Iraanse nucleaire onderzoekers mogen geen iPhone gebruiken

Tijdens wat graven naar de legaliteit van je iPhone unlocken bekeek ik ook de EULA van het ding. En wat zie ik in artikel 8:

You also agree that you will not use the iPhone Software or the iPhone Software Updates for any purposes prohibited by United States law, including, without limitation, the development, design, manufacture or production of missiles, nuclear, chemical or biological weapons.

Nou zijn EULA’s (gebruiksovereenkomsten) natuurlijk grotendeels een copy & paste kwestie, maar een beetje opletten wat je copy’t zou wel fijn zijn, collega’s.

Arnoud

Exclusieve licenties maak je niet zo

Ik had er nog nooit van gehoord, maar Willem Karssenberg wees me op MaakJeZo.nl:

Ontdek hier hoe je een lamp nieuw leven in blaast, pasta bereidt of de auto winterklaar maakt. Op MaakJeZo.nl lees je in stappen hoe je dit doet. Leer van anderen en draag bij! Heb jij een geweldig MaakJeZo idee? Meld je aan en deel het met iedereen op MaakJeZo.nl.

Nu heb ik geen auto, eet ik magnetronmaaltijden en heb ik als Philips-medewerker natuurlijk eeuwigdurende gloeilampen in huis, maar leren en delen van kennis vind ik altijd leuk. Eerst even kijken wat de voorwaarden zijn:

Door akkoord te gaan met deze voorwaarden, geef je MaakJeZo.nl voor altijd toestemming en een exclusieve licentie om het door jou ingestuurde materiaal of een gedeelte daarvan openbaar te maken en te verveelvoudigen.

Exclusief? Grapjassen. Dat betekent twee dingen:

  1. Je mag het materiaal aan niemand anders meer geven.
  2. Je mag het materiaal zelf niet meer gebruiken zonder toestemming van MaakJeZo.

Over alles valt te onderhandelen, maar hier zou ik toch wel een flinke tegenprestatie voor willen krijgen.

Bovendien:

De licentie verplicht MaakJeZo.nl tot niets. In het bijzonder heeft MaakJeZo.nl niet de verplichting het materiaal te publiceren of verder te exploiteren.

Wat nu als MaakJeZo geen zin heeft in publiceren of andere exploitatie? Dan gebeurt er helemaal niets meer met het werk. Want zelf mag je het niet meer publiceren. Je mag niemand anders een licentie geven. En je mag zelfs de licentie aan MaakJeZo niet opzeggen (“voor altijd” stond er tenslotte). Het blijft dan voor eeuwig “op de plank” liggen.

Een exclusieve licentie hoort dan ook een verplichting tot exploitatie door de licentienemer te bevatten, of op zijn minst een bepaling dat de exclusiviteit vervalt als de licentienemer na een zekere tijd onvoldoende gebruik maakt van de licentie.

Arnoud

Geen PDF voor massavernietigingswapens

Ook informatierecht: in hoeverre moet een bedrijf de inzet van haar software bij de ontwikkeling van massavernietigingswapens tegengaan? Een lastige voor de juristen, maar Adobe doet haar best. Wie Acrobat wil downloaden, moet deze vragen beantwoorden:

Een verstandige zet, want elke handleiding is in PDF tegenwoordig. En als de terroristen liegen, kan Adobe ze wegens contractbreuk aanpakken. Dat zal ze leren.

Via The Register.

Arnoud

Voor de algemene voorwaarden, zie onze website

Juristen die de bovenstaande titel lezen, worden spontaan zenuwachtig. De regels over algemene voorwaarden zijn streng. Geen stuk papier met de algemene voorwaarden meegegeven? Dan zijn ze niet geldig. Gewoon verwijzen naar de Kamer van Koophandel of aanbieden dat je ze op verzoek opstuurt, mag alleen als het echt onredelijk is om te verlangen dat dat stuk papier wordt afgegeven.

Een website-adres (URL) noemen is tegenwoordig echter hetzelfde als een stuk papier overhandigen, zo besliste onlangs de Rechtbank Haarlem. Daarmee zou het niet langer nodig zijn om algemene voorwaarden ter hand te stellen bij het sluiten van een overeenkomst. Dat lijkt mij onwenselijk en bovendien juridisch onjuist.

