Hoe verboden is een spambericht van een relatie in je WhatsApp?

Een lezer vroeg me:

Met enige regelmaat krijg ik van zakelijke relaties ongevraagd commerciële berichtjes in mijn WhatsApp. Dat varieert van uitnodigingen voor congressen tot gepushte nieuwe boeken, maar ook wel een verzoek eens een kop koffie te doen om te kijken wat we in 2018 voor elkaar kunnen betekenen. Valt dat eigenlijk onder het spamverbod?

Het spamverbod uit de Telecommunicatiewet kent geen onderscheid naar gebruikt communicatiemiddel. Of je nu via e-mail, fax of sms het bericht stuurt, maakt helemaal niets uit. En al in 2009 werd bepaald dat ook privéberichten op sociale netwerkdiensten (in dat geval: krabbelen op Hyves) als spam te zien kan zijn.

In de tijd van Hyves was er nog discussie over dat geval omdat het spamverbod toen alleen gold voor “abonnees”, en een gebruiker van een gratis dienst is moeilijk als “abonnee” te zien. Maar tegenwoordig staat er “abonnee of gebruiker” in de spamwet (artikel 11.7 Telecommunicatiewet) zodat er gen twijfel zijn: een privé-appje is een bericht aan een gebruiker en mag dus getoetst worden aan de spamwetgeving.

De wet kent ook geen eis dat het om een ongericht reclamebericht moet gaan, of dat het grootschalig gestuurd moet zijn. Eén gepersonaliseerd bericht kan dus al spam zijn, zoals wat ik laatst kreeg: “Dag Arnoud, ik zag dat je bedrijf nu 35 mensen heeft, kunnen wij eens langskomen om een voorstel te doen hoe jij ze de perfecte lunch kunt leveren?” Het criterium is ongevraagd en commercieel oogmerk, meer niet.

Heel misschien zou je nog met de gebruiksvoorwaarden van de dienst kunnen betogen dat bepaalde soorten berichten wél mogen. LinkedIn heeft bijvoorbeeld de mogelijkheid dat je aangeeft open te staan voor recruitment of dienstaanbiedingen; een bericht van recruiter X is dan moeilijk nog als ongevraagd te beschouwen. Bij WhatsApp zie ik dergelijke opties niet. Dan zou je hooguit nog kunnen zeggen, als je een persoon zoals Y toevoegt dan moet je weten dat die zijn boeken gaat pushen en gaat hengelen om commerciële koffie.

Wat vinden jullie? Was die lunch-pusher een spammer, en wat doe je met kopjekoffiehengelaars in je WhatsApp?

Arnoud

Mag direct marketing per post straks ook niet meer van de AVG?

Een lezer vroeg me:

Recent kreeg ik geadresseerde reclame per post van een webshop waar ik vorig jaar wat had gekocht. Dat is dus een verwerking van mijn persoonsgegevens! Kan ik daar straks onder de Privacyverordening wat tegen doen? Er is nooit om toestemming gevraagd voor reclamepost namelijk.

Het klopt dat het toesturen van geadresseerde reclamepost vanaf 25 mei dus onder de Privacyverordening (AVG of GDPR) gaat vallen. Die wet geldt immers niet alleen voor elektronische communicatie, maar voor álle verwerkingen van persoonsgegevens. (Onder de huidige wet valt het er denk ik buiten, omdat het gaat om een niet-elektronische verwerking die niet gericht is op opname in een bestand.)

Dat wil niet zeggen dat er dús toestemming nodig is voor het verzenden van post. Dat is een van de grondslagen, maar er zijn er meer. Als de post nodig is voor uitvoering van een overeenkomst (je bestelling moet opgestuurd, of nazending van een reserve-onderdeel bijvoorbeeld) dan mag dat natuurlijk ook gewoon.

En voor direct marketing is er nog een grond: het eigen gerechtvaardigd belang. Kort gezegd moet de verzender van die post dan een goede reden hebben om het bericht te versturen, en direct marketing en reclame is een dergelijk belang, zo staat in de AVG (overweging 47). Wel moet hij een privacy-afweging maken: hoe ernstig is de privacy-inbreuk die ik maak met deze post?

Ik denk dat dit in principe wel positief voor de verzender uit zal pakken. Reclame in de post is irritant maar moeilijk een schending van je persoonlijke levenssfeer te noemen. Dat zou ik pas zien als je adressen werden verkocht of verhuurd aan derden. Ik denk dat dát gewoon echt verboden is vanaf 25 mei.

