Kort geding over publicatie verkiezingssoftware (2)

Het al eerder aangekondigde kort geding over de publicatie van stemmachinesoftware diende vandaag. NU.nl doet verslag:

De advocaat van Groenendaal betoogde dat de stichting het auteursrecht schendt. Concurrenten zouden de software kunnen bekijken en namaken. Ook zou de firma imagoschade leiden doordat vertrouwelijke informatie op straat ligt. Enkele buitenlandse klanten zouden al bestellingen hebben afgezegd. “De kruistocht van de stichting veroorzaakt schade aan Groenendaal.”

Daar staat, zoals de advocaat van de stichting Wij vertrouwen stemcomputers niet betoogde, de informatievrijheid tegenover:

De informatievrijheid weegt in dit geval zwaarder dan het auteursrecht, stelde de advocaat verder. “Het gaat om software die cruciaal is voor een van de belangrijkste processen in onze parlementaire democratie, namelijk het verkiezingsproces.”

Uitspraak 14 juni.

UPDATE: (14 juni) de stichting heeft het kort geding verloren en moet de software van haar site verwijderen.

Arnoud

Connie Breukhoven wint kort geding

Connie Breukhoven heeft een kort geding gewonnen tegen de websites zijonline.nl en witheet.com, zo las ik donderdag in De Pers. Naast een rectificatie moesten beide sites hun teksten uit Google en Yahoo laten verwijderen.

De site Witheet.com had een oud gerucht opgerakeld door teksten te publiceren waarin werd gesuggereerd dat Breukhoven in het verleden als prostituee zou hebben gewerkt. Het vonnis citeert uit deze tekst het volgende:

Zoals ongetwijfeld bekent beschikt Witheet vaak over justitiedossiers, die nogal eens hier en daar impact veroorzaken. In het dossier [naam eiseres] zitten een tweetal carbondoorslagen afkomstig van de Haagse Zedenpolitie. Destijds, toen prostitutie bij wet formeel verboden was, ging de Haagse Zedenpolitie met grote regelmaat controles houden bij de dames van lichte zeden, waarna ze daarover rapportjes schreven…Volgende week zullen deze originele politiedocumenten ter verificatie van echtheid worden aangeboden bij een gespecialiseerd onderzoeksbureau. Naar rato van het te verwachten resultaat…Stay tuned!
Het is al snel een schending van iemands persoonlijke levenssfeer om dit soort beweringen zomaar te doen. Bovendien is iemand een prostituee noemen, al dan niet in bedekte termen, meestal smaad. Ook als het waar is. Het criterium is tenslotte of met de bewering iemands eer of goede naam wordt aangetast. Het algemeen belang moet gediend zijn met de publicatie.

Het bijzondere aan deze zaak was dat de site ZIJonline.nl het bericht overnam, en dus Witheet als bron gebruikte. Zij stelde dat ze best mogen melden dat Witheet het gerucht meldde. Zo valt te lezen in Nieuws.nl:

Leo van Rooijen van Zijonline schoof woensdag tegenover RTL Boulevard de schuld af op Witheet. “Wij hebben slechts gepubliceerd wat er op hun site stond.”

Nu is het wat makkelijk om te zeggen “jamaar ik herhaal alleen maar wat hij zegt”. Je hebt ook een eigen verantwoordelijkheid bij het verifiëren van berichten. Bovendien was het niet alleen maar overnemen van een bericht. ZIJonline maakte er dit van:

“[eiseres]GENOEMD ALS HOERTJE IN DOSSIER HAAGSE ZEDENPOLITIE!”
Wie krijgt binnenkort het miljoen van [eiseres] dat zij uitloofde voor wie zou bewijzen dat zij als jonge vrouw de hoer gespeeld zou hebben? Dat het miljoen door [eiseres] betaald moet worden lijkt steeds zekerder te worden. Vandaag zijn er dossiers van de Haagse zedenpolitie boven water gekomen waarin staat dat [eiseres] zich prostitueerde…
Op Witheet stond tenminste nog dat de geruchten nog nader onderzocht moesten worden. Deze tekst is veel stelliger: “waarin staat dat ze zich prostitueerde” zonder enige referentie naar de “verificatie van echtheid” die Witheet zou gaan verrichten.

