Mag een bedrijf telefonisch informatie verstrekken aan iemand anders dan de contracthouder?

Een lezer vroeg me:

Steeds vaker merk ik dat wanneer ik voor mijn partner of ouders een helpdesk bel, ze meteen afhaken wanneer ik zeg dat ik niet zelf de contracthouder ben. Dit “vanwege de privacy” en “omdat ze niet kunnen verifiëren dat ik gemachtigd ben”. Maar is die privacywet echt zo streng? En hoe zou het dan wel moeten?

Vroeger, toen bits nog van hout waren, kon je inderdaad een stuk makkelijker namens anderen bellen of informatie inwinnen. Maar het vertrouwen dat daaronder lag, is ondertussen wel stevig aangetast. En terecht, social engineering is wel érg makkelijk als iemand bij mijn gegevens kan door te zeggen dat hij mijn echtgenoot is.

Het is wat verwarrend als bedrijven dan “vanwege de privacy” zeggen, want dit is niet specifiek een privacy-issue. Het is meer een veiligheidsissue of een bevoegdheids-issue, als je het juridisch bekijkt. Maar wellicht dat dat lastiger aan de telefoon uit te leggen is.

Als je gemachtigd bent, dan zou “vanwege de privacy” of security geen issue moeten zijn. Die persoon mág dan namens die ander de conversatie voeren. Alleen, hoe toon je dat aan als gemachtigde? Machtigen kan ook mondeling (of per mail), dus het is denkbaar dat iemand belt die geen stuk papier kan laten zien.

Het lijkt me in beginsel redelijk dat je als bedrijf zegt, telefonisch willen we geen gemachtigden spreken want dat is niet te verifiëren. Maar in veel gevallen zou ik dat wel wat streng vinden. Denk aan afspraken maken of dingen aanvragen die vervolgens worden opgestuurd.

Arnoud

Wanneer is het strafbaar met een nepnaam internet op te gaan?

facebook-profielRoel Stellinga (18) ontdekte vorige maand bij toeval dat zijn foto’s van Facebook werden misbruikt door ene ‘Oscar’. Dat las ik in het AD. Via dit nepprofiel – en dus met zijn foto’s – werden jonge meisjes benaderd. De les van Roels vader: “Als je je account niet goed afschermt, kan het blijkbaar toch vrij gemakkelijk gebeuren dat er misbruik wordt gemaakt van je foto’s.” Met aanverwant de vraag, hoe strafbaar is dat, een nepprofiel?

Op zich is het volgens mij niet strafbaar om een valse naam te gebruiken op internet. Sterker nog, dat is een goed idee vanwege de privacyproblemen die je tegen kunt komen als je onder je eigen naam online gaat.

Bij een naam hoort een plaatje, en als je naam vals is dan ligt het voor de hand om ook niet je eigen foto te gebruiken. Dat gebeurt evenzo massaal, en ook daar lijkt me (afgezien van auteursrecht van de fotograaf) weinig mis mee. Tenminste, zolang het plaatje evident niet de indruk wekt jouzelf af te beelden.

Gebruik je andermans profielfoto, dan wek je de indruk dat jij die persoon bent. Dan zou de vraag voor mij worden, kan jouw publiek die persoon herkennen en dus denken dat jij het bent? Het maakt nogal uit of je zoals hier een foto van een stadsgenoot gebruikt of van een willekeurige Amerikaan als je in Nederland actief gaat chatten en profielen. In dat laatste geval zie ik juridisch gezien niet echt een probleem.

Als je iemand anders identiteit aanneemt, dan heet dat juridisch identiteitsfraude en dat is strafbaar. De wet (art. 231b Strafrecht) bepaalt:

Hij die opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruikt met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van de ander te verhelen of misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie.

(‘Verhelen’ betekent ‘verhullen, achterhouden’.) Hiermee is het dus eenvoudiger geworden dan vroeger: toen was identiteitsfraude op zich niet strafbaar maar moest er ook een ander strafbaar feit worden gepleegd, zoals oplichting of smaad.

