Tim Kuik heeft zelf een gaatje in zijn hoofd

piratescreenshot.jpgIk word niet snel kwaad maar nu ben ik het wel. “Je betaalt er niet voor, dus is het niet legaal”, zegt DLA Piper advocaat Carja Mastenbroek in de Volkskrant. Dit naar aanleiding van oprispingenuitlatingen van Tim Kuik dat “aankoopvervangend downloaden” niet onder de thuiskopieregeling zou vallen. “Wie denkt hij rechtmatig handelt als hij een gisteren uitgekomen dvd gratis downloadt, heeft een gaatje in zijn hoofd” staat er dan nog. Mevrouw Mastenbroek, meneer Kuik: u heeft zelf een gaatje in het hoofd als u dergelijke onzin werkelijk meent.

De wet zegt duidelijk dat je geen inbreuk pleegt als je downloadt voor eigen gebruik “zonder direct of indirect commercieel oogmerk”. Kuik interpreteert dat “commercieel” voor het gemak maar als “alles dat geld oplevert of bespaart” en komt daarmee tot de conclusie dat downloaden als vervanging van kopen commercieel is.

Dit soort uitlatingen zijn een uitermate kwalijke en verwerpelijke praktijk van BREIN. Men lanceert met de regelmaat van de klok juridisch zeer twijfelachtige stellingen zonder enige onderbouwing of toelichting in de wetenschap dat de voltallige ICT-pers die klakkeloos overneemt en zo hele volksstammen afschrikt. Want daar is het om te doen: FUD zaaien onder onwetende internetters en zo de belangen van de achterban van BREIN beschermen.

Slaat het juridisch ergens op? Nee. Dit is de particuliere mening van BREIN dat met lede ogen moet aanzien dat er massaal gedownload wordt en niet wil toegeven dat het beter zou zijn om downloaden (of zelfs uploaden) toe te laten en daar een nieuw businessmodel bovenop te zetten. Wel eens van iTunes gehoord jongens?

Zijn er juridische argumenten over deze stelling? Ja, maar die spreken BREIN allemaal keihard tegen, dus die hoor je niet. Ook mevrouw Mastenbroek, die blijkens haar CV in de praktijk vooral de nadruk op “klassiek intellectuele eigendomsrecht” legt, noemt geen enkel argument. “Je betaalt er niet voor” of “er is geen toestemming gegeven” kan ik geen serieus argument noemen. Klassieke drogredenen zijn het wel.

Wat vond de minister er eigenlijk van, de laatste keer dat men de wet op dit punt bediscussieerde in het parlement?

De Internetgebruiker die gebruik maakt van de mogelijkheden die Napster, KazaA en vergelijkbare peer-to-peer-diensten bieden om werken van letterkunde, wetenschap of kunst te kopiëren voor privé-gebruik opereert over het algemeen genomen binnen de marges van het auteursrecht. Dat geldt ook wanneer een privé-kopie wordt gemaakt van een origineel dat illegaal, dat wil zeggen zonder toestemming van auteursrechthebbende, is openbaar gemaakt.

De rechter in de zaak TechnoDesign versus BREIN:

Anderzijds heeft de wetgever blijkens zowel de huidige Auteurswet en de Wet op de naburige rechten als de reeds genoemde Richtlijn en het daaruit voortvloeiende Wetsontwerp bepaald dat op zichzelf het kopiëren (in dit geval door middel van downloaden) van een inbreuk-makend/illegaal mp3-bestand voor eigen gebruik, geen strijd met de Auteurswet of de wet op de naburige rechten oplevert.

De minister in 2002 (met dank aan Alex):

Bedoeld is dat een privé-kopie slechts onder bepaalde voorwaarden is toegestaan, namelijk wanneer het gaat om een kopie voor eigen oefening, studie of gebruik, zonder direct of indirect commercieel oogmerk. Dat sluit uit dat dergelijke kopieën in opdracht door een professionele opdrachtnemer worden gemaakt.

Het onderscheid tussen commercieel en nietcommercieel is dus bedoeld als onderscheid tussen “professioneel” en “in de privesfeer”.

