Gastblog: Ervaring uit de praktijk: hoe kun je het beste reageren bij een online auteursrechtinbreuk (3/3)

Deze gastblog is geschreven door een bezoeker die anoniem wenst te blijven. Hij is meester in de rechten en procedeert regelmatig, maar is in het dagelijks leven niet werkzaam als jurist.

In de voorgaande twee blogs heb ik een situatie beschreven waarin de beheerder van een website eigenlijk niet zoveel fout deed, maar toch met een torenhoge claim werd geconfronteerd en uiteindelijk met 500 euro aan kosten bleef zitten. Een korte zoektocht op internet levert veel vergelijkbare verhalen op. Hieronder staat een aantal tips die je kunnen helpen om je tegen zo’n claim te kunnen verweren.

Tip 1: houd nauwkeurig een dossier bij.

Maak voor je dossier een screenshot van de pagina met de foto, en noteer zowel de URL van de pagina als de URL van de foto. Schrijf op wanneer je hebt gecorrespondeerd, gebeld, of andere acties hebt ondernomen. Een zaak kan langer dan een jaar lopen, en het is handig als je dingen terug kunt zoeken. Ook als je op een moment besluit juridische hulp in te schakelen, is een goed dossier waardevol.

Tip 2: verwijder niet alleen de verwijzing naar de foto, maar ook de foto zelf.

Wanneer andere websites de foto embedden, betaal je niet alleen voor de bandbreedte, maar kun je ook worden aangesproken voor de schade.

Tip 3: onderhandel slim met de wederpartij.

Procederen is duur en risicovol, dus schikken is voordeliger, ook voor de fotograaf. Tenzij de vordering overduidelijk geen stand houdt, kun je het beste aangeven dat je de juridische situatie niet in kunt schatten, en alleen over het tarief onderhandelen. Houd het vriendelijk.  Je kunt een reactie sturen als “Ik kan hier inhoudelijk niets over zeggen zonder juridisch advies in te winnen, maar dan ben ik al gauw honderd euro verder. Misschien kunnen we er beter onderling uitkomen. Hoeveel reken je normaal voor een foto?”.

Als de fotograaf de onderhandelingen toch weer de juridische kant op trekt, kun je dat nog een keer counteren met “daarvoor moet ik een jurist raadplegen terwijl ik het geld voor de jurist liever aan u geef, zeg maar wat uw voorkeur heeft”. De inhoudelijke discussie uit de weg gaan heeft twee voordelen: de sympathie van de fotograaf is voorbij zodra je zaken gaat betwisten, en onbedoeld kun je een deel van je bewijspositie prijsgeven.

Een paar feiten kun je wel noemen omdat die in de praktijk nooit ter discussie staan, bijvoorbeeld dat je de foto hebt verwijderd (waarmee je erkent dat er inderdaad een foto stond). In de blog van eergisteren beschreef ik dat de webmaster had gereageerd dat de foto was verwijderd, maar bleek later dat het verwijderen door een technische storing maar deels was gelukt. Toen de fotograaf weer contact opnam, legde de webmaster uit dat er een technische storing was en dat het verwijderen nog even kon duren. Voor zijn bewijspositie was het beter geweest als hij had gewacht totdat de foto alsnog weg was, en een reactie naar de fotograaf had gestuurd in de trant van ‘ik zie de foto niet meer (zie bijlage), heb je je cookies al weggegooid en je cache geleegd?’, met een screenshot van de pagina in de bijlage.

Sommige fotografen hanteren een tarieflijst zonder ooit een foto voor dat tarief te hebben verkocht. Als de tarieven excessief zijn, noem dan een redelijk bedrag per foto (bijvoorbeeld 75 euro) en een redelijk tarief voor het opsporen van jouw inbreuk (bijvoorbeeld 50 euro), maar geef aan dat je bereid bent meer te betalen als de fotograaf kan aantonen dat hij in het verleden een vergelijkbare foto voor gebruik op een vergelijkbare website voor een hoger bedrag heeft verkocht. Hiermee verleg je het procesrisico naar de fotograaf. Als hij in een procedure niet kan bewijzen dat zijn schade meer bedraagt dan wat jij hebt geboden, is hij de verliezende partij en draagt hij de proceskosten.

Als je eenmaal overeenstemming hebt bereikt, stel dan een vaststellingsovereenkomst op waarin je finale kwijting afspreekt, en de wederpartij je vrijwaart tegen toekomstige claims op dezelfde foto over dezelfde periode.

Tip 4: raadpleeg een expert als de fotograaf jouw redelijke bod niet accepteert.

Fotografen spelen dit spelletje vaker dan jij, en weten vaak precies hoe ze het moeten spelen. Online kun je veel vinden over de wettelijke aspecten van het auteursrecht, maar weinig over hoe je een juridisch conflict uit de weg gaat. Onderhandelen en procederen is een vak apart. Die ervaring hoeft niet de hoofdprijs te kosten: sommige advocaten rekenen een lager tarief aan particulieren, en zijn er juridische dienstverleners met een schappelijk tarief die veel ervaring hebben met auteursrechtzaken (hoi Arnoud).

Tip 5: blog over je behaalde resultaat.

In de meeste zaken die op rechtspraak.nl zijn gepubliceerd gaat de rechtbank mee in de tarieven van Foto Anoniem. Hoe meer signalen er zijn dat de tarieven in de praktijk veel lager zijn, hoe groter de kans dat de rechter in de toekomst niet meer meegaat in de hoge claims van fotografen. Bovendien help je anderen die door dezelfde fotograaf worden benaderd. Als iemand leest dat een bepaalde fotograaf voor 75 euro per foto wil schikken, kan hij hetzelfde bedrag aanbieden.