Die ander moet “enig nadeel” lijden door de fraude. Enkel chatten met andermans foto lijkt me niet snel ‘nadeel’, tenzij je zoals hier de grens van het strafbare grooming van minderjarigen opgaat. Dat kan immers afstralen op de geportretteerde persoon. Ook het mensen geld aftroggelen omdat ze je herkennen als die ander en bv. een schuld willen aflossen of jou iets lenen, is een vorm van “nadeel” dat onder deze wet strafbaar is.

De praktijk is natuurlijk buitengewoon weerbarstig bij dit soort zaken. Ik verwacht dat je weinig meer voor elkaar zult krijgen dan Facebook het profiel laten opdoeken – NAW-gegevens opeisen bij het sociale netwerk is een theoretische optie, maar vooralsnog niet heel succesvol. Aangifte kan, maar ik heb nog geen succesvolle verhalen daarover gehoord.

Wat zouden jullie doen als je in Roels positie verkeerde?

Arnoud

Hoe weerleg ik een bestelling onder identiteitsfraude?

anoniem-pseudoniem-nickname-bijnaam-naam.pngEen lezer vroeg me:

Een aantal weken geleden heb ik mijn werkcomputer aan laten staan, met mijn e-mail ingelogd. Vanaf mijn e-mail heeft iemand in mijn afwezigheid op internet een aankoop gedaan, en ik krijg daar nu een aanmaning van. Het afleveradres is mij onbekend en daar weten ze van geen pakketje. Wat kan ik nu het beste doen?

Het is buitengewoon eenvoudig een bestelling op andermans naam te plaatsen. Als je dan ook nog de factuur naar die ander kunt laten sturen en het pakketje naar iemand bij wie je het makkelijk kunt ophalen, dan is fraude wel heel makkelijk.

Sinds kort is identiteitsfraude strafbaar. Art. 231b Strafrecht bepaalt dat het opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens van een ander gebruiken strafbaar is als je daarmee je eigen identiteit ‘verheelt’ (oftewel verbergt) en die ander nadeel bezorgt. Daar lijkt me wel sprake van bij een bestelling op andermans naam. Je kunt dus aangifte doen.

Ook is hier sprake van oplichting. Er is sprake van wederrechtelijk bevoordelen met gebruikmaking van een valse naam, art. 326 Strafrecht. Echter, daar zit één lastig punt aan: het is de webwinkel die opgelicht is en niet de eigenaar van de werkcomputer. De winkel is immers een product kwijt. Aangifte doen als computereigenaar is dan eigenlijk niet mogelijk.

Zonder te weten wie deze actie heeft uitgehaald, is het lastig zelf juridische actie te ondernemen. Je kunt de winkel aanschrijven en ontkennen de bestelling ooit geplaatst te hebben. De winkel moet dan bewijzen van wel, en een IP-adres of e-mailadres is een tikje mager daarvoor. Waarschijnlijk zal men het gooien op het feit dat het pakket is aangenomen, maar ook dat is formeel natuurlijk geen echt bewijs. Alleen zal de discussie een lastige worden want de winkel zal waarschjnlijk gewoon het incassotraject opstarten. Dus hoe bewijs je dat dit geen smoesje van een wanbetaler is?

Arnoud

Heeft het strafbaar stellen van identiteitsfraude zin?

identity-identiteit-kaart.pngWie zich op internet voor een ander uitgeeft, moet volgens de Tweede Kamer maximaal vijf jaar cel kunnen krijgen. Dat meldde RTL Nieuws gisteren. Identiteitsfraude is op zichzelf niet strafbaar; pas als je iets strafbaars doet mét die identiteit kan een sttrafbaar feit ontstaan, bijvoorbeeld oplichting of smaad. Maar hoe ze dat gaan definiëren en wat de toegevoegde waarde is, ontgaat me.

