Inderdaad strengere toets in Amerikaans octrooirecht

Amerikaanse octrooien worden sneller triviaal geacht: de KSR versus Teleflex-beslissing lijkt wel degelijk een strengere toets voor obviousness, gebrek aan inventiviteit, op te leveren. Zoals ik in mei schreef:

Kort gezegd komt de beslissing erop neer dat een uitvinding die bestaat uit een combinatie van bestaande zaken, vermoed wordt voor de hand liggend te zijn. Dat kun je weerleggen door bijvoorbeeld aan te tonen dat er sprake is van onverwachte synergie of dat niemand in het vakgebied verwachtte dat die combinatie mogelijk was. Maar het legt de lat wel hoger. Vroeger moest het USPTO aantonen dat een vakman die combinatie zou willen maken, en als dat niet lukte vond men de uitvinding automatisch inventief.

Alhoewel veel Amerikaanse octrooijuristen dit al voorspelden, was het USPTO daar niet van overtuigd.

In deze zaak werd Realnetworks aangeklaagd door octrooihouder Friskit wegens vermeende inbreuk op octrooien over het zoeken in en selecteren van streaming media en het beheren van playlists. De octrooien dekten mediasoftware en -spelers af met een bepaalde combinatie van features. Elk van die features bleek op zich bekend. De vraag was dus, was het inventief om die met elkaar te combineren tot één product?

Nou ja, betoogde Friskit: het was toch (in 2000) een lastig probleem om al die dingen te integreren. Dat had nog nooit iemand gedaan. Welnee, luidt het vonnis:

Here, the solution to the problem of tedious user experience—integration—was well known and had already been utilized by others. And Friskit’s achievement of a seamless user experience was the anticipated or predictable result of its integration of different pre-existing elements. … Nor was the functionality of the Friskit player novel or unpredictable.

Maar ja, als je je uitvinding zo uitlegt:

In fact, Friskit’s previous motion for summary judgment included a chart, entitled “Friskit’s patents deliver the glue to put existing technologies together into a single application,” which had streaming media as one of the existing technologies.

dan is het ook niet zo gek dat mensen concluderen dat het alleen maar aan elkaar plakken van bestaande zaken is. En dat is niet snel inventief.

Dit past in de lijn die The fire of genius signaleert en bijhoudt: tot nu toe zijn de octrooien elke keer vernietigd, omdat de nieuwe toets uitwees dat de uitvinding niet inventief was.

Arnoud

Grootste schadevergoeding in octrooizaak ooit ongeldig verklaard

Het vonnis van anderhalf miljard dollar wegens octrooiinbreuk door Microsoft is ongeldig verklaard, meldt de Financial Times. In maart werd Microsoft veroordeeld wegens inbreuk op twee octrooien die zouden lezen op het MP3-compressieformaat. De schadevergoeding van anderhalf miljard was een record. Dat kan nu dus weer doorgehaald worden.

Judge Brewster threw out the verdict on one of the dispute patents on the grounds that it was co-owned by Fraunhofer. US law requires co-owners to sue jointly in such cases, and Microsoft had already licensed the technology from Fraunhofer. He also ruled that Alactel-Lucent had failed to prove that Microsoft infringed on the other patent.

Uiteraard gaat Alcatel in hoger beroep.

Arnoud

Wijziging Amerikaanse octrooiwet stapje dichterbij

US patent reform clears House hurdle | OUT-LAW bericht dat de langverwachte wijzigingen van het Amerikaanse octrooistelsel weer een stapje dichterbij zijn gekomen.

De belangrijkste wijziging betreft het zogeheten “first to invent” systeem. In Amerika geldt dat wie het eerst de uitvinding doet, er octrooi op kan krijgen, ook als iemand anders het later bedacht maar er eerder octrooi op aanvroeg. De rest van de wereld werkt met “first to file”: de eerste bij de Octrooiraad krijgt het octrooi. Volgens dit voorstel gaan de Amerikanen nu eindelijk ook over naar “first to file”.

