Ik mag mijn eigen foto’s niet publiceren?!

Een boze lezer vroeg me:

Onlangs heb ik een fotograaf ingehuurd om een setje mooie foto’s van mij en mijn gezin te maken. Die zette ik vervolgens trots op de familieweblog, maar wie schetst mijn verbazing toen ik daarna vrolijk een factuur van 200 euro wegens “ongeautoriseerd hergebruik” kreeg van die fotograaf! Ik heb de fotografenfederatie gebeld en die zeggen dat ik blij mag zijn met “maar” 200 euro, omdat hij in zijn recht zou hebben gestaan om nog veel meer te vragen! Dit kan toch niet waar zijn?!

Ik ben bang van wel. Het grootste misverstand bij fotoauteursrechten is dat je als opdrachtgever alles mag doen met de foto’s die in jouw opdracht zijn gemaakt. Dat is niet zo. De fotograaf heeft alle rechten, en jij hebt alleen die rechten die je in de offerte of apart zijn toegekend. Je mag er niet vanuit gaan dat enkel omdat je de fotograaf betaalt, je alles mag doen met de foto.

Dit is met alle auteursrechtopdrachten zo, denk aan de discussie enige tijd terug over eigendom van websites. Maar het wringt wel bij niet-professionele opdrachtgevers, die staan hier zelden bij stil – en weinig fotografen die dit vooraf uitleggen. (In mijn cynische buien denk ik dan, ja, omdat ze zo achteraf lekker kunnen cashen met extra factuurtjes.)

Speciaal voor portretfoto’s in opdracht zit er ietsiepietsie meer ruimte. De Auteurswet bepaalt namelijk dat de geportretteerde het recht heeft (artikel 19 lid 1) om kopietjes (verveelvoudigingen) te maken van zijn portret. De foto scannen en uitprinten voor bij dochterlief aan de muur is dus toegestaan. Maar publicatie valt niet onder dit speciale recht.

Voor publicatie (openbaarmaking) is er de uitzondering van lid 3 nog:

Ten aanzien van een fotografisch portret wordt mede niet als inbreuk op het auteursrecht beschouwd het openbaar maken daarvan in een nieuwsblad of tijdschrift door of met toestemming van een der personen, in het eerste lid genoemd, mits daarbij de naam des makers, voor zoover deze op of bij het portret is aangeduid, vermeld wordt.

Hier wordt dus héél specifiek toegestaan om een foto-portret (niet een schilderij of tekening) te publiceren in een “nieuwsblad of tijdschrift”. Ik kan nergens ontdekken of ook een website eronder zou vallen. Dat zou wel moeten m.i., ik zie het verschil niet tussen een nieuwsblad/tijdschrift en een weblog of Facebookpagina. Maar dit artikel is ouder dan het internet(tm) en er lijkt nooit over te zijn geprocedeerd vanuit de internetcontext.

Ook kun je je wellicht beroepen op artikel 12 lid 4: verspreiding binnen de familiekring is geen openbaarmaking. Je zou een afgeschermd Facebookprofiel of een weblog achter wachtwoord wellicht hieronder kunnen rekenen, maar ik zou zeggen dat zodra de fotograaf met TinEye de foto kan vinden het niet meer de familiekring is.

Het beste is dus om vóóraf met de fotograaf af te spreken wat je mag doen met de foto, en dat ook nog eens expliciet vast te leggen.

Arnoud

De teniet gegane hardware

hardware-software-computer-gollem-huh.jpgHardware komt pas tot leven als het in een systeem wordt verwerkt en met software gevoed. Deze prachtige formulering vond ik via ITenRecht.nl in een vonnis uit 1999 dat kennelijk pas recent online kwam. Het ging hier om wat ITenRecht de “angst van iedere rechthebbende” noemt: een curator die je spullen niet teruggeeft terwijl je nog een euroton aan facturen open hebt staan.

In deze zaak had het failliet geraakte bedrijf QTecQ computers en bijbehorende software besteld bij leverancier ABB. Deze waren onder eigendomsvoorbehoud geleverd, wat wil zeggen dat QTecQ pas eigenaar zou worden nadat alle facturen waren betaald. Op zich een standaardmanier om die angst te bestrijden. Immers, wat geen eigendom is van de failliet kun je gewoon opeisen bij de curator.