Identiteitsfraude is al een paar jaar een behoorlijk hot item. Het is immers nogal makkelijk om andermans identiteit aan te nemen en dan dingen te bestellen, rare berichten op forums te plaatsen of anderszins misbruik te maken van die identiteit. Bedenk maar eens hoe veel bedrijven ondertussen een kopietje paspoort van je hebben. Of hoe veel databases je NAW-gegevens en bankrekeningnummer bevatten en hoe makkelijk die kraakbaar zijn; dan is een automatische incasso op internet zo ingevuld.

Maar: al die dingen zijn al strafbaar. Het op valse naam bestellen van spullen of afboeken van geld heet oplichting. Onder iemands naam een goedenaamaantastend bericht plaatsen (“hoi ik ben Henk en ik ben een oplichter”) is smaad. Enzovoorts. In april meldde de minister dan ook dat “een afzonderlijke delictsomschrijving juridisch geen toegevoegde waarde heeft”. Maar de Kamer wil toch graag “iets doen”, en dit is iets dus laten we het maar doen.

Helaas kan ik de Kamerstukken nog niet vinden, maar waarschijnlijk zal het wetsvoorstel gaan werken met deze definitie van identiteitsfraude:

Het opzettelijk (en) (wederrechtelijk of zonder toestemming) verkrijgen, toe-eigenen, bezitten of creëren van valse identificatiemiddelen en het daarmee begaan van een wederrechtelijk gedraging, of het verrichten van een dergelijke handeling met de intentie om daarmee een wederrechtelijke gedraging te begaan.

En dan denk ik gelijk, ja, “om een wederrechtelijke gedraging te begaan”, dat is dan mooi circulair. Het wordt strafbaar iets strafbaars te doen als je daarbij een valse identiteit gebruikt. Wat pak je daarmee aan dat nog niet strafbaar was dan?

Update (9:44) met dank aan de Piratenpartij een link naar het werkelijke voorstel:

?Hij die opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruikt met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van de ander te verhelen of misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Het zou dan voldoende zijn dat ‘enig nadeel’ ontstaat, dat is dus een stuk breder dan “wederrechtelijke gedraging”. (En ‘verhelen’ betekent hier ‘verstoppen, verbergen’ en niet “door heling verhandelen”.)

Ik blijf zitten met onduidelijkheden. Wat is ‘misbruiken’? Onder mijn naam ergens reaguren en en zo mij belachelijk maken? Dan is het wel érg breed. Verder vraag ik me af of een undercoverjournalist nu ook strafbaar is: die bezorgt zijn onderwerp ook nadeel, die komt immers negatief in het nieuws. Of wordt dat dan net als satire en parodie opgelost door te zeggen, het is niet wederrechtelijk?

Zinniger lijkt mij om een strafverzwaring op te nemen bij delicten als oplichting. “Indien het feit begaan wordt gebruikmakend van de identiteit van een ander, wordt de maximale straf verhoogd met 3 jaren” of iets dergelijks. Die constructie kennen we bijvoorbeeld bij smaad en laster. Smaad is strafbaar met maximaal zes maanden cel. Smaadschrift (dus smaad op papier of op internet) is extra strafbaar, een jaar cel. En het heet laster als je wéét dat het niet waar is, twee jaar cel. Op die manier laat je duidelijk zien dat je die varianten van smaad nóg erger vindt. Hetzelfde zou m.i. goed passen bij identiteitsfraude.

Je kunt ook de “wederrechtelijke gedraging” eruit gooien maar dan krijg je allerlei problemen met bv. Twitterparodieaccounts of imitaties op televisie. Dat kun je dan wel weer oplossen door te zeggen dat wanneer sprake is van een legitieme meningsuiting je niet strafbaar bent, maar echt elegant voelt dat niet. Plus, er zullen ook andere situaties zijn. Wat te denken van de identiteit van een overleden of langdurig ziek familielid aannemen om zo zijn Facebook te beheren? Mailen vanuit het account van een zieke collega?

