“Roken schaadt de garantie”

sigaret-apple-appel.pngApple trekt de betaalde garantie voor Macs in als blijkt dat er in de buurt van de computer is gerookt, want reparatie is volgens Apple dan te ongezond, zo stond op Webwereld. Amerikaanse site Consumerist had een aantal klachten verzameld van rokende Macgebruikers die hun reparatie geweigerd zagen:

Did you know, that smoking isn’t good for your computer, either? It’s true, at least according to Apple. Two readers in different parts of the country claim that their Applecare warranties were voided due to secondhand smoke. Both readers appealed their cases up to the office of God Steve Jobs himself. Both lost.

Kan dat zomaar? Ik denk dat je van een iPhone mag verwachten dat deze ook werkt als de gebruiker een roker is. Het zou dus tegen de conformiteitseis zijn als een apparaat daardoor stukgaat. Oftewel Apple moet dan gratis repareren of vervangen.

Maar het lijkt erop dat het argument niet zozeer is dat het apparaat niet tegen rook kan: het is de reparateur die niet tegen rook kan. Of beter gezegd, Apple wenst haar reparateurs te beschermen tegen meeroken en wil ze dus niet verplichten een naar rook stinkend apparaat te repareren.

Natuurlijk is het zo dat je als werkgever een veilige omgeving moet creëren voor je werknemers, en ook meer algemeen ervoor moet zorgen dat je werknemers niet nodeloos in gevaar moeten komen. In Nederland hebben we ook nog artikel 11a, eerste lid, van de Tabakswet, dat eist dat werknemers in staat worden gesteld hun werkzaamheden te verrichten zonder daarbij hinder of overlast van roken door anderen te ondervinden. Op grond daarvan zou je kunnen eisen dat de reparatieruimte vrij blijft van naar rook stinkende apparatuur van klanten. Maar is dat altijd redelijk?

Ik heb de Voedsel- en Warenautoriteit gevraagd hoe dit zit: kun je als werkgever iemand verplichten om met sigarettenrook in aanmerking te komen? Op het gebied van computers schoonmaken is daarover niets bekend, maar het probleem is in het algemeen wel bekend. Veel cafés hebben namelijk een rookruimte, en ook die moet schoongemaakt worden. Zo las ik in het Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten deze passage over rookruimten:

Niet-rokers hoeven deze ruimten in beginsel niet te betreden. Dit neemt niet weg dat er ook mensen zijn die in de rookruimten werkzaamheden moeten verrichten. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan schoonmaak- en onderhoudspersoneel. Ook wanneer zij hun schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden verrichten wanneer er niet wordt gerookt in de rookruimten, dan nog zal er sprake zijn van blootstelling aan tabaksrook.

De werkgever kan een schoonmaker wel degelijk verplichten om de rookruimte te reinigen. Wel dient de werkgever dan alle mogelijke maatregelen te nemen om hinder en overlast te beperken. Bijvoorbeeld dat de werknemer de rookruimte betreedt na openingsuren of als er niet wordt gerookt.

Naar analogie lijkt het me dan ook dat je als reparateur kunt worden verplicht een naar rook stinkende computer schoon te maken. Wel denk ik dat je dan kunt eisen dat er een afdoende afzuiging wordt geplaatst, of dat je buiten mag werken. Of wat je maar kunt doen om die sigarettenstank te vermijden.

Arnoud<br/> Foto afkomstig van Consumerist.

Vochtsensor versus conformiteit

iphone-water-moisture-sensor.jpgEen lezer had een probleem met zijn iPhone maar kreeg nul op het rekest bij Apple:

Mijn Ipod kreeg na enkele maanden met een mechanisch defect (tikkende harddisk), voor de rest was het apparaat nauwelijks gebruikt en werkte helemaal goed. Na onderzoek meldde Apple echter dat sprake was van vochtschade en dat er dus niet gerepareerd hoefde te worden. Apple heeft in al zijn apparatuur namelijk een vochtschadesensor ingebouwd, een strip die reageert op vloeistof. Als die rood uitslaat, is er blijkbaar vochtschade geweest. Nu kan dit ook b.v. komen door ouderdom van zo’n vochtschade sensor. Volgens Apple slaat zo’n sensor pas uit als hij b.v. in water is ondergedompeld, wat bij mij niet het geval is. Maar Apple weigert nu toch te repareren, en de winkel wil ook niets voor me doen. Sta ik nu met lege handen?