Meneer Kuik: noem mij 1 juridische bron die uw stelling ondersteunt, of houd op met deze onzin uitkramen.

Arnoud

Oeps I did it again! (gastpost)

brein.gifNa de welles nietes discussie over de thuiskopie uit illegale bron, ben ik eens op bezoek gegaan bij de website van BREIN. Mijn oog viel daar meteen op de column van Tim Kuik (de directeur van de stichting) getiteld ‘Hans kan niet lezen!’. Hans Bousie is een advocaat gespecialiseerd op het gebied van intellectueel eigendom. Hans heeft een column geschreven waarin hij reageert op het voorstel van BREIN om naar Brits voorbeeld internetters af te sluiten die de auteurswet overtreden. Hans maakt daarbij alleen een klein foutje, waardoor hij opmerkt dat BREIN het heeft over downloaders, terwijl ze het in werkelijkheid hebben over het uploaders. Tim voelt zich duidelijk aangevallen want hij reageert zo:

Dat draagt niet bij tot het ‘slimme publieke debat’ dat hij naar eigen zeggen voor staat. De feiten Hans, die zijn belangrijk. Dat zou een jurist toch moeten weten. ‘Roept u maar’, roept Hans. Maar Hans zelf lijkt zomaar wat te roepen.

Het beste paard struikelt nooit, zal Tim hebben gedacht. Als je anderen verwijt dat ze niet goed lezen en de wet niet kennen, dan zou het wel prettig zijn als je zelf de reputatie hebt dat je geen of weinig fouten maakt. Als die reputatie ontbreekt dan controleer je tekst op fouten drie keer voor dat je deze online zet, toch”

Het was BREIN die al op 1 juni 2002 nog verklaarde dat het vanzelfsprekend zou zijn dat “het verboden was om illegale MP3 bestanden te downloaden”, want, zo redeneerde men, “konden illegaal verspreide bestanden niet legaal worden door een opvolgend gebruik.”

Vanaf niet later dan 6 april 2003 heeft Brein een column van Kris Wauters op haar site gehad waarin de auteur aangaf dat downloaden verboden was. Ik heb daarbij geen voetnoot van Tim Kuik gezien dat het hier om Belgische wetgeving ging. Volgens mij is dat misleiding.

Tim legt vervolgens in zijn column uit hoe het echt zit, althans hoe hij denk dat het echt zit:

Hierna nog eens hoe het echt zit. Downloaden van muziek en film valt onder de wettelijke uitzondering op het anderszins exclusieve auteurs- en daaraan verwante naburig recht. Dat wil zeggen dat de wet toestaat dat je muziek en film downloadt indien je het zelf voor je eigen gebruik doet en er geen direct of indirect commercieel oogmerk mee dient. Als je dus gratis illegaal aanbod downloadt zodat je het niet hoeft te kopen dan is dat NIET toegestaan. Als je dat in een korte kreet wil samenvatten kun je zeggen ‘verkoop vervangend downloaden is verboden’.

Commercieel oogmerk zou volgens Tim dus wijzen op de situatie dat je als consument de film, liedje, etc. eigenlijk had willen kopen maar dit nu niet doet omdat je het gratis kunt downloaden. Ik kan in ieder geval wel lezen en heb voor jullie gelezen: de van Dale:

com·mer·ci·eel (bijvoeglijk naamwoord; commerciëler, commercieelst)
  1. betr. hebbend op de handel, het zakenleven
  2. gebaseerd op het maken van winst