Witheet voegt daar zelf nog aan toe:

Het ging Witheet er juist om, om het duidelijke signaal af te geven, dat binnen de hetze die telkens rond de familie Breukhoven ontstaat, journalisten eerst goed onderzoek dienen te doen, voordat ze wat opschrijven. Daarbij gaven wij het voorbeeld van deze aangereikte documenten. Dat bepaalde “journalisten” er een schepje bovenop doen, daarmee doelbewust en van te voren – mogelijk listig – afgewogen rechtszaken uitlokken, en vervolgens Witheet willen dwingen, de vertrouwelijk stukken te openbaren die afkomstig zijn van bronnen die bronbescherming zijn gegarandeerd, dit allemaal om een kennelijke vrijbrief te hebben om een bepaald – wellicht in potentie winstgevend – boek uit te kunnen brengen, heeft Witheet geen enkele boodschap aan (gehad).

Zowel Witheet als ZIJonline hebben rectificaties gepubliceerd.

Dit is voorzover ik weet de eerste keer dat een site niet alleen de tekst moet weghalen, maar ook de kopie zoals zoekmachines die hebben gemaakt. Bij Google en Yahoo is de tekst altijd nog enige tijd te vinden nadat het origineel is weggehaald. Beide sites kregen dan ook de verplichting om binnen 4 dagen na het vonnis Google en Yahoo per brief opdracht te geven tot verwijdering uit de zoekmachine van de publicaties, op straffe van een dwangsom van EUR 5.000,- per dag.

Arnoud

Fox boos op OJ Simpsons-parodie

OJ Simpsons Televisiemaatschappij Fox, eigenaar van de populaire Simpsons televisieserie, is boos op de makers van de filmpjes van de OJ Simpsons, zo meldt onder andere Hollywood.com.

Broadcaster.com, waar de drie films If I Did It, War Zone en Black and white Christmas online staan, is niet van plan deze weg te halen. Een parodie is immers geen inbreuk op het auteursrecht, zo stellen zij terecht.

De vraag is alleen, wat wordt er nu eigenlijk geparodieerd in deze films? OJ Simpson of de serie The Simpsons? Want je mag wel een parodie van de Simpsons maken, maar dat moet dan wel een parodie van de serie zijn. En niet een grappig filmpje over OJ Simpson met behulp van de televisieserie.

Arnoud

Kort geding over publicatie verkiezingssoftware (1)

De Automatisering Gids meldt dat verkiezingssoftwaremaker Groenendaal een kort geding heeft aangespannen tegen de actiegroep Wij vertrouwen stemcomputers niet en enkele van haar leden. De groep heeft namelijk Groenendaal’s software voor de Nedap-stemmachines online beschikbaar gezet.

Op het eerste gezicht een duidelijke zaak: op software rust auteursrecht, en software verspreiden zonder toestemming mag niet zomaar. Maar uit haar persbericht blijkt waarom de stichting dit gedaan heeft:

De stichting ‘Wij vertrouwen stemcomputers niet’ heeft de ISS software in oktober 2006 op haar website geplaatst. De stichting heeft dat gedaan omdat zij van mening is dat alle aspecten van verkiezingen publiek bekend dienen te zijn. Dit geldt in bijzondere mate voor het tellen van de stemmen. Publicatie van de software is volgens de stichting noodzakelijk om te kunnen begrijpen hoe de stemmen in Nederland geteld worden. Bovendien is onderzoek naar de Nedap stemcomputer, waarover de stichting in oktober 2006 publiceerde, alleen uit te voeren en te begrijpen met behulp van de ISS software. De software op de website van de stichting is overigens alleen geschikt voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2006. Voor elke verkiezing brengt Bureau Groenendaal een nieuwe versie uit.