En tip van Arnoud er achteraan: ben je enigszins juridisch onderlegd, gebruik dan ook de argumenten uit het artikel Auteursrecht-trollen. Hoe ze te herkennen en hoe ze te bestrijden van professor Dirk Visser, Charlotte Vrendenbarg en Bram Bogaerts.

Arnoud

Gastblog: Ervaring uit de praktijk: auteursrechtinbreuk (2/3)

Deze gastblog is geschreven door een bezoeker die anoniem wenst te blijven. Hij is meester in de rechten en procedeert regelmatig, maar is in het dagelijks leven niet werkzaam als jurist.

Vorige week in  Gastblog deel 1 de casus en de vraag: wat zou de rechter gaan doen? We gaan kijken hoe dat uitpakt, zo vertelt de gastblogger. Na het ontvangen van de dagvaarding heb ik met mijn cliënt een snelle schadeberekening gemaakt. Wij waren toen nog niet op de hoogte van het daadwerkelijke tarief van de fotograaf en gingen daarom uit van de tarieven van Foto Anoniem uit 2015 (312 euro per foto), de kosten van een dagvaarding (85 euro), en de proceskosten (liquidatietarief, 1 punt à 72 euro), en kwamen zo uit op 800 euro. Dat schikkingsaanbod werd afgewezen met een tegenbod van 1200 euro. Dat was mijn cliënt teveel, dus heb ik een conclusie van antwoord opgesteld.

Voor het verdere verloop van de procedure konden partijen ivm het coronavirus afzien van een comparitie door te kiezen voor een schriftelijke toelichting van maximaal twaalf pagina’s of mediation. Omdat de dagvaarding vrij summier was, gaven we de voorkeur aan de toelichting, in de hoop dat de wederpartij aan twaalf pagina’s niet genoeg had om alle standpunten toe te lichten. Omdat de wederpartij niet wilde afzien van een comparitie werd het een comparitie, die ondanks de coronaperikelen al 2,5 maanden na de conclusie van antwoord plaatsvond.

Voorafgaand aan de comparitie konden partijen spreekaantekeningen indienen. De wederpartij diende zeven pagina’s met aantekeningen en tien pagina’s met producties in, en zette daarmee veel zaken uit de summiere dagvaarding recht. Daarnaast werd de eis gereduceerd tot 1649 euro. Uit de toelichting bleek dat dit enkel was gedaan om onder de appelgrens (art. 332 Rv) te duiken en zo het risico op een hoger beroep uitsluiten (noot: de kosten van hoger beroep zijn hoog omdat een advocaat verplicht is, en uit jurisprudentie blijkt dat rechtbanken veel makkelijker meegaan in de tarieven van Stichting Foto Anoniem dan gerechtshoven). Op zich is het toegestaan om een deel van je vorderingen prijs te geven en de eis te verminderen (art. 129 Rv), maar de vraag is of het rechtmatig is wanneer je dit standaard in elke zaak doet in de hoop dat iemand na het ontvangen van de dagvaarding wil schikken voor het hogere bedrag.

De zitting vond plaats via Skype. De fotograaf werd vertegenwoordigd door zijn jurist, maar was zelf niet aanwezig. De rechter was een senior rechter met ruim 25 jaar ervaring. Ze had zich ingelezen, en zei de comparitie te gaan houden alsof de spreekaantekeningen al waren uitgesproken. Dat was een tegenvaller: onze spreekaantekeningen waren geen volledig uitgewerkt betoog. Wij waren goed voorbereid en wilden de ‘scherm delen’ functionaliteit van Skype gebruiken om de relevante stukjes uit de producties te tonen, en zo onze argumenten goed te belichten.

De rechter richtte zich in de eerste 20 minuten tot mijn cliënt. Ze wilde uit zijn mond horen hoe en wanneer de website tot stand was gekomen, wat zijn rol was bij het beheer van de website, en hoe de abonnementen werkten. Ik heb aangegeven dat er maar weinig abonnementen waren afgesloten, dat het veel te ver voert om de administratie te overleggen, maar heb een concreet bewijsaanbod gedaan om de administratie, e-mailhistorie en logbestanden van de website door een onafhankelijke derde te laten onderzoeken om aan te tonen dat die foto echt niet door mijn cliënt zelf was geüpload. Daarna wilde de rechter van de wederpartij weten hoe het zat met de prijs van de foto. De gemachtigde van de fotograaf legde uit dat het doel van de foto heel belangrijk is, en dat er verschillende gradaties van commercieel gebruik zijn. De rechter merkte op dat er bij de offerte van 90 euro stond dat commercieel gebruik was toegestaan, en daarmee was die discussie ten einde. Het verdere verloop van de comparitie kan ik niet volledig reproduceren, maar de volgende punten zijn langsgekomen:

De rechter vroeg of de factuur van 350 euro uit 2015 kwam. Dat kwam hij niet. De vervolgvraag was of en hoe het tarief door de jaren is geïndexeerd. Dat wist hij niet precies, maar het was een tarief per jaar. Ik zei dat het vreemd is dat hij een vast tarief van 360 euro hanteert, maar daar geen enkele factuur van kan overleggen. Kennelijk heeft hij nooit een foto voor 360 euro verkocht. Daarnaast heb ik genoemd dat we voor de schade moeten kijken naar het tarief uit 2015, omdat er toen een licentie had moeten worden aangeschaft, en dat een jaarlijks terugkerend tarief toen niet aan de orde was. De rechter deed dat af met de opmerking dat het risico op een jaarlijks tarief voor de inbreukmaker komt.