Een andere belangrijke wijziging gaat over de schadevergoeding bij inbreuk. Als bewezen wordt dat de inbreuk “opzettelijk” (wilful) gepleegd werd, dan wordt de schadevergoeding verdrievoudigd. Dit wetsvoorstel regelt de bewijslast: vanaf nu moet de octrooihouder bewijzen dat er sprake was van opzettelijke inbreuk. Vroeger moest juist de inbreukmaker bewijzen dat hij het per ongeluk deed.

Bij een duur apparaat kon de schadevergoeding behoorlijk hoog oplopen, omdat de schadevergoeding wordt vastgesteld als een percentage van de verkoopprijs. Dat is niet altijd even eerlijk. Bovendien moet de schadevergoeding nu worden vastgesteld aan de hand van de toegevoegde waarde van de uitvinding aan het product waar de uitvinding inzit.

Ook zou er een eis komen dat een aanvrager eerst zelf een onderzoek van de literatuur (prior art) moet doen alvorens hij de aanvraag mag indienen. Dat is nu vaak de praktijk maar lang niet altijd, waardoor er een hoop aanvragen ingediend worden die bij een eerste onderzoek al niet nieuw blijken.

Het voorstel verandert overigens niets aan de manier waarop Amerikaanse octrooiaanvragen beoordeeld worden op inventiviteit, noch aan wat er al of niet geoctrooieerd mag worden.

Arnoud

Boek “Innovation at Risk”: octrooien hebben duidelijke grenzen nodig

Via Slashdot vond ik de site van Innovation at Risk, een nieuw boek over de problemen met het (Amerikaanse) octrooisysteem. Het boek is geschreven door James Bessen en Michael Meurer, beiden ervaren researchers in dit onderwerp. Bessen publiceerde o.a. het veel geciteerde paper An Empirical Look at Software Patents.

Het boek is zo nieuw dat het nog niet uit is, maar via de site zijn een aantal hoofdstukken al in te zien.

Het basisargument is dat

patents today often fail to grant well-defined property rights. Over the last two decades, the courts have made patent boundaries less certain, most notably by permitting increasingly abstract patent claims and tolerating patents on a growing number of obvious inventions. As a result, most innovators cannot easily and reliably determine whether their technology infringes others’ patents. Institutions that effectively support clear property boundaries for real property are dysfunctional or non-existent for patents.

Zij noemen dit het “notice problem” en stellen dat dit aan de basis ligt van de problemen met octrooien. Als mensen niet goed kunnen zien wat welk octrooi afdekt, kunnen ze de risico’s van inbreuk (of de mogelijkheid van omzeilen) niet meer inschatten, en dat maakt bedrijven terughoudend bij het introduceren van nieuwe innovaties.

Zonder duidelijke grenzen dekken octrooien abstracte technnieken af. Nu kan dat formeel niet, want octrooiwetten verbieden octrooi op ideeën, principes en abstracte zaken. Maar zeker wanneer software gebruikt wordt, kan een claim veel meer afdekken dan alleen die ene concrete machine. Bessen en Meurer signaleren twee problemen:

First, these claims reward patentees for inventions they do not invent. This means that the actual, future inventors face reduced incentives because they have to obtain a license from the patentee to develop or to commercialize their inventions. Clearly this counters the social benefit of the patent system.

Second, it may be difficult to determine the boundaries of such claims and thus it may be difficult to provide notice, to conduct clearance searches, or to even determine the content of the prior art. The problem of mapping words to technology is difficult and it is made more difficult if the claims are not tethered to a specific device or to a specific physical or chemical process.

In hoofdstuk 9 leggen ze uitgebreid uit waarom dit specifiek een probleem is voor software, veel meer dan voor andere technologie.

Software patents are, in fact, responsible for a major share of patent lawsuits. They thus play a central role in the failure of the patent system as a whole. Any serious effort at patent reform must address these problems and failure to deal with the problems of software patents—either with software specific measures or general reforms—will likely doom any reform effort.

