Kan ik volstaan met een disclaimer over auteursrechten?

Een lezer vroeg me:

Ik onderhoud een site over vliegtuigspotten. Daarbij gebruik ik graag foto’s, en dat is nog een heel gedoe. Ik moet dan bij een leuke foto flink zoeken om de fotograaf te vinden, en als ik ze vind dan moet ik uitleggen dat de site nietcommercieel is en hopen op een gereduceerd tarief. Gelukkig zitten er ook sympathieke fotografen bij en dan mag ik (met naamsvermelding) de foto gratis gebruiken.

Nu zag ik echter laatst een andere site die dezelfde foto’s had maar dan zonder naamsvermelding. Zij hadden in de linkermarge staan:

Disclaimer: voor zover bekend zitten er geen rechten op de gebruikte foto’s. Mochten er zich op deze blog foto’s bevinden in strijd met het auteursrecht, laat het mij dan weten en de foto zal dan onmiddellijk verwijderd worden.
Is zo’n disclaimer genoeg dan? Hoef ik dan ook niet meer elke keer de fotograaf te zoeken en toestemming te vragen? Want dat zou me een hoop tijd (en geld) schelen.

Teksten als die zie je vaker. Nee, dat is niet genoeg. Het moet echt zoals de vraagsteller het heeft gedaan: netjes vragen en als de fotograaf geld wil, dat geld betalen. Er zijn natuurlijk vrije en gratis bronnen van foto’s (Flickr, SXC.hu, Wikimedia Commons), maar of die net de foto hebben die jij zoekt, is nog maar de vraag.

Mensen die met zo’n tekstje volstaan, lopen een risico op claims van de fotograaf en die claims kunnen fors oplopen.

Die tekst komt van een wettelijke regeling voor internetproviders. Die kunnen inderdaad volstaan met zo’n tekst: zij zijn volgens de wet niet aansprakelijk voor inbreuken door materiaal op de sites van hun klanten, mits ze maar op basis van een klacht de foto weghalen. De fotograaf kan dus klachten indienen bij de hostingprovider van zo’n site, maar hij kan alleen eisen dat ze de foto weghalen. Schadevergoeding kan hij alleen eisen van de plaatser (uploader) zelf.

Persoonlijk heb ik nogal wat moeite met dit zwartwitte beleid. Veel mensen zijn particulier en hebben geen verstand van auteursrechten, maar worden bij de rechter net zo behandeld als grote commerciële bedrijven. Ik zou het een goede zaak vinden als niet-commerciële publicaties anders behandeld werden, bv. doordat je dan geen schadevergoeding hoeft te betalen. Dat zou recht doen aan de huidige praktijk op internet.

Arnoud

Bronvermelding bij tijdschriftcovers: ook de fotograaf

de-uitstraling-goirle-riel-foto-rons-photography.jpgOpgelet bij het tonen van tijdschriftartikelen of -covers: je moet niet alleen het tijdschrift noemen als bron, maar ook de fotograaf van daarbij zichtbare foto’s. Dat blijkt uit een vonnis van de kantonrechter (PDF) uit Den Bosch over een zaak tussen een professioneel fotograaf en het Brabants dagblad. De krant had melding gemaakt van een nieuw tijdschrift. Daarbij werd een foto van de cover getoond (inderdaad, de cover hier rechts naast).

De fotograaf maakte bezwaar: zijn naam stond niet bij de reproductie van die cover. En dat had gewoon gemoeten, want hij heeft op grond van zijn zogeheten morele rechten (persoonlijkheidsrechten) altijd recht op naamsvermelding. (Voor de zekerheid dan maar: de maker van de foto op de cover hier rechtsboven is Ron’s Photography.)

Op zich klopt dat. Je mag beeld citeren, bijvoorbeeld om te illustreren om welk nieuw tijdschrift het gaat. Daarbij moet je wel de bron noemen, waaronder de naam van de fotograaf. Alleen, artikel 15a lid 1 sub 4 Aw bepaalt:

voor zover redelijkerwijs mogelijk, de bron, waaronder de naam van de maker, op duidelijke wijze wordt vermeld.