Hebben jullie een suggestie hoe je identiteitsfraude die géén oplichting, smaad of zo is zou kunnen definiëren?

Arnoud

Mag je de inhoud van een verloren portemonnee twitteren?

creditcard-facebookEen lezer vroeg me:

Als ik een portemonnee vind met bankpasjes en dergelijke erin, mag ik dan foto’s daarvan op Twitter (of Facebook) zetten met de vraag wie deze persoon kent? Zo hoop ik dat de portemonnee snel terugkomt bij de originele eigenaar.

Dit lijkt me niet echt verstandig. Door kaartnummers en dergelijke te publiceren, wordt identiteitsfraude wel een stuk gemakkelijker. Zeker in combinatie met een identiteitskaart, waar zelfs iemands BSN op staat.

Welke wet je ermee overtreedt, weet ik niet precies. Aanzetten tot identiteitsfraude (dus medeplichtigheid) lijkt het me niet, daarvoor is vereist dat je opzettelijk handelt. Door nalatigheid kun je geen medeplichtige zijn. Dit nog los van het feit dat het érg moeilijk te bewijzen zal zijn dat een oplichter met juist de gegevens uit die tweet de valse aankoop heeft gedaan.

Een schadeclaim van de betrokkene lijkt me om dezelfde reden moeilijk. Bewijs maar dat de schade door die tweet is veroorzaakt – en daarna graag ook even hoe hoog die schade was.

Heel formeel is het een verwerking van persoonsgegevens, je publiceert immers gegevens gerelateerd aan een persoon in een geautomatiseerd en doorzoekbaar systeem. Die publicatie rechtvaardigen moet dan met een beroep op de eigen dringende noodzaak, namelijk de betrokkene helpen zijn portemonnee terug te krijgen. Dat mag, maar dan mag je niet meer publiceren dan noodzakelijk is voor dat doel.

Praktisch gezien zou ik zeggen, houd het bij een voor- en achternaam en iets bijzonders (visakte, foto van kind met paarse krokodil) waar mensen zichzelf in kunnen herkennen. En je kunt zelfs de overige gegevens gebruiken ter controle dat degene die zich meldt, écht de eigenaar is.

Arnoud

Mag je iemands ware identiteit bekendmaken?

anoniem-pseudoniem-nickname-bijnaam-naam.pngDoxing is de wat merkwaardige internetterm voor “iemands identiteit achterhalen”. Veel mensen op internet zijn anoniem, en het kan dan een sport zijn te achterhalen wie dit werkelijk is. En soms heeft dat vervelende gevolgen voor die persoon, variërend van rare brieven bij de buren of stapels pizza’s tot de buurt moeten ontvluchten.

Het is niet verboden om iemands ware identiteit achter een pseudoniem te onthullen. Dergelijke informatie publiceren valt onder de vrijheid van meningsuiting, ook als de pseudonymous het niet leuk vindt. Pas als er bijkomstige omstandigheden zijn die schade opleveren, zoals dat die persoon vervolgens gevaar loopt, zou je onrechtmatig kunnen handelen.

Het is verboden om iemands ware identiteit achter een pseudoniem te onthullen. Dergelijke informatie maakt deel uit van de persoonlijke levenssfeer, en daar beslist de betrokkene zelf over. Pas als er bijkomstige omstandigheden zijn die publicatie rechtvaardigen, zou de publicatie legaal kunnen zijn. Dergelijke omstandigheden zouden kunnen zijn dat de naam essentieel deel is van een nieuwsfeit.

