Open innovatie

Voor innoverende bedrijven is open innovatie cruciaal om te kunnen blijven innoveren. Geen enkel bedrijf kan het allemaal in zijn eentje doen. De uitdaging is dus hoe bedrijven samen moeten werken om innovaties te delen en elkaars innovaties te kunnen gebruiken om zo nieuwe producten op de markt te kunnen brengen. De term is bedacht door Henry Chesbrough, en de ideeën zijn uitgewerkt in zijn boeken Open Innovation (2003) en Open Business Models (2006).

Het artikel Wat en hoe inzake open innovatie van Vareska van de Vrande op Sync is een goede introductie. Zij schrijft:

Open innovatie houdt in dat bedrijven zowel interne als externe bronnen combineren voor de ontwikkeling en het op de markt brengen van nieuwe innovaties. Dit betekent dat bedrijven bij de ontwikkeling en commercialisering van nieuwe en/of verbeterde diensten of producten kennis durven aanwenden van buiten de muren van hun eigen organisatie.

En om dat durven gaat het natuurlijk. Het “Not Invented Here” syndroom moet worden doorbroken. Open innovatie is niet alleen maar een idee, maar een veranderproces. En dat valt niet mee. Zoals Van de Vrande het formuleert:

De transitie naar een meer open manier van innoveren is echter geen gemakkelijke weg. Concreet betekent dit dat er binnen het bedrijf een verschuiving plaats moet vinden in de manier waarop er naar het eigen bedrijf en daarbuiten gekeken wordt. Het gaat dus om een groot veranderingsmanagement traject, waar veel bedrijven niet erg bedreven in zijn.

Over vier weken mag ik daar zelf over vertellen. Patentday 2007 is een Scandinavische conferentie voor IP-mensen (octrooigemachtigden, R&D managers en consultants). De grote uitdaging wordt hoe je bij zo’n gevarieerd publiek concreet genoeg kunt worden.

Ik kies voor de octrooi-insteek. Te vaak hebben bedrijven octrooien enkel en alleen als bijproduct van hun onderzoek en ontwikkeling. Met octrooien kun je echter veel meer. Technologie kan worden verkocht of worden gelicentieerd als je een octrooi hebt. Daarmee zijn octrooien dus een cruciaal aspect van open innovatie. Kennis delen is één ding, er geld mee verdienen een tweede.

Daarnaast wil ik ook open source verwerken in het verhaal. Innovaties staan niet op zichzelf, maar vereisen een grote hoeveelheid onderliggende technologieën om tot een product gemaakt te kunnen worden. Om dat onderliggende platform te kunnen maken is dus een grote hoeveelheid technologie nodig. En die technologie kun je middels open source gezamenlijk ontwikkelen en onderhouden.

Arnoud

Belastingdienst: “Gebruik de DigiD van uw buurman maar”

Vanochtend op NU.nl: “Wie zijn belastingaangifte nog via internet wil indienen, maar geen DigiD heeft kan die van zijn of haar buurman gebruiken.”

Niet bepaald logisch, een DigiD is tenslotte je persoonlijke code voor vertrouwelijke communicatie met de overheid. “Schrijf uw DigiD nooit ergens op. Op deze wijze voorkomt u dat anderen al dan niet opzettelijk inzicht krijgen in uw persoonlijke wachtwoord.”, adviseert de DigiD site dan ook.

Een paar uur later kwam dan gelukkig ook de mededeling dat ‘Gebruik andermans DigiD’ een verkeerd advies was.

Commentaar van Wanda van Kerkvoorden van SOLV:

Dat lijkt mij een understatement. Ik zou het een redelijke blunder willen noemen. Met je DigiD moet je nu juist persoonlijk en vertrouwelijk met de overheid kunnen communiceren. Ook de “oplossing” die nu gesuggereerd wordt, om, zoals wordt gesteld, mensen toch enigszins tegemoet te komen, desnoods aan iemand anders te vragen om hun aangifte te versturen zonder dat ze inzage krijgen in de codes van de ander, kan mijns inziens niet door de beugel.

Arnoud

Anti-plagiaatdiensten plegen inbreuk op auteursrecht?

Steeds meer universiteiten (waaronder ook de mijne) gebruiken anti-plagiaatdiensten bij het controleren van werkstukken en papers. Nu blijken die diensten volautomatisch de ingeleverde papers toe te voegen aan de databank. Op zich slim, want de kans is groot dat zo’n paper een jaar later “hergebruikt” wordt door een collega-student. Maar mag dat eigenlijk wel?

Vier Amerikaanse studenten vinden van niet en hebben de Amerikaanse dienst Turnitin.com nu aangeklaagd wegens inbreuk op het auteursrecht. Vorig jaar september werd hier ook al over geklaagd. Maar gaat het echt om inbreuk op het auteursrecht?

“These students are giving their work to a company that’s making money and they are getting no compensation.”

Relevant is natuurlijk wel dat deze bedrijven geen hele papers opslaan, maar alleen een soort van cryptografische hash functie, een digitale code die uniek is voor elk paper. Omdat je uit zo’n code het paper niet kunt reconstrueren, zie ik niet hoe dit inbreuk op het auteursrecht kan zijn. Hoe je het ook wendt of keert, je kunt alleen inbreuk plegen als je een kopie van het werk maakt.

