Een lezer vroeg me:
Voor een opensourcepakket dat wij op het werk gebruiken, heb ik met een aantal collega’s een handleiding geschreven. Die ontbrak namelijk, zeker waar het gaat om gebruik in onze branche. Het schrijfwerk was geheel in eigen tijd, overigens. Nu is een van mijn collega’s voor zichzelf begonnen en hij heeft gemeld dat hij die handleiding gaat verkopen als deel van zijn dienstverlening. Maar hebben wij daar niets over te zeggen dan als mede-auteurs?
Wanneer mensen samen één werk maken, zegt de auteurswet dat daarop een gezamenlijk auteursrecht ontstaat. De auteurs zijn dus allen mede-eigenaar, en volgens de wet mag geen van hen dan iets doen met het werk zonder toestemming van de anderen. Wil eentje het gaan uitgeven in boekvorm, dan moeten alle andere auteurs daarmee instemmen. Het is dan ook erg handig om afspraken over zulke dingen (liefst vooraf) even vast te leggen.
Hier speelt echter nog een complicatie: het gaat over software die men op het werk gebruikt en waar de auteurs – mag je zo aannemen – dankzij het werk kennis over opgedaan hebben. Dat iljkt me dan toch echt wel degelijk een product van het werk, oftewel de werkgever heeft het auteursrecht op die handleiding. Zeker als deel van hun functie was het onderhouden van die software. Want het is een misverstand dat dat alleen geldt onder werktijd.
Die ene collega mag dus ook in die situatie niets met het werk, want het is niet zijn handleiding hoewel hij er aan meegeschreven heeft. Natuurlijk, kennis opgedaan tijdens het werk mag elders worden gebruikt, tenzij dat een geheimhoudingsbeding met de werkgever schendt. Maar de exwerknemer mag geen auteursrechten van de ex-werkgever of van collega’s schenden.
Wil je in je eigen tijd werken aan dingen die gerelateerd zijn aan je werk, maak daar dan afspraken over. Met je werkgever en met de collega’s die meedoen.
Arnoud