De rechter wilde weten hoe snel de foto was verwijderd. In die discussie gaf ik aan dat het niet om de voorpagina van een populaire website als nu.nl gaat, maar om een pagina die vier keer per jaar wordt bezocht. Hoewel mijn cliënt de afbeelding snel had verwijderd, vond ik dat je met 4 bezoekers per jaar bij wijze van spreken ook zorgeloos op vakantie moet kunnen gaan. De rechter was het daar niet mee eens en wees op de wettekst (‘prompt verwijderen’).

Ik stelde aan de orde dat art. 6:196c BW aansprakelijkheid weliswaar uitsluit, maar dat je niet automatisch aansprakelijk bent als je niet aan die eisen voldoet. Je komt pas aan dat artikel toe als je aansprakelijk bent, bijvoorbeeld op basis van art. 6:162 BW (onrechtmatige daad). Ik wees nogmaals op alle waarborgen op de pagina (algemene voorwaarden, rapporteerknop, snel handelen na een inbreuk), en merkte op dat de wederpartij nog niet had aangegeven welk doen of nalaten nou maakt dat mijn cliënt onrechtmatig zou handelen. Ook daar was de rechter snel mee klaar. Er was een auteursrechtinbreuk dus die onrechtmatige daad zag zij wel. Ze zei dat ze zich goed kon inleven in een fotograaf die zijn foto’s telkens ziet opduiken zonder daar een vergoeding voor te hebben ontvangen. Ik heb er vervolgens op gewezen dat de fotograaf niet met lege handen hoeft te staan omdat hij de uploader zelf kan aanspreken. Er zijn bovendien effectieve manieren om diegene te identificeren (criteria uit Lycos/Pessers).

Na de inhoudelijke behandeling wilde de rechter weten of wij ervoor open stonden om te schikken. Op verzoek gaf zij een voorlopig oordeel: de foto’s vallen onder het auteursrecht, ze moest er nog over nadenken of art. 6:196c BW van toepassing was, en voor de hoogte van de schade zou ze naar de jurisprudentie kijken om te zien wat gebruikelijk is. Daarna zette ze haar webcam en microfoon uit en gaf ze ons tien minuten om te schikken. Ons eerste bod was dat de fotograaf de procedure zou intrekken en geen risico zou lopen op een proceskostenveroordeling. Het tegenbod was wat eerder was aangeboden: 1200 euro. Ik gaf aan dat het daadwerkelijke tarief van de fotograaf nog niet bekend was toen we 800 euro boden, dat hij niet meer op zo’n hoge vergoeding kon rekenen, maar dat we eventueel bereid waren om de schade van 180 euro te betalen. Dat werd weggewuifd: geen schikking.

Toen de rechter terugkwam vroeg ze waar de schikking op was stukgelopen. Ik hield het beperkt, zei dat we bereid waren de daadwerkelijke schade te voldoen maar dat de proceskosten voor de wederpartij waren, gelet op het gegoochel met tarieven. De wederpartij gaf een vergelijkbare samenvatting maar noemde daarbij ook de bedragen. De rechter zei dat ze na overleg met de griffier had geconcludeerd dat de bewijslast dat art. 6:196c BW van toepassing is bij mijn cliënt lag, en dat het redelijk was dat elke partij zijn eigen kosten zou dragen. De wederpartij reageerde dat hij de griffierechten, de kosten van de deurwaarder en de buitengerechtelijke kosten niet wilde dragen, waarop ik aangaf dat mijn cliënt bereid was de proceskosten te delen en het bod verhoogde naar 400 euro. Dat werd afgewezen, de wederpartij wilde 600. De rechter pakte haar pen erbij, kwam tot de conclusie dat bij een bod van 400 euro de proceskosten inderdaad worden gedeeld, wendde zich nogmaals tot mijn cliënt en herhaalde dat de bewijslast bij hem lag. Ik gaf aan dat we het niet op een verschil van 200 euro lieten stuklopen en bood 500 euro. Dat werd geaccepteerd.

Hoewel ik de uitkomst onrechtvaardig vind, ben ik ervan overtuigd dat deze schikking bij deze rechter een goede uitkomst was. Het had heel fout had kunnen afgelopen als de rechter in de jurisprudentie was gedoken zoals ze van plan was, omdat ze dan had gezien dat de tarieven van Stichting Foto Anoniem vaak worden gevolgd. Daarnaast heeft mijn cliënt zijn goede nachtrust weer terug.

Volgende week nog een serie tips uit de praktijk: hoe om te gaan met claims als deze?

Arnoud

Rijk worden van schadeclaims lijkt me niet de bedoeling, ook niet voor fotojournalisten

Zonder toestemming overnemen op sociale media van professioneel gemaakte beelden is diefstal. Zo, met die fijngevoelige opening start NVJ-secretaris Thomas Bruning zijn betoog dat het een schande is dat rechters tegenwoordig maar zo weinig geld toewijzen bij foto-auteursrechtinbreuk. Rechters zijn steeds kritischer, bovendien krijg je je proceskosten niet meer vergoed én de grote techbedrijven zijn nergens aansprakelijk voor te houden terwijl die er eigenlijk het meest van profiteren. Men stuurde een brandbrief naar de minister van Justitie met diezelfde strekking. (En mijn gevoel is dan ook dat het er vooral om gaat die techbedrijven, die toch al aardig onder vuur liggen, nog eens wat extra te kunnen aanpakken.)