Wel heb je als ontvanger van dergelijke berichten een recht van bezwaar:

De betrokkene heeft te allen tijde het recht om vanwege met zijn specifieke situatie verband houdende redenen bezwaar te maken tegen de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens [op grond van een eigen gerechtvaardigd belang].

Het bezwaar moet gebaseerd zijn op de specifieke situatie van de betrokkene. Hij mag dus niet volstaan met algemene of principiële bezwaren tegen verwerking van zijn gegevens, maar moet specifieke omstandigheden aandragen. Een voorbeeld zou zijn dat een medewerker in een rolstoel bezwaar maakt tegen een vertoning van camerabeelden waar gezichten zijn uitgeblurd; in zijn specifieke situatie is hij dan immers nog steeds herkenbaar.

Bij geadresseerde reclamepost is het niet zo evident, verder dan “ik vind het irritant” kom ik niet en ik betwijfel of dat genoeg is. En dat zou betekenen dat de afzender het bezwaar gemotiveerd mag afwijzen. Maar gelukkig is er een sterkere variant voor direct marketing:

Wanneer persoonsgegevens ten behoeve van direct marketing worden verwerkt, heeft de betrokkene te allen tijde het recht bezwaar te maken tegen de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens voor dergelijke marketing, met inbegrip van profilering die betrekking heeft op direct marketing. … Wanneer de betrokkene bezwaar maakt tegen verwerking ten behoeve van directe marketing, worden de persoonsgegevens niet meer voor deze doeleinden verwerkt.

Hier is gewoon géén reactie op mogelijk, anders dan het bestand meteen op te schonen. Je hebt dus een keihard recht van opt-out.

Daar komt bij dat de afzender je vooraf moet melden dát hij je gegevens voor direct marketing gaat gebruiken:

21.4. Het in de leden 1 en 2 bedoelde recht wordt uiterlijk op het moment van het eerste contact met de betrokkene uitdrukkelijk onder de aandacht van de betrokkene gebracht en duidelijk en gescheiden van enige andere informatie weergegeven.

Om de betrokkene te informeren over dit recht van bezwaar, dient de verwerkingsverantwoordelijke dit expliciet aan hen te melden. Deze informatie moet uitdrukkelijk en apart gebeuren. Gescheiden van andere informatie betekent dus niet bijvoorbeeld slechts in de privacyverklaring.

Arnoud

Mag je reclame maken in je vlog?

In zo’n 90 procent van de populaire Nederlandstalige YouTube-vlogs worden producten aangeprezen, meldde Nu.nl vorige week. In driekwart van de gevallen is niet altijd duidelijk of het hier gaat om betaalde aandacht of niet. Dit constateerde het Commissariaat voor de Media in een onderzoek naar populaire vlogs. Het onderzoek is aanleiding om te pleiten voor duidelijkheid in vlogs: sluikreclame is niet de bedoeling. Maar hoe zit het juridisch?

Dat vlogs vol met reclame zitten, zou niet moeten verbazen. In bijna 90% van de vlogs en clips zijn duidelijk een of meerdere merken of producten te zien. In meer dan 60% van die gevallen komen merken en producten niet terloops aan bod, maar krijgen ze nadrukkelijk en positief de aandacht, zo constateert het CvdM. Omdat er dan ook vaak betaalde links (affiliatelinks) bij zitten, lijkt mij dat je dat inderdaad wel reclame kunt noemen.

Reclame maken in een vlog is op zich niet verboden. De pijn zit hem eerder in zaken als sluikreclame. En dat is wel verboden, in de Mediawet waar het CvdM de toezichthouder voor is. Alleen: de Mediawet gaat over klassieke radio- en televisiemedia, niet over internetfilmpjes. Dus meer dan aanmoedigen, voorlichten en adviseren kan men op dit moment niet doen.

Er is Europese regelgeving in de maak die de mogelijkheid creëert voor het CvdM om ook bindende uitspraken over Youtube-media te doen. Hoe dit er precies gaat uitzien, is nog niet bekend en het zal nog wel een jaar of twee duren ook.

Wat als je stemassistent reageert op reclame en een Whopper bestelt?