De vraag is dus, is het gerechtvaardigd om iemands software op Internet te zetten om aan te tonen dat deze slecht beveiligd is?

Dit valt niet onder een van de uitzonderingen op het auteursrecht. Er wordt niet geciteerd, er is geen sprake van een parodie, en voorzover ik weet wordt het werk ook niet gezongen tijdens een kerkdienst. En fair use bestaat niet in Nederland. Maar daarmee is niet alles gezegd.

Het komt niet vaak voor, maar als er een zwaarwegend belang is dat voor publicatie pleit, dan kan de rechter het auteursrecht daarvoor laten wijken. Het bekendste voorbeeld is het Scientology-arrest van 2003. Hierin werden ook werken (boeken, in dit geval) gepubliceerd zonder toestemming. De gedaagden deden een beroep op hun recht op vrijheid van meningsuiting (informatievrijheid): ze moesten kunnen waarschuwen voor misstanden bij de Scientology-beweging.

Het Hof oordeelde toen:

Ingevolge het tweede lid van artikel 10 EVRM kan het recht op informatievrijheid worden onderworpen aan beperkingen die in een democratische samenleving nodig zijn ter bescherming van onder meer de rechten van anderen. Onder die rechten valt in beginsel mede het auteursrecht, nu dit bij de wet is voorzien en dient ter bescherming van de rechten van anderen.
Denkbaar is dat er bijzondere gevallen zijn waarin de handhaving van het auteursrecht, zoals een inbreukverbod, moet wijken voor de informatievrijheid.
In het geval van de Scientology-documenten vond het Hof uiteindelijk de publicatie gerechtvaardigd.

Het kort geding is gepland voor 22 mei.

UPDATE: verslag van de argumenten van eisers en gedaagden.

UPDATE: (14 juni) de stichting heeft het kort geding verloren en moet de software van haar site verwijderen.

Arnoud

Jurofoon over vrijheid van meningsuiting op internet

In een nieuw artikel gaat Jurofoon in op de vrijheid van meningsuiting op Internet bij het geven van feedback en commentaar op websites. Het gaat dan dus met name om smaad, belediging en laster.

Natuurlijk komt daarbij ook de aansprakelijkheid van forumbeheerders aan de orde.

Interessant fenomeen daarbij is de hobby van sommige sites om dingen over te nemen wanneer de beheerder van het origineel veroordeeld wordt om deze weg te halen. Jurofoon schrijft terecht:

Als een rechter oordeelt dat bepaalde uitlatingen op internet verwijderd moeten worden, dan betekent dat nog niet dat andere websites die inmiddels de teksten hebben overgenomen, ook aan het rechterlijk oordeel gebonden zijn. Degene over wie de negatieve uitlatingen gaat, kan wel proberen tegen elk van de websites een procedure aan te spannen. Maar het is nog maar de vraag of de andere websites ook gedwongen kunnen worden tot verwijdering.
En bij Google hoef je het al helemaal niet te proberen.

Arnoud

Portretrecht voor de politie

Op 14 april was er de eerste Zombie Walk in Amsterdam. Maar, zo meldt VillaMedia.NL:

Bij deze demonstratie, die spontaan werd gehouden in het kader van het festival voor de fantastische film, werd de aanwezige fotograaf Jasper Groen, die o.a. werkt voor de weblog GeenCommentaar.nl, gedwongen om foto’s te wissen, waarop politieagenten herkenbaar in beeld zouden zijn. Door de politie werd geschermd met “het portretrecht van de agenten” en gedreigd zonodig hem mee te nemen naar het bureau.

Nu is portretrecht op de openbare weg altijd een lastig onderwerp. Je moet een redelijk belang kunnen aantonen waarom de foto niet gepubliceerd mag worden. Privacy is zo’n redelijk belang. Je hebt ook op de openbare weg een zekere aanspraak op privacy, maar die is wel minder dan in privé-lokaties. Er moeten dan bijzondere omstandigheden spelen, bijvoorbeeld als een foto van jou in een expliciete pose op een straatfeest gebruikt wordt in een tijdschrift. Was dat nu echt nodig, zal de rechter vragen.

