Kan een tweetverzameling als publiekdomeindownload worden aangeboden?

open-data-overheid-twitterIntrigerende via Twitter: van een recent overheidscongres (Open data next 27 september 2013) werden alle tweets gebundeld en beschikbaar gesteld als .csv download. Mag dat? En vooral: mag er dan “Licentie: Publiek domein (CC0)” bij staan?

Het is op zich een heel leuk idee om alle tweets van je congres of dergelijke gebeurtenis te bundelen. Er zijn diverse diensten die dit makkelijker en mooier maken, Storify is denk ik de bekendste. Maar je kunt het ook zelf down, gewoon downloaden en netjes als zipfile of zo aanbieden.

Of dat van Twitter mag, is een lastige. Ze zeggen in de TOS dat je alleen via hun API mag werken:

Except as permitted through the Services, these Terms, or the terms provided on dev.twitter.com, you have to use the Twitter API if you want to reproduce, modify, create derivative works, distribute, sell, transfer, publicly display, publicly perform, transmit, or otherwise use the Content or Services.

Nu heeft de Auteurswet nog altijd het citaatrecht als uitzondering, en daar kunnen die TOS niets aan veranderen. Dus wie tweets wil citeren mag zijn gang gaan, en hoeft daarbij niet de Twitter API te gebruiken. Echter, voor citeren is vereist dat je een bepaald doel hebt: aankondiging, bespreking, bekritiseren “of daarmee vergelijkbaar doel”. (Daarnaast is bronvermelding verplicht maar dat zit netjes in de Tweets.)

Is het bundelen van de complete set tweets “ter informatie en om terug te lezen” zo’n vergelijkbaar doel? Ik weet het niet. Het voelt me even iets té massaal. Aan de andere kant: het is toegestaan een reader te maken met bundels citaten uit boeken of tijdschriften, dat kan ook best massaal worden. Verschil is echter wel dat je er dan meestal eigen content aan toevoegt, wat bij een Tweetdump niet het geval is.

Een organisatie zou in de inschrijfvoorwaarden een tweetdumplicentie kunnen bedingen: wie zich inschrijft en tweet met hashtag #xyz geeft toestemming voor opname in het tweetdumpbestand en vrije verspreiding daarvan.

Los daarvan is die tekst met “Licentie: Publiek domein (CC0)” een beetje erg gek. CC0 is een verklaring dat de auteur afstand doet van zijn auteursrechten. Dat zou je dus hier kunnen opvatten als “al deze tweets zijn vrij van auteursrechten”, en dat is gewoon niet waar. Die twitteraars hebben geen afstand gedaan. Als wordt bedoeld, het bestánd als zodanig, de gegevensverzameling is vrij van rechten, ja dan klopt het maar eh dúh dat een dump vrij van rechten is. Die tekst zou ik dus aanpassen als ik webmaster was daar.

Arnoud

Het niet-commerciële publiek domein bij de Koninklijke Bibliotheek

kb-googleHet zat me al een tijdje dwars, en nu vroeg een lezer me er ook weer naar: hoe kan het dat de Koninklijke Bibliotheek boeken aanbiedt uit het publieke domein met een verbod op commercieel hergebruik? Want wie de gebruiksvoorwaarden leest, ziet daarin deze tekst:

Op de boeken die door Google zijn gedigitaliseerd, rust geen auteursrecht meer. Ze zijn herkenbaar aan de vermelding rechtsonder: ‘digitised by Google’. U mag deze boeken gebruiken (inclusief downloaden of printen) voor persoonlijke niet-commerciële doelen. Commercieel hergebruik en/of verdere verspreiding (commercieel of niet-commercieel) is niet toegestaan.

En dat is toch bepaald merkwaardig: het idee van het publiek domein is dat iedereen er alles mee mag doen, ook voor onpersoonlijke commerciële doelen.

De KB maar eens gemaild: hoe zit dit? Gelukkig kreeg ik snel een reactie:

De private partij die de investeringen voor het scannen maakt, heeft bedongen dat de scans alleen voor niet-commerciele doelen worden hergebruikt, bij wijze van return on investment. Voor niet-commerciele doelen zijn de boeken gratis toegankelijk, te downloaden en te hergebruiken. En na vijftien jaar wordt ook commercieel hergebruik onbeperkt mogelijk (zie het Google-contract).