De winkelier heeft zelf de verantwoordelijkheid om jou een correct werkend apparaat te leveren. Als je met een schadeclaim komt, dan is hij verplicht de schade gratis te herstellen (of een vervangend apparaat te leveren) tenzij blijkt dat het probleem niet in het apparaat zit maar door bv. foutief gebruik of een andere oorzaak van buitenaf is veroorzaakt. Vochtschade (waterschade) is ook iets dat onder “oorzaak van buitenaf” valt. Schade die het gevolg is van binnendringend vocht is dus in principe voor je eigen rekening, behalve natuurlijk als het vocht naar binnen kon komen door een constructiefout.

Hier gaat het om een mechanisch defect dat -lijkt mij- niet door vocht veroorzaakt kan worden. Een natte harde schijf tikt niet. Ik heb geen idee of de sensor correct heeft gewerkt of niet, maar de status van het defect in kwestie kan daardoor niet worden aangetast. De winkelier kan dus de claim niet afwijzen vanwege het enkele feit dat er (mogelijk) vocht in het apparaat is gekomen. Hij zal moeten onderzoeken of het vocht ook het tikken van de harde schijf veroorzaakt, en pas dan kan hij de reparatie weigeren.

Omdat het apparaat binnen een paar maanden is stukgegaan, helpt de wet hier de klant: de winkelier moet bewijzen dat het tikken door een fout van de koper is veroorzaakt. Lukt hem dat niet, dan wordt de schade geacht een defect aan het product zelf te zijn. Na die tijd moet de klant zelf aantonen dat de tikkende harde schijf door een productiefout komt.

Arnoud

Eurocommissarissen willen garantie op software

Meer dan driehonderd reacties bij het Tweakers-bericht dat Eurocommissarissen Viviane Reding en Meglena Kuneva een voorstel hebben gelanceerd om de consumentenbescherming bij de aankoop van fysieke goederen uit te breiden naar software. “De softwaremakers zijn hier niet erg blij mee.” Joh, echt?

In de zogeheten digitale agenda van de Europese Commissie staat een voorstel om consumenten die software in licentie nemen, dezelfde rechten toe te kennen als software die fysieke producten kopen. Zulke producten moeten gedurende hun economische levensduur voldoen aan de “redelijkerwijs gewekte verwachtingen” (de conformiteitseis), en dat zal dan ook voor software gaan gelden. Of eigenlijk voor alle producten die je onder licentie afneemt als ik het goed lees, dus ook voor bijvoorbeeld gedownloade muziek of abonnementen op webdiensten.

Een goede zaak, wat mij betreft. De software-industrie heeft al veel te lang kunnen doen alsof software inherent buggy is en dat men daarom geen enkele garantie kan geven. Onzin; met goede ontwikkel- en programmeertechnieken zijn heel veel bugs te voorkomen, en er zijn genoeg tools om vrijwel alle resterende bugs te ondervangen bij het testen. Maar ja, dan moet je gestructureerd werken en controleren en specificeren wat je wilt, en dat valt niet voor alle programmeurs mee.

Natuurlijk, de kans is aanwezig dat die software dan duurder wordt. Maar dat hoeft niet. Met duidelijke disclaimers en informatie over de beperkte functionaliteit kun je ook de redelijke verwachting van consumenten bijstellen. Zet op je auto “Dit is een wrak en u kunt er niet mee rijden” en de consument heeft bar weinig wettelijke rechten meer.

