Opzeggen van een overeenkomst op afstand

Een lezer had een abonnement op een niet nader te noemen betaalwebsite genomen en wilde daar weer vanaf. De site eiste echter dat hij een papieren brief stuurde via aangetekende post om de overeenkomst op te zeggen. Maar mag dat eigenlijk wel?

Opzeggen van een overeenkomst is in principe vormvrij. Dat wil zeggen dat je op elke manier mag opzeggen, dus ook mondeling of per e-mail. Via de algemene voorwaarden kan het bedrijf strengere eisen stellen. Zo is het niet ongebruikelijk om te eisen dat je schriftelijk moet opzeggen, en vaak ook nog met een zekere opzegtermijn. Sommige bedrijven eisen zelfs een aangetekende brief, maar dat is al snel onredelijk bezwarend (art. 6:237 sub m BW).

Artikel 267 van boek 6 bepaalt dat als een overeenkomst langs elektronische weg is gesloten, hij tevens door een elektronische verklaring kan worden ontbonden. Zelfs wanneer is afgesproken dat je een stuk papier op de post moet doen. Het bedrijf kan niet in de algemene voorwaarden afwijken van deze wettelijke regeling, omdat deze net zo dwingend is als artikel 6:227a dat zegt dat het elektronisch sluiten van overeenkomsten rechtsgeldig is. Zie ook de Memorie van Toelichting bij de laatste wijziging van dit wetsartikel (pagina 60).

Natuurlijk kan het bedrijf nog wel steeds een opzegtermijn hanteren om de opzegging/ontbinding rechtsgeldig te laten zijn.

Arnoud

Google verliest merkrecht op Gmail vanwege ouder Duits merk

Google mag de naam Gmail in de gehele Europese Unie niet meer gebruiken voor zijn gratis webmaildienst, meldde Tweakers. Dat klopt niet helemaal: Google is haar merkrecht op “GMAIL” kwijtgeraakt, wat iets anders is dan dat Google het teken “GMAIL” niet meer zou mogen voeren. De beslissing komt van de Kamer van Beroep van de Europese merkeninstantie met de meest onwaarschijnlijke naam ooit -de Harmoniseringsdienst voor de Interne Markt. Het woordmerk zou verwarring kunnen stichten met het oudere beeldmerk van de Duitser Daniel Giersch.

Dit lijkt wat provinciaal. Google gebruikt het merk wereldwijd, terwijl Giersch zijn dienst alleen in Duitsland aanbiedt. Ook Giersch’ merk was alleen in Duitsland gedeponeerd. Google wilde het Europese merkrecht op “GMAIL”. En juist daarom is de beslissing terecht: wie een Europees merk wil, moet zorgen dat hij in de hele EU recht heeft op dat merk.

Zowel Giersch’s Duitse beeldmerk 30025697 als Google’s woordmerk 003753621 betroffen elektronische post en telecommunicatiediensten. En voor zo’n categorie diensten kan er maar eentje een bepaalde naam hebben natuurlijk. Bij merken geldt dan wie het eerst komt, die het eerst maalt. In het geval van (Europese) Gemeenschapsmerken is die regel nog strenger: elk merk uit een EU-land kan worden ingezet tegen een identiek later EU-merk.

Google betoogde nog dat het bij het beeldmerk van Giersch vooral om de kleurstelling en layout ging, en dat bovendien die slogan “und die Post geht richting ab” een wezenlijk onderdeel van het logo was. Google gebruikte andere kleuren en geen slogan (“beta” is geen slogan immers), dus zou het Duitse publiek bij haar Gmail dienst niet aan Giersch’ Gmail dienst kunnen denken. Maar daar ging de Kamer van Beroep niet in mee. Het beeldmerk had de letters “GMAIL” centraal, en elk gebruik van het woord GMAIL voor elektronische post zou bij het publiek een associatie met Giersch’ dienst op kunnen roepen.

Google heeft nu twee problemen: ze is haar merkrecht kwijt, en als ze desondanks hun dienst “GMAIL” blijven noemen in Duitsland, kan Giersch met zijn beeldmerk daar tegen optreden. In 2005 verloor Google al een vergelijkbaar dispuut in Groot-Brittannië. Google zal nu dus waarschijnlijk in de hele EU de dienst “Google Mail” gaan noemen. De domeinnaam ‘gmail.com’ zal het bedrijf wel blijven gebruiken. De kans dat Giersch via domeinnaamarbitrage deze over kan nemen, lijkt me klein.

Google en Giersch liggen al jaren overhoop over GMAIL. In 2006 had Google nog geprobeerd om het merk voor $250,000 te kopen van Giersch, maar die is absoluut niet van plan de naam te verkopen.

Arnoud

Is ontslag nemen per e-mail rechtsgeldig?

Een lezer wilde per e-mail ontslag nemen, maar diens werkgever weigerde dat te accepteren omdat “e-mail geen rechtsgeldig medium is”. Oh?

Opzeggen mag in principe op elke manier, ook mondeling of per e-mail. Het kan zijn dat er bij CAO of in de arbeidsovereenkomst andere afspraken zijn gemaakt. Dan moet opzegging volgens die afspraken gebeuren.

Vaak staat er in een CAO dat opzegging “schriftelijk” moet. Je kunt je afvragen of met een e-mail daaraan voldaan is. Onlangs werd e-mail als “schriftelijk” gezien bij een ingebrekestelling. De redenering daarbij zou ook op kunnen gaan voor opzegging van arbeidsovereenkomsten, maar persoonlijk zou ik het daar niet op willen laten aankomen.