Het contract zelf vermeldt inderdaad in artikel 4.7 dat de bibliotheek bezoekers zal verbieden de gedigitaliseerde werken commercieel te exploiteren (en inderdaad vervalt dat verbod na 15 jaar).

Ik snap goed dat de KB zelf de middelen niet heeft om zo’n omvangrijk scanproject uit te voeren, en ik snap óók goed dat Google bij het opzetten van zo’n project een verbod op commercieel hergebruik ingesteld wil zien. Maar het eindresultaat is bepaald ergerlijk: die boeken zijn publiek domein, dus daar hóren geen restricties op hergebruik meer op te zitten.

Op zich is het legaal om gebruiksvoorwaarden te koppelen aan toegang tot een website of dienst. Die voorwaarden hoeven niet per se te herleiden te zijn tot een onderliggend auteursrecht. Een museum kan je verbieden te fotograferen (met of zonder flits) enkel op basis van de huisregels. En dat de onderliggende gedachte is “dan kopen meer mensen in onze museumwinkel” is dan legitiem, hoewel ergerlijk.

In enkele rechtszaken over vermeende databankrechtinbreuk is echter geoordeeld dat je niet met gebruiksvoorwaarden je een recht kunt voorbehouden dat je niet bezit. Je zou je dus kunnen afvragen wat een hergebruiker te maken heeft met die voorwaarden. Niet veel inderdaad, tenzij hij er akkoord mee is gegaan bij het raadplegen van de site van de KB. Een persoon die die voorwaarden aanvaardt en de hele verzameling leegtrekt, pleegt dus contractbreuk. Maar een derde die vervolgens de hele verzameling op Bittorrent gooit, doet niets verkeerd.

Nee, netjes is dat niet: zo zal Google de volgende keer weinig zin hebben om weer eens een berg boeken te digitaliseren. Maar moet je dat eigenlijk wel willen, een private partij het publiek domein laten digitaliseren?

Arnoud

Rijksoverheid stapt over op Creative Commons Zero Licentie

creative-commons-zero-public-domain.pngAlle informatie op de website van de Rijksoverheid kan vrij worden hergebruikt, meldde collega-jurist Stefan Kulk gisteren. De copyrightvermelding op Rijksoverheid.nl vermeldt nu dat alles toegestaan is met werken op deze site, tenzij er een expliciet voorbehoud staat bij een individuele tekst of afbeelding. De gebruikte ‘licentie’ is CC Zero, een Creativecommonsvariant waarbij afstand wordt gedaan van alle auteursrechten.

Maar is dat wel nodig, vraag ik me dan af. Op wetten, besluiten en verordeningen, rechterlijke uitspraken en administratieve beslissingen zit geen auteursrecht (artikel 11 Auteurswet). Al het andere resultaat van creatieve arbeid van ambtenaren is gewoon auteursrechtelijk beschermd, maar daarvoor is er een soort van wettelijke licentie, artikel 15b Auteurswet:

Als inbreuk op het auteursrecht op een door of vanwege de openbare macht openbaar gemaakt werk van letterkunde, wetenschap of kunst, waarvan de openbare macht de maker of rechtverkrijgende is, wordt niet beschouwd verdere openbaarmaking of verveelvoudiging daarvan [tenzij een expliciet voorbehoud is gemaakt]

Eerlijk gezegd zie ik qua effect weinig verschil tussen de CC Zero declaratie en dit artikel.

Het enige echt verschil is dat de copyrightverklaring van toepassing is op alles op Rijksoverheid.nl en het wetsartikel alleen op werken waar de overheid het auteursrecht op heeft. Een foto in een overheidsfolder waarvan de rechten bij de fotograaf liggen, mag dus niet zomaar worden gekopieerd. Maar met een foto op Rijksoverheid.nl mag dat wel – tenzij je erbij ziet staan dat de rechten voorbehouden zijn.

Ik kon trouwens zo snel geen voorbehouden vinden, maar houd me aanbevolen voor linkjes.