Ik heb nooit begrepen waarom softwarebedrijven zo onwillig zijn om meer garanties af te geven, of gewoon te aanvaarden dat ze fouten moeten repareren in hun software. Bij ZDNet draait de Business Software Alliance zich bijvoorbeeld in alle mogelijke bochten om maar niet te hoeven zeggen dat dit eigenlijk gewoon hartstikke logisch is:

creators of digital content cannot predict with a high degree of certainty both the product’s anticipated uses and its potential performance.

De makers van televisies ook niet, maar toch slagen die erin een televisie te maken die niet elke maand antivirusupdates nodig heeft of elke maandag gereset moet worden.

Ook de overige argumenten zijn pure kul. Je keuzevrijheid als consument zou worden ingeperkt omdat je een contract voor 2 jaar (de minimale conformiteitstermijn) zou moeten aangaan: zulke consumentencontracten zijn op elk moment opzegbaar. De eis zou ook voor beta’s gelden: onzin, bij een beta weet je dat je bugs kunt verwachten en dan kun je geen aanspraak op correctie daarvan maken. Compatibiliteit komt in gevaar: hoezo, als de combinatie van twee producten tot onverwachte neveneffecten leidt dan is dat mijn risico tenzij de leverancier me die combinatie aanraadt?

Ook open source zou in gevaar komen, want ook daar zou je conformiteitseisen kunnen leggen. Dat hangt er vanaf, levert een bedrijf me tegen betaling die software of pluk ik het zelf van internet? In het laatste geval dien je meer risico voor lief te nemen, net zo goed als wanneer je een product bij een tweedehandswinkel koopt in plaats van bij de officiële dealer. En trouwens, sjonge, sinds wanneer maakt de BSA zich zorgen over het welzijn van open source?

Update (20:21) daarnet mocht ik op de radio bij BNR Juridische Zaken vertellen over wat de Commissie van plan is en wat voor gevolgen dit zal hebben. “Maar we zijn niet allemaal Engelfrietjes”. Ahem.

Arnoud

“Onze garantie verloopt altijd via de fabrikant”

lcd-scherm-display-dode-pixels.jpgDe rechten en plichten bij verkoop aan consumenten blijven een moeilijk verhaal. Nog steeds melden veel bedrijven dat ze maar beperkte garantie leveren, of verwijzen ze zelfs alleen naar de fabrieksgarantie. Zo kreeg ik de tip (bedankt, Pierre) dat Yorcom Computers voor LCD schermen een twijfelachtige garantie verleent:

Let op! De garantie van uw TFT/LCD verloopt in alle gevallen via de fabrikant. Als u de garantieclaim via Yorcom wilt laten verlopen, word hier Euro 25.- Fee voor berekend.

Mag dit? Nou ja, je mag als koper best naar de fabrikant gaan. Als die bepaalde garanties afgeeft, kun je hem daaraan houden. Maar de winkelier mag niet zijn eigen verantwoordelijkheid willen ontduiken door “in alle gevallen” naar de fabrikant te verwijzen. Of die verantwoordelijkheid willen beperken door er een administratief bedrag aan te koppelen. Op grond van het Quelle-arrest is dat niet toegestaan.

Hoe krijg je dit winkeliers nu eindelijk eens uitgelegd? De Consumentenautoriteit heeft dit tot aandachtsgebied voor 2009 uitgeroepen, en ook gastblogger Alex maakt zich hier ook al een hele tijd druk om. Maar veel lijkt het allemaal niet uit te halen. Wat is er voor nodig om winkeliers nu eindelijk eens wel zich standaard aan de wet te laten houden?

Arnoud<br/> Afbeelding uit Defecte pixel – Wikipedia.

Garantie binnenste buiten gekeerd (gastpost)

Een paar maanden terug heb ik een summier overzicht gegeven van de rechten die consumenten hebben gekregen bij de implementatie van de Europese Richtlijn 1999/44/EG over de garantie van consumptiegoederen. Voor de Nederlandse situatie komt dit in het kort neer op het volgende. De koper kan gedurende de gemiddelde levensduur kosteloos herstel of vervanging eisen van de verkoper, maar er zit een addertje onder het gras! De koper moet bewijzen dat het product ondeugdelijk was op het moment dat het werd afgeleverd. 1 Dit is niet altijd even makkelijk en daarom is de wetgever de consument tegemoet gekomen door de bewijslast om te draaien wanneer het gebrek zich in de eerste zes maanden voordoet. En hiervan mag niet in het nadeel van de consument worden afgeweken.

