Alweer portretrecht voor de politie

Portretrecht voor de politie, het blijft een actueel onderwerp. Het Nederlands Juridisch Dagblad bericht over de antwoorden van minister Ter Horst over kamervragen over publicatie van foto’s van agenten. Kort gezegd ziet de minister geen aanleiding om nadere regels te stellen over het politiek-portretrecht.

De regels omtrent het portretrecht bepalen dat bij foto’s als deze een belangenafweging gemaakt moet worden tussen de privacy van de agent en de uitingsvrijheid van degene die de foto publiceert.

Uit jurisprudentie blijkt dat een van de uitgangspunten bij de belangenafweging is dat personen die in het kader van een onderwerp van maatschappelijk belang in het openbaar in de uitoefening van hun functie optreden, zoals politieambtenaren, als publieke personen onder omstandigheden meer kritiek en een grotere inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer moeten toestaan dan privépersonen.

Er is dus geen algemeen antwoord te geven op de vraag of agenten op de foto mogen, en of zo’n foto gepubliceerd mag worden. Het hangt er van af.

Arnoud

Burger kan politie helpen met ‘Mms-witness’-programma (via Tweakers)

Het Nederlandse bedrijf Waleli heeft een programma ontwikkeld waarmee burgers filmpjes en foto’s van misdaden naar de politie kunnen sturen, zo meldt Tweakers:

Als het aan Waleli ligt, gaat de burger middels het programma ‘Mms-witness’ gebruikmaken van de foto- en video-opties op zijn mobiele telefoon om zo misdaden bij de politie te melden. Zodra een mms-bericht bij de politie binnenkomt, wordt het doorgestuurd naar de agenten die het dichtst bij de misdaadlocatie aanwezig zijn. Het mms-bericht wordt dan gebruikt om de dader te identificeren en dient tevens als bewijs van de misdaad.

Natuurlijk kan een kwaadwillend iemand zo de politie overspoelen met onzinfoto’s of valse meldingen, maar dat kan nu in principe ook al. Bovendien kan de politie altijd achterhalen van welke telefoon (en, bij een abonnement, welke eigenaar) die berichten afkomstig zijn en ze blokkeren of andere maatregelen nemen. Net als bij 112.

Bovendien is het aan de rechter om te beoordelen welke waarde hij hecht aan de foto als bewijs. Een onduidelijke foto van 320×240 pixels waar alleen een vaag gezicht op te zien is van iemand die wegrent, zal niet zo overtuigend zijn als een scherpe actiefoto van 2048×1024 van het moment van de overval.

Oh ja, en het portretrecht speelt niet echt mee: de foto wordt niet gepubliceerd maar alleen opgestuurd naar de overheid. Artikel 22 lid 1 staat toe dat de politie die foto’s vervolgens publiceert “ter opsporing van strafbare feiten”.

Arnoud

Straatzicht via Google Maps

Google toont New York, San Francisco, Las Vegas, Denver en Miami op straatniveau, meldt o.a. Techzine:

Gebruikers kunnen nu op de kaart een straat aanklikken waardoor zij vervolgens de straat vanaf straatniveau fotorealistisch kunnen bekijken. Er is namelijk een nieuwe knop genaamd ‘street view’ toegevoegd aan de plattegronden. Naast het bekijken van de foto’s is het op deze manier ook mogelijk gemaakt om een soort van virtuele wandeling te maken door te straten en is het mogelijk om in te zoomen op de foto.
Dit levert natuurlijk vele leuke nieuw plaatjes op (Wired verzamelt de favorieten).

In tegenstelling tot de satellietfoto’s van Google Maps zijn nu ook mensen herkenbaar in beeld. En dat kan best eens inbreuk op hun portretrecht zijn. Want ook bij een foto van jezelf op de openbare weg kun je een redelijk belang hebben tegen publicatie van die foto.

Tweakers heeft iets meer informatie en maakt zich zorgen om de privacy van een gefotografeerde kat. In de comments vond ik nog een verwijzing naar Cyclomedia, dat heel Nederland al op de foto heeft. Christiaan Alberdingk Thijm constateert op Nu.nl dat het recht uit de pas loopt met onze opvattingen over privacy:

Terwijl het van de meeste burgers wel een onsje minder mag zijn met de bescherming van hun persoonlijke levenssfeer, worden rechters steeds strenger.

Arnoud

Weer portretrecht voor politie

Op de nieuwe site www.politiefoto.nl kan iedereen zelfgemaakte foto’s van politieagenten plaatsen. Dit is een initiatief van Zwolse kunstenaars Wim Holsappel en Willem Alkema, als reactie op het “preventief fotograferen” van hangjongeren door agenten in Zuid-Holland.