Tim redeneert dus als volgt: als je de film, liedje, etc. had gekocht, maar dit niet doet omdat je het kunt downloaden dan haal je een financieel voordeel, dat is winst en dus handel je met een commercieel oogmerk. Die uitleg zelf klinkt plausibel maar de toepassing daarvan binnen de context klinkt op z’n zachtst gezegd erg vreemd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er geen kamerstukken zijn te vinden die zijn uitleg ondersteunen.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 28 482, nr. 3
In het wetsvoorstel wordt met het oog op aanpassing aan de richtlijn maar tevens met het oog op behoud van een wenselijke consumentenvrijheid een wijziging van het regime voor privé-kopiëren voorgesteld. Dit heeft twee oorzaken. In de eerste plaats wordt de tekst van de wet in overeenstemming met de tekst van de richtlijn gebracht. Hoewel het bestaande regime van privé-kopiëren in de Auteurswet 1912 en de Wet op de naburige rechten inhoudelijk niet afwijkt van wat de richtlijn toelaat, namelijk – kort gezegd – het kopiëren van beschermd materiaal door een natuurlijk persoon zonder commercieel oogmerk, heeft het, mede vanuit het uitgangspunt dat waar mogelijk de terminologie van de richtlijn wordt gevolgd met het oog op het bereiken van harmonisatie op de interne markt, de voorkeur de tekst van de wet met die van de richtlijn in overeenstemming te brengen.

Hier wordt commercieel oogmerk duidelijk gekoppeld aan de persoon c.q. de functie die deze uitoefent. Iedereen die niet in of voor deze branche werkt en ten goede trouw is zal bij het lezen van de wetsartikel denken dat consumenten gewoon toegestaan is om privé-kopieën te maken. Een term als commercieel oogmerk zullen zij verbinden aan bijvoorbeeld een professionele opdrachtnemer. En de wetgever is daar geen uitzondering op:

Tweede Kamer, vergaderjaar 2002–2003, 28 482, nr. 8
De voorgestelde nieuwe redactie van artikel 16c, eerste lid, beoogde de bepaling meer in lijn te brengen met de redactie van artikel 16b, eerste lid, en hield niet in een uitbreiding van de regeling. Deze leden zij evenwel toegegeven dat de bepaling in een digitale omgeving tot misverstanden omtrent de betekenis en reikwijdte aanleiding kan geven. Bedoeld is dat een privé-kopie slechts onder bepaalde voorwaarden is toegestaan, namelijk wanneer het gaat om een kopie voor eigen oefening, studie of gebruik, zonder direct of indirect commercieel oogmerk. Dat sluit uit dat dergelijke kopieën in opdracht door een professionele opdrachtnemer worden gemaakt. Anderzijds wil de regeling ook niet in het privé-domein van de gebruiker treden door bijvoorbeeld het maken van een privé-kopie door een familielid zonder commercieel oogmerk te verbieden.

Maar stel dat Tim op dit punt toch gelijk zou krijgt van de rechter, bij voorkeur in een zaak waar hij tegenover een consument staat, hoe dacht hij dan ooit te kunnen bewijzen dat iemand het werk wilde kopen? Dus zelfs als hij gelijk zou hebben, dan maakt dat in praktische zin niet zoveel uit. Degene die de kopie heeft gemaakt, kan er heel simpel onder uit komen door te roepen dat hij het niet wilde kopen. Aangezien de bewijslast bij de eisende partij (Brein) ligt, is simpelweg je mond houden is al genoeg om de dans te ontspringen.

Echter het lijkt mij veel waarschijnlijker dat Tim het gewoon weer fout heeft. En vervolgens van andere verlangt dat zij zijn foute uitleg van de tekst onderschrijven op straffen van een berisping. Dergelijke situaties vind ik altijd opmerkelijk. Tim, als je mee leest, een gratis advies: hou de volgende keer gewoon in het achterhoofd dat je op dit punt al eerder de fout in bent gegaan en stel je wat milder op. Fouten maken is menselijk, dat zou jij toch moeten weten.

Over fouten gesproken, wedden dat de FAQ van Brein er over vijf jaar heel anders uit zou zien wanneer bloggers massaal het citaatrecht aangrepen om kleine stukjes te laten horen van muziek zodat de lezer weet waar de blogger het over heeft?

Alex de Kruijff
Alex is een ingenieur die elektronica en informatica heeft gestudeerd en juridische interesse heeft. Op zijn website kun je artikels over het besturingssysteem FreeBSD vinden, die je helpen bij het configureren er van.