Fastfoodketen Burger King heeft in de Verenigde Staten een televisiereclame uitgezonden die opzettelijk de stemassistent van Google activeerde, las ik bij Nu.nl. De reclame bevatte de tekst “OK Google, wat is de Whopper-burger?” waarop de stemassistent de -door Burger King aangepaste- Wikipedia-inleiding van de burger ging voorlezen. Wat diverse lezers ertoe bracht mij te vragen, wat nu als ze hadden gezegd “OK google order a Whopper burger” of iets dergelijks?

Marketingtrucs als deze zij natuurlijk net zo goed een succes als ze tegen een juridisch probleem aanlopen of worden geblokkeerd, dus wat dat betreft was dit een geniale reclame. Of het helemaal nieuw is weet ik niet; bij Tweakers las ik diverse beschrijvingen van eerdere incidenten met stemactivatie. En ik ken nog de oude grap van een demonstratie van Windows-tekstbesturing waarin iemand roept “command prompt format c colon enter yes enter”. Ahem.

Juridisch gezien zie ik weinig mis met deze actie. Het is een geintje, mensen kunnen er misschien van schrikken maar ik kan geen rechtsregel bedenken die je verbiedt een apparaat geluid te laten maken door jouw reclameboodschap. Op de radio hard roepen “Fido gaat ie wándelen dan?!” lijkt me ook hooguit irritant voor hondenbezitters, strafbaar niet.

Als de tekst inderdaad zou zijn “order me a whopper” én de Burger King zou een bezorgdienst hebben én Google biedt een besteldienst met dat commando die met one-click-achtige principes meteen gaat bestellen, ja dan wordt het juridisch wat interessanter. Mag het bedrijf dan zeggen, u zit vast aan deze burger, betalen graag?

Specifiek hier zal dat niet opgaan. Je moet als BK dan weten dat je hordes automatische bestellingen gaat krijgen, en dat is dan jouw initiatief geweest zonder enige tussenkomst van de eigenaar van die stemassistent. Dat is dan geen rechtsgeldige overeenkomst en de burger mag je opeten als ongevraagde toezending (art. 7:7 BW).

Meer algemeen wordt dit ook nog steeds een lastig verhaal. Stel een radio-presentator roept ook heel hard “OK google order a pizza” en een half uur later staat de Domino’s op de stoep. Domino’s zou dan kunnen zeggen, wij weten van geen radiouitzending, dus graag betalen voor uw pizza. Ik vrees dat je dan als consument moet gaan bewijzen dat jouw assistent op de radio heeft gereageerd. Dat wordt nog een leuke discussie dan.

Wat is het vervelendste commando dat je zou kunnen geven via de radio aan zo’n stemapparaat?

Arnoud

Mag Tesla’s autopilot eigenlijk wel autopilot heten in de reclame?

tesla-autopilotAutobedrijf Tesla mag in Duitsland de term ‘autopilot’ niet meer gebruiken, las ik bij Ars Technica. De Duitse Minister van Transport (sinds wanneer gaat die over reclame?) heeft het bedrijf gezegd dat hier sprake zou zijn van een misleidende term die bij het publiek verwarring kan geven. Tesla vindt dat maar raar, in de vliegwereld is die term al tientallen jaren ingeburgerd dus wat is het probleem?

Natuurlijk, we weten toch allemaal zo ongeveer wat een autopilot is? Ik citeer even Wikipedia:

De automatische piloot is een mechanisme waarmee een voertuig bestuurd kan worden zonder hulp van een mens. Ook systemen die de stuurtaak van de mens vereenvoudigen, door logische stuurhandelingen van de bestuurder te vertalen naar complexe stuuracties van het voertuig, worden tot de automatische piloten gerekend. De term wordt meestal gebruikt voor de automatische besturing in vliegtuigen, maar ook vaartuigen kennen een automatische piloot. Automatische piloten worden toegepast in zelfrijdende auto’s, maar ook cruisecontrol is een vorm van een eenvoudige automatische piloot.

Kijk, weer wat geleerd: ook systemen die de stuurtaak vereenvoudigen worden tot de automatische piloten gerekend. In vliegtuigen zijn dit bijvoorbeeld systemen die een simpele beweging (een pookje naar links) vertalen naar een complexe serie zware bewegingen (zoals de stuurvlakken bewegen, wat een mens niet kan gezien de krachten die erop duwen van buitenaf). Dus Tesla heeft gelijk, het valt onder de definitie dus daarmee is de bewering waar.