Bij de politie ligt het iets anders. Zij verrichten immers een openbare taak, en de burger moet dat kunnen controleren en vastleggen. Bovendien moeten “public figures” meer kritiek en een grotere inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer toestaan dan privépersonen.

Deze actie lijkt op een rechtszaak uit 2005, waarin een man vrijgesproken werd die agenten fotografeerde. De agenten waren bezig met flitscontroles. De foto’s kwamen op Flitsservice.nl, wat de agenten een inbreuk vonden op hun portretrecht. Het gerechtshof vond dat er wel degelijk verslag gedaan mag worden van politie-activiteiten, en of daar foto’s bij nodig zijn “is een journalistieke beslissing waarin de rechter in beginsel niet dient te treden.”

In dat specifieke geval hadden bezoekers van de site op soms zeer agressieve en dreigende manier op de gebeurtenissen gereageerd. Dat, plus het feit dat het ging over de politie als zodanig en niet specifiek deze agenten, was voor het gerechtshof genoeg om aan te nemen dat er geen journalistieke noodzaak was om de agenten herkenbaar en met hun naam erbij in beeld te brengen.

Bericht gevonden via SOLV.

Arnoud

Middelvinger opsteken is geen belediging

Leuk wat je soms vindt via het weekoverzicht op Rechtspraak.nl. Dit heeft niets met internetrecht te maken, maar ik vond het wel opmerkelijk. De politierechter motiveert waarom de middelvinger opsteken geen belediging is:

De opgestoken middelvinger – hetzij links dan wel rechts – is een – vermoedelijk uit de Verenigde Staten van Amerika overgewaaid – gebaar, verbeeldende de uitdrukking: “up yours”. Even bargoens en plat als het Nederlandse “Stop dat maar in je reet.”

Hier te lande is het gebaar echter in de loop der jaren ingeburgerd als zou het betekenen: “fuck you”. Hoewel dit letterlijk een seksuele duiding inhoudt, wordt het in feite vrijwel nimmer zo bedoeld. Het betekent, afhankelijk van de omstandigheden, veeleer: “Lazer toch op”, “Krijg de kolere”, “Maak dat de kat wijs”, “Ik heb schijt aan je”, of soms zelfs “Val dood”.

In alle gevallen zonder twijfel hufterig en/of onbeschoft, maar hufterig en/of onbeschoft gedrag is – hoewel spijtig genoeg – op zichzelf naar Nederlands recht niet strafbaar. Ook kan de opgestoken middelvinger onder omstandigheden dan ook als een verwensing worden gezien, maar ook dit houdt nog geen belediging in.

Je zou nog denken dat als de vingeropsteker het zelf als belediging bedoelde, het er misschien toch eentje was. Maar nee:

Dat verdachte blijkens het proces-verbaal zijn eigen gedrag een belediging noemt draagt niet bij aan het bewijs. Verdachte heeft een dusdanig uitgebreide en gevarieerde strafrechtelijke documentatie dat betwijfeld moet worden of hij beschikt over een zodanig ingeprent stelsel van normen en waarden dat hij in dit kader geacht moet worden te weten waar hij het over heeft.

Nu verdachte niet ter zitting verschenen is heeft hij ook niet kunnen uitleggen wat hij nu precies met zijn gebaar bedoelde.

Vertaling: “Hij heeft zo’n lang strafblad dat we mogen concluderen dat hij zich niks aantrekt van de wet, dus heeft hij ook geen verstand van recht.”

Arnoud

Wanneer is iets inbreuk op het portretrecht?

Iemand die op de foto gezet worden, kan daar met zijn portretrecht tegen optreden. Daar zijn natuurlijk wel de nodige eisen voor. De belangrijkste is dat de geportretteerde moet aantonen dat hij een redelijk belang heeft om de publicatie te verbieden.

Een recent gepubliceerd maar oud vonnis (1996!) geeft mooi aan hoe die analyse in zijn werk gaat.