Welles/nietes: de thuiskopie uit illegale bron

Eerst even voor jezelf lezen, schreef Volledig bericht, pardon Boek 9. Ik deed dat en viel van mijn stoel. Woensdag oordeelde de rechtbank Den Haag dat een kopie voor eigen gebruik van illegaal aangeboden materiaal geen thuiskopie is. In deze zaak hadden twintig importeurs en fabrikanten van beschrijfbare informatiedragers een zaak tegen Stichting Onderhandelingen Thuiskopie (SONT) aangespannen. Men kon het niet eens worden over de hoogte van de vergoeding, met name vanwege de vraag waar allemaal rekening mee gehouden moest worden. Eén van die dingen: “de schade die het gevolg is van illegaal kopiëren (incl. downloaden) uit een illegale bron.”

Nu is het downloaden uit illegale bron een hot topic. Mag het wel, mag het niet? De wet zegt zelf nergens dat het niet mag. De rechter in de Techno Design-zaak vond het geen inbreuk op het auteursrecht (iets dat in hoger beroep “onbesproken” en dus overeind bleef). Bovendien had de minister dit letterlijk gezegd bij de laatste wijziging van de Auteurswet. In het vonnis oordeelt de rechtbank ‘s-Gravenhage echter dat die uitleg helemaal niet MAG omdat deze in strijd is met een Europese auteursrechtenrichtlijn.”

Richtlijn 2001/29/EG bepaalt namelijk in artikel 5 dat een beperking op het auteursrecht slechts mag als aan een driestappentoets is voldaan:

  1. Het moet gaan om “bepaalde bijzondere gevallen”.
  2. Er wordt geen afbreuk gedaan aan de normale exploitatie van de werken.
  3. De wettige belangen van de rechthebbende worden niet onredelijk geschaad.

Hierover werden in juli vorig jaar kamervragen gesteld. Toen antwoordde de minister dat deze toets wel degelijk toegepast was:

De drie-stappen-toets is bij de vormgeving van de thuiskopieregeling in acht genomen en ligt besloten in de voorwaarden die aan de inroepbaarheid van de privékopie-exceptie worden gesteld (Kamerstukken II 2002- 2003, 28 482, nr. 5, blz. 18).

Echter, wat zegt de rechter in deze zaak:

De rechtbank stelt voorop dat het maken van een privé-kopie van illegaal materiaal een illegale handeling is. Deze handeling valt niet onder de werkingssfeer van artikel 16c Aw.

Dit is voor mij volstrekt onbegrijpelijk en in ieder geval zwaar ontoereikend gemotiveerd. Waarom is het een illegale handeling? De passage leest als een cirkelredenering: het is een illegale handeling, dus is het geen toegestane thuiskopie, en dus is het illegaal.

Het vonnis doet een poging haar uitgangspunt te motiveren:

In de parlementaire geschiedenis zijn weliswaar aanknopingspunten te vinden voor een andere uitleg, maar de door de minister voorgestane en door de regering onderschreven uitleg, waarbij ervan wordt uitgegaan dat een privé-kopie van een illegale bron legaal is, is in strijd met de drie-stappen-toets van artikel 5 lid 5 van de Richtlijn.

Het was wellicht aardig geweest als de rechtbank had toegelicht waarom en met welk punt van de toets er dan strijd zou zijn. Zeker nu de minister zelf heeft aangegeven dat er wel degelijk gedriestaptoetst is.

Een ander punt is dat de rechter hier een wettelijke bepaling (artikel 16c Auteurswet) toetst aan een eis uit een Europese Richtlijn. Dat mag op zich. Als blijkt dat de bepaling zich niet goed aan de Richtlijn houdt, dan mag de rechter de bepaling richtlijnconform uitleggen. Hij mag daarbij echter niet tegen de letterlijke tekst van de wet ingaan (“contra legem”). En ik zou zeggen dat dat hier het geval is. Er staat niets in de wet over de bron. Een extra bepaling erbij verzinnen die zegt dat de bron legaal moet aanbieden, gaat dan in tegen de bewoordingen van het wetsartikel.

Christiaan Alberdingk Thijm wijst erop dat het nog gekker wordt: je zou zeggen dat een heffing voor iets illegaals niet kan, maar toch bepaalt de rechter dat men de kopieerheffing mag gebruiken om te compenseren voor “illegaal downloaden”. De vraag is dan of het thuiskopiëren uit een illegale bron daarmee niet alsnog rechtmatig is geworden, aldus Alberdingk Thijm.

