snel klaar:

[Het Hof is] van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat bij het publiek verwarring kan ontstaan. Bij het normaal oplettende publiek kan immers de indruk ontstaan dat het van doen heeft met een onderdeel van (de onderneming van) Thuisbezorgd.nl dat meer specifieke mogelijkheden biedt met betrekking tot de steden en/of menukeuzes waarin zij bemiddelt.

Dat lijkt me terecht, de combinatie “plaats/bedrijfsnaam” of “dienst/bedrijfsnaam” is een gebruikelijke manier om jezelf in specifieke niches bekend te maken.

Bij de tweede vraag neemt het Hof de kennelijke intenties van Just-Eat mee:

Veeleer dringt zich de indruk op dat Just-Eat doelbewust op de domeinnaam/handelsnaam van Thuisbezorgd.nl gelijkende domeinnamen heeft geregistreerd om daarin mee op voor het publiek verwarringwekkende wijze te kunnen aanhaken bij het succes en de naamsbekendheid van Thuisbezorgd.nl. Het voorgaande brengt mee dat de wijze waarop Just-Eat de op de handelsnaam van Thuisbezorgd.nl gelijkende domeinnamen gebruikt, naar het voorlopig oordeel van het hof, op onrechtmatige wijze tot verwarring leidt en daarmee de grenzen van eerlijke mededinging overschrijdt.

Het verweer dat “thuisbezorgd” een gebruikelijke uitdrukking is voor de diensten van Just-Eat (eten bezorgen) mag niet baten. Zó gebruikelijk is die naam nu ook weer niet. Misschien dat het bij een naam als “eten bezorgen” wel gelukt zou zijn. Maar het is hier voor het Hof zo duidelijk dat de combinatie gekozen is om de concurrent te pesten, dat het Hof de vorderingen toewijst. Just-Eat mag de domeinnamen inleveren en is verder diverse dwangsommen verschuldigd.

Ik blijf erbij dat dit een foute redenering is: de vordering tegen “onrechtmatige verwarring” is precies waar de merkenwet voor bedoeld is. En die is duidelijk: zo’n vordering mag alleen als je een merk geregistreerd hebt. Maar ja, wie het zo bont maakt met domeinnamen, heeft de schijn zodanig tegen dat ‘ie hoe dan ook gaat verliezen.

Arnoud

Op onrechtmatige wijze in verwarring worden gebracht

| AE 2016 | Intellectuele rechten, Ondernemingsvrijheid | 10 reacties

Goed, ik zal erover ophouden: inbreuk op een domeinnaam kan dus wel. Vorige week nog blogde ik over diverse vonnissen waarin een domeinnaam kon worden opgeëist zonder dat sprake was van merk- of handelsnaaminbreuk. De motivatie was daar dat men onrechtmatig handelde door nodeloos verwarring te stichten. Ik zag en zie niet hoe je dat… Lees verder

Wederom inbreuk op domeinnaam

| AE 1991 | Intellectuele rechten, Ondernemingsvrijheid | 13 reacties

“Inbreuk op een domeinnaam”, een rare zin vind ik. Het klinkt als “inbreuk op een auto”. Inbreuk pleeg je op rechten, bijvoorbeeld het eigendomsrecht op die auto of een merkrecht op die domeinnaam. Vorig jaar bleek in de Thuisbezorgd/Just-Eat-zaak echter dat je ook zonder handelsnaam of merk kunt optreden wanneer de domeinnaam nodeloos veel verwarring… Lees verder

Inbreuk op domeinnaam

| AE 1704 | Intellectuele rechten | 17 reacties

Het registreren van een domeinnaam kan onrechtmatig zijn als je daardoor profiteert van de reputatie van de domeinnaam van een ander. Ook als die ander geen merk heeft geregistreerd. Dat blijkt uit een vonnis van de kortgedingrechter in een zaak tussen thuisbezorgmaaltijdbemiddelaars Thuisbezorgd.nl en Just-Eat. De laatste had namelijk diverse domeinnamen zoals amsterdam-thuisbezorgd.nl en spareribs-thuisbezorgd.nl… Lees verder

Ook jij hebt een handelsnaam! (bij Netters.nl)

| AE 1339 | Intellectuele rechten | 2 reacties

Bij Netters publiceerde ik gisteren een artikel over wat je met je handelsnaam kunt doen tegen domeinnamen: Kan Netters iets doen tegen de grapjas die op Netters.nu een “Your gateway to the internet”-pagina heeft neergezet? Je zou denken van niet: Erik-Jan heeft “Netters” nooit als merk gedeponeerd, en dan geldt toch de standaardregel van “wie… Lees verder

Bescherming van een handelsnaam op internet

| AE 894 | Intellectuele rechten, Ondernemingsvrijheid | 11 reacties

Dat een merknaam beschermd is, weten de meeste mensen wel. Maar ook de handelsnaam, de naam waaronder iemand zijn onderneming drijft, is beschermd. Zo’n handelsnaamrecht is een bijzondere eend in de intellectuele eigendomsbijt: er zijn geen eisen dat de handelsnaam uniek, nieuw of onderscheidend is. Het feit dat je jezelf “Slagerij Piet” noemt, is genoeg… Lees verder