Eindelijk! Zzp’ers kunnen straks vestigingsadres afschermen in Handelsregister KVK

Alle zzp’ers en eenmanszaken kunnen straks altijd hun vestigingsadres volledig laten afschermen in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KVK). Dat meldde Security.nl vorige week. Minister Adriaansens van Economische Zaken heeft een Kamerbrief hierover naar de Tweede Kamer gestuurd. Het is vele, vele ondernemers (waaronder mijzelf) al jaren een stevige doorn in het oog dat je als zelfstandige je huisadres moet opgeven, helemaal omdat dat óók nog vrijelijk wordt doorverkocht.

Een van mijn eerste gastposts betrof precies dit onderwerp. Ook toen al stond in de publiciteit dat er in KvK-gegevens gehandeld werd. De KvK wist de hartekreet van de gastposter mooi bureaucratisch te pareren:

Het handelsregister is een openbaar register dat door derden geraadpleegd kan worden. Derden die het handelsregister raadplegen kunnen wij niet beletten om die openbare gegevens in hun bestand op te nemen.
Het oorspronkelijke idee van het handelsregister was natuurlijk een betrouwbare plek te hebben waar je bedrijfsinformatie kon vinden. Handig als je officiële brieven naar ze wil sturen, of ze wilt aanklagen of iets in die richting. Want, zo staat in de wet, het adres in het handelsregister is het juiste – als je dat dagvaardt dan zit je goed, ook al is de ondernemer verhuisd.

Aandacht voor privacy was nooit echt een ding. Het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken is uit 1921. Veel bedrijven hadden een vestiging (los van het woonadres van de directeur), en de zelfstandigen zonder personeel hadden vaak ondernemingen aan huis dus dan is het niet erg als iemand weet waar je huis woont, zeg maar. En voor de meer artistieke beroepen – zoals fotografen of tekstschrijvers – was er heel lang geen inschrijfplicht.

De opkomst van internet en datahandel heeft dit alles fors veranderd, sprak hij met typische juristenclichés. Mensen ontdekten eerder dat er gouden handel in adresgegevens zat dan dat de betrokkenen ontdekten wat voor risico’s dat met zich meebracht. En tegen de tijd dat dat laatste aandacht kreeg, was het al te laat: “wij doen dit al jaren en we verdienen er goud geld mee” is klaarblijkelijk een juridisch argument.

Nu gaat dit toch veranderen door een standaard afscherming, waarbij wel de mogelijkheid open blijft voor deurwaarders, advocaten en vergelijkbaren (de details zijn nog niet duidelijk) om bij een concrete aanleiding de gegevens op te vragen. Het zal wel nog even duren, getuige zinnen als “te komen tot een beleidskader voor integer gebruik van de Handelsregistergegevens voor de samenleving.” Maar toch.

Arnoud

Rechtbank: Deliveroo-bezorger is zzp’er en geen werknemer

Deliveroo fietskoerier Sytse Ferwerda (20) is een zelfstandig ondernemer en geen werknemer, las ik bij de NOS. De overeenkomst die Ferwerda sloot met de maaltijdkoerier is een overeenkomst van opdracht, ondanks het feit dat hij eerder in dienst was en eigenlijk onder dit nieuwe contract exact hetzelfde werk deed. Dat vonniste de Amsterdamse rechtbank afgelopen maandag. De uitspraak bevestigt dat de platformeconomie goed de gaatjes opzoekt van het recht, in dit geval het arbeidsrecht. De bal is dus aan de politiek om hier wat aan te doen.

De zaak van fietskoerier Ferwerda is redelijk standaard bij platforms als deze: hij had zich aangemeld om maaltijden te bezorgen, en kreeg in eerste instantie een arbeidscontract voor bepaalde tijd. Op zeker moment besloot Deliveroo dat het beter voor haar bezorgers was om als freelancer aan de slag te gaan, zodat ook Ferweda geen nieuw arbeidscontract kreeg maar een overeenkomst van opdracht waaronder hij op eigen titel aan het werk ging. Daar kreeg hij achteraf spijt van, en hij stapte naar de rechter met in de kern het argument dat dit een verkapt arbeidscontract was.

De wet kent een sterke bescherming voor werknemers, althans op papier. Een contract is een arbeidscontract wanneer aan zekere feitelijke omstandigheden is voldaan, ongeacht wat partijen op papier zetten. Het is dus mogelijk dat iets dat “Freelanceovereenkomst” heet, aangemerkt wordt onder de wet als een arbeidsovereenkomst. (Dit is waarom opdrachtgevers vroeger altijd een VAR wilden, dat was een garantie dat dit niet zou gebeuren.)