Maar daarmee zijn we er niet, juridisch gezien. Een term in een reclameuiting is misleidend als het relevante publiek er redelijkerwijs door in verwarring kan raken, kan denken dat het product een eigenschap heeft die het niet bezit. Daarbij gaat het dus niet per se om wat het woordenboek of Wikipedia zegt dat het mógelijk kan betekenen, het gaat erom wat het publiek zál denken.

Jaren geleden hoorde ik het verhaal van een man die ‘aanstekers’ verkocht, en dan kreeg je een lucifer in een doosje. Daarmee kun je dingen aansteken, dus dat was een aansteker. Eh, nee. Dat overleeft de giecheltoets niet eens, dus dat is echt gewoon misleiding.

De autopilot van Tesla is niet zó evident fout. Maar ik heb er ergens wel mijn twijfels bij of het publiek bij ‘autopilot’ als eerste denkt aan een stuurtaakvereenvoudigend systeem zoals dat in de Tesla-auto’s zit. Mijn eerste gedachte bij die term was namelijk ook een volledig automatisch systeem, ga gerust even slapen en ik zorg dat je thuis komt. Zo ken ik die term uit boeken en televisieseries over vliegtuigen. En als dat de heersende interpretatie is, dan heeft Tesla reclamerechtstechnisch dus ongelijk.

(Kleine lettertjes gaan hier overigens niets aan veranderen, mocht iemand een folder van Tesla hebben gevonden waarin een Amerikaanse jurist uitlegt wat dient te worden verstaan onder ‘autopilot’.)

Arnoud

Mag je info@ adressen spammen? (en een webdevelopervacature)

spam-verboden.pngNaar aanleiding van onze vacature voor een webdeveloper met dreigende taal tegen acquisitie kreeg ik onder meer deze reactie via Twitter:

Een algemene [acquisitiemail] naar info@ is denk ik wel vrijgesteld (art 11.7 2a). (niet van mij hoor)

Die dreigende taal? In onze vacature hebben wij staan:

Acquisitie op basis van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld en kan juridische consequenties hebben.

De juridische consequenties zouden dan een tip bij de ACM zijn wegens spammen: het ongevraagd sturen van commerciële berichten is immers verboden (art. 11.7 Telecommunicatiewet). Ook als het maar één mail is die op maat geschreven is. Of wellicht gaan we civiele schadeclaims indienen op diezelfde grond.

Maar dat lid 2a dan? Inderdaad, er staat een uitzondering op het spamverbod in de wet. Bij bedrijven (zowel eenmanszaken als rechtspersonen) is geen toestemming nodig als je een commerciële mail stuurt

indien de verzender bij het overbrengen van de communicatie gebruik maakt van elektronische contactgegevens die door de gebruiker daarvoor zijn bestemd en bekendgemaakt, en deze zijn gebruikt in overeenstemming met de door de gebruiker aan die contactgegevens verbonden doeleinden, of

Oftewel, als je zégt “stuur me hier alsjeblieft een aanbieding” op je website dan is het geen spam als mensen dat doen. Ik heb deze clausule nooit begrepen, volgens mij geef je gewoon tóestemming dan wel vraag je om deze aanbieding dus dan is het niet meer ongevraagd. Maar goed.

Een info@ adres is gewoonlijk voor algemene communicatie een bedrijf, en meestal wordt dat ook wel bekendgemaakt met teksten als “Vragen, interesse, mail ons!”. Mag je daaruit concluderen dat het info@ adres mag worden gespamd?

Dat gaat me toch wat ver. De wet vermeldt dat het adres daarvoor moet zijn bestemd en bekendgemaakt, oftewel voor het soort berichten dat de spammer stuurt. Ik denk dat dat toch echt betekent dat het een specifieke aanduiding moet zijn: “Kent u iemand die deze vacature kan vervullen of kunt u bemiddelen, dan horen we graag van u”. Of “Wie goedkope toner voor onze fax heeft, laat het even weten”. Er moeten immers bepaalde doeleinden bij staan en je moet in overeenstemming daarmee handelen.

Dus nee, het gaat me te snel om te zeggen dat je info@ adressen mag spammen. Je zult echt moeten laten zien dat het adres voor jouw soort berichten is opengesteld, en dat vereist meer dan enkel “info@ is de verzamelbak voor alles”.