Wie deze blog wat langer leest, weet dat ik me behoorlijk kwaad kan maken om rechters die juist ongemotiveerd enorme bedragen toewijzen bij wat ik een kleine inbreuk noem. Dat leidde tot een onderzoeksartikel in 2012 en een vervolg in 2015, waarin ik grofweg twee stromingen in de rechtspraak onderscheid. De ene vindt dat inbreuk niet moet kunnen, en ziet het toewijzen van hoge schadeclaims als de manier om dit te bestrijden. De andere ziet een hoge schadeclaim als overvragen – als jij normaal 50 euro vraagt voor je foto, dan kun je niet nu 3500 vragen omdat het gaat om inbreuk en er maar eens een voorbeeld gesteld moet worden.

De laatste jaren zie je inderdaad dat rechters wat vaker richting dat laatste standpunt gaan. Formeel juridisch klopt dat: de schade is de gemiste inkomsten uit licenties, daar allerlei opslagen en verdriedubbelaars bij doen is gewoon niet hoe het werkt in het schadevergoedingsrecht. Ook niet als je al héél vaak door inbreuken getroffen bent. In de analogie: dat er elke dag jongetjes in je voortuin lopen om hun voetbal op te halen, betekent niet dat je vandaag een bal lek mag steken omdat je er eindelijk eentje te pakken hebt.

De NVJ ziet dit iets anders:

Iedereen die publiceert op digitale kanalen dient zich ervan bewust te zijn dat professioneel beeld waarde vertegenwoordigt en dat ongevraagd hergebruik feitelijk diefstal betreft. Omdat de ‘pakkans’ op het wereldwijde web bij dit soort hergebruik klein is, zou er van de straffen hiervoor een stevige preventieve werking moeten uitgaan.
Het is natuurlijk waar dat straffen ook een preventieve werking moeten hebben. Als ik zie wat een ander voor straf krijgt, dan zal ik zelf ook minder snel geneigd zijn het te doen. Alleen, straffen worden uitgedeeld onder het strafrecht – en dit soort claims zijn burgerlijk recht, schadevergoedingsrecht.

Het NVJ pleit echter niet voor harder politie-optreden bij online inbreuk (en de politie & het OM gaan dat ook echt niet doen). Ik begrijp uit de brief dat men eerder zou willen dat men zélf mensen mag straffen, door zelf eens driemaal of viermaal de geleden schade te gaan claimen én graag de volledige advocaatkosten vergoed krijgen. Dus inderdaad, waar men een foto voor 75 euro verkoopt dan mag er nu 8000 euro worden afgetikt. Moet je maar niet stelen. Maar hoezo mag de fotograaf dat geld dan in eigen zak steken, sinds wanneer gaan boetes naar het slachtoffer?

Maar goed, ik denk dat de NVJ ook wel weet dat die trend van dalende schadevergoedingen niet te keren is. Het lijkt vooral een opmaat om de grote techbedrijven op de korrel te kunnen nemen:

Ons pleidooi is dan ook helder: maak socialemediabedrijven altijd (financieel) verantwoordelijk voor de publicatie van tekst en beeld, dat zonder toestemming is gepubliceerd op hun platformen en herintroduceer een vergoeding bij auteursrechtschendingen, die recht doet aan de werkelijk geleden schade.
Hiervoor wil men aanhaken bij de Richtlijn auteursrechten uit 2019 die nu in de wet verwerkt moet worden, het gewraakte artikel 17 dus. Bij iedere geuploade of overgenomen foto moet er dus meteen afgerekend worden. Dat is niet helemaal hoe de Richtlijn werkt: die bevat weliswaar de regel dat men aansprakelijk kan zijn als platform, maar kort gezegd pas nadat blijkt dat er te weinig is gedaan om de inbreuk te voorkomen. Voor strengere Nederlandse regels lijkt mij geen ruimte te zijn.

Dat gezegd hebbende, leuke opsteker dat de tendens anno 2020 dus écht lijkt te zijn dat rechters het aansprakelijkheidsrecht toepassen volgens het boekje.

Arnoud

 

Ben ik de pineut als een netjes gekochte stockfoto illegaal blijkt te zijn?

Een lezer vroeg me:

Ik heb een foto netjes gekocht bij een stockbureau. Nu meldt zich echter een fotograaf in de mail of ik even 700 euro wil betalen! Ik heb hem verwezen naar het bureau maar hij zegt dat hij die niet kent en dat ik aansprakelijk ben, ongeacht waar ik de foto koop. Is dat echt zo?

In principe ja. Iemand die een foto publiceert, is aansprakelijk voor de schade als die publicatie inbreukmakend is. Het doet er daarbij niet toe hoe je aan de foto kwam en wat de verkoper van de foto tegen je zei. Er is geen specifieke regeling zoals bij heling, waarbij je beschermd bent als je iets tegen een normale prijs in een gewone winkel koopt.

Natuurlijk kun je de claim van die fotograaf verhalen op de stockfotosite. Zij hebben je immers schade berokkend door een foto te verkopen zonder dat ze de juiste rechten daarvoor hadden. Dat is een contractuele wanprestatie en daarvoor moeten ze de schade vergoeden. Ik denk zelfs dat je de algemene voorwaarden van tafel kunt krijgen en ze dus onbeperkt aansprakelijk kunt stellen, want dit voelt voor mij als een gevalletje grove nalatigheid. En daar mogen ze hun aansprakelijkheid niet voor uitsluiten.

In de praktijk kan dat nog knap ingewikkeld zijn, bijvoorbeeld omdat de stocksite in het buitenland zit en je dus een advocaat daar moet vinden. Dus je neemt eigenlijk altijd een zeker risico als je met stockbeeld werkt.

Arnoud

Zijn scrabbleclaims in het auteursrecht legaal verklaard door het Hof van Justitie?

