Elektronicaboeren schenden consumentenwet met garantiestickers

warranty-voidGadgetmakers zoals Sony en Microsoft schenden Amerikaanse garantiewetgeving, las ik (dank) bij Vice. Vrijwel iedereen heeft van die stickertjes: maak dit apparaat niet open, op straffe van verlies van je garantie. Dat blijkt dus onzin volgens Vice, er is dwingend Amerikaans recht die je toestaat je apparaten te openen. En zo is het ook bij ons.

Vice baseert haar argument op de Magnuson-Moss Warranty Act uit 1975. Deze verbiedt het koppelen van een garantie aan specifieke dienstverleners of onderdelen. Die wet is er ooit gekomen omdat autofabrikanten alleen garantie gaven als je bij de dealer je auto liet repareren met originele onderdelen, maar de wet is generiek genoeg om ook op computerhardware en gadgets te lezen.

Bij ons hebben we geen MMWA, maar wel het algemene begrip conformiteit. Een product moet voldoen aan de redelijkerwijs gewekte verwachtingen, en doet deze dat niet dan moet de winkel het gratis herstellen of vervangen. Daar kunnen geen voorwaarden aan worden gesteld, en al helemaal niet “je mag het product niet open maken”.

Wat je met dat apparaat hebt gedaan, is alleen relevant als daar het probleem door is ontstaan. Heb je een aftermarket-voeding geplaatst en is het moederbord vervolgens opgeblazen, dan zul je moeilijk kunnen claimen dat het moederbord niet conform de verwachtingen was. Maar breid je het geheugen uit en houdt het toetsenbord er vervolgens mee op, dan moet de winkel toch echt dat defecte toetsenbord herstellen.

Maar let wel: het gaat hier om de wettelijke garantie, de plicht van de winkel tot herstel en vervanging bij problemen. Een fabrikant of importeur heeft die plicht niet. Het staat hem dus vrij om aanvullende reparatie- of vervangingsregelingen te bieden, en daarbij mag hij dus eisen stellen. Inclusief de eis “vervalt als je hem open maakt”. Heb je dus liever fabrieksgarantie dan een claim bij de winkel, houd je dan wél aan de eisen die de fabriek stelt.

Die sticker is dus ook bij ons betekenisloos. Als waarschuwing is hij misschien handig: pas op, weet wat je doet als je deze sticker verbreekt. Maar als je een apparaat koopt, heb je gewoon het récht dat ding open te maken en erin te prutsen. Zolang je maar accepteert dat de kosten van dat prutsen voor jou zijn. Maar de rést van het product blijft de verantwoordelijkheid van de winkel.

Arnoud

Mag ik een spel retourneren als ik geen DirectX 11 heb?

directx-sdkEen lezer vroeg me:

Onlangs kocht ik het spel Tropico 5. Bij het opstarten krijg ik de foutmelding dat DirectX 11 nodig is. Dat heb ik geïnstalleerd, maar nu blijk ik aparte hardware nodig te hebben die dit ondersteunt. Die heb ik niet, maar op de site van de webshop stond dit ook niet als systeemvereiste. Kan ik nu mijn geld terugkrijgen voor deze aankoop?

De eenvoudigste route zou zijn dat je de koop annuleert onder de Wet koop op afstand. Die geldt ook voor software, mits je deze maar niet uit de verzegeling hebt gehaald. Maar die optie is hier niet meer mogelijk, omdat “bij het opstarten” impliceert dat de software al uitgepakt is.

De enige route die er dan nog is, is die van nonconformiteit: de software voldoet niet aan de gewekte redelijke verwachtingen. Dat is een hele moeilijke hier.