Tot zover is alles duidelijk. Echter, er mag wel in het voordeel van de consument worden afgeweken van deze regels. Veel fabrikanten bieden dan ook een fabrieksgarantie aan die ook daadwerkelijk een omkering van de bewijslast inhoudt. Maar is de winkelier ook wettelijk verplicht om een omgekeerde bewijslast te hanteren als hij adverteert met ‘garantie’?

Voordat we die vraag kunnen beantwoorden, moet eerst onderzocht worden wat deze term eigenlijk inhoudt. Iemand die iets garandeert, staat er voor in dat het zo is. Maar deze term is in het verleden door garantie-aanbieders misbruikt om de wettelijke rechten van koper in te perken. Aan deze praktijk gaven verkopers een positieve draai door te benadrukken wat ze wel bereid waren om te doen. Voor de (huidige) wet is garantie het toekennen van bepaalde contractuele rechten aan de koper in het geval dat bepaalde eigenschappen ontbreken aan een product. (Art. 7:6a lid 1 BW) De wetgever heeft bij de behandeling van deze wet het volgende opgemerkt:

Hierbij zij overigens aangetekend dat reeds de toezegging op zichzelf het verwachtingspatroon van de koper beïnvloedt en dus mede van belang kan zijn voor de vraag of de zaak aan de overeenkomst beantwoordt. Dit brengt mee dat het feit dat de verkoper of de producent bepaalde eigenschappen toezegt, mede van invloed is op de aan de koper toekomende wettelijke rechten. Dit dus ook zonder dat de verkoper of de producent hem bij het ontbreken van die eigenschappen bepaalde rechten toekent. Vergelijk ook Asser-Schut-Hijma, no 338. Het kan derhalve zo zijn dat de in de garantie toegekende rechten de koper reeds toekomen, omdat in de garantie bepaalde eigenschappen zijn toegezegd. De koper wordt in dat geval door de garantie niet in een betere positie geplaatst in de zin dat hem expliciet in de garantie meer rechten worden toegekend dan hem volgens de wet toekomen. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2000″2001, 27 809, nr. 3, p. 15)

Het bovenstaande doet zich voor als, bijvoorbeeld, de winkelier een garantie geeft dat je de computer die je koopt, kan samenwerken met een bepaald computerprogramma en de koper het recht op herstel heeft wanneer dit niet zo is. De verkoper verlangt dan wel dat je als koper bewijst dat het computerprogramma niet samenwerkt met de computer. Die toezegging is van invloed op het non-conformiteitsbeginsel en dus had je op grond van de wet al recht op kosteloos herstel.

In de meeste gevallen zal een garantie inhouden dat de koper een bepaalde periode het product kan gebruiken. En deze periode zal meestal korter zijn dan de gemiddelde levensduur van het product. Bovendien zal de koper de verwachting hebben dat de verkoper gedurende de garantietermijn de bewijslast overneemt van de consument.

In het eerste geval zou het erg lullig zijn om een winkelier, met goede intenties, te pakken op een kleine procedurefout. De verkoper had er dan beter aan gedaan om het geen garantie te noemen maar een toezegging van een producteigenschap of zoiets. In het laatste geval heeft de winkelier helemaal geen goede intenties. Hij wil goede sier maken met iets wat hij toch al verplicht was.

De richtlijn oneerlijke handelspraktijken bevat een zwarte lijst van handelspraktijken die onder alle omstandigheden als oneerlijk moeten worden beschouwd. Op punt 10 staat een verbod om wettelijke rechten van consumenten als onderscheidend kenmerk te hanteren. Met deze richtlijn in de hand samen met de regels omtrent de algemene voorwaarden kunnen consumenten bij de rechter afdwingen dat de koopovereenkomst wordt vernietigd. De winkelier moet dan de koopsom terug betalen aan de consument.