Ook Evert van Gelderen (De Gier Stam) is kritisch over het vonnis. Ik moet eigenlijk de eerste jurist die positief is nog tegenkomen.

Kortom, een hoogst merkwaardig vonnis dat wat mij betreft per direct in hoger beroep overnieuw gedaan mag worden.

Arnoud<br/> PS: disclaimer: Philips is een van de eisers maar ik ben niet bij deze zaak betrokken geweest.

Reactie op reactie op: “ja, een licentie is een contract!”

Soms moet je mensen even porren om ze weer aan het bloggen te krijgen, en klaarblijkelijk is me dat bij Menno Weij gelukt.:) Hij reageerde gisteren op een opmerking in mijn blogpost over licenties en contracten waarin ik stelde dat wie software legaal downloadt, geen EULA hoeft te aanvaarden om deze te mogen gebruiken.

Menno zegt daarover:

Dit is naar mijn stellige overtuiging onjuist. Immers, je kunt er donder op zeggen dat de EULA overeenkomst bepaalt dat de software niet gebruikt mag worden indien men de EULA overeenkomst niet wenst te accepteren.

Ik geef toe dat mijn opmerking niet bepaald een mainstream uitleg van de Auteurswet is, maar deze redenering gaat me ook weer wat te snel. Als ik de EULA niet aanvaard, dan heb ik verder niets te maken met wat er in de EULA staat. Dus of daar nou staat dat ik de software niet mag gebruiken, is voor mij dan irrelevant. De auteursrechthebbende zal op grond van zijn auteursrecht tegen mij in actie komen, maar de inhoud van de EULA is daarbij volstrekt irrelevant.

Maar als ik de EULA niet aanvaard, mag ik de software dan gebruiken op grond van art. 45j? Menno vindt van niet:

Indien [de EULA niet aanvaard is], dan mag de software niet gebruikt althans gedownload worden. Immers, voor dat gebruik is alsdan geen toestemming verkregen van de auteursrechthebbende op die software. Je kunt dus ook niet teruggevallen op de wettelijke gebruiksrechten voor software in de Auteurswet, want je bent geen rechtsgeldig gebruiker.
Dat lijkt mij dan weer volstrekt onjuist. Het downloaden van software gebeurt voordat ik de EULA zelfs maar te zien krijg. Het is niet mogelijk om mijn downloadhandeling bij nader inzien alsnog te onderwerpen aan voorwaarden die ik pas na de download te horen krijg.

Natuurlijk zou de rechthebbende de EULA voorafgaande aan de download kunnen tonen, en zelfs expliciet een akkoordklik kunnen eisen voordat de download in gang gezet wordt. In dat geval is de download wel onderworpen aan de EULA. Maar dat is op internet de uitzondering en niet de regel.

Gebruikelijk is: je vindt een leuk stukje software, je downloadt het en dubbelklikt op het Installeren-icoon (hopelijk na een viruscontrole) en dan krijg je het bekende scherm met de EULA voor je neus. Of de EULA staat ergens in een tekstbestandje bij de andere programmabestanden.

Mijn stelling is dus dat ik in die gebruikelijke situatie (EULA na download pas aan mij getoond) een rechtmatig verkrijger in de zin van art. 45j Aw ben. Ik mag dan de software gebruiken binnen de grenzen van datzelfde art. 45j.

Spoor/Verkade/Visser lijken het hier op p. 597 met mij eens te zijn:

Rechtmatig verkrijger is iemand aan wie de rechthebbende of zijn (daartoe bevoegde) licentienemer het programma ter beschikking heeft gesteld. De wijze waarop dit is geschied doet niet ter zake: het kan zijn door verkoop, uitlenen of verhuur van een exemplaar, maar ook on-line.

Bovendien zegt dit artikel 45j “tenzij anders is overeengekomen”. Als een verkrijger pas rechtmatige verkrijger is nadat hij de EULA heeft aanvaard, zou deze bijzin geen betekenis meer hebben. Er moeten dus situaties zijn waarin men de licentieovereenkomst niet heeft aanvaard maar toch rechtmatige verkrijger is.

