Gebruiksvergoeding bij ontbinding koop op afstand verboden

Als je een koop op afstand annuleert, mag het bedrijf geen gebruiksvergoeding of andere kosten in rekening brengen voor de periode dat je het product hebt kunnen gebruiken. Alleen de kosten van het terugzenden (zeg maar de postzegels) kan hij voor jouw rekening laten. Dat bepaalde het Europese Hof van Justitie in haar arrest in zaak C-489/07 vorige week.

In deze uit Duitsland afkomstige zaak had een consument een (tweedehands) laptop gekocht bij een bedrijf. Na zo’n acht maanden(!) bleek deze kwalitatief onder de maat. De consument beriep zich op zijn herroepingsrecht, en dat mocht omdat het bedrijf vergeten was de brief met informatie daarover mee te sturen. Bij ons heb je dan drie maanden vanaf de datum van koop, in Duitsland is die periode oneindig totdat die brief eindelijk eens komt.

Het bedrijf accepteerde op zich wel dat ze de laptop terug moest nemen, maar rekende wel een vergoeding van 316,80 EUR voor de acht maanden gebruik van de laptop (let wel: aanschafprijs 278 euro). De consument stapte daarop naar de rechter, die het Europese Hof erbij haalde omdat de wet immers zegt

Aan de consument kunnen, voor de uitoefening van zijn herroepingsrecht, ten hoogste de rechtstreekse kosten voor het terugzenden van de goederen worden aangerekend.

Net als in het Quelle-arrest uit 2008 (over gebruiksvergoeding bij reparatie) oordeelt het Hof hier dat er geen gebruiksvergoeding mag worden gevraagd wanneer iemand een wettelijk recht tot ontbinding inroept. Een recht is een recht, en geld vragen als iemand dat uitoefent is -ongeacht de reden voor dat geld- in feite een beperking van dat recht. Daarom oordeelt het Hof:

Ook zou afbreuk worden gedaan aan de doeltreffendheid en effectiviteit van het herroepingsrecht, wanneer de consument enkel vanwege het feit dat hij het middels een overeenkomst op afstand verworven goed heeft gekeurd en uitgeprobeerd een compenserende vergoeding zou moeten betalen. Aangezien het herroepingsrecht nu juist tot doel heeft de consument deze mogelijkheid te bieden, mag het feit dat hij hiervan gebruik heeft gemaakt niet tot gevolg hebben dat de consument dit recht enkel kan uitoefenen op voorwaarde dat hij een vergoeding betaalt.

Het Hof laat de deur op een klein kiertje staan: als blijkt dat de consument bijvoorbeeld te kwader trouw zaken koopt bij webwinkels of zich schuldig maakt aan ongerechtvaardigde verrijking, dan zou een compensatie voor de webwinkel wel kunnen. Denk bijvoorbeeld aan situaties dat een consument zegt: “oh, ik wil alsnog korting anders ontbind ik het contract” of als iemand op zijn Hyves zet dat hij gratis een week in een dure jurk heeft kunnen lopen.

Op zich een terecht vonnis, hoewel ik me wel afvraag hoe relevant het voor Nederland is. Omdat de meeste webwinkels wel zo’n brief meesturen, zal het in de meeste gevallen gaan over zeven werkdagen gebruiksrecht. Wat voor vergoeding zou je daarvoor kunnen vragen? Bij de driemaandentermijn (als er geen of geen kloppende brief is meegestuurd) is het iets waarschijnlijker maar nog steeds vraag ik me af wat een reële vergoeding zou kunnen zijn.

Arnoud

Vereffening nalatenschap hoeft niet in Staatscourant of krant gepubliceerd

oude-krant.jpgDe nabestaanden van Karst T. hoeven de afwikkeling van diens nalatenschap niet te publiceren in de Staatscourant en twee dagbladen, meldde BNR Nieuwsradio dinsdag. De kantonrechter in Arnhem vond dat het in niemands belang zou zijn om hen op kosten te jagen door een dergelijke dure procedure te verplichten, nu er geen geld in de boedel blijkt te zitten.

In de beschikking (geen vonnis!) bleek dat T. een negatief saldo had, en de erfgenamen dit (natuurlijk) niet wensten te aanvaarden. De rechter moest dan ook zoeken naar een afwikkeling tegen zo min mogelijk kosten. Punt daarbij was dat een en ander bekend gemaakt moet worden (art. 4:209 BW). Volgens art. 4:206 BW zou dat moeten gebeuren in de Staatscourant plus twee landelijke dagbladen. Maar:

De kantonrechter is van mening dat bekendmaking op internet een even goede, misschien zelfs betere mogelijkheid geeft aan iedere belanghebbende om op de hoogte te komen van de financiële situatie van de nalatenschap. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. De vindplaats zal in dit geval algemeen bekend worden gemaakt met een persbericht. De bekendmaking van de beschikking zal plaats vinden op rechtspraak.nl / uitspraken onder het LJN-nummer dat in het persbericht zal worden genoemd.

Het persbericht heb ik nog niet gezien, maar hoe dan ook is dit een zeer positieve ontwikkeling. Nu waren de omstandigheden hier nogal bijzonder; zou de uitspraak bijvoorbeeld anders zijn geweest als er wel een batig saldo zou zijn geweest?

Verder vraag ik me af of het handig is om deze zaken via Rechtspraak.nl te gaan publiceren. De Staatscourant is immers per 1 juli jl. alleen nog elektronisch beschikbaar. Waarom niet gewoon daar een aparte sectie voor dit soort gegevens opnemen? Dan blijf je bij het aangewezen medium, en verplaats je alleen de manier van aanbieden. Of zou SDu nog steeds geld vragen voor advertenties in de Staatscourant?

Update (7 februari 2010): de rechtbank Breda doet het nu ook in andere zaken.

Arnoud