Enne oh ja die vacature: Laravel, Symfony, Elastic én juridische zaken, wat wil je nog meer. Reageren kan tot 23 september! (update: schaam over typefout in Laravel en Symfony)

Arnoud

Mag ik een sms naar mijn klanten sturen?

whatsappEen lezer vroeg me:

Ons bedrijf wil per Whatsapp gaan communiceren met klanten. Ik heb dat als security officer afgeraden, omdat we niet weten wat er in Amerika gebeurt met de persoonsgegevens die er dan over de lijn gaan. SMS lijkt me een betere optie, maar hoe zit dit wettelijk?

WhatsApp zou ik tegenwoordig wel durven aanraden mits de end-to-end encryptie aan staat. Dan kan WA immers niet meelezen. Ik denk dat je er tegenwoordig wel op mag vertrouwen dat die encryptie een redelijk niveau van beveiliging geeft. Misschien zou je bij medische gegevens meer moeten doen.

SMS-berichten zijn niet versleuteld maar gaan over een afgeschermd netwerk. Dat lijkt me security-technisch ook wel in orde.

Een ander punt is wat klanten ervan vinden om ineens berichtjes te krijgen via deze kanalen. Zeker bij SMS vinden (in mijn ervaring) een hoop mensen het erg opdringerig, om niet te zeggen ongewenst. Heel formeel is dénk ik geen toestemming nodig voor serviceberichten naar je klanten. Het sturen van reclame per sms (of WhatsApp) mag niet zonder toestemming, maar bijvoorbeeld een klant een reminder voor een afspraak per sms sturen is volstrekt legaal als zij hun 06 hebben gegeven.

Wel is vereist dat ergens in de privacyverklaring staat dat dit zal gebeuren, en is wenselijk dat de klant zich kan afmelden voor die berichten. Verder zou het voor mij ook van de context afhangen: waarom geef ik dat 06-nummer, is dat om eenmalig teruggebeld te worden of is het deel van mijn klantprofiel?

Toch zou ik altijd aanraden om toestemming te vragen.

Arnoud

Hoe de KNVB en Always meisjes maandverband opdringen

e-mail-email-brief-post-envelopIemand met de functie ‘marketing intelligence’ bevestigt dat de KNVB ‘persoonsgegevens’ van leden verkoopt, meldde de Volkskrant licht verontwaardigd. De verkochte persoonsgegevens betroffen namelijk Volkskrantlezer Anne de Rooij en haar elfjarige dochter, die een “vrolijke envelop met smileys en de tekst ‘Kleine meisjes worden groot…’ ” ontving met daarin twee stuks Always maandverband. Ja, die puntjes vond ik ook dubieus. Maar goed, laten we bij het juridische blijven: mag de KNVB dat zo doen en mag de Always dan die reclame uit sturen?

De dochter blijkt vier jaar eerder bij de KNVB lid te zijn geweest. De voetbalbond heeft bepaalde gegevens (ongeveer: “Op adres X woont een meisje geboren in 2005”) verkocht aan databeheerbedrijf EDM, die ze op basis van intelligente profielen in liet zetten voor deze reclameactie van het maandverbandmerk. Dus laten we eens met de KNVB beginnen, mag die dat? Ja, aldus de bond: er is door de ledenvergadering toestemming gegeven voor dergelijke handel. Dat lijkt me niet heel relevant, sinds wanneer geeft de ledenvergadering opt-ins op lidgegevens?

Toen viel ik van mijn stoel, want de journalist had de Autoriteit Persoonsgegevens gebeld en die zegt:

Een vereniging mag na toestemming van de ledenvergadering inderdaad gegevens over die leden verstrekken voor commerciële activiteiten.

Dat wordt bevestigd in hun informatieblad over verenigingen:

Uw vereniging hoeft u niet expliciet om toestemming te vragen om uw gegevens door te geven als het gaat om activiteiten die zijn goedgekeurd door de ledenvergadering.

Wel moet je worden geïnformeerd en heb je een recht van verzet (opt-out) als je niet wilt dat men dit doet.