Daarnaast kunnen we stellen dat er sprake is van een onjuiste voorstelling van zaken die veroorzaakt wordt doordat de winkelier ongeoorloofd zwijgt of al dan niet impliciet onjuiste inlichtingen heeft verstrekt. Dit heet dwaling en biedt ons ook de mogelijkheid om de koop te vernietigen.

Tot slot is er dan nog de bijkoopgarantie. Wordt deze aangeboden zonder dat de koper er van iets extra rechten bovenop zijn wettelijke krijgt, dan durf ik, boven al het bovenstaande, te spreken van het oplichting. Oplichting is een misdrijf waarbij de oplichter het slachtoffer door middel van bedrog geld of goederen afhandig maakt.

-edit Arnoud 9/2: aantal taalfouten gecorrigeerd-

Alex de Kruijff
Alex is een ingenieur die elektronica en informatica heeft gestudeerd en juridische interesse heeft. Op zijn website kun je artikels over het besturingssysteem FreeBSD vinden, die je helpen bij het configureren er van.

  1. ^  Een klassiek voorbeeld hiervan is een productiefout die wel aanwezig is maar zich nog niet geopenbaard heeft.

Het pareltje van Europa (gastpost)

eu-flag-150px.pngWie een product koopt verwacht ook waar voor zijn geld te krijgen. De gemiddelde Europese burger zou als volgt kunnen redeneren: voor wat hoort wat! Ik heb -als koper- volledig aan mijn verplichtingen voldaan, dus moet de wederpartij -de verkoper- ook volledig aan zijn verplichtingen voldoen. Dit lijkt heel logisch voor een ieder met een gezond verstand, maar in werkelijkheid ligt dit toch anders.

Consumenten hebben via de Richtlijn 1999/44/EG over de garantie van consumptiegoederen van Europa het wettelijke recht gekregen om twee jaar na de aankoop kosteloos herstel of vervanging van de winkelier te eisen. De hoofdregel daarbij is dat de consument mag kiezen.

De Europese burger komt hierdoor voor situaties te staan waar hij zich wel aan zijn verplichtingen uit de overeenkomst heeft gehouden, maar de wederpartij niet en daar in rechte niets meer tegen kan ondernemen. Deze situatie doet zich voor als hij een product heeft gekocht met ingebakken productiefouten die pas na 24 maanden aan het licht komen.

De lidstaten hebben echter de vrijheid om meer te doen dan het minimum dat een richtlijn vereist. Een groot aantal van hen heeft van deze vrijheid gebruik van gemaakt. Consumenten die kopen in de landen Nederland, Griekenland, Finland, Verenigd Koninkrijk, IJsland en Zweden hebben langer de tijd om te reclameren. In de eerste drie landen kan de consument dat gedurende de levensverwachting van een product doen. De laatste drie hanteren een vaste termijn van respectievelijk zes, vijf en drie jaren.

Echter zal het wel lastig zijn om de bewijslast rond te krijgen: U moet dan natuurlijk wel kunnen bewijzen dat het product reeds ondeugdelijk was ten tijden dat het afgeleverd werd. En dat is niet bepaald een gemakkelijke opgave na zo veel jaar. Portugal heeft daarom gekozen om op een ander vlak verder te gaan dan de richtlijn vereist. Koopt u producten uit Portugal dan heeft de verkoper te maken met een gedwongen omgekeerde bewijslast van twee jaar. Dat is anderhalf jaar meer dan de richtlijn vereist van de lidstaten.

De Europese burger wordt met tal van maatregelen verleid om aankopen in andere lidstaten te doen. Zo geld er binnen Europa een vrijheid van vervoer van goederen waardoor consumenten geen invoeringsbelasting hoeven te betalen. En moet de Europese consument vertrouwen ontlenen aan het bestaan van het Europees Consumenten Centrum en heeft ieder land een consumentenautoriteit om grensoverschrijdende overtredingen op het consumentenrecht aan te pakken. Met al deze maatregelen zou je bijna vergeten dat het buitenlandse recht van toepassing is als je in het buitenland je aankopen doet. Dit kan in je nadeel werken, maar soms juist ook aantrekkelijk zijn.