Het probleem bij opzeggen per e-mail is dat de opzegger moet bewijzen dat de e-mail is aangekomen, en de wederpartij alleen maar hoeft te ontkennen deze gehad te hebben. Het is dus niet verstandig om op te zeggen per mail. Net zo goed als mondeling ontslag nemen niet verstandig is.

Bij een bedrijfsnetwerk is er vaak een (redelijk) betrouwbare optie om een ontvangstbevestiging te vragen. Dat zou kunnen helpen als bewijs. Maar vaak toont zo’n ontvangstbevestiging niet aan wat de inhoud van de mail was.

Op Flexmarkt het volgende advies:

De opzegging is pas geldig als het bericht van opzegging de andere partij heeft bereikt. De werkgever moet bij geschillen de bezorgdatum en het adres van de brief kunnen aantonen. Bewaar een kopie van de opzegbrief. Er is geen opzegging als blijkt dat de brief op het verkeerde adres is bezorgd. Daarom is een aangetekende brief het aangewezen middel. Want zelfs als de aangetekende brief niet wordt afgehaald bij het postkantoor, is de opzegging geldig. De geadresseerde draagt in dat geval het risico dat de brief hem of haar niet heeft bereikt. Dat geldt ook als de werknemer is verhuisd en geen adreswijziging heeft doorgegeven aan de werkgever. Vaak bevat een cao nadere regels.

Zie ook Arbeidsrechter.nl dat ook sterk afraadt om per e-mail ontslag te nemen.

Arnoud

Deze e-mail is [wel/niet/misschien] voor blogpublicatie bestemd

U kent ze ongetwijfeld ook: de vaak ellenlange disclaimers op e-mail. Vaak vanuit de gedachte “baat het niet, dan schaadt het niet”, en ook wel omdat het wel heel formeel en juridisch staat natuurlijk.

Maar wat vindt u van deze?

This email is: [ ] bloggable / [ ] private / [X] (ask first)

Dat zou een hoop onduidelijkheden wegnemen over hoe een e-mailtje nu bedoeld is. Wil de afzender nu genoemd worden bij zijn linktip, of liever niet? En was die vraag nu voor publicatie bestemd?

De juridische status van e-mail is nog steeds niet duidelijk.

Overigens vind ik proclaimers beter dan disclaimers. Zeg wat je biedt en wat er wel mag, in plaats van wat je allemaal niet doet en wat er eigenlijk niet mag met je werk.

Arnoud

Juridische status van e-mail

Onlangs ontving ik een vraag van een lezer van mijn site over de juridische status van e-mail. Daar zitten twee aspecten aan: de vertrouwelijkheid van de inhoud van de e-mail, en het recht om de e-mail te mogen kopiëren of verder te verspreiden.

Eerst maar dat laatste. De inhoud van een e-mail is auteursrechtelijk beschermd. De enige eis die de wet stelt voor auteursrecht is dat het werk origineel is (zelfgemaakt en niet ontleend dus) en bovendien het resultaat is van creatieve arbeid. Wie er dus “eens goed voor gaat zitten” en een mail schrijft, heeft auteursrecht op die tekst.

De ontvanger van de e-mail heeft het recht om de tekst te lezen, af te drukken en te bewaren. Of hij de e-mail door mag sturen dan wel mag publiceren, hangt helemaal af van de omstandigheden. Een beschermde tekst publiceren mag niet zonder licentie. Dat geldt voor e-mail net zo goed als voor een boek. Omdat bij e-mail er zelden een expliciete licentie bij zal zitten, is het is de vraag of de verzender impliciet toestond dat het werk mocht worden gepubliceerd. Staat er bij dat de mail vertrouwelijk is, dan mag het natuurlijk niet. Stuurde hij de mail naar een mailinglijst, dan mag deze best in het archief van de lijst worden opgenomen.

Bij papieren brieven is het zo dat de ontvanger eigenaar wordt van het stuk papier en de letters die er op staan. Hij is dan vrij om dat stuk papier aan een ander te geven of te verkopen. De schrijver kan daar niets tegen doen, ook niet met zijn auteursrecht. Dat is uitgeput zoals dat heet. De schrijver kan alleen nog optreden tegen kopieën van de papieren brief die zonder zijn toestemming worden gemaakt.

Deze regel over uitputting geldt niet voor e-mail. Een e-mail bestaat niet als een fysiek ding zoals een stuk papier. Er is dus geen ‘ding’ om weg te geven of te verkopen.

Geheel los daarvan is er ook nog zoiets als briefgeheim op e-mail. Briefgeheim wil zeggen dat mensen geen kennis mogen nemen van de inhoud van andermans communicatie. Formeel geldt het briefgeheim niet voor e-mail. Om andermans e-mail te lezen, is het in veel gevallen wel nodig in te breken op diens mailbox of server. En dat is computervredebreuk, een misdrijf. Wie echter zonder ‘hacken’ een mail van een ander onder ogen krijgt, is in principe vrij de inhoud daarvan verder te vertellen. Maar dat moet hij dan wel in zijn eigen woorden doen. Want op de tekst van de e-mail zelf zit dus auteursrecht.

Voor het loggen van e-mail verkeersgegevens gelden ook nog beperkingen.

Arnoud