Het uitgangspunt is duidelijk. Aan algemene voorwaarden zit je snel vast, ook als je ze niet gelezen hebt. Maar de gebruiker moet wel aan de wederpartij een redelijke mogelijkheid hebben geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Anders zijn deze vernietigbaar, zo zegt art. 6:233 (weet u nog van Planet). Wel zo eerlijk; je moet tenslotte weten waar je voor tekent. En dat papieren exemplaar dient als bewijs.

Artikel 6:234 noemt vier manieren waarop je die redelijke mogelijkheid kunt bieden:

  1. Je geeft ze op een stuk papier aan de wederpartij voor of bij het sluiten van de overeenkomst.
  2. Als dat echt niet praktisch is, zoals bij de supermarkt, dan wijs je de wederpartij er voor of bij het sluiten van de overeenkomst op dat ze bij de Kamer van Koophandel of de rechtbank liggen, en bied je aan ze een kopie te sturen.
  3. Als het een elektronische overeenkomst is, dan zet je de tekst leesbaar en downloadbaar online zodanig dat de wederpartij ze voor of bij het sluiten van de overeenkomst kan lezen.
  4. Als het een elektronische overeenkomst is, en de vorige optie is toch echt niet praktisch (denk aan een overeenkomst via SMS), dan meld je waar ze staan en bied je aan ze een kopie te sturen, eventueel per e-mail.
Deze regels zijn duidelijk en overzichtelijk. Geef een stuk papier, tenzij dat echt niet kan en meld dan dat je ze zult opsturen als iemand dat wil. En dan bedoelen we dus als dat echt niet kan. Doe je het elektronisch, toon dan gewoon de tekst, en geen flauwekul met rare iframes of niet-kopieerbare PDF-bestanden. Heb je geen ruimte voor die tekst, link er dan naar. Kan zelfs dat niet, dan willen we graag weten wat je aan het doen bent, maar zeg dan in ieder geval waar ze staan.

De hoofdregel is en blijft “geef een stuk papier”. Doe je dat niet, en heb je geen goede uitleg waarom niet, dan worden je algemene voorwaarden vernietigd. Zie bijvoorbeeld LJN AW4154:

Het moet er derhalve voor gehouden worden dat Rialto aan [geïntimeerde] niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen, nu de in artikel 6:234 lid 1 aanhef en sub a BW genoemde handelwijze niet is benut en Rialto niet heeft aangegeven waarom dit redelijkerwijs niet mogelijk was. Met name gelet op deze laatstgenoemde omstandigheid kan het Rialto niet baten dat zij de in dat artikel sub b genoemde handelwijze heeft toegepast.

En uit het HR-arrest Geurtzen/Kampstaal blijkt dat dit wel degelijk een uitputtende lijst is. Voldoe je niet aan een van deze vier, dan zit je fout. De enige ‘escape’ is als de wederpartij wist van de algemene voorwaarden, ook al waren ze niet ter hand gesteld bij de overeenkomst. Bijvoorbeeld als je meerdere malen overeenkomsten sluit met steeds dezelfde algemene voorwaarden (zie het Hoge-Raad arrest van 6 april 2001, LJN AB0901). De wederpartij mag dan bekend geacht te zijn met die algemene voorwaarden.

Het bewijs ligt bij de gebruiker van de voorwaarden; die moet aantonen dat hij die redelijke mogelijkheid heeft geboden. Iets wat Scarlet in juli niet lukte trouwens.

In deze zaak werden er geen stukken papier uitgewisseld. De gedaagde had alleen deze mededeling bij de offerte geplaatst:

Op de dienstverlening zijn Algemene leveringsvoorwaarden van toepassing […]. Deze Algemene leveringsvoorwaarden vindt u op www.marijnontwerp.nl en worden u op verzoek onmiddellijk verstrekt.

Het ging hier om een schriftelijke offerte voor een grafisch ontwerp. Dat is geen elektronische overeenkomst, dus in principe had de ontwerper gewoon de voorwaarden op een stuk papier moeten afgeven. Een ontwerper is geen Albert Heijn, dus het excuus dat “dit redelijkerwijs niet mogelijk is” gaat voor hem niet op. Daarmee gaat artikel 6:234 dus niet op. Zou je denken.