Arnoud

Frauduleuze auteursrechtenclaims?

Een lezer wees me op een interessant paper over copyfrauds: het onterecht claimen van auteursrechten op werken, meer in het bijzonder op werken die in het publiek domein zijn gevallen.

Copyfraud is everywhere. False copyright notices appear on modern reprints of Shakespeare’s plays, Beethoven’s piano scores, greeting card versions of Monet’s Water Lilies, and even the U.S. Constitution. Archives claim blanket copyright in everything in their collections. Vendors of microfilmed versions of historical newspapers assert copyright ownership. These false copyright claims, which are often accompanied by threatened litigation for reproducing a work without the owner’s permission, result in users seeking licenses and paying fees to reproduce works that are free for everyone to use.

Een Nederlands voorbeeld is deze publicatie van de Beatrijs waar een “© 2001 dbnl” bij staat. Dit is een veertiende-eeuwse tekst, dus deze ligt gewoon in het publiek domein. je vraagt je af waar die auteursrechtclaim vandaan komt.

Een legitieme mogelijkheid is een “vertalers”-auteursrecht. Wie een oude tekst naar modern Nederlands omzet, krijgt een auteursrecht op zijn omzetting omdat daar eigen creativiteit aan toegevoegd is. Maar dat zie ik in dit voorbeeld niet terug, de tekst bevat alleen oud-Nederlands.

Hetzelfde geldt voor foto’s, zoals ik al eerder besprak. Wie een oud schilderij fotografeert of bijvoorbeeld een oude kaart inscant, doet dat normaliter om een zo technisch perfecte kopie te krijgen. Die kopie is dan niet beschermd door auteursrecht, want daar zit geen eigen creativiteit van de fotograaf of scanner in.

Het auteursrechtvoorbehoud van het Nationaal Archief wringt zich in een interessante bocht: weliswaar claimt men overal auteursrechten op, maar de publiek domein foto’s staan op Flickr met een aanduiding “no known copyright restrictions” en dat is dan weer heel netjes.

Het “copyfraud” paper hierboven gaat er vanuit dat al die clubs dit opzettelijk en met boze intenties doen, en maakt zich kwaad omdat er zo weinig aan te doen is. Nu vraag ik me af of er werkelijk vaak sprake is van boze opzet. Menige website heeft alleen een copyrightnotice omdat de webdesigner er eentje in het template heeft gehangen. En auteursrechten claimen is niet automatisch hetzelfde als auteursrechten hebben.

Maar stel nu dat iemand werkelijk ten onrechte een auteursrecht claimt, kun je daar dan iets tegen doen? Ik denk het wel – als je geld gaat eisen op grond van zogenaamde auteursrechtinbreuk maar je hebt die rechten niet, dan is dat een vorm van oplichting. Je neemt immers een “valse hoedanigheid” aan, namelijk die van auteursrechthebbende. En daarmee beweeg je iemand om geld af te geven. De kans dat het Openbaar Ministerie hiervoor gaat vervolgen, lijkt me echter zo goed als nul.

Persoonlijk zou ik dus zeggen, als duidelijk is dat het werk publiek domein is, negeer dan de copyrightvermelding gewoon. Maar daar zit hem natuurlijk de kneep: weet je zeker dat het werk publiek domein is?

Arnoud

Afgeleide werken bij Openstreetmap (3)

openstreetmap-logo.pngEn daar waren we dan weer met deel drie van de vraag welke rechten er op de databank van het vrijelandkaartenproject Openstreetmap zitten. Al in deel 1 bleek dit een lastige kwestie. Want: wat wordt nu precies waarvan afgeleid? (Waar vanaf geleid? Waar van afgeleid? Argh.) In deel 2 leek de tussenconclusie te zijn dat de kaarten gemaakt uit de OSM-database een afgeleid werk lijken te zijn van de stylesheet.