Vanaf 13 juni is er een nieuwe consumentenwet, die hier strengere regels over stelt. Een webwinkelier moet dan véél meer informatie gaan geven aan de consument. En een van de informatieplichten is hier zeer relevant:

de relevante interoperabiliteit van digitale inhoud met hardware en software waarvan de handelaar op de hoogte is of redelijkerwijs kan worden verondersteld op de hoogte te zijn

De huidige wet eist niet meer dan dat je “de belangrijkste kenmerken van de zaak” benoemt. Je kunt je van systeemeisen zoals DirectX afvragen hoe belangrijk deze zijn en of ze dus echt wel genoemd moeten worden. Maar het is wél een relevant interoperabiliteits-aspect lijkt me. En zou niet iedere game-verkoper moeten weten dat DirectX wel actuele hardware vereist?

Tegelijk voelt dit wel als een nogal afgeleide eis. Ik zou denken dat het genoeg is om te zeggen dat de game DirectX 11 vereist, waarna de consument zelf moet nagaan of zijn computer dat ondersteunt. En zou DirectX 11 niet zélf bij het installeren moeten zeggen “u heeft verouderde hardware, vergeet het maar”? (Meelezende gamers, hoe werkt dat?) Als je dit tijdens het installeren zou moeten merken dan vind ik niet dat de game-verkoper het er nog apart bij moet zeggen.

Arnoud<br/> PS: meer weten over die consumentenwet? Volg de middagtraining op 10 juni bij ICTRecht!

De legaliteit van het uit elkaar halen van een stuk hardware

componenten-delen-onderdelen-partsEen lezer vroeg me:

Stel je hebt een bestaand apparaat (een versterker) en je gaat de elektronica reverse engineeren. Je haalt de printplaat uit het apparaat, neemt potlood, papier en datasheets en je begint uit te knobbelen hoe het apparaat precies werkt. Vervolgens digitaliseer je het zelf getekende schema en ga je het posten op een forum. Mag dat? Het voelt als iets waar vast een wet tegen zal zijn.

Als daar een wet tegen is, dan moet ik die nog tegenkomen. Als je een product koopt, mag je dit uit elkaar pluizen en anderen uitleggen hoe het werkt. Ook bij huur of leen, hoewel je dan wel “als een goed huisvader” moet zorgen voor het produc dus alleen uit elkaar halen wat je ook weer in elkaar kunt zetten.

Heb je het apparaat als demonstrator gekregen of een geheimhoudingscontract getekend) dan ligt dit moeilijker, maar in zulke situaties zou je ook op de hoogte gesteld moeten zijn van beperkingen.

Natuurlijk zijn er intellectuele-eigendomsrechten, zoals het auteursrecht of het octrooirecht. Een auteursrecht schenden met een technisch ontwerp is haast ondenkbaar, zeker als je dat zelf getekend hebt. Dat eigen ontwerp bevat alleen de feitelijke kennis over het origineel, en feiten kunnen niet onder het auteursrecht vallen.

Feitelijke kennis neergeslagen in een apparaat kan onder een octrooi (patent) vallen. Maar dat is pas aan de orde wanneer je het ontwerp gaat bouwen en verkopen. Ja, voor jezelf bouwen mag – octrooien schend je pas bij bedrijfsmatig gebruik van de uitvinding.

De enige uitzondering hier zou kunnen zijn als hetgeen je uit elkaar haalt een kopieerbeveiliging voor muziek of films betreft. De Auteurswet verbiedt in art. 29a het omzeilen van doeltreffende kopieerbeveiligingen (en de DMCA doet in de VS iets vergelijkbaars). En omdat dat lastig te bewijzen/aan te pakken is, is er ook een “hulpmiddelen”-artikel toegevoegd in lid 3:

Degene die diensten verricht of inrichtingen, producten of onderdelen vervaardigt, invoert, distribueert, verkoopt, verhuurt, adverteert of voor commerciële doeleinden bezit die:<br/> a) aangeboden, aangeprezen of in de handel gebracht worden met het doel om de beschermende werking van doeltreffende technische voorzieningen te omzeilen, of<br/> b) slechts een commercieel beperkt doel of nut hebben anders dan het omzeilen van de beschermende werking van doeltreffende technische voorzieningen, of<br/> c) vooral ontworpen, vervaardigd of aangepast worden met het doel het omzeilen van de doeltreffende technische voorzieningen mogelijk of gemakkelijker te maken,<br/> handelt onrechtmatig.

