Juristen die de bovenstaande titel lezen, worden spontaan zenuwachtig. De regels over algemene voorwaarden zijn streng. Geen stuk papier met de algemene voorwaarden meegegeven? Dan zijn ze niet geldig. Gewoon verwijzen naar de Kamer van Koophandel of aanbieden dat je ze op verzoek opstuurt, mag alleen als het echt onredelijk is om te verlangen dat dat stuk papier wordt afgegeven.
Een website-adres (URL) noemen is tegenwoordig echter hetzelfde als een stuk papier overhandigen, zo besliste onlangs de Rechtbank Haarlem. Daarmee zou het niet langer nodig zijn om algemene voorwaarden ter hand te stellen bij het sluiten van een overeenkomst. Dat lijkt mij onwenselijk en bovendien juridisch onjuist.
Het uitgangspunt is duidelijk. Aan algemene voorwaarden zit je snel vast, ook als je ze niet gelezen hebt. Maar de gebruiker moet wel aan de wederpartij een redelijke mogelijkheid hebben geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Anders zijn deze vernietigbaar, zo zegt art. 6:233 (weet u nog van Planet). Wel zo eerlijk; je moet tenslotte weten waar je voor tekent. En dat papieren exemplaar dient als bewijs.
Artikel 6:234 noemt vier manieren waarop je die redelijke mogelijkheid kunt bieden:
- Je geeft ze op een stuk papier aan de wederpartij voor of bij het sluiten van de overeenkomst.
- Als dat echt niet praktisch is, zoals bij de supermarkt, dan wijs je de wederpartij er voor of bij het sluiten van de overeenkomst op dat ze bij de Kamer van Koophandel of de rechtbank liggen, en bied je aan ze een kopie te sturen.
- Als het een elektronische overeenkomst is, dan zet je de tekst leesbaar en downloadbaar online zodanig dat de wederpartij ze voor of bij het sluiten van de overeenkomst kan lezen.
- Als het een elektronische overeenkomst is, en de vorige optie is toch echt niet praktisch (denk aan een overeenkomst via SMS), dan meld je waar ze staan en bied je aan ze een kopie te sturen, eventueel per e-mail.
Deze regels zijn duidelijk en overzichtelijk. Geef een stuk papier, tenzij dat echt niet kan en meld dan dat je ze zult opsturen als iemand dat wil. En dan bedoelen we dus als dat
echt niet kan. Doe je het elektronisch, toon dan gewoon de tekst, en geen flauwekul met rare iframes of niet-kopieerbare PDF-bestanden. Heb je geen ruimte voor die tekst, link er dan naar. Kan zelfs dat niet, dan willen we graag weten wat je aan het doen bent, maar zeg dan in ieder geval waar ze staan.
De hoofdregel is en blijft “geef een stuk papier”. Doe je dat niet, en heb je geen goede uitleg waarom niet, dan worden je algemene voorwaarden vernietigd. Zie bijvoorbeeld LJN AW4154:
Het moet er derhalve voor gehouden worden dat Rialto aan [geïntimeerde] niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen, nu de in artikel 6:234 lid 1 aanhef en sub a BW genoemde handelwijze niet is benut en Rialto niet heeft aangegeven waarom dit redelijkerwijs niet mogelijk was. Met name gelet op deze laatstgenoemde omstandigheid kan het Rialto niet baten dat zij de in dat artikel sub b genoemde handelwijze heeft toegepast.
En uit het HR-arrest Geurtzen/Kampstaal blijkt dat dit wel degelijk een uitputtende lijst is. Voldoe je niet aan een van deze vier, dan zit je fout. De enige ‘escape’ is als de wederpartij wist van de algemene voorwaarden, ook al waren ze niet ter hand gesteld bij de overeenkomst. Bijvoorbeeld als je meerdere malen overeenkomsten sluit met steeds dezelfde algemene voorwaarden (zie het Hoge-Raad arrest van 6 april 2001, LJN AB0901). De wederpartij mag dan bekend geacht te zijn met die algemene voorwaarden.
Het bewijs ligt bij de gebruiker van de voorwaarden; die moet aantonen dat hij die redelijke mogelijkheid heeft geboden. Iets wat Scarlet in juli niet lukte trouwens.
In deze zaak werden er geen stukken papier uitgewisseld. De gedaagde had alleen deze mededeling bij de offerte geplaatst:
Op de dienstverlening zijn Algemene leveringsvoorwaarden van toepassing […]. Deze Algemene leveringsvoorwaarden vindt u op www.marijnontwerp.nl en worden u op verzoek onmiddellijk verstrekt.
Het ging hier om een schriftelijke offerte voor een grafisch ontwerp. Dat is geen elektronische overeenkomst, dus in principe had de ontwerper gewoon de voorwaarden op een stuk papier moeten afgeven. Een ontwerper is geen Albert Heijn, dus het excuus dat “dit redelijkerwijs niet mogelijk is” gaat voor hem niet op. Daarmee gaat artikel 6:234 dus niet op. Zou je denken.
Want wat zegt de rechter:
Het gebruik van het internet is in het huidige tijdsgewricht inmiddels zodanig ingeburgerd, dat het op elektronische wijze beschikbaar stellen van algemene voorwaarden naar het oordeel van de kantonrechter gelijkwaardig geacht kan worden aan de feitelijke terhandstelling daarvan als genoemd in artikel 6:234 lid 1 sub BW. (…) Nu door [gedaagde] geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat het hem onmogelijk was om via het internet kennis te nemen van de door [eiseres] gehanteerde algemene voorwaarden, leidt het voorgaande ertoe dat zijn beroep op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden geen effect kan sorteren.
Met andere woorden, een website-adres (URL) noemen is gelijkwaardig aan een stuk papier overhandigen, en daarmee is voldaan aan de eis dat er een stuk papier moet worden overhandigd.
Dat is toch echt niet de bedoeling. Ter hand stellen is ter hand stellen, en niet wuiven naar een website. En het rare is, als het een elektronische overeenkomst was geweest, had de gebruiker bij het sluiten van de overeenkomst een link naar de voorwaarden zelf (en niet naar de hoofdpagina) moeten tonen, op een zodanige manier dat je die kon opslaan ook nog. En hier is het genoeg om te verwijzen naar een mystery meat hoofdpagina, waarbij je maar moet weten dat “leveringsvoorw.” de algemene voorwaarden zijn. We mogen denk ik blij zijn dat de voorwaarden in een PDF staan en niet in een dansende Flash-animatie.
Update (6 december 2009): een lezer wees in de comments op dit arrest met daarin de overweging
Hutten heeft aangevoerd dat [gedaagde sub1] en [gedaagde sub 2] – zoals in de overeenkomst is vermeld – de algemene voorwaarden ook op haar website konden raadplegen. Dit maakt echter nog niet dat Hutten daarmee aan [gedaagde sub1] en [gedaagde sub 2] – in de zin van artikel 6:233 sub b BW – een redelijke mogelijkheid heeft geboden om kennis te nemen van de algemene voorwaarden. Dat zou anders zijn als het redelijkerwijs niet mogelijk was de algemene voorwaarden aan [gedaagde sub1] en [gedaagde sub 2] ter hand te stellen en dat is niet gesteld of gebleken.
(Bedankt voor de tip, Arnout)
Arnoud