Want wat zegt de rechter:

Het gebruik van het internet is in het huidige tijdsgewricht inmiddels zodanig ingeburgerd, dat het op elektronische wijze beschikbaar stellen van algemene voorwaarden naar het oordeel van de kantonrechter gelijkwaardig geacht kan worden aan de feitelijke terhandstelling daarvan als genoemd in artikel 6:234 lid 1 sub BW. (…) Nu door [gedaagde] geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat het hem onmogelijk was om via het internet kennis te nemen van de door [eiseres] gehanteerde algemene voorwaarden, leidt het voorgaande ertoe dat zijn beroep op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden geen effect kan sorteren.

Met andere woorden, een website-adres (URL) noemen is gelijkwaardig aan een stuk papier overhandigen, en daarmee is voldaan aan de eis dat er een stuk papier moet worden overhandigd.

Dat is toch echt niet de bedoeling. Ter hand stellen is ter hand stellen, en niet wuiven naar een website. En het rare is, als het een elektronische overeenkomst was geweest, had de gebruiker bij het sluiten van de overeenkomst een link naar de voorwaarden zelf (en niet naar de hoofdpagina) moeten tonen, op een zodanige manier dat je die kon opslaan ook nog. En hier is het genoeg om te verwijzen naar een mystery meat hoofdpagina, waarbij je maar moet weten dat “leveringsvoorw.” de algemene voorwaarden zijn. We mogen denk ik blij zijn dat de voorwaarden in een PDF staan en niet in een dansende Flash-animatie.

Update (6 december 2009): een lezer wees in de comments op dit arrest met daarin de overweging

Hutten heeft aangevoerd dat [gedaagde sub1] en [gedaagde sub 2] – zoals in de overeenkomst is vermeld – de algemene voorwaarden ook op haar website konden raadplegen. Dit maakt echter nog niet dat Hutten daarmee aan [gedaagde sub1] en [gedaagde sub 2] – in de zin van artikel 6:233 sub b BW – een redelijke mogelijkheid heeft geboden om kennis te nemen van de algemene voorwaarden. Dat zou anders zijn als het redelijkerwijs niet mogelijk was de algemene voorwaarden aan [gedaagde sub1] en [gedaagde sub 2] ter hand te stellen en dat is niet gesteld of gebleken.

(Bedankt voor de tip, Arnout)

Arnoud

Planet is het oneens met Steven Ras

Voorwaarden Planet zijn vernietigbaar, kopt Nu.nl. Ze citeren Planet, die het uiteraard niet eens is met Steven Ras:

Volgens woordvoerster Eke Wolters van Planet zijn de juristen van het bedrijf het niet met Ras’ interpretatie eens. Klanten kunnen de voorwaarden bij aanmelding lezen, en elders op de site zijn ze wel te downloaden. “Er staan overigens geen rare dingen in die voorwaarden”, verzekert ze.

Misschien moeten die juristen de wet nog een keertje lezen.

De gebruiker (Planet dus) heeft aan de wederpartij (de klant) de algemene voorwaarden adequaat aangeboden] indien hij de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij langs elektronische weg ter beschikking heeft gesteld op een zodanige wijze dat deze door hem kunnen worden opgeslagen en voor hem toegankelijk zijn ten behoeve van latere kennisneming (6:234 BW).

De voorwaarden moeten dus bij het sluiten van de overeenkomst beschikbaar gesteld worden op een zodanige manier dat je ze kunt opslaan. Er staat “dat ze kunnen worden opgeslagen EN later toegankelijk zijn”. Dat is toch echt wat anders dan “u kunt ze nu lezen en ergens anders staan ook nog voorwaarden die u kunt downloaden”. Je moet als klant de versie waar je mee akkoord gaat kunnen opslaan. Lijkt mij logisch. Die versie “elders op de site” kan best veranderen over drie maanden. Of over vijf minuten. Ik ga akkoord met wat ik gelezen en opgeslagen heb, niet met iets “elders”.

Trouwens, komt die kop u bekend voor? Mij ook. Mooi toeval. Leuk dat mensen je blog lezen, maar als ze de strekking overnemen in een eigen artikel, zou een linkje wel zo leuk zijn. Afijn.