Arnoud<br/> De foto van de CD uit de envelop is gemaakt door Wellington Grey en is beschikbaar onder de Creative Commons 3.0 BY-SA licentie.

De thuiskopie in de Donald Duck

Bij mijn Chinees lopen ze wat achter met de leesmap, dus ik moet nog een paar weken wachten, maar Bram wees me op de nieuwste Donald Duck met daarin een stripje waarin de neefjes muziek downloaden omdat ze geen twintig euro hebben voor de nieuwste CD van Jan Goudsmit:

Bron: Donald Duck 49 van 2007, © Disney Corp.<BR/> Bron: Donald Duck 49 van 2007, © Disney Corp.

De neefjes slaan de spijker op de kop hier: het zijn vooral de platenbonzen die aan de bedelstaf raken door downloaden en branden (wat overigens legaal is).

Donald besluit vervolgens honderd kopieën van de CD te maken en die weer door te verkopen. Maar het zal u niet verbazen dat platenbons Dagobert ingrijpt en tienduizend euro eist voor deze roofkopieën. Een schijntje trouwens met wat de Amerikaanse RIAA vraagt. Gelukkig kan Donald wegkomen met een mondelinge overeenkomst van onthouding.

Lees verder bij NieuwNieuws, dat ook nog verwijst naar de volledige strip. Het zal wel aan mij liggen, maar was het nou echt de bedoeling om de platenbonzen neer te zetten als zwemmend in het geld?

Maar toch nog een juridische vraag: is hier sprake van sluikreclame? Er wordt namelijk al druk gespeculeerd “of stichting BREIN hier achter zit”. Disney is zelf natuurlijk ook niet bepaald pro-downloaden, dus dat hoeft niet per se. En geen grappen over Tim Kuiken alstublieft, ook al zijn dat soort woordspelingen goed Donald Duck-gebruik. Maar of het nu Disney of BREIN is, mag je zo’n boodschap in de Donald Duck stoppen? Het is een ideële reclameboodschap tenslotte: download niet maar koop de CD. Nu is sluikreclame in Nederland verboden (art. 71m Mediawet), maar dat geldt alleen voor radio en televisie. Ik ken geen verbod op sluikreclame in tijdschriften, en al helemaal niet voor ideële reclame als deze.

De volgende keer: de Jonge Woudlopers behalen hun copyright-insigne.

UPDATE (21:32) de Donald Duck rectificeert (via ookmooi):

Met name de tekst die de neefjes uitspreken op bladzijde 25, plaatje 7, had een stuk minder braaf gemoeten en komt inderdaad niet overeen met de stijl van het weekblad dat veelal een wat brutale knipoog maakt naar bepaalde situaties. We betreuren het bijzonder dat dit verhaal zoveel ergernis en reacties opwekt en we zullen beslist alert zijn in het vervolg om vooral een ‘vrolijk weekblad’ te blijven.

UPDATE (4 december) Arjan Dasselaar pleit voor het ruimen van Donald Duck, of liever nog heel Duckstad, naar aanleiding van deze affaire.

Arnoud

OM: “downloaden niet langer gedogen” – was dat illegaal dan?

Het Openbaar Ministerie gaat in hoger beroep in de strafzaak over het aanbieden van links naar inbreukmakende werken. In die zaak werd beslist dat het aanbieden van zulke links medeplichtigheid aan inbreuk op auteursrecht kan opleveren. In De Telegraaf legt het OM uit waarom ze hoger beroep aantekenen:

“Het is bijna normaal geworden om illegale kopieën in bezit te hebben”, aldus officier van justitie Annemieke Drogt. “Nederlandse websites die toegang bieden tot kwalitatief hoogwaardig materiaal, breiden zich uit als een olievlek. Met deze eerste strafrechtelijke vervolging geven we een signaal af: dit accepteren wij in ons land niet langer.”

Nou kan het OM wel van alles vinden, maar voordat iets strafbaar is, moet het toch echt bij wet verboden worden. Opzettelijke inbreuk op het auteursrecht is een misdrijf (art. 31 jo. 33 Auteurswet), dat is waar. Ook het “bewaren uit winstbejag” van een voorwerp met daarop een inbreukmakend werk is strafbaar (art. 32 sub d Auteurswet). Dus aanpakken van sites die werk aanbieden, of links daarnaar, kan inderdaad op grond van de strafbepalingen uit de auteurswet.