Ja, ik spreek mezelf tegen hier. Maar dit is wat je altijd krijgt bij botsende grondrechten, in dit geval de uitingsvrijheid versus de privacy. Beiden werken met een “mag, tenzij beperking noodzakelijk” constructie en die kun je niet in één regel samenvatten. De juridisch-pragmatische oplossing is dan de argumenten voor en tegen op een rijtje te zetten en af te wegen, wat voor blogs als deze zeer onbevredigend is want ik heb een hekel aan “dat hangt er van af” maar dat is de enige algemene regel.

Maar Arnoud, in de media vermelden ze toch altijd de namen van verdachten met een initiaal, waarom is dat dan? Nou, dat is niet gebaseerd op een wet. Ooit namen de Nederlandse hoofdredacteuren een vrijwillig besluit om geen volledige namen meer te publiceren, puur zelfregulering dus. De Leidraad van de Raad voor de Journalistiek verbiedt dat journalisten gegevens over verdachten (én veroordeelden) publiceert waarmee deze “eenvoudig kunnen worden geïdentificeerd en getraceerd.” De Leidraad maakt uitzonderingen, onder meer wanneer de naam al algemeen bekend is, maar ook als de betrokkene zelf de openbaarheid zoekt.

Toevallig kwam dit onderwerp aan de orde in een kort geding over een vrouw die publiceerde over de prostitutie onder de schuilnaam Patricia Perquin. De Volkskrant had haar ware identiteit achterhaald en wilde dit in een krantenartikel publiceren, omdat ze wat opmerkelijke feiten had ontdekt. De vrouw spande een kort geding aan, dat ze won omdat de krant onvoldoende onderbouwing had. Maar in een vervolgartikel had men het nodige bewijs op tafel gekregen.

De krant had twaalf argumenten op tafel gelegd, waarvan de meesten de rechter overtuigend voorkomen. Het enige echte tegenargument was dat de publicatie tot bedreigingen en gevaar tegen de vrouw zou leiden. Maar daar zet de rechter zijn twijfels bij, vooral omdat ze al eerder zelf aan een radioprogramma had meegewerkt zonder te eisen dat haar stem werd vervormd. Als je dat doet dan neem je al een risico, dus kennelijk viel het wel mee met dat gevaar. Ook speelde mee dat ze zelf de publiciteit had gezocht – iemand uit de anonimiteit trekken is ernstiger dan een populaire anonymous ontmaskeren.

Ook werd de Wbp weer eens in stelling gebracht tegen de persvrijheid, maar ook dat mocht niet baten. De rechter bepaalt allereerst dat er geen sprake is van een geautomatiseerde verwerking, en ziet vervolgens de persexceptie en houdt dan op met lezen. Jammer, eigenlijk had hier toch echt een expliciete afweging van de “dringende noodzaak” moeten plaatsvinden.

Stelling: het is onmogelijk op internet te publiceren zonder traceerbaar te zijn.

Arnoud

De legaliteit van het Lichtbildausweis

lichtbildausweisEen lezer vroeg me:

Vorig jaar ontstond enige opschudding toen bleek dat Brenno de Winter met een Lichtbildausweis overal binnenkwam. Nu wil ik er ook eentje bestellen, maar is het strafbaar om zo’n nepbewijs te gebruiken?

Er is geen wetsartikel dat in het algemeen het hebben of tonen van een stuk gelamineerd plastic met je foto erop verbiedt. Een Lichtbildausweis (de term betekent gewoon ‘foto-identiteitsbewijs’) is dus op zich legaal om te maken en te hebben, en te showen als je daar zin in hebt. Er moeten aanvullende omstandigheden zijn rond het gebruik die het strafbaar kunnen maken.

Het meest algemene wetsartikel dat in de buurt komt, is valsheid in geschrifte (art. 225 Sr):

een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken

Maar zolang alle gegevens echt zijn, zie ik niet hoe je dit wetsartikel kunt overtreden omdat het geschrift gelamineerd is en “Lichtbildausweis” vermeldt. Zou je er een functie of bevoegdheid op vermelden die je niet hebt (denk aan een nep-bankmedewerkerskaart) dan schend je wél dit artikel. Staat er iets vals op (bv. een nepadres) en gebruik je het om spullen te bestellen, dan is dat een vorm van oplichting wanneer je daarmee hoopt niet te hoeven betalen.