Arnoud

Algemene voorwaarden Planet Internet niet bindend

Internetprovider Planet biedt haar algemene voorwaarden op de verkeerde manier aan, waardoor een klant deze bij de rechter ongeldig kan laten verklaren. Tot deze opmerkelijke conclusie komt Steven Ras van ICTRecht in zijn rubriek op ISPam.nl. De vraag van deze week was: Hoe stel je algemene voorwaarden langs elektronische weg ter beschikking?

Kort gezegd moet je algemene voorwaarden vooraf of bij het sluiten van de overeenkomst overhandigen. Ja, op papier. De uitzondering is bij elektronische overeenkomsten. Dan is het genoeg om ze elektronisch beschikbaar te stellen. Maar daarbij geldt dan wel de extra eis dat de wederpartij de algemene voorwaarden op kan slaan. En daar gaat Planet de fout in:

Planet Internet maakt de algemene voorwaarden toegankelijk middels een tekstveld. Daarmee is aan het eerste vereiste voldaan. De wederpartij krijgt bij Planet Internet niet de mogelijkheid om de algemene voorwaarden te downloaden. Natuurlijk is het wel mogelijk om de tekst te selecteren en vervolgens naar WORD te kopiëren en op te slaan. Naar mijn mening mogen dergelijke handelingen niet van een wederpartij worden verwacht. Planet Internet voldoet dan ook niet aan het tweede vereiste van artikel 6:234, lid 1 sub c BW. Het gevolg voor Planet Internet is dat de wederpartij een beroep kan doen op vernietiging van bepaalde bedingen uit de algemene voorwaarden.

Eerder signaleerde Ras dezelfde problematiek bij de OTTO-voorwaarden (u weet wel, de LCD-TV van 99 euro).

Arnoud

Contract eenzijdig aanpassen mag niet zomaar (goh)

Amerikaans Internetrecht met een hoog “duh” gehalte: een bedrijf mag overeenkomsten niet eenzijdig aanpassen door simpelweg aangepaste voorwaarden op de website te zetten, zo besliste het 9e Hof van Beroep onlangs.

Eenzijdig aanpassen van voorwaarden mag in Nederland op zich wel, mits aan twee voorwaarden is voldaan.

Ten eerste moet in de oorspronkelijke overeenkomst zijn afgesproken dat de partij in kwestie het recht heeft om de voorwaarden eenzijdig aan te passen. Staat dat nergens, dan mogen de voorwaarden alleen worden aangepast als beide partijen daarmee instemmen.

Ten tweede moet de wederpartij in dat geval het recht hebben de overeenkomst op te zeggen. Dit blijkt uit de wettelijke regeling omtrent algemene voorwaarden: een beding dat een partij het recht geeft de overeenkomst zomaar te wijzigen, wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn (art. 6:237 sub C BW). Bij een overeenkomst tussen twee (grote) bedrijven ligt dit anders. Als die met elkaar willen afspreken dat de een zomaar de overeenkomst mag aanpassen, dan mag dat. Je zou alleen wel gek zijn als bedrijfsjurist als je daarmee instemde.

En natuurlijk moet je het wel meedelen aan de wederpartij. Je kunt ook in Nederland niet volstaan met een aanpassing op je website. Je zult echt de mensen individueel aan moeten schrijven met de nieuwe voorwaarden.

Arnoud

Nieuw op Jurofoon: Wat zijn je rechten als slachtoffer van phishing?

Een nieuw artikel op de juridische helpdesk Jurofoon over de rechten van slachtoffers van phishing, een vorm van oplichting waarbij men probeert inloggegevens voor webwinkels of internetbanken los te krijgen. Meer over phishing in de special van Planet en ook nog praktische tips bij XS4All. Maar wat kun je doen als je toch slachtoffer bent geworden van zo’n truc, en geld kwijt bent geraakt?

Banken zijn niet gauw geneigd om de schade te vergoeden als de klant beweert dat zijn pinpas is kwijtgeraakt en criminelen vervolgens daarmee hebben kunnen pinnen. Uit het feit dat de crimineel de pinpas met bijbehorende pincode kon bemachtigen leidt de bank af dat de klant zelf onzorgvuldig is geweest. Met een verwijzing naar de algemene voorwaarden wijst de bank vervolgens aansprakelijkheid af.