Maar die eerste zin verhoudt zich moeizaam tot het Nederlands recht, zou mijn docent Encyclopedie Rechtsgeleerdheid zeggen. Hoezo illegale kopieën in bezit hebben? Veel gedownload werk is een thuiskopie: een kopie die voor strikt eigen gebruik gemaakt wordt en niet met anderen wordt gedeeld. De thuiskopie is legaal, punt uit. En een legale thuiskopie is geen inbreuk op het auteursrecht. Het hebben of maken van een thuiskopie is dus ook geen strafbaar feit.

Ja, dat roep ik al sinds april 2002. Maar ik ben heus niet de enige.

De rechter in de zaak TechnoDesign versus BREIN:

Anderzijds heeft de wetgever blijkens zowel de huidige Auteurswet en de Wet op de naburige rechten als de reeds genoemde Richtlijn en het daaruit voortvloeiende Wetsontwerp bepaald dat op zichzelf het kopiëren (in dit geval door middel van downloaden) van een inbreuk-makend/illegaal mp3-bestand voor eigen gebruik, geen strijd met de Auteurswet of de wet op de naburige rechten oplevert.
In het hoger beroep werd hier niet verder op ingegaan: “Of deze ontvanger recht heeft op een zogenoemde ’thuiskopie’ kan daarom in dit verband verder onbesproken blijven.”

Antwoord op kamervragen aan de Minister van begin augustus:

Vraag 3
Geldt [de thuiskopie-regeling] ook voor het aanbod van werken op het Internet die nog niet legaal voor het publiek te koop zijn of openbaar gemaakt zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord
Artikel 16c Auteurswet stelt niet de eis dat een privékopie uitsluitend mag worden gemaakt van een legale bron. Het ontbreken van de eis dat het origineel ‘legaal’ moet zijn leidt tot een voor consumenten ruimhartig thuiskopieregime. Inherent daaraan is dat van een illegale bron legale privékopieën kunnen worden gemaakt, voor zover de overige wettelijke voorwaarden in acht worden genomen (Kamerstukken II, 2002-2003, 28 482, nr. 5, blz. 33 en Kamerstukken II, 2002- 2003, 28 482, nr. 8, blz. 13). Daaraan heeft allereerst het feit ten grondslag gelegen dat artikel 5, tweede lid, onderdeel b, van Richtlijn nr. 2001/29 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PbEG L 167; hierna: de richtlijn) evenmin de voorwaarde van de legale bron stelt. Verder kan in een Internetomgeving van een gebruiker over het algemeen niet worden gevraagd te beoordelen of er al dan niet sprake is van een legale dan wel illegale bron. Voorts werd betwijfeld of de introductie van dit onderscheid bij de thuiskopieregeling wel handhaafbaar zou zijn (Kamerstukken II 2002-2003, 28 482, nr. 5, blz. 33), omdat het thuiskopiëren zich bij uitstek in het privédomein van de consument afspeelt.

Uit het daarboven genoemde Kamerstuk 28 482, nr. 5, blz. 33:

Het ontbreken van de eis dat het origineel legaal moet zijn, kan er dus toe leiden dat van een illegale bron legale privé-kopieën worden gemaakt, voor zover de overige voorwaarden die artikel 16c stelt in acht worden genomen. De beperking inzake privé-kopiëren staat het niet toe dat zo’n kopie wordt afgegeven of wordt openbaar gemaakt. … Het heeft mijn voorkeur dat alleen van een legale bron een privé-kopie wordt gemaakt.