Het enkel publiceren van informatie (dus een blauwdruk) wordt hier niet genoemd, en ook het publiceren an sich niet (hoewel dat “distribueren” zou kunnen zijn). Een stuk software aanbieden valt onder “inrichtingen, producten”, dus dan kom je wél in de problemen. Ik denk dus dat ook dit het probleem niet moet zijn, tenzij je er heel nadrukkelijk bij gaat zeggen dat je zo gratis betaalde films kunt kijken.

Arnoud

“Oracle misbruikt merkenrecht tegen vrije handel”

Ja, dat vond ik ook een beetje rare kop van Webwereld bij een artikel over een Engelse rechtszaak. Waar men de term ‘misbruik’ op baseert, is me niet helemaal duidelijk. In de lead heet het namelijk ineens heel neutraal ‘gebruikt’, hoewel de geladen term ‘frustreren’ wel is blijven staan:

Oracle gaat prijsconcurrentie tegen door de import van ict-goederen naar Europa tegen te werken. Het bedrijf gebruikt het merkenrecht om het vrije verkeer van goederen te frustreren.

In ieder geval, het gaat om een Engels arrest in een zaak tussen Oracle en M-Tech, een importeur van ICT-artikelen. De laatste had merkproducten van Oracle (nou ja, Sun) geïmporteerd uit China, Chili en de Verenigde Staten. Oracle vond dat niet leuk, dus startte ze een rechtszaak (ik zei het laatst al, merkhouders hebben geen gevoel voor humor).

Oracle won in eerste instantie. Op zich niet verrassend. De merkenwetgeving is duidelijk: grijze import van buiten de EU is niet toegestaan. Oracle is volgens dit arrest alleen wel érg agressief in het tegenhouden van zulke grijze import, en timmert ook nog eens de tweedehandsmarkt stevig dicht met allerlei contractuele bepalingen richting afnemers. (Ook tweedehands Oracle-spul moet bij Oracle-dealers worden gekocht.) Dat kwam haar op een klacht wegens misbruik van haar machtspositie te staan, maar dat staat verder los van het argument waar Webwereld tendentieus van werd: hoe is het merkmisbruik om grijze import tegen te houden?

Centraal hier staat het vrij verkeer van goederen binnen de EU. Iets dat hier legaal op de markt is, mag onbeperkt worden doorverkocht. De merkhouder kan dat niet tegenhouden. Maar dit geldt alleen voor merkproducten die binnen de EU legaal op de markt zijn. M-Tech had echter een creatief argument: door de harde aanpak van Oracle, plus de onmogelijkheid om aan een product te zien of het in of buiten Europa op de markt gebracht was, werd in feite het vrij verkeer toch geblokkeerd. Niemand zou dan meer Oracle-producten durven te herverkopen, want wie weet zit er wel een oorspronkelijk-buiten-Europa-verkocht product tussen en dan krijg je die humorloze club met dure advocaten op je nek. En daarmee wordt Oracle de facto de enige die nog haar producten (origineel of gebruikt) kan verhandelen. Dat is niet de bedoeling van het Europese recht.

Een creatief argument, en voor dit gerechtshof creatief genoeg – M-Tech mag het komen aanvoeren en onderbouwen. Want dit was slechts een tussenarrest over de vraag of het hoger beroep überhaupt zin heeft of meteen afgewezen (“summary judgment”) had moeten worden. Er is dus geen inhoudelijk oordeel, tenzij je “dit overleeft de giecheltoets” als inhoudelijk ziet.

Tussen de regels door zie ik dat de raadsheren overwegen vragen aan het Europese Hof van Justitie te stellen over de grenzen van merkenrecht en uitputting. Dat zou wel een goed idee zijn.

Arnoud