Arnoud

Open source boek: Perspectives on Free and Open Source Software

Interessant nieuw boek over de sociale kanten van open source. Er komen vijf hoofdonderwerpen aan bod: de motivatie van software-ontwikkelaars om open source te maken, de kwaliteit van open source, de tools en ontwikkelpraktijken, de business models en uiteraard toch weer even de juridische aspecten.

Bespreking op Livre (waar het uiteraard FOSS heet in plaats van open source): De sterke en zwakke punten van een (goedaardig) monster.

Joseph Feller en zijn collega editors Brian Fitzgerald, Scott Hissam en Karim R. Lakhani hebben weliswaar de meest vooraanstaande analisten en wetenschappers in het veld bij elkaar gekregen, maar slagen er niet in een coherent antwoord te vinden om de kracht van de FOSS-beweging te verklaren. (…)

Ondanks de kritiek is het boek het lezen waard. Een waaier van perspectieven wordt gepresenteerd en gezamenlijk geven zij een goed inzicht in de belangrijkste aspecten en controverses in de open source-beweging.

Een hele treffende conclusie over het ontwerpen van open source:

De resultaten van het onderzoek laten zien dat samenwerken aan een open-sourceproject eigenlijk niet anders is dan het bouwen van een praalwagen voor de carnavalsoptocht.
Maar dan wel een praalwagen waar ondertussen de halve wereld op meerijdt.

Bibliografische gegevens
Feller J., Fitzgerald B., Hissam S.E. and Lakhari K.R. (Editors)
Perspectives on Free and Open Source Software
Cambridge, MA: MIT Press, 2005
538 pagina’s, ISBN 0-262-06246-1
Boek website – Het gehele boek is als PDF-bestand gratis te downloaden.

Arnoud

Kroniek van technologie en recht, door Christiaan Alberdingk Thijm

Elke paar jaar wordt de belangrijkste jurisprudentie en wetgeving op een bepaald gebied samengevat in een kroniek. Deze keer was het de beurt aan Christiaan Alberdingk Thijm om de technologiespecifieke wet- en regelgeving samen te vatten. Hij beschrijft elektronische handel, aansprakelijkheid van tussenpersonen, cybercrime, spam, kansspelen en financiële diensten op Internet. Het overzicht loopt van 2004 tot 2006.

Ten tijde van de opkomst van het internet predikte de wetgever het adagium “wat offline geldt, geldt ook online”. Dat was op zichzelf een geruststellende gedachte, want het betekende dat er niets aan ons juridische instrumentarium behoefde te veranderen. Inmiddels behoeft het uitgangspunt van de wetgever wel enige nuancering. De wet- en regelgeving die ik in deze kroniek bespreek, getuigt daarvan. … Op al deze gebieden heeft de wetgever ervoor gekozen online anders te reguleren dan offline.

Lees de kroniek online via SOLV (PDF).

Arnoud

Movie-plot security

Te vaak worden veiligheidsmaatregelen genomen tegen zeer onwaarschijnlijke maar ernstig klinkende scenario’s, die zo uit een slechte film lijken te komen. Beveiligingsdeskundige Bruce Schneier organiseert daarom weer een Movie-Plot Threat Contest. Wie verzint het slechtste filmplot over een vliegtuigkaping met een doodgewoon voorwerp?

Your goal: invent a terrorist plot to hijack or blow up an airplane with a commonly carried item as a key component. The component should be so critical to the plot that the TSA will have no choice but to ban the item once the plot is uncovered. I want to see a plot horrific and ridiculous, but just plausible enough to take seriously.

De resultaten van vorig jaar bieden wellicht goede inspiratie.

Arnoud

Waarom Apple doet veranderen en Philips altijd moet veranderen

Goed artikel op Sync:

Ergens halverwege 2005 passeeerde de beurswaarde van Apple die van Philips. Hoe kan het dat Apple, met maar twee productlijnen, iPods en Macs, meer waard is geworden dan Philips met een vijfmaal grotere omzet en activiteiten in verlichting, medische apparatuur, halfgeleiders, huishoudelijke apparaten, consumentenelectronica en een groot aantal belangrijke patenten, joint ventures en deelnemingen?

Waarom Apple doet veranderen en Philips altijd moet veranderen.

Arnoud

Planet – 10 misverstanden over Windows-licenties

Zaterdag in Computer Planet: 10 misverstanden over Windows-licenties

Dat je een legitieme versie van Windows hebt, wil niet zeggen dat je er mee kan doen wat je wil. Deze Lezersvraag gaat over de spreekwoordelijke kleine lettertjes die nauwelijks iemand leest; tien misverstanden over Windows-licenties.
Wie bij aanschaf van Windows dacht, “mooi, dan kan ik vanmiddag hier eens lekker aan gaan knutselen”:
Als je Windows aanschaft, koop je het recht om de software te mogen gebruiken. Het intellectueel eigendom blijft in handen van de softwareontwikkelaar – in dit geval Microsoft. Dit betekent onder andere dat je software niet mag wijzigen en vervolgens doorverkopen.

Microsoft heeft zelf ook een gids over (il)legale software: Wat is softwarepiraterij?. De voorwaarden van de diverse producten zijn online in te zien. Wie niet als hobby het lezen van EULA’s heeft, kan het zichzelf makkelijker maken met de EULAlyzer.

Zeer behulpzaam is ook Microsoft’s Laat mij enkele voordelen zien van illegale software.

Arnoud