En ik vraag me toch af of het hier wel redelijk is om naamsvermelding voor de fotograaf te eisen. De rechter zegt dan wel:

Niets had [de krant] in de weg gestaan op andere wijze te vermelden dat de foto van Ron’s Photography afkomstig was.

maar de afweging had volgens mij moeten zijn of Ron’s Photography in redelijkheid wel mocht eisen dat men zijn naam erbij zette bij zo’n kleine coverfoto. Misschien wel: zijn naam stond ook op de cover van het tijdschrift. Maar in het algemene geval zou ik zeggen van niet. De fotograaf van een coverfoto achterhalen is meestal niet eenvoudig, omdat je daarvoor het colofon moet hebben dat niet altijd vrijelijk online staat. Andere edities van dit tijdschrift hebben het bijvoorbeeld al niet. Moet je er dan op bedacht zijn dat een fotograaf het soms wel eist?

Ik heb er nooit echt op gelet, maar ik als ik even door wat kranten en tijdschriften blader dan zie ik eigenlijk nooit de naam van de maker van de coverafbeelding genoemd als men een tijdschrift, boek of iets dergelijks publiceert bij een bespreking. Jullie wel?

Arnoud

Communitysites geven te gemakkelijk toe bij auteursrechtclaims

Communitysites zoals Hyves, Web-log en Myspace geven veel te makkelijk toe aan claims van derden over inbreuk op auteursrechten. Zonder enig overleg met de gebruiker of zelfs maar controle van de juistheid van de claim verwijderen de beheerders materiaal waarover geklaagd wordt. Dat blijkt uit een onderzoek (PDF) onder de zeven belangrijkste communitysites dat (mijn) juridisch adviesbureau ICTRecht in maart en april 2009 heeft uitgevoerd. Ook te lezen op Nu.nl.

Zie het persbericht op de ICTRecht blog voor alle details; hieronder een samenvatting.

We plaatsten het Peter Pan-verhaal ‘The Little White Bird‘, waarvan de auteursrechten vervallen waren, op weblogs en profielpagina’s aangemaakt bij communitysites Web-log.nl, punt.nl, Netlog.com, Hyves.nl, WaarBenJij.Nu, Blogger.com en Myspace.com. Vervolgens stuurden we een sommatie namens de fictieve ‘Peter Pan Heritage Foundation’ om verwijdering van deze berichten te eisen.

Vrijwel alle sites, inclusief marktleider Hyves, reageerden direct door het bericht, of zelfs de gehele weblog of profiel, te verwijderen. Het eigen beleid over dergelijke klachten werd niet gevolgd. Klachten van de houder van de weblog/profiel mochten niet baten: er was een claim over auteursrecht, dus de pagina moest weg. “Auteursrecht kan niet zomaar vervallen lijkt me”, aldus een helpdeskmedewerker. Alleen Blogger.com en Punt.nl verwijderden het materiaal niet, om procedurele redenen.

Notice en takedown is een leuk idee, maar in de praktijk blijkt het veel te makkelijk voor een zogenaamde rechthebbende om van alles weg te krijgen. Ik vind dat bijzonder ernstig. Het laat maar weer eens zien hoe makkelijk rechthebbenden het hebben en hoe weinig tegengas ze krijgen. Tussenpersonen zoals providers of hosters van communitysites zouden meer op moeten komen voor de belangen van hun gebruikers, ook als die mogelijk rechten schenden.

(Uiteraard waren we geïnspireerd door het Multatuli-project van burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom uit 2004.)