Als de kaart bestemd is voor het doen van betalen of toegang krijgen tot een dienst, dan valt dat onder “vervalsen van betaalkaarten” (art. art. 232 Sr). Denk aan een nep-toegangspas voor een pretpark of een zelfgemaakte kortingskaart waarmee je de cassière probeert te verleiden tot een prijsverlaging. Dit zou ook oplichting zijn trouwens.

Specifiek voor identiteitskaarten relevant is art. art. 231 Sr:

een reisdocument valselijk opmaakt of vervalst, of een zodanig stuk op grond van valse gegevens doet verstrekken

In beide situaties gaat het om “valselijk opmaken of vervalsen”, wat in principe betekent namaken of van valse gegevens voorzien. Een rijbewijs valselijk voorzien van een andere categorie rijvaardigheid is dus strafbaar onder deze twee artikelen. Ook een identiteitsbewijs valt overigens hieronder. Maar een zelfverzonnen categorie kaarten die je identiteit vermelden, valt niet onder een “reisdocument” want daarmee wordt verwezen naar officiële documenten.

Spannend wordt het wanneer het ausweis toch enigszins lijkt op een echt legitimatiebewijs, want daarvoor is artikel 440 Strafrecht bedacht:

Hij die drukwerken of andere voorwerpen in een vorm die ze op munt- of bankbiljetten, (..) of op reisdocumenten doet gelijken

Van gelijken is sprake als het moeilijk van een reisdocument van een bepaald land is te onderscheiden, zo blijkt uit de parlementaire geschiedenis. Hetzelfde geldt voor geld, overigens. Dit is dan ook de voornaamste reden waarom bij het afbeelden van bankbiljetten de kleur vaak wordt aangepast. Je zult dus een duidelijk afwijkend ontwerp moeten maken, en dan nog zou een creatieve officier van justitie kunnen betogen dat het woord “Ausweis” en het feit dat er een naam + foto op staat, hem al doet “gelijken” op een identiteitskaart. Maar daar zou ik tegenover stellen dat dan monopoliegeld óók strafbaar zou zijn.

Mogelijk krijg je ook een probleem als een agent je sommeert je te legitimeren onder de Wet op de identificatieplicht:

Een ieder die de leeftijd van veertien jaar heeft bereikt, is verplicht op de eerste vordering van een ambtenaar als bedoeld in artikel 8a van de Politiewet 1993, een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 ter inzage aan te bieden. Deze verplichting geldt ook indien de vordering wordt gedaan door een toezichthouder.

Het lichtbildausweis staat niet in dat artikel 1. Laat je dat ding zien, dan heb je niet voldaan aan een ambtelijk gegeven bevel, en dat is strafbaar. Het komt me wel érg flauw over als een agent in eerste instantie de kaart accepteert, en nadat hij is uitgelachen door z’n collega’s je alsnog gaat vervolgen onder dit artikel.

Bij private organisaties is er geen wettelijke plicht om je te identificeren, afgezien van de werkgever en enkele speciale gevallen. Wil men toch een legitimatie zien (wat ik laatst moest toen ik een aankoop retour wilde geven, eh wat) dan is het niet verboden om daar je lichtbildausweis te gebruiken. In het ergste geval levert dat contractuele wanprestatie op, namelijk wanneer in de algemene voorwaarden staat dat een wettelijk erkend legitimatiebewijs gebruikt moet worden.

Iets anders kan ik zo niet bedenken. Jullie wel? In welke situaties zou het vervelend/lastig/ongewenst zijn als mensen een nepkaartje laten zien waar wél gewoon hun eigen gegevens op staan, zonder valse pretenties over bevoegdheden of rechten?

Arnoud