Arnoud

Europees Octrooibureau: computer gebruiken maakt uitvinding technisch

Octrooigemachtigde Axel H. Horns blogt over een nieuwe uitspraak van de Kamer van Beroep van het Europees octrooibureau (T 1351/04) waarin het Octrooibureau een zoeksysteem tot technische uitvinding verklaart.

Het Europees Octrooiverdrag verbiedt octrooi op “software als zodanig”, maar het Europees Octrooibureau legt dit verbod beperkt uit. Als er een computer aan te pas komt, is sprake van een technische vinding:

The claimed method requires the use of a computer. It has therefore technical character and constitutes an invention within the meaning of Article 52(1) EPC

Dit bevestigt de eerdere uitspraken van het Octrooibureau, met name de Hitachi-beslissing T 258/03. Maar het is natuurlijk wel erg kort door de bocht.

Arnoud

Top 10 innovatieve Nederlandse bedrijven heeft nauwelijks octrooien

Verrassend nieuws van IPEG: 70% van de top 10 innovatieve bedrijven (volgens de bizz/Syntens Innovatie Top 100) heeft geen octrooi op hun innovatie. Zelfs geen aanvraag!

IPEG schrijft enigzins verbouwereerd:

We need to check more thoroughly, but if true this is staggering. What does it tell us? A faulty view on what IP can do for your company? Maybe management thought they could keep the product characteristics secret. Isn’t that unbelievable naïve? Worst of all: all these innovations can be easily copied and used without any compensation to the originators of these innovative ideas. Is that what innovation is al about? Is that where Europe spends millions of euros on, to stimulate new inventive products and services which can be copied by anyone doing some reverse engineering?

Ook Intellectual Asset Magazine maakt zich zorgen:

In some ways small companies without IP rights suit big business – it makes it much easier to appropriate good ideas from them and/or to strike very beneficial deals. But on another level, SMEs that do not get IP are very bad news for the major players. Why? Well, for a start, patent reforms are going to be much harder to achieve in Europe while SMEs do not focus on IP. Until the small guys get serious about the subject in an EU where they make up the overwhelming majority of businesses, IP will be easy to characterise as something that interests only multinational corporations, with all the attendant difficulties that causes people seeking to improve the European patent system. Helping SMEs to understand why IP is so important would be of great benefit to Europe’s big companies because it would mean bringing on board a very powerful ally when they seek to make their case for change.

Arnoud

Het interoperabiliteitsoctrooi

Een opvallend nieuw idee: het interoperabiliteitsoctrooi. Twintig jaar bescherming, maar geen exclusiviteit. IBM stelt voor om een nieuw soort octrooi in te voeren dat de octrooihouder alleen het recht geeft om royalties te vragen voor het gebruik van de uitvinding. Bij een octrooi zoals we dat nu kennen, kan de octrooihouder ook gewoon weigeren om gebruik door derden toe te staan, of zelfs de betreffende activiteit van de inbreukmaker via de rechter stil laten leggen.

Joff Wild van IAM vat samen waarom IBM dit graag wil:

The benefits of such a system would be manifold, Kappos believes. “No-one would need to be worried about having their business closed down if they were accused of infringing an EIOP because a licence would always be available – this would make it less important to obtain translations and far less likely there would be litigation, so costs would come right down. It also means that there would be a patent which was aligned with interoperability and global collaboration.” Crucially, the EIOP would not replace the existing system in Europe, but would instead co-exist with it – so companies could choose whether to register or not.

Het idee komt uit de EPO scenarios voor de toekomst.

Arnoud

Bijblad bij de industriële eigendom nu digitaal

Het juridische tijdschrift Bijblad bij de industriële eigendom is nu elektronisch beschikbaar voor iedereen met een papieren abonnement.