De site meldt: “Het is nog niet bekend of het College Bescherming Persoonsgegevens vindt dat deze site de privacywetgeving overtreedt.” Maar de wetgeving in kwestie betreft het auteursrecht, of meer specifiek het portretrecht. En daar gaat het CBP niet over.

Begin april was er iets vergelijkbaars: toen werd een fotograaf bij de Zombie Walk verboden agenten te fotograferen vanwege schending van hun portretrecht. Ik citeer maar even uit dat berichtje, waarin ik uitlegde dat agenten minder snel aanspraak op portretrecht kunnen doen dan gewone burgers.

Zij verrichten immers een openbare taak, en de burger moet dat kunnen controleren en vastleggen. Bovendien moeten “public figures” meer kritiek en een grotere inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer toestaan dan privépersonen.

Deze actie lijkt op een rechtszaak uit 2005, waarin een man vrijgesproken werd die agenten fotografeerde. De agenten waren bezig met flitscontroles. De foto’s kwamen op Flitsservice.nl, wat de agenten een inbreuk vonden op hun portretrecht. Het gerechtshof vond dat er wel degelijk verslag gedaan mag worden van politie-activiteiten, en of daar foto’s bij nodig zijn “is een journalistieke beslissing waarin de rechter in beginsel niet dient te treden.”

Arnoud

Portretrecht voor de politie

Op 14 april was er de eerste Zombie Walk in Amsterdam. Maar, zo meldt VillaMedia.NL:

Bij deze demonstratie, die spontaan werd gehouden in het kader van het festival voor de fantastische film, werd de aanwezige fotograaf Jasper Groen, die o.a. werkt voor de weblog GeenCommentaar.nl, gedwongen om foto’s te wissen, waarop politieagenten herkenbaar in beeld zouden zijn. Door de politie werd geschermd met “het portretrecht van de agenten” en gedreigd zonodig hem mee te nemen naar het bureau.

Nu is portretrecht op de openbare weg altijd een lastig onderwerp. Je moet een redelijk belang kunnen aantonen waarom de foto niet gepubliceerd mag worden. Privacy is zo’n redelijk belang. Je hebt ook op de openbare weg een zekere aanspraak op privacy, maar die is wel minder dan in privé-lokaties. Er moeten dan bijzondere omstandigheden spelen, bijvoorbeeld als een foto van jou in een expliciete pose op een straatfeest gebruikt wordt in een tijdschrift. Was dat nu echt nodig, zal de rechter vragen.

Bij de politie ligt het iets anders. Zij verrichten immers een openbare taak, en de burger moet dat kunnen controleren en vastleggen. Bovendien moeten “public figures” meer kritiek en een grotere inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer toestaan dan privépersonen.

Deze actie lijkt op een rechtszaak uit 2005, waarin een man vrijgesproken werd die agenten fotografeerde. De agenten waren bezig met flitscontroles. De foto’s kwamen op Flitsservice.nl, wat de agenten een inbreuk vonden op hun portretrecht. Het gerechtshof vond dat er wel degelijk verslag gedaan mag worden van politie-activiteiten, en of daar foto’s bij nodig zijn “is een journalistieke beslissing waarin de rechter in beginsel niet dient te treden.”

In dat specifieke geval hadden bezoekers van de site op soms zeer agressieve en dreigende manier op de gebeurtenissen gereageerd. Dat, plus het feit dat het ging over de politie als zodanig en niet specifiek deze agenten, was voor het gerechtshof genoeg om aan te nemen dat er geen journalistieke noodzaak was om de agenten herkenbaar en met hun naam erbij in beeld te brengen.

Bericht gevonden via SOLV.

Arnoud

Wanneer is iets inbreuk op het portretrecht?

Iemand die op de foto gezet worden, kan daar met zijn portretrecht tegen optreden. Daar zijn natuurlijk wel de nodige eisen voor. De belangrijkste is dat de geportretteerde moet aantonen dat hij een redelijk belang heeft om de publicatie te verbieden.

Een recent gepubliceerd maar oud vonnis (1996!) geeft mooi aan hoe die analyse in zijn werk gaat.

In deze zaak werd een vrouw gefotografeerd bij een Wasteland-party in Amsterdam. De vrouw was op de foto te zien “met één been over de reling van de loopbrug geslagen waarbij haar jurk openvalt. Voor haar bevindt zich een gehurkte man die zijn gezicht tegen haar schaamstreek drukt.”