Kern van een arbeidscontract is dat sprake is van betaling van loon, van een gezagsverhouding en persoonlijke arbeid. Dat laatste betekent dat een werknemer zichzelf niet mag laten vervangen, hij moet zelf het werk doen. Hij moet daarbij de instructies van de werkgever opvolgen over hoe het werk gebeurt (de gezagsverhouding), terwijl een opdrachtgever alleen kan zeggen wat hij wil hebben en wanneer. En als laatste heeft een werknemer recht op loon voor de gewerkte uren.

In dit geval staat heel duidelijk op papier dat geen sprake was van persoonlijke arbeid: de bezorger mocht zich laten vervangen. Ook was er op papier geen gezagsverhouding: de bezorger mocht in eigen kleding en met eigen warmhoudbox op pad, en had daarbij het recht iedere opdracht te weigeren als hij daar zin in had. Papier alleen is niet genoeg: ook de werkelijke uitvoering telt mee. Als die anders uitpakt dan het papier, dan is dat doorslaggevend. In dit geval had Ferweda zich ingeschreven als zzp-er bij de Kamer van Koophandel, wat volgens de rechter een zekere indicatie is dat hij zich bewust was van de veranderde arbeidsrelatie.

Belangrijk daarbij was de wijze waarop Deliveroo orders voorstelt aan bezorgers. Daarbij wegen factoren mee als hoe vaak je orders aanneemt of weigert en hoe netjes je die uitvoert. Dit ranking systeem kun je zien als een truc om mensen te dwingen alle orders te accepteren, en zo alsnog een soort arbeidsverhouding te creëren. Maar nee:

14. Al is van een direct rankingsysteem geen sprake, vast staat wel dat bezorgers die naar de maatstaven van Deliveroo goed presteren “priority acces” krijgen om een tijdvak in een zone te reserveren en daardoor meer kans hebben om op gewilde tijden bestellingen aangeboden te krijgen. Daar staat tegenover dat ook bezorgers die naar de maatstaven van Deliveroo minder goed presteren nog steeds (zij het later dan degenen met voorrang) tijdvakken kunnen boeken. Eveneens bestaat de mogelijkheid zonder van te voren tijdvakken te boeken in te loggen en de op dat moment aangeboden bestellingen te bezorgen, al bestaat daarbij de kans dat een tijdvak in een bepaalde zone al is volgeboekt.

Er is dus altijd een reële mogelijkheid om werk te krijgen als opdrachtnemer, zodat van dwang eigenlijk geen sprake is.

Deliveroo stelde wel eisen aan de manier van werken, maar dat ging eigenlijk alleen over veiligheidseisen. De kleding die men draagt, is een vrijwillige keuze: je mag in eigen kleding of zelfs in de kleding van de concurrent gaan bezorgen. Ja, ik viel ook van mijn stoel toen ik het las. Maar de advocaat van Deliveroo heeft het gezegd. En als laatste kijkt de rechtbank naar de relatief lage inkomsten per maand – 14 uur werk per maand is niet veel.

Alles bij elkaar is de conclusie onvermijdelijk: dit is echt een zelfstandige bezorger, geen pseudo-werknemer van Deliveroo. Althans volgens de formele juridische theorie. Praktisch rammelt er hier van alles, maar dat komt omdat de “platform economie” (je personeel aansturen met een app) keurig de gaatjes opzoekt van de wetgeving. De rechter kan daar echter niet op ingrijpen, omdat die gaten herstellen toch echt de taak van de wetgever is. Vorig jaar december fronste de Kamer de wenkbrauwen over deze actie van Deliveroo, dus ik ben benieuwd.

Arnoud

Kun je als freelancer de aansprakelijkheid voor je werk afschuiven op de opdrachtgever?

Een lezer vroeg me:

Sel dat je als freelancer aan een (software)project werkt voor een opdrachtgever, en om de een of andere reden is wat je aan het bouwen bent niet legaal. Misschien niet heel evident maar je ziet wel twijfels. Moet je daar dan nader onderzoek naar doen, juridisch advies inwinnen of kun je dat bij je opdrachtgever neerleggen in bijvoorbeeld de opdrachtbevestiging of algemene voorwaarden?

Dit is zo heel algemeen natuurlijk lastig te zeggen. Je kunt in een zakelijke overeenkomst veel doen, inclusief aansprakelijkheden voor van alles en nog wat verleggen naar je opdrachtgever. Je zult daar wel expliciet over moeten zijn en het is natuurlijk maar de vraag waarom je opdrachtgever daarmee akkoord zou gaan.