Arnoud

Geen scrabbleclaim voor inbreukmakende blogger

Auteursrechtenclub Cozzmoss haalt bakzeil bij de rechter, berichtte Marketingfacts vrijdag. Artikelen integraal kopiëren mag (nog steeds) niet, maar een schadeclaim moet wel ergens op gebaseerd zijn en kan niet zomaar een paar duizend euro zijn. Cozzmoss, waar het nodige over te doen is, had blogger Joffrey Vermeulen aangeklaagd om het overnemen van een artikel. Overnemen mag niet, maar de geclaimde schade zwalkte nogal heen en weer: van 540 naar 365 naar 1400 naar 4585 euro! Ok, dat laatste was inclusief proceskosten, maar toch. De zaak wierp het nodige stof op vanwege de scrabbleclaim die Cozzmoss legde: drie maal het tarief dat ze bij BN/De Stem had bedongen voor publicatie. Maar daar maakt de rechter korte metten mee.

Joffrey Vermeulen publiceerde op Weerspiegeling.nl ongeveer een maand lang een artikel van Cozzmoss-auteur Irene van den Berg. Uit zijn statistieken bleek dat vrijwel niemand het overgenomen artikel ook werkelijk had gelezen. Welk bedrag aan schadevergoeding was hier gepast? Cozzmoss claimde een bedrag van 540 euro, gebaseerd op drie maal het tarief dat BN/De Stem had betaald (dat stond namelijk zo in de algemene voorwaarden van de auteur), maar dan door twee gedeeld bij wijze van schikkingsvoorstel. Vermeulen vond dat te hoog, en ook het aangepaste schikkingsvoorstel van 365 euro werd van de hand gewezen. Hij was bereid tot 150 euro te gaan, maar niet meer. Daarna dreigde Cozzmoss een schadeclaim van zo’n 1400 euro in te gaan dienen bij de kantonrechter, alsmede de volledige proceskosten te zullen verhalen (die een kleine 5000 euro bleken te bedragen).

Terecht veegt de kantonrechter het beroep op de algemene voorwaarden van de NVJ van tafel. Die waren niet van toepassing. Ook de stelling dat het vaste rechtspraak zou zijn dat die voorwaarden als richtbedrag worden gebruikt, ging niet op (Luc, lees je mee?). Uitgangspunt voor het bepalen van de schade dient het bedrag te zijn dat de auteur had kunnen vragen als er een licentie was afgesproken.

Moeilijk te volgen vond ik de overweging van de rechter dat

Het moet redelijk geacht worden in de onderhavige zaak een plaatsing in een blad als BN/De Stem voor wat betreft de hoogte van de vergoeding gelijk te stellen met plaatsing op een toch ietwat obscure website als die van gedaagde.

Mis ik iets? Het lijkt mij nu juist niet redelijk om het tarief voor een groot tijdschrift gelijk te stellen met het tarief van een “obscure website”. En waarom noemt de rechter de site obscuur als hij vindt dat deze vergelijkbaar is qua tariefstelling met BN/De Stem?

Vermeulen had 150 euro als tegenbod gedaan, maar dat kennelijk onvoldoende onderbouwd waardoor de rechter daar niet verder op ingaat. Wat weer de vraag oproept wat er gebeurd zou zijn als hij zijn berekening beter uitgewerkt had. Misschien wordt het tijd voor een setje richtprijzen voor publicatie op weblogs?

De kantonrechter merkt tussen neus en lippen nog op dat “als gedaagde op [het voorstel van 365 euro] was ingegaan, hadden partijen zich een hoop moeite kunnen besparen.” Misschien terecht vanuit zijn perspectief, maar toch denk ik dat dit een belangwekkend vonnis is voor bloggers en andere actieve internetters. Het vonnis laat zien dat een rechthebbende niet zomaar een willekeurig bedrag mag claimen. Een schadeclaim moet redelijk en onderbouwd zijn.

Wat vinden jullie van die 365 euro? Redelijk? Te hoog? Te laag?

Arnoud

Auteursrechtclaims meest succesvol bij oudere internetters

stichting-copyright-nieuwe-media.pngOudere internetters betalen eerder voor auteursrechtclaims dan jongeren. Dat was voor mij de meest verrassende uitkomst van het onderzoek dat on-line marktonderzoekbureau Multiscope voor onze stichting Copyright & Nieuwe Media heeft uitgevoerd. (Ik ben secretaris van die stichting, weet u nog.)