De volgende keer ga ik dieper in op een variant van dit laatste: de (vrijwillige) omgekeerde bewijslast (in Nederland).

Alex de Kruijff
Alex is een ingenieur die elektronica en informatica heeft gestudeerd en juridische interesse heeft. Op zijn website kun je artikels over het besturingssysteem FreeBSD vinden, die je helpen bij het configureren er van.

Hoe veel dode pixels moet ik accepteren op mijn LCD-scherm?

lcd-scherm-display-dode-pixels.jpgEen lezer mailde me:

Ik heb een LCD-monitor gekocht, en daar zitten nu na drie maanden al twee dode pixels in. Ik ben teruggegaan naar de winkel, maar die zeggen dat ze pas bij drie dode pixels iets hoeven te doen. Maar klopt dat wel? Ik heb toch gewoon recht op een dodepixelvrije monitor?

Volgens de Nederlandse wet heb je recht op een product dat doet wat je mag redelijkerwijs verwachten. De vraag is dus, wat mag je verwachten bij een LCD scherm? In de rechtspraak is die vraag nooit aan de orde geweest. In 2001 heeft de inmiddels opgeheven geschillencommissie computers geoordeeld (dank aan Serge voor het vinden) dat LCD monitoren dodepixelvrij moeten zijn:

[In] elk geval vanaf de tweede helft van het jaar 2000 [is] de stand der techniek zodanig, dat een consument bij aanschaf van een TFT-beeldscherm niet langer zonder meer bedacht moet zijn op pixelfouten in een dergelijk beeldscherm. Bij de beantwoording van de vraag welke eigenschappen de koper van een dergelijk beeldscherm op grond van de overeenkomst mocht verwachten, dient derhalve aangenomen te worden dat dat in elk geval een beeldscherm is waarin geen pixelfouten voorkomen. Komt er toch een pixelfout voor in het beeldscherm, dan dient dat in beginsel als een gebrek aan het scherm te worden beschouwd.

Het blijkt echter ook vandaag de dag nog steeds moeilijk om consistent dodepixelloze beeldschermen te produceren. Als we bovenstaande als norm hanteren (waar ik persoonlijk wel wat voor voel), dan betekent dit dat de winkelier de klant dus tijdig moet informeren over eventuele risico’s. Als hij dat doet, dan is het risico inbegrepen bij het product en is dus voldaan aan de conformiteitseis. Oftewel: als je wist dat er dode pixels konden komen, kun je niet meer ruilen als ze er ook echt blijken te zitten.

Om die waarschuwingen wat eenduidiger te maken, hebben de fabrikanten een ISO norm opgesteld. Deze ISO norm 13406-2 definieert vier klassen met bijbehorende te verwachten defecten, zodat je met één oogopslag kunt aangeven met wat voor monitor je te maken hebt. Zo mag een klasse II monitor maximaal 2 dode pixels hebben of maximaal 5 dode subpixels. Een klasse I monitor mag geen enkel defect hebben. De winkelier moet voor de verkoop duidelijk aangeven om wat voor klasse monitor het gaat, en liefst ook wat dat concreet inhoudt. En dus niet door alleen maar te verwijzen naar ISO norm 13406-2, want die kost 142 euro om in te zien. De winkel moet aangeven wat er in die norm staat (“Klasse II: maximaal 2 defecte pixels of 5 subpixels”).

Steeds meer fabrikanten bieden vrijwillige garanties dat hun monitoren geen dode pixels hebben. Daar kun je die fabrikanten dan aan houden natuurlijk, want garanties gaan boven de gewone verwachtingen van een product.

Arnoud<br/> Afbeelding uit Defecte pixel – Wikipedia.

