Het kabinet komt met een voorstel om het grondwettelijk beschermde brief- telefoon- en telegraafgeheim uit te breiden naar recente communicatievormen, las ik bij Webwereld. De Grondwet zal worden aangepast: artikel 13 gaat een “brief- en telecommunicatiegeheim” bevatten, zodat ook online communicatie gedekt wordt. Vanaf gisteren is er een internetconsultatie opengesteld, waar ook het voorstel te vinden is.
Het idee van een grondwettelijk vastgelegd communicatiegeheim is op zich niet nieuw. Al sinds de jaren negentig wordt met dit onderwerp gestoeid, nadat was geconcludeerd dat de oude frase “brief-, telefoon- en telegraafgeheim” het internet niet dekte.
Met deze voorgestelde wijziging wordt “brief en telecommunicatie” beschermd tegen meelezen door derden – zowel private partijen als de overheid. En “telecommunicatie” is breed: e-mail, SMS, Facebookbericht, forumprivéberichtje, direct message via Twitter, gegevens in de cloud, Skypegesprekken, een private chat met een klein groepje, alles eigenlijk zolang het maar communicatie op afstand met één of meer specifieke partijen betreft. Een Youtube-video of een uitzending op Programmagemist.nl is géén beschermde telecommunicatie.
Aftappen of kennisnemen van inhoud van telecommunicatie mag alléén nog met machtiging van de rechter. Of nou ja, niet helemaal, want bij zaken die de nationale veiligheid raken mag de minister een machtiging geven aan de betreffende opsporings- of veiligheidsdienst. (Die regeling kennen we al bij brieven, op zich niet nieuw dus.) Wel moet het gaan om privécommunicatie, dus andermans Twitterberichten mag je gewoon blijven lezen, die zijn openbaar tenslotte.
Verkeersgegevens (wie mailt met wie, wanneer kreeg X een SMS) vallen hier niet onder. Deze kunnen dus gemakkelijker worden opgevraagd of ingezien door Justitie. Onder de huidige wet mag bijvoorbeeld iedere politieagent zonder gerechtelijke toetsing naam en adres opvragen van de gebruiker van een IP-adres. Dit blijft zo.
Nu is het in het Wetboek van Strafvordering al redelijk uitgebreid geregeld dat Justitie niet zomaar mailboxen mag opeisen of datacommunicatie mag laten tappen. Heel veel verschil zal dit dan ook niet gaan maken in de strafrechtelijke verhouding, behalve misschien dat we nu al te bijdehante agenten (“ach mag ik even een kopietje mailbox? ik vraag het vriendelijk, werk nou even mee”) gewoon kunnen zeggen “lees de Grondwet”.
Wél heel nieuw is dat op grond van dit telecomgeheim ook private partijen niet zomaar in privécommunicatie mogen kijken. Facebook mag dus niet mijn privéberichten bekijken, en Gmail niet zomaar de mailtjes die ik daar bewaar. Net zoals de postbode mijn brieven niet mag openmaken en KPN niet mee mag luisteren met mijn telefoongesprekken. Hiervoor zal toestemming van de abonnee/klant/gebruiker nodig zijn.
De Grondwetswijziging gaat niet zo ver dat meteen wordt geregeld hoe die toestemming kan worden verkregen en of/wanneer deze mag worden geweigerd. Wat er dus gaat gebeuren zodra dit Grondwet wordt, is dat iedereen in de algemene voorwaarden zet “U geeft ons toestemming uw telecommunicatie te lezen”. Dat is legaal, totdat men besluit lid 3 van het nieuwe Grondwetsartikel in te zetten: daarmee kan een aparte wet worden gemaakt om hier specifiekere regels te stellen.
Ik vraag me heel erg af hoe zo’n regeling eruit moet gaan zien.
Oh, en nog een leuke: ook spam en malwarebijagen vallen onder het telecomgeheim straks. Dat is immers gerichte communicatie per e-mail, dus daar mag een provider niet zomaar in gaan kijken. Ook hier zal dus expliciete toestemming nodig zijn (wat trouwens ook al soort van zo geldt vanwege de netneutraliteitswet).
Arnoud<br/>
Afbeelding: Briefgeheim van Jan Terlouw, omdat het gaat om geheime informatie die versleuteld is, net zoals hoe je telecommunicatie geheim houdt.