Een lezer vroeg me:

Ik las over een uitspraak van het Europese Hofdie zegt dat een schadeverdubbelaar bij auteursrechtinbreuk kan en mag als de nationale wetgeving dat toelaat. Betekent dit dat die praktijk van 200% of 300% opslag bij schadeclaims nu legaal is verklaard?

De vaste lezer van deze blog weet dat ik altijd héél diep moet zuchten bij wat ik scrabbleclaims noem: bij inbreuk op auteursrechten niet alleen je gemiste licentievergoeding eisen, maar 2x of 3x dat bedrag. Redenen variëren dan van “dat staat in mijn algemene voorwaarden” tot “anders is inbreuk te voordelig” of “dit blijkt uit de rechtspraak”. Dat laatste is niet waar, overigens.

In Nederland is de regel simpel: je krijgt bij een inbreuk op je rechten je schade vergoed, niet meer en niet minder. Als je denkt dat je meer schade hebt dan je gemiste licentievergoeding, prima: bewijs het maar. Daar komen schadeposten als gederfde exclusiviteit of ontbrekende naamsvermelding vandaan, en hoewel ik daar een 100% verhoging op de gewone vergoeding nogal stevig vind, is dat in principe legaal.

Dat kun je natuurlijk als wetgever anders regelen, en dat is in Polen ook gebeurd zo lees ik in dat arrest. In Polen mag je wettelijk als rechthebbende 200% of 300% van de normale vergoeding vragen als de inbreuk ‘verwijtbaar’ is. Het Hof van Justitie kreeg de vraag voorgelegd of die wet wel mag onder het Europese auteursrecht, dat immers alleen stelt dat je recht hebt op vergoeding van schade (en winstafdracht). Het antwoord: ja hoor, als je als land hierin verder wil gaan dan Europa, dan is dat prima. Zet het even in de wet en klaar ben je.

De achterliggende rechtvaardiging is dat deze verhoging dan tevens de kosten voor opsporing en bestrijding van inbreuk met zich meebrengt. Bij ons is dat ooit meegenomen door het Gerechtshof Arnhem, en die vonden 25% in plaats van 100% een prima verhoging voor dat doel. Dat arrest is bij ons de leidende rechtspraak, maar de wetgever mag natuurlijk tegen de rechtspraak ingaan als ze vinden dat het anders zal moeten. Ik zie het alleen niet snel gebeuren.

Arnoud

Waarom gaat die fotograaf achter mij aan en niet mijn gebruiker?

groep-claim-geld.jpgEen lezer vroeg me:

Recent kregen wij een claim van een fotograaf vanwege een foto geplaatst door een lid van ons forum. In onze forumvoorwaarden staat duidelijk dat de gebruiker zelf verantwoordelijk is, ook bij schade door dit soort claims. Gebruikers vrijwaren ons van elke vorm van aansprakelijkheid. Maar die fotograaf stelt dat hij daar niets mee te maken heeft. Is dat zo, en wat is dan de waarde van die voorwaarden?

Die fotograaf heeft toch echt een punt. Als een forum iemand anders schade berokkent, dan moet de organisatie achter dat forum die schade vergoeden. Het doet er dan niet toe welke persoon de schade in gang zette. Als het forum medeverantwoordelijk is voor de schade, dan mag je daar je claim leggen als benadeelde partij.

In je gebruiksvoorwaarden kun je van alles zetten, maar voorwaarden zijn contractuele afspraken en dus alleen bindend op partijen die er mee akkoord zijn gegaan. Je forumleden zitten hier dus aan vast, maar een derde zoals zo’n fotograaf niet. Die is geen forumlid dus waarom zou hij zich moeten houden aan voorwaarden die jij aan je leden stelt?

Een veel lastiger vraag is óf het forum wel aansprakelijk is voor auteursrechtclaims wegens foto’s geplaatst door leden. Daar wordt nu vaak heel makkelijk over gedaan: het forum is geen beschermde tussenpersoon dús zijn ze aansprakelijk, klaar. Dat klopt niet volgens mij: je hebt nog altijd de vraag of de forumbeheerders iets fout doen door mensen foto’s te laten publiceren, als daar auteursrechten van derden op zitten. Zonder fout geen onrechtmatige daad.

(Je bent een beschermde tussenpersoon als je je niet inhoudelijk bemoeit met wat mensen plaatsen. Forums modereren – ze kunnen niet anders – dus voldoen ze niet aan die beschermingsregel.)

Het enkele verspreiden van berichten van derden met onrechtmatige inhoud is op zichzelf niet onrechtmatig. In de Wereldomroep-zaak werd een SMS-bericht van een luisteraar voorgelezen. Het Hof Amsterdam oordeelde dat slechts wanneer de Wereldomroep had moeten weten dat het bericht onjuist was, zij aansprakelijk geacht zou kunnen worden. Diezelfde blog citeert een Pretium-zaak waarbij dezelfde norm werd aangelegd. In de Garagetest-zaak zag de rechtbank geen onrechtmatig handelen in het incidenteel laten verschijnen van valse recensies. Deze waren niet eenvoudig kenbaar voor de beheerder. Bovendien konden gerecenseerde garages een weerwoord plaatsen en mochten negatieve recensies alleen worden geplaatst met onderbouwing.

Je zou daaruit dus kunnen concluderen dat wanneer een forum niet weet of had moeten weten dat er auteursrechten van derden op zitten, ze niet aansprakelijk zijn voor schade bij de fotograaf. Alleen: bij auteursrechten werkt dat kennelijk anders – er staat een foto, betaal maar en verhaal het op je leden of zo. Ik heb geen idee waar dat op gebaseerd is in het recht. Het wordt tijd dat een forum hier eens een principezaak van maakt.