Wat zijn je rechten als slachtoffer van phishing?

Arnoud

Kan SIDN persoonsgebonden domeinnamen wel opheffen?

Bram Heerink, inderdaad die van 112.nl, maakt zich boos over de geplande opheffing van de persoonsgebonden domeinnamen. Hij citeert artikel 13 lid 2 van het Reglement voor registratie van .nl-domeinnamen:

SIDN stelt de domeinnaamhouder rechtstreeks en/of via de betrokken Deelnemer op de hoogte van haar voorgenomen besluit het gebruik van de Domeinnaam te ontzeggen en de registratie daarvan in het Register door te halen.

en signaleert dan een gapend gat in de wet:

Want stel nu eens dat rechtsgeldig zou zijn, dat zou betekenen dat met een briefje van de SIDN alle domeinnamen in het register kunnen worden opgeheven. Dat geldt niet alleen voor persoonsdomeinnamen dat geldt voor alle domeinnamen. Het Register maakt hier immers helemaal geen onderscheid. Dat geldt dus ook voor nu.nl, abnamro.nl, gay.nl, microsoft.nl, postbank.nl, google.nl. Volgens het reglement volstaat een kennisgeving van de SIDN met het bericht dat de domeinnaam vervalt.

Een terechte zorg. Wat mij nog steeds niet duidelijk is, is welke grond uit het reglement SIDN wil gaan hanteren om de persoonsgebonden domeinnamen op te heffen. Artikel 13.2 is immers de procedure, en die kan alleen gebruikt worden als een grondslag voor opheffing uit artikel 13.1 van toepassing is. Een contract mag je alleen opheffen (ontbinden) op de manier die in het contract staat, tenzij er sprake is van een tekortkoming in de nakoming bij je wederpartij.

Artikel 13.1 van het Reglement zegt dat opheffing alleen kan als

(a) SIDN terzake een authentiek afschrift van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard of een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van een Nederlandse rechtbank of een arbitraal vonnis van het Scheidsgerecht Domeinnamen heeft ontvangen, waarbij Opheffing wordt bevolen;<br/> (b) het contract tussen de betrokken Deelnemer en SIDN eindigt of beëindigd wordt;<br/> (c) de Domeinnaamhouder niet langer door een Deelnemer vertegenwoordigd wordt;<br/> (d) de Domeinnaamhouder om opheffing van de (Persoons)Domeinnaam verzoekt;<br/> (e) het Registratiecontract tussen de Domeinnaamhouder en SIDN beëindigd wordt;<br/> (f) de (Persoons)Domeinnaam niet (langer) blijkt te voldoen aan de door SIDN gestelde Technische eisen en niet binnen een door SIDN te stellen termijn wel aan de Technische eisen voldoet.

Opties (a), (c) en (d) zijn duidelijk niet van toepassing. Ook optie (f), de technische eisen, lijken me niet op te gaan. Het systeem werkt gewoon, dat er slechts 500 gebruikers zijn op een totaal van 2,4 miljoen .nl-domeinnamen is geen technisch probleem.

Dan blijven opties (b) en (e) over. (b) gaat over de Deelnemer, de provider dus, die zijn contract met SIDN opzegt. Wederom niet van toepassing. Kan SIDN dan het Registratiecontract met de eigenaar van de Persoonsdomeinnaam opzeggen? Alleen, zo bepaalt artikel 14 van dat contract, “in de in het Reglement beschreven gevallen.” En dan zijn we weer terug bij de opsomming hierboven.

Bovendien hebben we hier te maken met een contract tussen SIDN en een natuurlijke persoon, want het gaat immers om persoonsgebonden domeinnamen. En dan zegt de wet (art. 6:237 sub d) dat een algemene voorwaarden zoals deze vermoed wordt onredelijk bezwarend te zijn als het

de gebruiker van zijn gebondenheid aan de overeenkomst bevrijdt of hem de bevoegdheid daartoe geeft anders dan op in de overeenkomst vermelde gronden welke van dien aard zijn dat deze gebondenheid niet meer van hem kan worden gevergd

Welk artikel SIDN dus ook aandraagt, SIDN zal moeten aantonen dat het laten voortduren van de persoonsgebonden domeinnamen niet meer redelijkerwijs van haar kan worden gevergd.