In telefonisch overleg meldt de AP aan mij dat goedkeuring door de ALV niet genoeg is. Je moet nog steeds toestemming of een andere grondslag vinden, bijvoorbeeld een eigen dringende noodzaak (art. 8 sub f) die zwaarder weegt dan de privacy van de leden. De goedkeuring ALV is een extra controle: zonder goedkeuring mag het überhaupt niet. Maar goedkeuring impliceert niet “alles mag”. Ik kan dan werkelijk geen rechtvaardiging bedenken onder die dringende noodzaak die handel in persoonsgegevens rechtvaa rdigt.

Dan duik ik nog even in de melding van de KNVB van haar verwerkingen als vereniging. Hierin staat gemeld dat men gegevens gebruikt voor reclame- en marketingactiviteiten. Alleen zie ik daar niet dat er verstrekt wordt aan dat EDM, tenzij dat onder “listmanagers” valt wat ik wel héél obscuur zou vinden. Verder is dat gebruik gekoppeld aan “Informatievoorziening aan de leden”, wat voor mij betekent dat het informatievoorziening dóór de KNVB is, waaronder reclame en marketing. Van de KNVB zelf dus. Ik zie dan ook geen melding van deze verkoop aan derden.

Via Twitter wijst Simon Hania erop dat het mogelijk kan gaan om een foute interpretatie van het Vrijstellingsbesluit Wbp. Daarin staat namelijk een vrijstelling voor verenigingen bij een verstrekking van persoonsgegevens aan

anderen, in de gevallen bedoeld in artikel 8, onder e en f, van de wet, voor zover het slechts gegevens betreft als bedoeld in het derde lid, onder a, en nadat het voornemen daartoe aan de betrokkene of diens wettelijk vertegenwoordiger is medegedeeld en deze gedurende een redelijke termijn in de gelegenheid is geweest het recht als bedoeld in artikel 40 of 41 van de wet uit te oefenen.

Die zou goed kunnen. Er is een wijdverbreid misverstand dat dingen mogen omdat ze in een vrijstelling staan. Dat is echt onzin. De vrijstelling gaat immers alleen over het moeten melden van deze verwerking. Het wil niet zeggen dat de verwerking überhaupt legaal is. Je moet nog steeds gewoon voldoen aan alle wettelijke eisen, en netjes het Vrijstellingsbesluit volgen is géén garantie dat je voldoet. Maar als ik een euro kreeg voor elke keer dat mensen dat misverstand uiten, dan had ik een dag minder kunnen werken. Maar de tekst hier lijkt genoeg op die uit het informatieblad om de basis te kunnen zijn van het misverstand.

Vervolgens dat matchen en reclamemaken door EDM voor Always. Als er een grondslag is voor de KNVB om die gegevens aan EDM te geven ten behoeve van marketing, dan mag EDM natuurlijk ook die marketingactiviteit uitvoeren. Niet naar kinderen, staat er dan. Klopt: het is een verboden (‘agressieve’) handelspraktijk, art. 6:193i BW om

e. kinderen in reclame er rechtstreeks toe aanzetten om geadverteerde producten te kopen of om hun ouders of andere volwassenen ertoe over te halen die producten voor hen te kopen;

Het doet dan wel wat raar aan dat de envelop zodanig is opgemaakt dat een kind zou denken, dit is wat voor mij. Maar goed, daar ben ik vast een kniesoor in.

En raar, dat is het algehele gevoel dat ik hierbij heb. Ik kan niet vinden hoe dit legaal is onder de Wbp. Maar je zou denken dat een club als de KNVB toch wel dingen juridisch checkt voordat ze zulke marketing doen?

Tijd om massaal te gaan opt-outen tegen zulke handel?

Arnoud

Hoe eenvoudig is het om je website met WordPress te bouwen?

wordpress-bible.pngJe eigen website in een handomdraai, zo stond enige tijd terug in een advertentie te lezen. Bouw je website met het professionele en gebruiksvriendelijke WordPress, zonder kennis van technologie of HTML ga je online. Met die belofte probeerde een hostingbedrijf klanten te werven. Een lezer maakte echter bezwaar bij de Reclame Code Commissie: het installeren van WordPress is zelfs voor een IT-er als klager lastig omdat adverteerder ook geen hulpmiddelen aanbiedt om de benodigde (onderliggende) MySQL database te installeren, aldus klager. Niks “in een handomdraai” dus. Hoe vriendelijk is WordPress?

