Een groep van ruim 1400 Nederlandse artsen heeft het kabinet opgeroepen om leeftijdsgrenzen in te stellen voor het gebruik van een smartphone en sociale media door kinderen. Dat meldde Tweakers vorige week. Uiteraard gaf dat veel discussie, met voor mij als interessante uitspringer de vraag: waarom mogen kinderen eigenlijk smartphones kopen en bezitten?
De Consumentenbond meldt dat de meeste kinderen rond de 9 jaar hun eerste smartphone krijgen. Advies is om een paar jaar te wachten: bij 10-12 jaar is er meer ruimte om dit verantwoord te doen. Maar trefwoord is ‘krijgen’, zelf kopen op die leeftijd is niet aan de orde.
Ouders moeten toestemming geven voor iedere aankoop van een kind tot 18 jaar (art. 1:234 BW). Omdat dit natuurlijk snel tot onwerkbare situaties leidt, zegt de wet dat die toestemming geacht wordt te zijn gegeven als de transactie er eentje is “waarvan in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van zijn leeftijd deze zelfstandig verrichten.” Als een kind van 10 dat snoep koopt bij AH, kun je dat niet terugdraaien, dat is normaal.
Vraag is dus: is het gebruikelijk in Nederland anno 2025 dat kinderen van leeftijd X zelfstandig smartphones kopen?
Een relevanter punt is hoe dat zit met de apps op die smartphone, daar komt de verslaving en andere ellende immers vandaan. Hiervoor komen we bij de AVG, en dan met name bij de Uitvoeringswet AVG over persoonsgegevens van minderjarigen. (Want geen app zo leuk of er zit wel een datagraaier in.)
De AVG zegt eigenlijk niets over persoonsgegevens van kinderen bij apps. Ja, er is artikel 8 maar dat geldt alleen bij “een rechtstreeks aanbod van diensten van de informatiemaatschappij aan een kind” en alleen als de dienst op basis van toestemming wordt geleverd. Dan moeten de ouders toestemming geven.
De meeste diensten (apps) verwerken persoonsgegevens op basis van de grondslag uitvoering contract dan wel legitiem belang, en vallen dus buiten artikel 8 AVG. Hetzelfde geldt voor artikel 5 UAVG, dat de regel van artikel 8 AVG uitbreidt naar alle andere situaties: als de dienstverlener niet werkt met toestemming, is ouderlijke toestemming irrelevant.
Het enige soort van haakje dat je overhoudt, is dat overweging 38 en artikel 6(1)(f) AVG bijzondere waarde hechten aan de privacy en rechten van kinderen bij de afweging van het legitiem belang. Apps die persoonsgegevens van kinderen gebruiken, moeten daar dus meer rekening mee houden. (Maar omdat zelden om leeftijd wordt gevraagd, is dat meteen ook een lastige om uit te voeren.)
De populairste categorie apps zijn social media, en dat zijn dan weer diensten die gereguleerd worden door de Digital Services Act of DSA. Artikel 28 daarvan stelt dat
Aanbieders van voor minderjarigen toegankelijke onlineplatforms nemen passende en evenredige maatregelen om een hoog niveau van privacy, veiligheid en bescherming van minderjarigen binnen hun dienst te waarborgen.Dit gaat over zaken als leeftijdscontrole en weren van voor hen ongeschikte content. En dat is belangrijk, 60% van de kinderen tussen de 8 en 12 jaar heeft een socialmediaaccount.
Nee, dat is niet verboden – er is geen harde leeftijdsgrens voor verwerking van persoonsgegevens in Europese of Nederlandse wetgeving. Die grens van 16 jaar (die tot 13 omlaag mag als een land dat wil) is uit artikel 8 AVG en gaat dus over toestemming geven door minderjarigen.
Het lijkt mij een héél goed idee om smartphonegebruik en afname van online diensten door kinderen te reguleren gezien de vele publicaties over slechte effecten, maar daar is dus echt nieuwe regelgeving voor nodig.
Arnoud