Arnoud

In welke landen ben je aansprakelijk voor je website?

wij-stellen-ons-niet-aansprakelijk.jpgAls een website in een bepaald land op te roepen is, en daar is een inbreuk op auteursrecht (oid) te zien, dan is de rechter van dat land daarvoor bevoegd. Ook als die website niets te maken had met dat land, bijvoorbeeld omdat de domeinnaam een extensie van een ander land heeft. Wel is de schade dan beperkt tot hetgeen er in dat land is aangericht. Dat bepaalde het Hof van Justitie (via) eind januari. Oftewel: káp nou eens met “ik val onder Duits recht want ik heb een .de domein”.

In deze rechtszaak had een organisatie foto’s van een fotograaf met toestemming gebruikt, maar zonder toestemming op hun website gezet. De fotograaf stapte in Oostenrijk naar de rechter, en het bedrijf betwistte dat die bevoegd was omdat zij nu eenmaal in Duitsland was gevestigd en de website een .de extensie had. De rechtbank zette daarop haar juridische hulplijn in en vroeg het Hof van Justitie hoe dat nu zit: wanneer val je met je website onder het recht van een land als je via die website een onrechtmatige daad pleegt?

Nu is dit in het recht niet een heel nieuwe vraag. Het is al langer mogelijk om in land A iets te doen waar ze in land B last van hebben. Denk aan het exporteren van een krant met iets smadelijks, of het lozen van dingen in een rivier. Er zijn dan twee regels: 1) waar de veroorzaker gevestigd is, 2) waar de schade zich voordoet. Bij regel 2 geldt wel de beperking dat je dan alleen de schade mag vorderen die in dát land is voorgevallen. Volg je regel 1, dan mag je in dat land álle schade proberen vergoed te krijgen.

In deze zaak hielp regel 1 niet: de organisatie was immers in Duitsland gevestigd. Maar regel 2 vertaald naar internet gaat wél op:

In omstandigheden als die van het hoofgeding dient dus te worden aangenomen dat het intreden van de schade en/of het risico dat dit gebeurt, voortvloeien uit het feit dat in de lidstaat van de aangezochte rechter via de website van [de organisatie] toegang kon worden verkregen tot de foto’s die het voorwerp uitmaken van de rechten waarop [de fotograaf] zich beroept.

Ja, dat is wel gek: iedere website is in principe op te roepen in elk land. Die redenering kennen wij ook: menig Nederlands vonnis begint ergens met de formaliteit dat de website via internet op te roepen is vanuit Utrecht, Den Haag of Amsterdam en dat daarom de rechtbank Midden-Nederland (voorheen Utrecht), Den Haag of Amsterdam bevoegd is. Het deed me altijd wat flauw aan, maar ja als het Hof van Justitie het zegt dan valt het niet meer te ontkennen.

Dat de website wordt geëxploiteerd onder een Duits topleveldomein en niet op Oostenrijk gericht is, doet niet ter zake. Het gaat er echt alléén om dat je de website kunt benaderen vanuit Oostenrijk, en zodra dat het geval is mag de Oostenrijkse rechter zeggen hoe veel schade er in Oostenrijk geleden is. Deze regel is dus losser dan de regels bij de vraag op welk land een site zich richt bij elektronische handel en reclame. Daar moet je echt actief iets doen gericht op dat land, bijvoorbeeld in die taal adverteren, betaalmiddelen uit dat land accepteren of reclame maken op de radio aldaar.

Ik snap de redenering maar ik maak me er wel zorgen om. Het riekt heel erg naar de mogelijkheid van forumshoppen: zoek een land waar de wet of jurisprudentie je gunstig gestemd is, dien daar je rechtszaak in en hoop dat ze niet ál te moeilijk doen over je schadeclaim.

Arnoud

Misbruik van de DMCA, hoe werkt dat eigenlijk?

youtube-dmca-takedown-noticeOnlangs las ik bij Popehat weer een prachtig verhaal over hoe de DMCA misbruikt wordt om onwelgevallige meningen te verwijderen. Het ging hier om een videospelmaker die een recensie op Youtube niet beviel en deze wegens auteursrechtschending weg liet halen. Dat is natuurlijk een werkelijk schandálige inbreuk op free speech en the American way. Nee maar serieus: kan dat zomaar, iets weg laten halen via de DMCA als de inhoud je niet bevalt?

De DMCA oftewel Digital Millennium Copyright Act is een aanpassing aan de Amerikaanse Auteurswet die onder meer een beperking van aansprakelijkheid voor internetdienstverleners zoals webhosters regelt. Zij zijn niet aansprakelijk voor auteursrechtinbreuk door een handeling van een gebruiker, mits ze maar direct na een klacht het materiaal offline halen. De gebruiker mag vervolgens reageren op de klacht, en daarna mogen klager en gebruiker het met elkaar uitzoeken en zit de provider er niet meer tussen.

Of nou ja, ik zeg wel beperking maar eigenlijk is het weer een verruiming: op grond van eerdere wetgeving (de Communications Decency Act, CDA) was een provider in de VS namelijk nérgens voor aansprakelijk als klanten of gebruikers het online zetten. Of het nu ging om smaad, haatzaaien, privacyschending of kinderporno: geen aansprakelijkheid want het gaat hier om meningsuitingen en daar is men fel op in de VS. Maar auteursrechten zijn ook heel belangrijk, dus vandaar dat die wél weg moesten na een klacht.