Voor mij zou een belangrijke zijn of wat je aan het bouwen bent nooit legaal kan zijn of juist soms. Een goksite kan illegaal zijn, maar als de opdrachtgever keurig een vergunning weet te krijgen, dan is er niets aan de hand. Als de opdrachtgever je vraagt iets te maken om zijn ex permanent te kunnen volgen, dan is de legale optie iets minder goed voorstelbaar.

Ook zou het nogal uitmaken hoe ernstig de illegaliteit is. Als een webwinkelier zijn btw-nummer niet op de site wil (dat is immers ook zijn BSN), dan is dat een wetsovertreding maar dat is van een iets andere orde dan die spyware. Ik zou daar minder moeite mee hebben om in mee te gaan als ontwikkelaar.

Hetzelfde geldt voor de vraag wiens idee het was, die illegale feature. Standaard het btw-nummer weglaten omdat het de klant zijn privacy raakt (het is immers zijn BSN) vind ik heel wat anders dan op klantverzoek en na discussie dat nummer weglaten. Of bij implementatie van iemands analytics geen cookietoestemming vragen omdat de cookiewet idioot is en toch niemand het leest. Dat mag je vinden, maar dat is een beslissing van je klant.

In de security-wereld kennen ze dit probleem al langer: veel security-onderzoek botst tegen de grijze randjes van computervredebreuk aan. Hiervoor is het instrument van de pentest waiver uitgevonden, waarin de opdrachtgever kortweg zegt dat het onderzoek mag en dat hij van iedereen toestemming heeft en je vrijwaart van claims van de hele wereld.

Het belangrijkste lijkt me om in zulke twijfelgevallen vast te leggen wat de zorg is, hoe daarover gesproken is en wat de conclusie was. Dat sluit ook aan bij je zorgplicht als opdrachtnemer (art. 7:400 BW). Als een opdrachtgever willens en wetens een bepaald risico neemt, dan kan hij daarna moeilijk nog een claim bij de ontwikkelaar leggen. Het vergt dus meer dan alleen een zin “alle aansprakelijkheid op het resultaat ligt bij de klant”.

Hebben jullie wel eens een opdracht gehad waarvan je dacht, dit lijkt me niet legaal?

Arnoud

Mag ik nou wel of niet naar mijn website verwijzen voor mijn algemene voorwaarden?

algemene-voorwaarden-kleine-lettertjes-tos-eulaEen lezer vroeg me:

Hoe kan ik als ICT-dienstverlener nu het beste mijn algemene voorwaarden melden aan mijn klant? Natuurlijk, ik kan ze bij mijn offertes voegen maar meestal heb ik hele korte informele offertes (gewoon een mailtje) en dat voelt wat overdreven. Of ik vergeet het. Ik zou liever een standaardzin in mijn handtekening zetten met een link, maar ik begreep van jou dat dat niet mag. Hele hordes mensen doen dat gewoon, dus zit er niet toch een kern van waarheid in?

Om algemene voorwaarden van toepassing te krijgen op een offerte, moet aan twee eisen zijn voldaan:

  1. De offerte moet expliciet zeggen dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn (eventueel welke versie);
  2. De algemene voorwaarden moeten op papier of als PDF worden bijgevoegd bij de offerte.

Die eerste eis lijkt triviaal, maar als ik een euro had voor elke offerte die niets zegt over algemene voorwaarden (terwijl er wel AV zijn, uiteraard) dan kon ik een dag minder werken.

De tweede eis is eigenlijk eveneens triviaal: plak de PDF met je voorwaarden gewoon achter de PDF van je offerte, of stuur twee bijlagen in de mail waarin je de offerte uitbrengt. Maar kennelijk is dit toch erg moeilijk.

De wet (art. 6:234 BW) biedt eigenlijk geen ruimte voor andere constructies. Ja, je kunt onder voorwaarden volstaan met een depot bij de KVK of griffie van de rechtbank, maar geen ICT-ondernemer die voldoet aan die voorwaarden. De voorwaarden op je site aanbieden mag ook, maar dat geldt primair voor contracten die via die site worden gesloten (de bekende “Ik ga akkoord met de AV”-vinkjes met hyperlink). Niet voor offertes die zeggen “zie onze site voor onze AV”.