Kaarten uit OpenStreetmap worden namelijk gemaakt door een grote hoeveelheid GPS-coördinaten in een databank te stoppen en te voorzien van verbindingen die labeltjes krijgen met bijvoorbeeld “fietspad” of een straatnaam. Op basis van die databank kun je dan kaarten genereren voor elk oppervlak en op elke schaal die je wilt. Die stylesheet bepaalt welke kleuren en dergelijke er in die kaarten terechtkomt. Een voorbeeld uit de OSM-documentatie:

Vier kaarten uit het OpenStreetmap project, gebaseerd op dezelfde data

Het lijkt me dus zeker verdedigbaar dat een stylesheetmaker een auteursrecht kan claimen op de stijlkeuzes. Maar is een kaart een afgeleid werk van de stylesheet?

Ik vermoed van wel, al zal het afhangen van welke elementen uit de stylesheet zelf in de kaart terechtkomen. Want een afgeleid werk moet wel op een of andere manier concrete beschermde elementen uit het werk overnemen waar het van afgeleid is. Nu hoeft dat niet letterlijk – een toneelstuk is een afgeleid werk van een boek bijvoorbeeld, zelfs als de spelers geen woord letterlijk zeggen zoals het in het boek staat. In die situatie zijn zaken als het plot, de karakters, uiterlijk, verloop en dergelijke van het verhaal overgenomen, en dat is al genoeg.

Maar: wat neem je over uit de stylesheet in de kaart die uiteindelijk gegenereerd wordt? De kleurkeuzen in ieder geval, en de kleur en positionering van teksten zo te zien ook. De derde kaart uit dit voorbeeld heeft bijvoorbeeld veel duidelijker aanduidingen van plaatsnamen dan de andere drie.

Opvallend (voor mij dan) is dat ik geen enkele stylesheet kan vinden waar een expliciete licentie bij staat. De meest gebruikte stylesheet is Mapnik maar zelfs daarvan zie ik nergens wat daarmee mag. Ik neem aan dat ze onder dezelfde Creative Commonslicentie horen te vallen als de rest van het project, maar het staat nergens.

Nou, en nu eens inlezen in het databankenrecht zoals dat geldt voor kaarten.

Arnoud

Afgeleide werken bij Openstreetmap (2)

openstreetmap-logo.pngBij de discussie van vorige week over het vrijelandkaartenproject Openstreetmap vroeg een oplettende lezer in de comments:

Er zijn mensen (zoals ik) die er niet van overtuigd zijn dat het genereren van tiles een creatief werk is en je er dus ook geen CC-licentie op kan plakken. Heeft iemand daar wel eens serieus naar gekeken?

De auteurswet noemt expliciet “aardrijkskundige kaarten” als auteursrechtelijk beschermde werken (art. 10 lid 1 sub 7 Auteurswet). Je zou dus zeggen dat die kaart van OpenStreetmap gewoon beschermd is, ook als ze die voor het gemak aanleveren als “tiles”, blokjes van 256×256 pixels.

Alleen, de makers van de auteurswet dachten daarbij volgens mij meer aan cartografen die met de hand een kaart tekenden (hoi pap!). En dat is natuurlijk niet hoe OpenStreetmap werkt: men gebruikt een database met punten en verbindingslijnen gebaseerd op GPS-coördinaten die mensen aanleveren. Die kunnen voorzien zijn van tags met bijvoorbeeld de naam van een weg of de aanduiding ‘waterway=river’ om aan te geven dat iets een rivier is.

Het proces om van die getagde punten en lijnen een kaart te maken heet renderen. Dat kan op verschillende manieren, afhankelijk van je eigen smaak: wil je rode wegen en steden geel, of liever het water in een lichtere tint blauw? Geen probleem, verander de instellingen en render opnieuw.

Dat proces is op zichzelf volledig geautomatiseerd en dus niet creatief. De uitvoer kan echter wel creatief zijn – wanneer de invoer dat ook is. Een OpenStreetmap kaart, of een individuele tile daaruit, kan dus beschermd zijn maar het hoeft niet.

De hamvraag is dus: is een verzameling getagde punten en lijnen auteursrechtelijk beschermd?

Het probleem daarbij is dat de OSM-mensen streven naar een zo accuraat mogelijke kaart. Accuratesse is de doodsvijand van creativiteit en daarmee ook van auteursrecht. Wie zomaar drie rode strepen trekt, heeft een beschermd werk, maar wie een hele middag zorgvuldig noteert hoe het fietspad achter zijn huis loopt, heeft dat niet.