In ieder geval, dat is dus het proces dat de DMCA introduceerde. Na een klacht (notice) gaat het materiaal offline (takedown) en daarná kijken we eens of dat terecht was en hoe en wat. En de klager moet weliswaar een gezworen verklaring doen, maar die betreft alleen het feit dat hij namens de auteursrechthebbende spreekt. Formeel is het niet verboden een DMCA notice in te dienen terwijl je weet of redelijkerwijs moet weten dat de publicatie geen auteursrechtschending oplevert.

Want nee, een recensie met daarin videobeelden van een spel zal niet snel auteursrechtschending zijn onder Amerikaans recht. Zoiets wordt al heel snel ‘fair use’ genoemd: het opnemen van delen van een werk voor commentaar (al dan niet abject en infaam, dat mag immers van free speech) daarop is in principe legaal.

Maar negatieve reviews zijn bepaald onprettig, dus het auteursrecht biedt dan een haakje een klacht in te dienen. Een tekstuele review is niet aan te pakken vanwege die CDA: je kunt de provider niet aanklagen wegens beweerdelijke smaad. Maar eentje met beeld of geluid uit je spel kan wél: auteursrecht immers. En onder Amerikaans recht hoeft/mag de provider géén inhoudelijke afweging maken: na een klacht gaat het werk offline en daarna gaan we praten. Hinderlijk, zeker bij bedrijven als Youtube waar het hele proces automatisch gaat en je bovendien na drie klachten je account verliest.

In Europa zijn de regels iets anders. Een provider is niet aansprakelijk voor wat hij doorgeeft, mits hij maar ingrijpt bij terechte klachten. Dat betreft niet alleen auteursrechten maar ook bijvoorbeeld smaad, privacyschending of (in theorie) het ten onrechte gebruiken van de meester-titel door een gebruiker. De provider moet de klacht dus inhoudelijk onderzoeken, en als deze evident juist is, het materiaal offline halen. Hij mag daarbij de input van de gebruiker vragen.

Er zit dus in Europa geen automatisme in dat na een klacht het offline móet. Dat maakt de discussie iets fairder, hoewel een provider natuurlijk nog steeds snel kan beslissen dat de klacht terecht is. En met goede algemene voorwaarden is een tegenclaim wegens te snel offline halen snel te pareren.

Ik moet zeggen, ik weet niet welk systeem fairder is. Het Amerikaanse systeem is te automatiseren, en je vangt alleen de speciale gevallen op waarin mensen piepen voor handmatige afhandelingen. Bovendien is auteursrecht nog wel te beoordelen, in tegenstelling tot zeg een privacyschending of dat voeren van de mr-titel. In het Europese systeem moet je elke klacht evalueren en dat levert meer werk op, zeker als je ook in andere rechtsgebieden moet oordelen. Maar het is iets gebalanceerder omdat een takedown niet zomaar mag gebeuren.

Arnoud

Kan een forum zijn leden aansprakelijk stellen na een claim?

Als je als forum aansprakelijk bent voor foto’s (of teksten) die je leden geplaatst hebben, dan kan dat een dure grap worden. Dat ondervond het Brandweerforum vorig jaar. Men werd toen met succes aansprakelijk gesteld door een fotograaf voor foto’s geplaatst door leden van het forum. Het forum was geen neutraal platform maar vervulde een “actieve rol” bij het laten plaatsen van de foto’s, aldus de rechtbank. Daarom moest men 50 euro per foto afrekenen, plus bijna 7000 euro proceskosten.

Het forumbeheer besloot vervolgens die claim te verhalen op haar gebruikers. Die hadden immers de foto’s geplaatst en daarmee de auteursrechten geschonden. Op grond van de forumregels was het immers verboden auteursrechten te schenden, en bij wanprestatie onder een contract kun je de schade verhalen op de wanpresterende partij. Maar de kantonrechter wijst (pdf, 1MB) de eis af omdat de forumregels niet duidelijk genoeg waren.

Dit was wat er exact in de regels stond:

Plaats geen berichten waarin een duidelijke overtreding van copyright wetgeving laatsvindt. Plaats niet zonder toestemming als je niet de auteur bent! Als je teksten, foto’s en of video’s van andere websites of uit kranten/bladen post, vermeld dan waar je de tekst vandaan heb gehaald …
Andere gebruikers kunnen zo de betrouwbaarheid en authenticiteit inschatten en het is wel zo netjes richting de schrijver van het artikel dan wel de maker van de foto of video. Wij zullen altijd een poging wagen om rechthebbende te achterhalen. …
Het forumlid blijft als enige verantwoordelijk en aansprakelijk voor de inhoud van zijn/haar berichten.

Op zich bekende clausules: geen rechten schenden, regel toestemming en vermeld zo nodig de bron. Plus je bent aansprakelijk. Maar het komt uiteindelijk wel aan op hoe je het exact formuleert, zo blijkt ook weer hier.

De rechter leest namelijk die tekst drie keer en concludeert dan dat er ruimte is voor “misvattingen omtrent de strekking”. In de tweede zin gaat het over ‘auteurs’ bijvoorbeeld: worden daarmee ook fotografen bedoeld, of zijn foto’s (gezien de derde zin) een andere categorie werken waar andere regels gelden? Gezien de zin over bronvermelding is verdedigbaar dat je bij teksten toestemming moet halen en bij foto’s alleen de bron noemen.

Maar zelfs als het wél allemaal over toestemming gaat en je dus ook bij foto’s de regels overtrad, dan nog komt de schade niet voor vergoeding in aanmerking. De fout moet je wel te verwijten zijn, en dat gaat hier niet op:

Gelet op de onduidelijkheid en inconsistentie van de tekst … acht de kantonrechter het niet onbegrijpelijk dat de forumleden zich van geen kwaad bewust waren en meenden te handelen volgens voorschrift.