De curator stelde in deze zaak echter dat afgifte niet hoefde omdat de hardware en software onderdeel was geworden van het grotere geheel van de sluiscomputers van QTecQ. En dan is er sprake van zaaksvorming:

Indien iemand voor zichzelf een zaak vormt of doet vormen uit of mede uit een of meer hem niet toebehorende roerende zaken, wordt hij eigenaar van de nieuwe zaak, tenzij de kosten van de vorming dit wegens hun geringe omvang niet rechtvaardigen.

En ja, dat betekent dat het eigendom van de oorspronkelijke eigenaar of eigenaren teniet gaat. Een standaardvoorbeeld: plaats je een dak op andermans huis, dan zijn de dakpannen niet meer je eigendom want ze zijn nu onderdeel van dat huis. Dat geldt ook als je ze had geleverd onder een eigendomsvoorbehoud. Natuurlijk heb je nog wel recht op betaling van je factuur voor de dakpannen (of het leggen van het dak), maar je kunt je dakpannen niet meer terugvorderen bij wanbetaling want het zijn je dakpannen niet meer.

Gaat dat ook op als je een stapel besturingscomputers ergens naar binnen rolt en aansluit? De president beschrijft de apparatuur zoals hij die ter plekke heeft mogen waarnemen:

De door ABB geleverde hardware bestaat uit tientallen componenten. De opstelling bij QtecQ omvat enkele manshoge en tenminste meterbrede metalen kasten, eigendom van QtecQ, waarin de hardwarecomponenten van ABB zijn bevestigd. De bezichtiging laat kasten zien die van onder tot boven zijn volgepakt met electronische apparatuur, de hardware, gemonteerd op bevestigingssystemen en onderling verbonden met veel bedrading. Voorts omvat de opstelling personal computers, beeldschermen en printers. Niet in geschil is dat de onderdelen van de opstelling zonder beschadiging uit de kasten kunnen worden gedemonteerd.

De functie van het systeem zal zijn om de computerbesturing van de sluizen mogelijk te maken, voegt hij daaraan toe. En dan komt die mooie zin over de hardware die tot leven komt. Want:

Indien de hardware van ABB uit het systeem wordt verwijderd is het zonder meer incompleet. Zonder hardware kan de functie van het systeem, besturing van de sluizen, niet worden verwezenlijkt. Het totaal van de aangeleverde onderdelen is door QtecQ samengevoegd tot een nieuw geheel met een specifieke functie.

En daarom acht men het systeem nu een nieuwe zaak, in plaats van een kamer waar toevallig wat apparatuur van QTecQ naar binnen geschoven is. Alles werkt met elkaar samen voor één doel, die sluizen besturen. En daarom geldt de wet over zaaksvorming: we vinden dit een nieuw systeem en dus is het een nieuw systeem. De hardware van ABB bestaat niet meer, en dus kan die ook niet meer worden teruggeëist.

Arnoud

Maar het zijn toch mijn foto’s?

Een lezer vroeg me:

Een tijd geleden heb ik een professioneel fotograaf ingehuurd om mooie foto’s van mezelf te maken voor op mijn website. Nu werk ik sinds kort bij een nieuw bedrijf, en die wilden graag foto’s van medewerkers online. Maar nog geen week nadat ik die foto ook daar had neergezet, ontving ik al een rekening van de fotograaf wegens schending van zijn auteursrecht. Kan dat zomaar? Het zijn toch mijn foto’s? Ik heb (flink) betaald voor het maken van die foto’s!

Ja, dat kan zomaar en nee, het zijn niet jouw foto’s. Hoe gek het ook klinkt: als je iemand betaalt om foto’s, teksten of wat dan ook voor jou te maken, dan word je daar geen eigenaar van. Je krijgt alleen een gebruiksrecht – je mag die foto’s gebruiken conform de afspraken, meer niet.

Het is dus zaak om bij het inhuren meteen duidelijke afspraken te maken over wat er wel en niet mag met het werk dat je bestelt. Je kunt afspreken dat alle rechten naar jou gaan, maar dat moet dan wel schriftelijk en ondertekend. Je kunt ook een brede licentie afspreken, of opties inbouwen dat een bepaalde andere vorm van gebruik ook mag mits je dan maar een bepaald bedrag extra betaalt.

Over die factuur: die zul je (waarschijnlijk) moeten betalen. In de algemene voorwaarden van de fotograaf zal ongetwijfeld iets staan over een boete bij ongeautoriseerd gebruik. Ik maak me vaak kwaad om de onterechte scrabbleclaims van fotografen, maar in dit geval zijn zulke claims wel ergens op gebaseerd: die algemene voorwaarden zijn deel van je contract. En als jij afspreekt dat je een boete zult betalen, dan moet je die boete betalen.