In deze zaak werd een vrouw gefotografeerd bij een Wasteland-party in Amsterdam. De vrouw was op de foto te zien “met één been over de reling van de loopbrug geslagen waarbij haar jurk openvalt. Voor haar bevindt zich een gehurkte man die zijn gezicht tegen haar schaamstreek drukt.”

De foto werd vervolgens in de Nieuwe Revu gepubliceerd. De foto illustreerde een artikel met als opschrift: SEX. HET JAAR WAARIN ALLES KAN, en bijschrift “Van incestplegers tot fistfucken op TV. Van SM op Internet tot openbare sex op de Amsterdamse Wasteland-parties. 1995 is het jaar waarin alles mag, kan en moet. Waarom?”

De vrouw wilde dit laten verbieden, omdat de publicatie van deze foto een ernstige inbreuk op haar privacy zou zijn. Zo pleitte haar advocaat:

Zij heeft er grote bezwaren tegen dat haar wijze van feestvieren buiten de kring van de aanwezigen op het feest bekend wordt, omdat bekenden van haar en anderen in haar omgeving haar gedrag zedeloos zullen vinden. Zij waande zich echter veilig in de beschermde omgeving van dit volgens haar besloten feest, tussen gelijkgestemde zielen.

Hoe ging de rechtbank hier nu mee om?

De eerste vraag is of er wel sprake is van een portret. Een afbeelding is een “portret” wanneer er een persoon herkenbaar op afgebeeld is. Dat betekent niet dat het gezicht er op moet staan. Een persoon kan ook door een karakteristieke lichaamshouding herkenbaar zijn.

Anders dan De Geïllustreerde Pers c.s. menen zijn van het gelaat van eiseres op de foto karakteristieke en daarmee herkenbare trekken te zien, zoals de haardracht, de neus, een gedeelte van de oogpartij en de bril. Het is, naar de rechtbank ter zitting heeft kunnen waarnemen, wel degelijk mogelijk dat aan het gelaat herkend wordt van de afbeelding, ook door onbekenden.

De eiseres had dus een portretrecht op de foto.

De volgende vraag is welk redelijk belang zij kon aanvoeren tegen publicatie. Privacy (persoonlijke levenssfeer) is in principe zo’n belang. Maar in dit geval was de foto buiten genomen, op de openbare weg waar het feest ook gehouden werd. De eisers zeiden

dat vrijwillig in de openbaarheid is getreden, op een publiek schavot, in het kader van een exhibitionistisch evenement, ten overstaan van toeschouwers, fotografen en cameraploegen, met in seksueel opzicht grenzeloos gedrag.

Maar dat was niet overtuigend, vond de rechtbank. Op de openbare weg dingen doen, betekent nog niet dat je helemaal geen privacy hebt.

De persoonlijke levenssfeer [kan] zich immers ook uitstrekken tot bepaalde gebeurtenissen die – gedeeltelijk – in het openbaar plaatsvinden. De omstandigheid dat eiseres zich boven de openbare weg bevond toen de foto werd genomen en dat personen die zich op dat moment in de Reguliersdwarsstraat bevonden haar – al dan niet conform haar bedoeling – mogelijk konden zien, vormt voor De Geïllustreerde Pers c.s. nog geen vrijbrief om zonder haar toestemming een foto van haar in een compromitterende pose te publiceren in een landelijk weekblad.

Het bordje bij de ingang van het feest met de mededeling dat binnen foto’s werden gemaakt, was daarbij niet relevant. Dat waarschuwt alleen dat er foto’s worden gemaakt en zegt nog niets over publicatie van die foto’s.

Degene die de foto publiceert, zal dus met een eigen belang moeten komen dat pleit vóór publicatie. Nu ging het om een foto in een weekblad. Verslaggeving en vrije nieuwsgaring is een groot goed, en privacy moet soms wijken als een foto nieuwswaarde heeft.