Ik werk al jaren met de blogsoftware, en hoewel het zeker vriendelijk te noemen is, is het wel vriendelijk met een handleiding. Je moet weten waar het zit, dan is het logisch, en af en toe doet ‘ie raar en dan moet je een expert erbij halen om het draaiend te krijgen. Maar toegegeven, als enigszins gevorderde gebruiker doe je soms dingen die niet als logisch kunnen worden aangemerkt.

De advertentie was echter gericht op de beginner, de persoon die zonder kennis van HTML en dergelijke aan de slag wil. Immers, dit stond er:

Bouw je website met WordPress | Je eigen website in een handomdraai
Met het professionele en gebruiksvriendelijke WordPress bouw je naast een blog, eenvoudig je eigen website. Je hebt de keuze uit verschillende thema’s en uitbreidingsmogelijkheden. Zonder kennis van de technologie of HTML toch snel je website online! Doorloop het bestelproces en installeer WordPress op je hostingpakket. (…) De werking van externe plug-ins wordt niet gegarandeerd en we bieden geen inhoudelijke ondersteuning op de installatie of configuratie van Word Press

Het verweer luidde vervolgens dat het gebruik van WordPress eenvoudig is en “in een handomdraai” gebruikt kan worden. Maar installeren is natuurlijk wel een vereiste, dus hoe zit het met dat “doorloop het bestelproces en installeer”? Nou, dat leest u verkeerd:

Met de zin: “Doorloop het bestelproces en installeer wordpress op je hostingpakket” wordt niet gesuggereerd dat de installatie van ‘wordpress’ tijdens het bestelproces zal plaatsvinden.

Want de letterlijk geörienteerde lezer ziet dat hier twee ongerelateerde zaken toevallig in één zin staan: (1) doorloop het bestelproces en (2) installeer WordPress. Je krijgt immers een hostingpakket, en daar kun je best WordPress op installeren. Nee, dat gaat niet automatisch en zeker niet door ons. “Dat is een interpretatie die klager eraan geeft.”

Dit is dus waar de giecheltoets voor gemaakt is: leuk geprobeerd vriend, maar zo werkt het niet. Door ze naast elkaar te zetten, suggereer je een verband – in dit geval dus dat men bij het bestelproces een installatie van WordPress krijgt waarna men “in een handomdraai” deze kan gebruiken.

De Reclame Code Commissie is het eens met de klager. De gemiddelde consument zal denken dat hij met deze aanbieding direct met WordPress aan de slag kan gaan, en aangezien dat niet het geval is, is de reclameuiting oneerlijk in de zin van de Nederlandse Reclame Code.

Arnoud

Gastblog: Aanhaakverpakkingen: beter goed gejat dan slecht bedacht?

Omdat ik met vakantie ben vandaag een gastbijdrage. Vandaag: advocaat Nine Bennink die misgreep bij de supermarkt en met Vlugge Japie thuiskwam.

Een tijdje geleden deed ik mijn boodschappen bij een Duitse discounter (ja die, met dat blauw/gele logo) en ik zag daar in de schappen de “Vlugge Japie” ontbijtkoek liggen. Even dacht ik dat Japie het broertje was van Jelle, totdat ik besefte dat de “Vlugge Japie” een schaamteloze kopie is van de “Snelle Jelle” ontbijtkoek van Peijnenburg. Juridisch een eenvoudige zaak, zou je misschien denken. Andermans product kopiëren mag toch niet zomaar? Het ligt echter iets minder zwartwit.

Een merknaam, logo en/of verpakking zijn bedoeld om de consument te verleiden om het product aan te schaffen. Een A-merk geniet meer bekendheid dan andere merken, en is daarom beter in staat om de consument over te halen. Wanneer het andere merk wat betreft look and feel lijkt op het A-merk, voelt de consument zich er vertrouwd mee en is sneller geneigd om het andere, vaak goedkopere, product te kopen.

De fabrikanten van de A-merken zijn natuurlijk niet blij met deze kopieën. Zij investeren enorme bedragen in het (uiterlijk van het) merk, en moeten toezien hoe namakers dicht aanhaken bij hun ideeën. Opmerkelijk is ook dat de namakers niet alleen aanhaken bij de verpakkingen, maar ook bij de merknaam en logo van het A-merk. Wanneer het A-merk omringt wordt met producten met gelijksoortige merknamen en/of verpakkingen, valt het A-merk niet meer op. Wat kunnen fabrikanten nu doen?