UPDATE: (1 augustus) op ISPam.nl meldt Arnout Veenman in de comments:

Op dit moment heeft SIDN naast het reguliere DRS (Domein Registratie Systeem) voor persoonsdomeinnamen er nog een apart systeem naast draaien. Dat zou de belangrijkste reden zijn waarom SIDN van de persoonsdomeinnamen af wil.

En dat zou wellicht een overtuigende dwingende reden zijn.

Arnoud

Algemene voorwaarden van Internetproviders

Wanneer gelden de algemene voorwaarden van Internetproviders? Deze vraag was van belang in een recent geschil tussen het bedrijf Pander Consultancy en Internetprovider Scarlet (Planet). Pander had een zakelijke ADSL-verbinding afgenomen, maar wilde deze al snel weer opzeggen. Dat gaf de nodige problemen, waardoor Pander vijfentwintig werkdagen zonder internetverbinding heeft moeten werken en zo schade opliep. In de algemene voorwaarden van Scarlet werd aansprakelijkheid voor zulke schade echter uitgesloten. Kon Scarlet zich daarop beroepen?

Juridisch gezien is een Internetabonnement hetzelfde als elk ander contract. De ene partij betaalt een zeker bedrag, en de ander levert een dienst. In dit geval dus toegang tot Internet. Daarbij gelden natuurlijk regels, die in algemene voorwaarden vastgelegd zijn. Niet iedereen leest ze, maar deze ‘kleine lettertjes’ gelden ook als de wederpartij ze niet gelezen heeft bij het afsluiten van het contract. De enige eis is dat de gebruiker (Scarlet dus) de wederpartij (Pander) een redelijke mogelijkheid moet hebben geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen (art. 6:233(b) BW).

Maar, zo vertelde Pander, dat was nooit gebeurd:

De accountmanager van Scarlet, A, [is] op 23 maart 2005 bij haar langsgeweest om de overeenkomsten op te stellen en te ondertekenen. Zij heeft op dat moment aan A gevraagd haar een exemplaar te verstrekken van de door Scarlet gehanteerde algemene voorwaarden. A beschikte echter niet over een exemplaar van de algemene voorwaarden. Op het verzoek van Pander nadien alsnog een afschrift toe te zenden, zou A hebben toegezegd dat te zullen doen, doch Pander heeft nooit een exemplaar van Scarlet ontvangen, aldus Pander.

Verwarrend daarbij was wel dat Pander het contract vervolgens heeft getekend met daarin de zin “Door ondertekening van deze overeenkomst verklaart u de algemene voorwaarden van Scarlet ontvangen en geaccepteerd te hebben.”

Was dat nu genoeg om aan te nemen dat de voorwaarden toch gelden? Nee, oordeelt de rechter, de gebruiker (Scarlet) moet concreet aangeven wanneer en op welke wijze aan de wederpartij een afschrift van de algemene voorwaarden ter hand is gesteld. Het was dus aan Scarlet om meer feitelijke gegevens te verschaffen omtrent het ter hand stellen van de algemene voorwaarden. Maar:

Zij heeft dit echter niet gedaan, maar heeft volstaan met aan te voeren dat haar accountmanagers altijd een setje documenten, waaronder de algemene voorwaarden, mee zouden nemen.

En die zin uit het contract dan, waarin Pander zegt ze te hebben ontvangen?

Deze standaardbepaling is slechts een fictieve verklaring omtrent de kennisneming van de algemene voorwaarden en kan niet worden aanvaard als een nadere uitzondering waarmee aan het door de wetgever beoogde uitgangspunt van terhandstelling kan worden voorbijgegaan.

Kortom, Scarlet heeft niet bewezen dat Pander werkelijk de algemene voorwaarden heeft gehad. Daarom worden ze niet bindend verklaard. En omdat een provider gewoon aansprakelijk is voor schade bij een niet-werkende verbinding, zou Scarlet op moeten draaien voor die 25 dagen. Ware het niet dat Pander onvoldoende onderbouwd had waarom hij die schade had geleden. Daarom oordeelde de rechter dat Pander nu eerst met die onderbouwing moet komen, zodat hij daarna kan bepalen of en hoe veel schade voor de rekening van Scarlet gaat komen.

Arnoud