Het Bijblad bij de Industriële Eigendom (BIE) is een uitgave van Octrooicentrum Nederland. Het is een vakblad waarin jurisprudentie, actualiteiten, artikelen, boekbesprekingen, berichten en officiële mededelingen op het gebied van het intellectuele/industriële eigendomsrecht worden gepubliceerd.

Arnoud

Peer to Patent – met z’n allen octrooiaanvragen beoordelen

Er zijn meer Community Patent Reviews, maar Peer to Patent is degene van het US Patent Office. Er is jarenlange kritiek geweest over de slechte kwaliteit van Amerikaanse octrooien op het gebied van software en ICT. Met name ging dat over het feit dat er vanalles verleend wordt zonder te kijken wat er bekend was. Nu heeft het USPTO nu dan een site opengezet waar iedereen prior art kan aanleveren:

The Peer-to-Patent pilot will review 250 applications in Technology Center 2100 (Computer Architecture, Software and Information Security), Selected applications will be reviewed sooner by the USPTO.

En natuurlijk is het leuk dat voor de cursuswat zijn patent claims” en “wat is prior art” mijn site wordt gebruikt.

Community Patent Review is trouwens iets heel anders dan het Community Patent (Gemeenschapsoctrooi), dat overigens nog veel langer op zich laat wachten dan dit initiatief.

Arnoud

Europees Octrooibureau vindt regels over business methods duidelijk

De IPKat en eerder al Axel Horns melden dat het Europees Octrooibureau een nieuwe beslissing heeft genomen over de behandeling van zogeheten “business method” octrooien. Het Europees Octrooiverdrag verbiedt octrooien op “werkwijzen voor het zakendoen als zodanig”, maar de jurisprudentie van het Europees Octrooibureau legt dit verbod erg beperkt uit.

Een probleem hierbij was dat deze jurisprudentie niet altijd dezelfde lijn aanhield. Tot 2002 werd gekeken naar de strekking, het doel van de uitvinding. Als dat primair een zakelijke activiteit was, werd de aanvraag afgewezen. Dit was voor velen onbevredigend omdat je best een stuk techniek ter ondersteuning van een zakelijke activiteit zou kunnen maken (bijvoorbeeld een kassa). Het zou dan afhangen van hoe de uitvinding werd opgeschreven of er dan octrooi op verleend zou worden of niet.

In de COMVIK beslissing (bevestigd in de Hitachi beslissing) werd gekozen voor een aanpak waarbij de uitvinding slechts een implementatie-probleem mocht zijn. De zakelijke aspecten werden bekend verondersteld, en alleen als vervolgens het implementeren van die aspecten inventief zou zijn, kon er octrooi worden verleend. Dit wijkt duidelijk af van de oude aanpak.

In december vorig jaar werd in een Engels arrest (Aerotel vs. Macrossan) deze aanpak grondig geanalyseerd, met als conclusie dat het toch wel tijd werd om een knoop door te hakken en één aanpak te kiezen:

The decisions of the EPO Boards of Appeal are mutually contradictory. To say that is not to criticise anyone. On the contrary the Boards of Appeal have each done what they think is right in law – as befits tribunals exercising a judicial function. But surely the time has come for matters to be clarified by an Enlarged Board of Appeal. Under Art.112(1)(b) of the EPC the President of the EPO has the power to refer a point of law to an Enlarged Board where two Boards of Appeal have given different decisions on that question. That is now clearly the position. There are indeed at least four differing points of view.

In deze nieuwe beslissing T 154/04 zet het Europees Octrooibureau alles nog eens goed op een rijtje en concludeert dat toch het allemaal volkomen duidelijk, helder en consistent is:

In summary, the practice and case law of the Board referred to in the questions 1, 2, 3(b), and 5(a) and (b) have a sound legal basis in the Convention and are consistent with the case law of the boards of appeal and the Enlarged Board of Appeal. To decide on the present appeal, an answer of the Enlarged Board of Appeal to any of these questions is thus not required, and hence the request of referring these questions must be refused.

Arnoud