Maar eigenlijk moet ik dan de ‘oude’ wet zeggen. Want we hebben al een tijdje specifieke regels voor dienstverleners in de wet, en daarbij staan ook regels over hoe dienstverleners hun voorwaarden moeten aanbieden. Die regels zijn anders dan die hoofdregel van daarnet. Je mag als dienstverlener kiezen:

  1. [De informatie] wordt op eigen initiatief door de dienstverrichter verstrekt;
  2. [De informatie] is voor de afnemer gemakkelijk toegankelijk op de plaats waar de dienst wordt verricht of de overeenkomst wordt gesloten;
  3. [De informatie] is voor de afnemer gemakkelijk elektronisch toegankelijk op een door de dienstverrichter meegedeeld adres;
  4. [De informatie] is opgenomen in alle door de dienstverrichter aan de afnemer verstrekte documenten waarin deze diensten in detail worden beschreven.

Optie 1 is in feite mijn eis twee: verstrekken oftewel meeleveren met de offerte. Optie 4 komt volgens mij op hetzelfde neer. Optie 2 is vooral bedoeld voor zaken als fietsverhuur et cetera waarbij je binnenloopt bij de dienstverlener.

Het is optie 3 die perspectieven biedt voor dienstverleners: maak ze makkelijk toegankelijk via internet en meld je klant het adres daarvan. Een PDF op je website zetten en in je offerte “Deze voorwaarden vindt u op http://example.com/av/” opnemen is dus rechtsgeldig voor dienstverleners.

Blijft de vraag: wat als de klant achteraf zei, je website deed het niet dan wel gaf een 404 toen ik op die link klikte. Want jij moet bewijzen dat ze er wél stonden op de dag dat de klant keek. Hoe doe je dat? Dus vandaar dat ik toch altijd de AV bij zou sluiten. Maar ja, ik ben ouderwets.

Arnoud

Weg met dat modelcontract voor de zzp’er!

pen-contract-ondertekenen-algemene-voorwaardenDe Belastingdienst heeft van de afgehandelde modelovereenkomsten voor zelfstandigen bijna de helft afgekeurd. Dat meldde Nu.nl gisteren. Een modelovereenkomst is de vervanger van de Verklaring arbeidsrelatie (VAR). In plaats van dat de Belastingdienst zegt “meneer is zzp’er en geen werknemer” moet je nu het contract overleggen dat je met je klanten hanteert, en dan gaat de Belastingdienst kijken of daar werknemer-achtige bepalingen in zitten. En nee, dat was geen goed idee.

Het probleem van de VAR was dat het lastig controleren is voor de Belastingdienst of iemand écht als zelfstandig ondernemer opereert of toch als werknemer. Dan kun je wel een algemene verklaring afgeven maar daar is dan makkelijk misbruik van te maken. Oké, snap ik.

De oplossing was dan dus dat je je standaardcontract en/of je algemene voorwaarden voorlegde aan de Belastingdienst, die dan keek of er dingen in stonden die een echte ondernemer niet zomaar zou opnemen. Jezelf kunnen laten vervangen bijvoorbeeld, of vrij zijn in hoe je het werk invulde. Een ondernemer zegt immers niet, “ik zit om 9 uur aan je bureau te typen”, maar “het werk is vrijdag om 12 uur af”.

Op zeker moment is er bedacht dat het handig is dat er modelcontracten waren waarmee je kon werken als ondernemer. Die contracten waren dan gescreend en goed bevonden, dus dat werkt een stuk makkelijker. Plak je eigen algemene voorwaarden er eventueel bij en je kunt aan de slag. En dat was een heel slecht idee. (En nee dat zeg ik niet omdat ik zelf modelcontractgeneratoren heb die zzp’ers nu minder interessant vinden.)

Het grote probleem met die modelcontracten is dat er weinig duidelijkheid mee gecreëerd wordt. Je kunt immers op honderd manieren opschrijven dat je jezelf mag laten vervangen, dat je zelf je wijze van belonen bepaalt en werkt als je daar zélf zin in hebt. Bovendien staat elk modelcontract vol met allerlei fiscaal irrelevante bepalingen, van rare aansprakelijkheidsbeperkingen tot willekeurig gekozen levertijden, auteursrechtregelingen en ga zo maar door.

Ik snap er werkelijk niets van waarom dit systeem is gekozen. Als je wilt afdwingen dat zzp’ers werken onder bepaalde regels, dan lijkt het mij veel simpeler om te zeggen: hier zijn de contractuele regels voor de fiscus, copypaste dit (of verwijs naar het Besluit waar je ze in hebt opgesteld) en niets uit je contract mag dat tegenspreken. De rest is dan nog ter vrije bepaling van de ondernemer. Zo moeilijk kan dat toch niet zijn?

Arnoud