De foto werd vervolgens in de Nieuwe Revu gepubliceerd. De foto illustreerde een artikel met als opschrift: SEX. HET JAAR WAARIN ALLES KAN, en bijschrift “Van incestplegers tot fistfucken op TV. Van SM op Internet tot openbare sex op de Amsterdamse Wasteland-parties. 1995 is het jaar waarin alles mag, kan en moet. Waarom?”

De vrouw wilde dit laten verbieden, omdat de publicatie van deze foto een ernstige inbreuk op haar privacy zou zijn. Zo pleitte haar advocaat:

Zij heeft er grote bezwaren tegen dat haar wijze van feestvieren buiten de kring van de aanwezigen op het feest bekend wordt, omdat bekenden van haar en anderen in haar omgeving haar gedrag zedeloos zullen vinden. Zij waande zich echter veilig in de beschermde omgeving van dit volgens haar besloten feest, tussen gelijkgestemde zielen.

Hoe ging de rechtbank hier nu mee om?

De eerste vraag is of er wel sprake is van een portret. Een afbeelding is een “portret” wanneer er een persoon herkenbaar op afgebeeld is. Dat betekent niet dat het gezicht er op moet staan. Een persoon kan ook door een karakteristieke lichaamshouding herkenbaar zijn.

Anders dan De Geïllustreerde Pers c.s. menen zijn van het gelaat van eiseres op de foto karakteristieke en daarmee herkenbare trekken te zien, zoals de haardracht, de neus, een gedeelte van de oogpartij en de bril. Het is, naar de rechtbank ter zitting heeft kunnen waarnemen, wel degelijk mogelijk dat aan het gelaat herkend wordt van de afbeelding, ook door onbekenden.

De eiseres had dus een portretrecht op de foto.

De volgende vraag is welk redelijk belang zij kon aanvoeren tegen publicatie. Privacy (persoonlijke levenssfeer) is in principe zo’n belang. Maar in dit geval was de foto buiten genomen, op de openbare weg waar het feest ook gehouden werd. De eisers zeiden

dat vrijwillig in de openbaarheid is getreden, op een publiek schavot, in het kader van een exhibitionistisch evenement, ten overstaan van toeschouwers, fotografen en cameraploegen, met in seksueel opzicht grenzeloos gedrag.

Maar dat was niet overtuigend, vond de rechtbank. Op de openbare weg dingen doen, betekent nog niet dat je helemaal geen privacy hebt.

De persoonlijke levenssfeer [kan] zich immers ook uitstrekken tot bepaalde gebeurtenissen die – gedeeltelijk – in het openbaar plaatsvinden. De omstandigheid dat eiseres zich boven de openbare weg bevond toen de foto werd genomen en dat personen die zich op dat moment in de Reguliersdwarsstraat bevonden haar – al dan niet conform haar bedoeling – mogelijk konden zien, vormt voor De Geïllustreerde Pers c.s. nog geen vrijbrief om zonder haar toestemming een foto van haar in een compromitterende pose te publiceren in een landelijk weekblad.

Het bordje bij de ingang van het feest met de mededeling dat binnen foto’s werden gemaakt, was daarbij niet relevant. Dat waarschuwt alleen dat er foto’s worden gemaakt en zegt nog niets over publicatie van die foto’s.

Degene die de foto publiceert, zal dus met een eigen belang moeten komen dat pleit vóór publicatie. Nu ging het om een foto in een weekblad. Verslaggeving en vrije nieuwsgaring is een groot goed, en privacy moet soms wijken als een foto nieuwswaarde heeft.

Er moet dan beoordeeld worden of het belang van de geportretteerde bij bescherming van haar persoonlijke levenssfeer opzij gezet moet worden voor het belang van het tijdschrift bij de onbelemmerde uitoefening van hun recht op vrijheid van meningsuiting.

In dit geval vond de rechtbank dat de privacy toch voorging, om een aantal redenen:

  • De foto was “geruime tijd” voor publicatie van het artikel gemaakt. Het ‘nieuws’ op de foto was dus niet echt actueel.
  • De geportretteerde was geen bekende persoon. Bekende personen hebben veel te dulden, maar “gewone” mensen niet.
  • De fotograaf had kunnen vragen om toestemming.
  • Het gezicht van de vrouw had onherkenbaar gemaakt kunnen worden. Het ging tenslotte niet om háár als persoon, maar om een sfeerbeeld.
Met name die laatste reden was doorslaggevend. Het was niet zo moeilijk geweest om rekening te houden met haar privacy. Dan had het tijdschrift dat ook moeten doen.

Wel werd de schadevergoeding verlaagd omdat de vrouw zelf het risico had genomen dat iets als dit kon gebeuren.

Gevonden via Boek 9.

Arnoud