Ook als je het gooit op ‘gewoon’ onrechtmatig handelen, kom je er niet:

De kantonrechter is van oordeel dat het geen feit van algemene bekendheid is dat het niet is toegestaan foto’s van anderen op internet te plaatsen.

Je kunt daarmee niet spreken van ‘bewust’ rechten schenden, wat wel vereist is aldu de rechter om de uiteindelijke schade bij de fotograaf bij de uploaders neer te leggen.

Nog los daarvan had het beheer de claim ook kunnen voorkomen door conform de wet meteen te reageren op het verwijderverzoek in plaats van het op een rechtszaak te laten aankomen. Die volg ik niet helemaal: het forum hád de claim niet kunnen voorkomen door snel de foto’s te verwijderen want juridisch gezien is verwijderen niet genoeg tegen aansprakelijkheid.

Ik denk dat de rechter dit bedoelt als: we kunnen niet (meer) vaststellen welk deel van de schade door de plaatsers komt en welk deel door het handelen van het beheer. En daarom ga ik niet 100% van de schade bij de plaatsers neerleggen.

De uitspraak verrast me een tikje, moet ik zeggen. Zó onduidelijk vind ik die regels nu ook weer niet, en dat men in het algemeen niet weet van auteursrechten is wel wáár maar voor een rechter toch een opmerkelijke constatering. We doen toch met z’n allen alsof wetten algemeen bekend zijn, ook als ze nul komma nul compatibel zijn met de maatschappij?

Arnoud

Mag je een merknaam noemen in een kritisch artikel over een bedrijf?

logo-startersleningOh noes, las ik bij Das Kapital. De financiëlenieuwssite kreeg een blafbrief van een internetondernemer omdat men in een kritisch artikel het had gewaagd een screenshot te tonen, de geregistreerde merk- en handelsnaam te noemen en ook nog eens te línken naar de site. Een tactiek die ik vaker zie: in plaats van inhoudelijk in te gaan op de kritiek, beroept men zich op een auteursrecht of merkrecht in de hoop zo de hoster of uitgever te laten schrikken en snel actie te nemen.

Het artikel van Das Kapital zette vraagtekens bij een SBS6-programma waarin de diensten van Starterslening.nl aan de orde kwamen. Zo wordt er verwezen naar de leningen middels de term ‘subsidie’, en wordt gesteld dat kopen goedkoper is dan huren. Das Kapital kwam met argumenten, en tegen argumenten zijn natuurlijk altijd tegenargumenten in te brengen, maar in plaats van tegenargumenten kwam er bij de provider van Das Kapital een notice/takedownbrief die spreekt van “illegale content en inbreuk op onze merk- en handelsrechten”.

Wat er precies illegaal is aan de content van DK is me onduidelijk; het enige dat ik uit de brief kan halen is dat een screenshot van de video van Starterslening.nl wordt gebruikt en dat de handelsnaam wordt genoemd. Ook spreekt de brief van merknamen, maar een woordmerk van Starterslening kan ik niet ontdekken bij het BBIE. Het enige merk dat ik vond, is het hiernaast getoonde beeldmerk. En niet voor niets is dit een beeldmerk: een generieke kreet als “starterslening” voor, eh, leningen aan starters, krijg je echt niet als merk vastgelegd. Zo’n huisje op zich wel, maar geeft geen rechten op een generieke term die bij het huisje geschreven is.

Maar Arnoud, mag jij dan dat gedeponeerde Merk® daar wel tonen zonder uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van de directie van Starterslening.nl®TM©? Ja, dat mag ik, en wel om dezelfde reden als dat Das Kapital een screenshot uit de reclamevideo mag tonen: het citaatrecht. Ter illustratie of onderbouwing van een betoog mag je tekst of beeld van derden gebruiken, ook als dat als merk is vastgelegd. Het merkenrecht is bedoeld om te verhinderen dat concurrenten bij je naam (of logo) gaan aanhaken, niet om te verhinderen dat mensen over je praten. Dat Das Kapitaal een advertentiegesponsorde uitgave is, is daarbij niet relevant.

Waarom gebruiken mensen dit soort tactieken? Tsja. Mijn gedachte daarbij is dat sommige mensen denken dat een merk of auteursrecht een absoluut recht is – logisch, want die term staat in de juridische handboeken. Alleen betekent hij daar “een recht dat je tegen iedereen kunt inzetten, en niet alleen tegen één specifiek persoon (een relatief recht)”. En niet “een recht dat zonder nuance te allen tijde boven alle andere rechten gaat”. Oftewel: een merk/auteursrecht zou je een juridische joker geven waarmee je elke discussie wint: hela, je noemt mijn Merk®, dat mag niet, haal maar weg. En door dat op te fleuren met wat juridische taal heb je dan een reële kans dat de wederpartij denkt, oh jee, weghalen dus maar. Zeker als je naar een hoster mailt, waar niet per se juridische kennis aanwezig is en niet iedereen zin heeft in discussies met blafbriefschrijvers.

Maar het is onzin. Serieus. Kritiek leveren mag, mits die kritiek natuurlijk voldoende basis in de feiten heeft. Is de kritiek voldoende onderbouwd, dan mag ook de naam van de betrokken partij worden genoemd of relevante screenshots/teksten/citaten worden opgevoerd. Vaak is dat zelfs onvermijdelijk: de onderbouwing veréist meestal dat je man en paard noemt, omdat deze anders niet verifieerbaar is.

En over dat linkverbod kan ik kort zijn: linken is legaal, punt.

Arnoud