Uit het daarboven genoemde Kamerstuk 28 482, nr. 8, blz. 13:

[De thuiskopie-regeling] verbindt aan het privé-kopiëren de voorwaarde dat een vergoeding wordt betaald. Die vergoeding is verschuldigd ongeacht of er sprake is van een legale of illegale bron en wordt geheven bij de producent of importeur en doorberekend aan de consument. Indien bij de vaststelling van de vergoeding de privé-kopie van een illegale bron niet in aanmerking zou worden genomen, dan zou de gebruiker die illegale werken kopieert in feite goedkoper uit zijn. De wet zou dan een premie zetten op gebruik van illegaal werk. Dat dat niet de bedoeling kan zijn verklaart dat ook de richtlijn niet de beperking stelt dat het moet gaan om een legale bron. Het feit dat een heffing is betaald legitimeert overigens niet dat een kopie daarvan vervolgens in omloop of anderszins in het verkeer wordt gebracht. Dat blijft niet toegestaan. Evenmin is toegestaan een privé-kopie in opdracht van derden te maken of een privé-kopie af te geven.

(Deze twee links met dank aan GeenCommentaar.nl’s Parlando maar dan goed)

En al in 2000 schreef auteursrechtexpert en hoogleraar Bernd Hugenholtz:

Downloaden is reproduceren, daarover zijn de auteursrechtgeleerden het wel eens. Is hier sprake van kopiëren voor eigen gebruik? Vermoedelijk wél; als het kopiëren van gehuurde of geleende CD’s is toegestaan, moet het downloaden van Napster-bestanden ook kunnen.

Arnoud

Driestappentoets voor Nederlandse thuiskopieregeling (2)

Een tijd geledenOp 29 juni heeft SP-Kamerlid Gerkens kamervragen gesteld over de thuiskopieregeling. De antwoorden zijn nu al(!) binnen:

Bij vraag 1 bevestigt de minister dat de thuiskopieregeling ook geldt bij kopiëren vanaf een illegale bron. Het antwoord op vraag 2 is typisch ambtenarentaal, dus dat citeer ik integraal:

Vraag 2
Zijn deze bepalingen ook van toepassing op het aanbod van werken op het internet?
Antwoord
Ja.

Het belangrijkste is het antwoord op vraag 4, 5 en 6 over de Berner driestappentoets, drie eisen die de Berner Conventie stelt aan beperkingen op het auteursrecht. De vraag of de thuiskopieregeling aan die toets voldoet, beantwoordt de minister met een volmondig ja:

De drie-stappen-toets is bij de vormgeving van de thuiskopieregeling in acht genomen en ligt besloten in de voorwaarden die aan de inroepbaarheid van de privékopie-exceptie worden gesteld (Kamerstukken II 2002- 2003, 28 482, nr. 5, blz. 18). In de thuiskopieregeling komt dit met name tot uitdrukking in het feit dat het moet gaan om een privékopie a) uitsluitend voor eigen studie, oefening of gebruik, b) gemaakt zonder direct of indirect commercieel oogmerk en c) van de natuurlijke persoon die de kopie maakt. Daartegenover staat, zoals gezegd, de aanspraak van rechthebbenden op een billijke vergoeding.

Gezien recente ontwikkelingen, met name op het gebied van legale webwinkels voor films en muziek, en ook gezien afwijkende wetgeving in andere Europese landen, wil de minister in 2008 bekijken of een wijziging van deze regeling wellicht gewenst is.

Gevonden via Volledig Bericht, pardon Boek 9. Ook op Solv.

Arnoud

Illegaal downloaden bestaat (bijna) niet!

Downloaden is in Nederland volstrekt legaal, ongeacht de bron, mits de download maar strikt voor eigen gebruik ingezet wordt. Jammer dus dat het Emerce artikel Meeste legale downloads door jongeren toch weer spreekt van “illegaal downloaden”.

Gemiddeld genomen downloaden nog evenveel mensen hun muziek illegaal via het internet als in 2005 (84 procent). Opvallend is wel dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden bij de ondervraagde doelgroepen. Waren het in 2005 vooral de 8- tot 17-jarigen die illegale muziek downloadden (86 procent), tegenwoordig zijn het voornamelijk de 18- tot 35-jarigen (93 procent). Daarnaast valt op dat in 2005 één op de vijf respondenten legaal muziek downloadt en in 2007 één op de drie.

De aanbieders van materiaal zonder toestemming handelen natuurlijk wel in strijd met de auteurswet.

Arnoud