Laptop vervangen, maar data terug kost geld

ddr-backup-cartridge.jpgEen lezer had een ASUS laptop gekocht, die echter na enkele maanden defect bleek. Na opsturen van de laptop meldde ASUS dat reparatie niet meer mogelijk was en dat men een gelijkwaardige laptop zou opsturen ter vervanging. Maar de lezer wilde ook de data op de harde schijf terug, en dat zou 110 euro moeten kosten. Kan ASUS dat zomaar doen?

In haar reparatievoorwaarden meldt ASUS:

b. De Klant is ervoor verantwoordelijk zijn/haar data op een veilige manier op te slaan en een kopie te bewaren van belangrijke bestanden. ASUS is nooit aansprakelijk of verantwoordelijk voor enig verlies van data of bestanden tijdens het reparatie- of verzendingsproces.

Maar is deze voorwaarde redelijk? En volgt hier eigenlijk wel uit dat ASUS geen data terug hoeft te sturen? Ik zie eigenlijk alleen maar staan dat ASUS niet aansprakelijk is als er dingen kwijtraken. Twijfelachtig dus.

Op grond van artikel 7:21 BW is ASUS verplicht de laptop te repareren of te vervangen als deze niet voldoet aan wat bij de koop was beloofd. Daar was geen discussie over, en kennelijk was de laptop niet meer te repareren. Op zich prima dus dat ASUS een nieuwe laptop stuurt. Maar valt onder deze verplichtingen ook een plicht om de data op de nieuwe harde schijf te plaatsen?

Ik zou zeggen, nee, want ASUS is alleen verplicht om een nieuwe laptop te leveren die voldoet aan wat oorspronkelijk gekocht is. De data is er later opgezet, en valt dus buiten deze verplichting.

Bovendien: hoe zou ASUS aan dit verzoek van de klant moeten voldoen? Ze kunnen de data overzetten naar de nieuwe schijf, wat toch het nodige werk kan zijn. Of ze sturen de oude harde schijf weer mee, en dan moet de klant maar zien hoe hij die aansluit. Niet erg klantvriendelijk, en bovendien krijgt de klant dan twee harde schijven voor de prijs van één.

De oude harde schijf in de nieuwe laptop stoppen zou ook kunnen, maar het is niet gezegd dat dit altijd zal werken. Misschien moet Windows wel opnieuw worden geïnstalleerd of zijn aanvullende drivers nodig. Als de installateur dan moet werken met een al aangepast OS (of misschien wel een wachtwoord bij het opstarten), dan schiet dat ook niet bepaald op.

Wat vinden jullie dat ASUS moet doen?

Arnoud

Consumenten hebben toch geen geldboom in de tuin? (gastpost)

Veel winkeliers denken dat zij alleen aansprakelijk zijn voor de directe schade aan een ondeugdelijk product wanneer het product niet aan de conformiteitseis voldoet. De gevolgschade (alle andere schade) komt volgens hen voor rekening van de koper. Dat staat namelijk zo in hun algemene voorwaarden. Schade in de vorm van porto-, telefoon- en/of reiskosten wijzen ze dan ook snel van de hand als de consument deze komt reclameren. Dit is heel onrechtvaardig want de consument heeft niet gevraagd om een ondeugdelijk product.

De wetgever heeft de consument hier echter voor behoed door het opnemen van art. 7:24 BW. Dit artikel maakt het onmogelijk voor de winkelier om zijn aansprakelijkheid wettelijk te beperken tot alleen de directe schade. De geschillencommisse Elektro behandelde een geschil over een DVD speler dat dit heel mooi illustreert.

In dit geschil had een consument een DVD speler gekocht, maar na een half jaar bleek dat deze een DVD niet kan afspelen. De winkelier zag zichzelf blijkbaar als een doorgeefluik, want hij weigerde om het product te vervangen. Dit omdat de fabrikant van oordeel was dat het niet aan de DVD speler, maar aan de DVD lag. Als gevolg van de dwarse houding pleegde de consument verschillende telefoontjes en gaat een aantal keer langs voor het halen en brengen van het product. Vervolgens kwam hij bij de geschillencommisse, en die oordeelde:

Conclusie is dan ook dat het gekochte niet de eigenschappen heeft die de consument ervan mocht verwachten en dat de ondernemer gehouden is tot het primair door de consument gevorderde, namelijk kosteloze omruil voor een vervangend apparaat van gelijke kwaliteit, waarop de dvd wel werkt.