Er moet dan beoordeeld worden of het belang van de geportretteerde bij bescherming van haar persoonlijke levenssfeer opzij gezet moet worden voor het belang van het tijdschrift bij de onbelemmerde uitoefening van hun recht op vrijheid van meningsuiting.

In dit geval vond de rechtbank dat de privacy toch voorging, om een aantal redenen:

  • De foto was “geruime tijd” voor publicatie van het artikel gemaakt. Het ‘nieuws’ op de foto was dus niet echt actueel.
  • De geportretteerde was geen bekende persoon. Bekende personen hebben veel te dulden, maar “gewone” mensen niet.
  • De fotograaf had kunnen vragen om toestemming.
  • Het gezicht van de vrouw had onherkenbaar gemaakt kunnen worden. Het ging tenslotte niet om háár als persoon, maar om een sfeerbeeld.
Met name die laatste reden was doorslaggevend. Het was niet zo moeilijk geweest om rekening te houden met haar privacy. Dan had het tijdschrift dat ook moeten doen.

Wel werd de schadevergoeding verlaagd omdat de vrouw zelf het risico had genomen dat iets als dit kon gebeuren.

Gevonden via Boek 9.

Arnoud

Nieuwe Notice & Takedown procedure van XS4All

XS4All staat bekend als een provider die staat voor de bescherming van haar klanten. Zonder gerechtelijk bevel werden bijvoorbeeld nooit persoonsgegevens verstrekt aan derden. Daar is nu verandering in gekomen, vanwege de ontwikkelingen in de jurisprudentie over aansprakelijkheid van providers. Vrijwel al die jurisprudentie was trouwens “Iemand vs. XS4All”.

Op 2 februari heeft XS4All een nieuwe klachtenprocedure ingevoerd. Bij deze procedure bestaat nu expliciet de mogelijkheid dat XS4All persoonsgegevens van klanten afgeeft aan de klager, ook als er nog geen rechtbank is geweest die ze daartoe verplicht.

Op het Opinieweblog legt Niels Huijbregts (teamleider van de abuse-afdeling van XS4All) uit waarom. Hij geeft daarbij een goed en leesbaar overzicht van de relevante jurisprudentie, dat hij samenvat met:

Het bovenstaande is een lang verhaal dat er uiteindelijk op neerkomt dat die houding niet te handhaven is: Providers zijn aansprakelijk als het gaat om materiaal dat onmiskenbaar onrechtmatig is, de provider moet daarover zelf oordelen. In de zaak-Deutsche Bahn vond de rechter al dat de provider onjuist had geoordeeld en veel te terughoudend was geweest en bij Pessers-Lycos werd besloten dat van onmiskenbare onrechtmatigheid helemaal geen sprake hoeft te zijn: de provider moet gewoon meewerken. Weigering betekent zelfs dat de provider zelf mogelijk onrechtmatig handelt.
Met name de Deutsche Bahn-zaak is kritisch ontvangen door juristen. Zie bijvoorbeeld de noot van Lodewijk Asscher over dit vonnis.

Het blijft natuurlijk een lastige zaak. De privacy van gebruikers is een groot goed. Tegelijkertijd kan daar ook best misbruik van worden gemaakt, omdat mensen zich dan kunnen verschuilen achter hun provider. En waarom zou het in zo’n situatie niet toegestaan kunnen worden om persoonsgegevens af te geven?

Terecht sluit Huijbregts af met:

Het feit dat je op internet relatief anoniem te werk kunt gaan, geeft je natuurlijk niet het recht de wet te breken. Wanneer iemand van mening is dat je dat toch doet, wordt je daarvan op de hoogte gesteld. Dat gebeurt voordat er een rechter aan te pas komt en dat is maar goed ook: zo heb je de mogelijkheid je te verweren of je fout te herstellen, voordat een rechter bepaalt dat je NAW-gegevens bekend moeten worden gemaakt. Mocht het ooit zover komen dat XS4ALL besluit NAW-gegevens bekend te maken, dan betekent dat dat de betreffende klant zelf al voldoende mogelijkheden heeft gehad om dat te voorkomen.

Arnoud