Het verstrekken van onjuiste informatie aan een consument is een oneerlijke handelspraktijk, ook als het gaat om één mededeling aan één persoon in een helpdeskgesprek. Dat bepaalde het Hof van Justitie onlangs (zaak C-388/13) in een zaak tussen een consument en een kabelbedrijf. Hiermee wordt het eenvoudiger voor consumenten om hun schade door zulke informatie te verhalen op het bedrijf.
Sinds een tijdje hebben we meer regels in de wet die bepalen wanneer een “handelspraktijk” oneerlijk is en dus niet toegestaan. Dit gaat verder dan bijvoorbeeld oplichting of bedreiging: kort gezegd moet je als handelaar handelen zoals een fatsoenlijk handelaar zou doen. Doe je dat niet, dan kan de consument je op de schade aanspreken en soms zelfs de overeenkomst annuleren.
In deze zaak had een consument bij kabelbedrijf UPC een opzegging aangevraagd. Hij wilde weten per wanneer dat kon, en kreeg te horen dat hij per 10 februari kon opzeggen. Dat bleek 10 januari te moeten zijn geweest, een slordig typefoutje dat meneer echter wel 5243 Hongaarse forint moest kosten. € 17,60 maar het gaat om het principe, want hij had al een ander abonnement elders afgesloten.
Bij de rechter verweerde UPC zich onder meer met het argument dat de wet over handelspraktijk niet geldt bij één-op-één communicatie, maar alleen voor openbare mededelingen. Zeg maar oneerlijke reclame, algemene aanprijzingen, informatie in folders, zulke dingen.
Gezien het doel van de wet – consumentenbescherming – is het Hof van Justitie daar snel klaar mee:
37 Gelet op het voorgaande moet de verstrekking van informatie die, zoals in het hoofdgeding, geschiedt door de klantenservice van een onderneming met betrekking tot een kabeltelevisieabonnement van een particulier worden geacht te vallen onder het begrip „handelspraktijk” in de zin van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken.
(Ik zou zelf nog sneller klaar zijn: “Welles.” Maar ik ben dan ook geen Europees Hof.)
Het doet er ook niet toe dat de consument deze informatie uit andere bronnen had kunnen verkrijgen, zoals door zijn contract door te spitten of via Mijn UPC te zien wat de status was. Als je de helpdesk belt, dan moet die correcte informatie geven.
Vervolgens is natuurlijk de vraag: wat voor gevolg heeft dit? Dat staat niet in de Europese richtlijn. Daar hebben ze alleen gezegd dat die ‘verboden’ zijn, en dat elk land zelf moet bepalen welke gevolgen ze eraan willen koppelen.
Volgens Nederlands recht is het onrechtmatig om een oneerlijke handelspraktijk te plegen (art. 6:193b BW), dus je kunt je schade verhalen op de leverancier. En als de oneerlijke handelspraktijk de reden was waarom je de overeenkomst sloot, dan is de overeenkomst vernietigbaar (art. 6:193j BW). Dat laatste is hier niet aan de orde, want de overeenkomst liep al langer en het was alleen de opzegging die nu vertraagd werd.
Arnoud