Bijna 40% van de 5000 ondervraagden van het Multiscope consumentenpanel geeft aan regelmatig online te publiceren op bijvoorbeeld weblog, forum, profielensite of vergelijkbaar medium. Ook hier is een duidelijk verband met leeftijd te zien: jongeren publiceren (goh) veel vaker online dan ouderen.

Zo’n 22% van deze 40% gebruikt daarbij wel eens (delen van) werk van anderen. Soms integraal, maar meestal een gedeelte. Bijna 6% van deze hergebruikers heeft daarbij weleens een claim van een auteursrechthebbende of een vertegenwoordigende instantie gekregen. Die wordt door de meeste jongeren dus genegeerd maar door 100% van de 50+-ers gewoon betaald.

En al 30 % van de ondervraagden heeft al eens van onze stichting gehoord!

Wat ik me nu altijd afvraag: hoe vinden bureaus als Multiscope hun deelnemers? Ik ben waarschijnlijk niet gemiddeld genoeg om in die panels te mogen zitten, maar hoe weten ze wie wel?

Arnoud

De Cruijffclaim, pardon Scrabbleclaim nogmaals

sosueme-cruijff-op-soccer4u.pngGezien het onderwerp van de zaak zou ik nu met een diepzinnig citaat moeten komen, maar die leest u maar elders. Hier gaat het over een recent en ietwat ergerlijk vonnis van de kantonrechter over een foto(tje) van Cruijff op de site Soccer4u.nl.

Over de feiten valt niet veel te melden. De site wordt gerund door een groep voetbalenthousiastelingen en plaatste een berichtje over Johan Cruijff. Daar hoort een foto bij, en die is natuurlijk zo gevonden. De pech voor deze jongens was alleen dat ene Peter Vincent Schuld zich meldde namens de rechthebbende en een paar duizend euro wilde hebben voor dit gebruik. Schuld verloor onlangs nog een vergelijkbare zaak van Zaplog, maar dat maakt hij meer dan goed met deze nieuwe zaak: € 2.420 schadevergoeding en € 1.647,93 aan proceskosten.

Het vonnis rammelt aan diverse kanten, wat misschien mede komt door de weinig inhoudelijke verdediging die is gevoerd. Allereerst is er een nogal merkwaardige redenering over hoe er inbreuk op de rechten gemaakt zou zijn.

Dat de foto nooit op de server van de website van [gedaagde A.] heeft gestaan en niet door deze website is “ge-upload” doet – wat daar overigens van zij – niet ter zake. De foto is op de website geplaatst. [gedaagden] erkennen dit. Daarmee is de foto openbaar gemaakt zonder toestemming van de gerechtigde en dit is niet toegestaan.

Zo te lezen gaat het om dieplinken, iets dat meer kantonrechters een nieuwe openbaarmaking vinden. Tsja. Er valt wat voor te zeggen, al blijf ik het twijfelachtig vinden.

Wél echt fout is de toekenning van de gevraagde schadevergoeding. Die wordt berekend volgens de bekende scrabblemanier: men neme het normale tarief en vermenigvuldige dat met drie. Dit op basis van de richtprijzenalgemene voorwaarden van de Fotografenfederatie. En dat zou dan aangeven wat een “redelijk aanknopingspunt voor de begroting van de schade” zou zijn. Mooi niet dus! In de meeste gepubliceerde vonnissen wordt deze manier van schade berekenen juist expliciet afgewezen.

Het verbaast me dan ook dat de rechter in dit vonnis zo makkelijk aansluit bij deze voorwaarden. Maar ook hier weer lijkt dat meer te komen door het weinig inhoudelijke verweer. “Dit als zodanig hebben [gedaagden] niet bestreden”, zo motiveert de rechter de toekenning. Jammer!

Arnoud