Consequentie van deze beslissing is dat ook gevolgschade die de consument hierdoor heeft geleden in de vorm van reiskosten voor het enkele malen halen en brengen van de dvd-speler en een aantal telefoongesprekken door de ondernemer moeten worden vergoed. Gezien de specificatie van de consument bepaalt de commissie die kosten in billijkheid op € 40,–.

Dit gaat op voor veel meer types gevolgschade. Wat dacht je van de wasserette, huurkosten of zelfs die halve werkdag, die je noodzakelijkerwijs moest opnemen, vergoed krijgen?

Echter hoeft de winkelier niet alle gevolgschade te vergoeden. Wanneer het product gebreken bevat die de veiligheid in geding brengen is er spraken van productaansprakelijkheid. In die gevallen is niet de winkelier maar de producent aansprakelijk. Een producent is een persoon die het eindproduct, onderdelen of grondstoffen heeft gemaakt, maar dat is ook een persoon die zijn naam, merk of ander onderscheidingsteken aanbrengt op het product.

Een goed voorbeeld hier van zijn die laptops die bij ontploften bij te heet weer. In een aantal gevallen is het huis afgebrand of is er z’n minst brandschade ontstaan. De winkelier mag je dan door verwijzen naar de fabrikant. Dat wil zeggen tenzij de winkelier dat product verbonden heeft met z’n eigen naam.

Nu weet ik dat er winkelier zullen zijn die bij het lezen van deze tekst een onrechtvaardig gevoel hebben. Immers, zij hebben het product niet gemaakt en sommige zullen aanvoeren dat de consument daarom bij de fabrikant moet reclameren. Dit zou echter een doorgeefluik mentaliteit bevorderen en dat moeten we niet hebben. De wetgever bied de winkelier wel de mogelijkheid om de kosten te verhalen, maar daarover heb ik reeds geschreven in mijn stukje ‘Calimero en het consumentenrecht’.

Alex de Kruijff
Alex is een ingenieur die elektronica en informatica heeft gestudeerd en juridische interesse heeft. Op zijn website kun je artikels over het besturingssysteem FreeBSD vinden, die je helpen bij het configureren er van.

(Web-)winkels opgelet: Consumentenbeschermer laat eerste tandjes zien (bij Marketingfacts)

Afgelopen vrijdag schreef ik over het jaarverslag van de Consumentenautoriteit bij Marketingfacts:

Een baby krijgt zijn eerste tandjes wanneer hij zo’n 5 tot 7 maanden oud is. Dat blijkt ook op te gaan voor de jongste toezichthouder van Nederland: de Consumentenautoriteit. Deze bewaker van consumentenrechten heeft in haar eerste jaar flink haar tandjes laten zien. Men onderzocht meer dan 70.000 klachten, trad zo’n 100 maal op tegen schendingen van de wettelijke regels voor consumentenbescherming en kwam met één boete van 88.000 euro.

Dat de Consumentenautoriteit hard nodig is, blijkt wel uit het jaarverslag dat onlangs verscheen. Maar bar weinig bedrijven blijken rekening te houden met de wettelijk verplichte rechten voor consumenten. Consumenten worden onjuist geïnformeerd over hun recht op retour of garantie of krijgen dure SMS-diensten aan hun broek zonder dat ze kunnen weten hoe ze er vanaf komen. Met name webwinkels krijgen er van langs: hun algemene voorwaarden blijken vaak onvindbaar, en ook aan de informatieplicht wordt lang niet altijd voldaan.

Lees verder over wat de Consumentenautoriteit zoal tegenkwam in (Web-)winkels opgelet: Consumentenbeschermer laat eerste tandjes zien bij Marketingfacts.

Arnoud