Arnoud

Auteursrecht op voorgeïnstalleerde software uitgeput

Weer eens een leuk vonnis over software dat tegen de vastgeroeste opinie van leveranciers aanschopt: het kopen van hardware met voorgeïnstalleerde software is toegestaan, ook als in de licentie staat dat dat niet mag. Dat vonniste de Rechtbank Dordrecht onlangs. De auteursrechten op die software zijn uitgeput zoals dat heet, en de auteursrechthebbende kan dan niet meer optreden tegen doorlevering van die exemplaren. (Wel tegen nieuwe kopieën natuurlijk.)

Het bedrijf Nelcon (later hernoemd tot Kalmar) had een aantal werkstations met voorgeïnstalleerde CAD-software aangeschaft. Bij de verkoop van een deel van haar bedrijf zouden deze werkstations met software ook worden overgedragen, maar de leverancier (Han Dataport) daarvan verzette zich daartegen. In de voorwaarden stond namelijk deze (redelijk standaard)riedel:

Verkoper verleent koper voor de geleverde programma’s en bijbehorende documentatie een niet-exclusief en niet overdraagbaar gebruiksrecht voor intern gebruik, voor de doeleinden waarvoor deze producten geleverd worden. Koper is ervoor verantwoordelijk dat deze programma’s en documentatie zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verkoper niet voor derden toegankelijk zijn.

Tijdens de discussie of de overdracht wel of niet mocht meldde de leverancier nog dit:

Want zoals je weet heeft Nelcon weliswaar gebruikslicenties van CAD400 maar dit houdt onder geen beding in dat Nelcon het recht heeft om deze gebruikslicenties aan derden over te dragen, uit te lenen, te verkopen etc.

De rechtbank verwerpt deze stelling echter: als je rechtmatige verkrijger van software bent, dan heb je een wettelijk gebruiksrecht (hela!) en dat kan de leverancier niet zomaar ongeldig verklaren.

De vraag is dan dus: ben je rechtmatig verkrijger als je een bedrijfsonderdeel overneemt inclusief hardware en software? En maakt het uit of in de EULA staat dat de software niet mag worden overgedragen?

De rechtbank constateert terecht dat in de wet niet staat wat een “rechtmatige verkrijger” is. Degene die de software van de rechthebbende (of zoals hier, van een wederverkoper) heeft gekregen, is in ieder geval rechtmatig verkrijger. En, zo zegt de rechtbank: ook de opvolgende verkrijgers van exemplaren ten aanzien waarvan het verspreidingsrecht is uitgeput.

Oftewel, de concrete exemplaren die legaal op de markt zijn gebracht, kunnen worden doorgeleverd en daar kan de rechthebbende niets aan doen. En daarom gaat het hier precies goed voor Nelcon, want die hebben de hardware mèt de voorgeïnstalleerde software doorverkocht.

En de voorwaarden dan, die dit verbieden? Daar heeft de ontvanger van de software niets mee te maken, want die heeft ze niet geaccepteerd. En bovendien gaat voor haar het uitputtingsrecht boven zo’n licentietekst.

[De leverancier] stelt weliswaar dat uit de algemene voorwaarden voortvloeit dat de software niet zonder toestemming van Han Dataport mocht worden overgedragen of aan een ander in gebruik gegeven. Dat baat haar in het auteursrechtelijke kader echter niet. Een dergelijk verbod van verdere overdracht staat immers haaks op de wettelijke uitputtingsregel.

Wel kan het wanprestatie (contractschending) zijn van de originele verkrijger, zo zegt de rechtbank. Die had zich immers verplicht de software niet over te dragen maar heeft dat toch gedaan. Ik moet zeggen dat ik daar wel moeite mee heb: als het wettelijk uitputtingsrecht geldt in zo’n situatie, dan zie ik niet waarom de licentienemer wanprestatie zou plegen. Maar goed, dat was een opmerking terzijde.

Menno Weij van Solv Advocaten wijst erop dat de rechtbank wel erg makkelijk tot deze conclusie komt. Een uitgemaakte zaak onder juristen is het niet, maar daarvan zie je niets terug in dit vonnis. Ik sluit me daarbij aan, het is een leuke uitspraak maar ik zou er niet meteen heel hard van willen gaan roepen dat doorverkopen van software nu dus altijd mag.

Arnoud