Juridisch gezien moet er een onderscheid worden gemaakt tussen de verpakking van een product en de merknaam of logo. Dit heeft te maken met het feit dat deze elementen op een verschillende manier worden beschermd. Ik bespreek deze elementen allebei, en ik begin met de verpakking.

Veel producten hebben een bijzondere, unieke of originele verpakking die voor bescherming in aanmerking komt. Een verpakking kan worden beschermd door het auteursrecht, dat automatisch ontstaat zodra de verpakking creatief genoeg is. In sommige gevallen kan een verpakking ook worden beschermd door het modellenrecht, maar daar gelden strenge eisen voor bescherming dan het auteursrecht. Een verpakking moet een “andere algemene indruk” wekken dan verpakkingen die al op de markt zijn. Meer dan alleen een blauwe verpakking met een foto van een koe in het geval van halfvolle melk dus.

Merknamen en logo’s worden beschermd door het merkenrecht. Net zoals het modelrecht geleden er eisen, maar de meeste productnamen voldoen daar wel aan. Zodra een naam in staat is om producten van anderen te onderscheiden, ingeschreven is als merk in de registers en als merk wordt gebruikt, is de naam beschermd.

Zodra het merk is ingeschreven, mag een ander hetzelfde merk – of een naam die daar sterk op lijkt – niet gebruiken voor eigen, soortgelijke, producten. Het criterium dat geldt in het merkenrecht om te bepalen of het ene merk te veel lijkt op het andere, is de vraag of het “aanhaakmerk” voor verwarring zorgt bij de consument. Concreet komt dat neer op de situatie dat een consument onterecht denkt dat de Snelle Jelle en Vlugge Japie ontbijtkoeken van één en dezelfde fabrikant zijn.

De gekopieerde verpakkingen en merknamen zijn voer voor juristen, maar procedures over dit soort situaties zijn altijd onvoorspelbaar. Een rechter moet namelijk de subjectieve vraag beantwoorden of de nagemaakte verpakking of het nagemaakte merk te veel lijkt op het origineel. Een rechter heeft wel handvaten die in rechtspraak zijn ontwikkeld om die vraag te beantwoorden, maar uiteindelijk komt het neer op de mening van de rechter. Daar komt bij dat het juridisch gezien wel toegestaan is om bepaalde elementen over te nemen van een bestaand idee.

Ik denk wel dat het gezegde “beter goed gejat, dan slecht bedacht” slechts gedeeltelijk opgaat in dit soort kwesties. Grote fabrikanten van levensmiddelen zijn namelijk niet bang zijn voor een rechtszaak, en zeker niet wanneer zij enige kans maken om deze zaken te winnen. Als een rechter inderdaad zo beslist, ben je er als namaker goed bij. In alle gevallen moet de namaker dan direct stoppen met het gebruik van het namaakmerk of verpakking en vaak worden producten teruggeroepen en/of vernietigd, moet er schadevergoeding worden betaald en kan de rechthebbende ook winstafdracht vorderen. Daar komt bij dat dit soort zaken – in tegenstelling tot bijna alle andere zaken in Nederland – een volledige proceskostenveroordeling kennen. Dat betekent dat de verliezer (in dit geval de namaker) alle proces- en advocaatkosten van de ander moet betalen. Dit kan het de namaker nog wel eens duur komen te staan.

Afsluitend heb ik twee bekende voorbeelden opgenomen van verpakkingen en merken die op elkaar zouden lijken. Oordeel zelf.

vlugge-japie helmpjes
(bron: instagy.com)(bron: ah.nl en nederdropje.blogspot.com)

Het is als rechter niet altijd makkelijk om namaakverpakkingen te vergelijken. In het geval van de ontbijtkoeken vind ik de gelijkenis sterker dan de drop omdat bij de ontbijtkoeken zowel wordt aangehaakt bij de merknaam (snel en vlug, Jelle en Jaap) én het kleurenpalet/layout van de verpakking. Het is echter zeer goed mogelijk dat u daar anders over denkt. Ik ben heel benieuwd!

Nine Bennink is sinds 2014 werkzaam bij Damsté advocaten – notarissen op de sectie handels- en ondernemingsrecht. Zij houdt zich voornamelijk bezig met het intellectuele eigendom. Nine is rode lippenstift, latin dansen, brillencollectie en lekker eten/koken.