Een twee jaar oud voorbeeld uit de rechtspraak:

Voor zover een kaart het resultaat is van de selecties en keuzes die een persoonlijke visie van de maker weergeven is sprake van een werk met een eigen, oorspronkelijk karakter dat het stempel van de maker draagt en is het als zodanig auteursrechtelijk beschermd. De bescherming van de kaart is derhalve beperkt tot de eigen niet voor de hand liggende vormgeving van de betrokken kaart.

De kaart in kwestie was een zeekaart, waarbij de grenzen op zee zo te lezen naar eigen inzicht van de maker werden getrokken. En dat was een belangrijke reden om de kaart beschermd te achten.

De keuze van die indeling houdt deels verband met de functionaliteit van het systeem dat bij de informatiedienst hoort, en is deels gebaseerd op de persoonlijke keuze van de heer Svensson, die ondermeer is ingegeven door het streven naar gebruiksvriendelijkheid van de informatiedienst.

De vraag is dus: hoe worden in het OpenStreetmap project de punten en lijnen getrokken, en welke mate van eigen persoonlijke keuzes van de OpenStreetmappers?

Arnoud

Mag ik code snippets overnemen?

snippets.pngEen meelezende programmeur vroeg me:

Ik heb een hash implementatie gemaakt in C++. Daarbij heb ik een hash functie gebruikt die ik op wikipedia heb gevonden. Maar mag dat wel zomaar?

Dit soort vraag krijg ik wel vaker. Het gaat dan vaak over snippets, korte stukjes code die her en der op internet te vinden zijn en vaak makkelijk te hergebruiken zijn in je eigen software. Zo ook hier:

ub4 one_at_a_time(char *key, ub4 len) { 
  ub4 hash, i; 
  for (hash=0, i=0; i < len; ++i) { 
    hash  = key[i]; 
    hash  = (hash <<  10); 
    hash ^= (hash >> 6); 
  } 
  hash  = (hash << 3); 
  hash ^= (hash >> 11); 
  hash  = (hash << 15); 
  return (hash & mask); 
} 

Zit hier nu auteursrecht op? Dat lijkt me niet. Voor auteursrecht moet sprake zijn van een creatief werk, een werk waar het stempel van de maker uit te herkennen is. En dat gaat hier niet op. De code is niets meer dan een rechtstreekse implementatie van een eenvoudig hash-algoritme. Daar is niets creatiefs aan. Alle gemaakte programmeerkeuzes zijn functioneel en technisch ingegeven. Dus nee, ik zie hier geen auteursrecht op zitten.

Andere meelezende programmeurs: vinden jullie van wel? Is dit gebruik van bitwise operators creatief en origineel?

Arnoud<br/> (Mijn overname hierboven is trouwens één van die weinige situaties waarin citaatrecht voor software te claimen valt.)

Popeye publiek domein, maar nog wel merk

popeye-publiek-domein-2009.pngElk jaar op 1 januari is het zo ver: het publiek domein wordt weer uitgebreid. Het auteursrecht verloopt 70 jaar na het overlijden van de maker, en voor het gemak definieert de wet het precieze moment als 1 januari van het jaar volgend op die 70 jaar. Bij Creative Commons en Boek 9 mooie overzichtjes. Eén sprong eruit: Popeye!

Jaja, de spinazie-etende held (die mij als kind nooit overtuigd heeft van het nut spinazie te eten, sorry mam) is nu publiek domein, dus met de afbeeldingen en het karakter kan iedereen doen wat hij wil. Behalve in de VS: daar valt Popeye als work for hire onder de regel van 95 jaar na eerste publicatie. Daar moet men dus tot 2024 wachten met t-shirts, herdrukken en nieuwe avonturen van Popeye uitgeven.

Het wordt trouwens nog wel heel goed uitkijken voor wie dat in Europa wil gaan doen, want de naam Popeye is als merk geregistreerd (Beneluxmerk 0402037 voor de naam en 0413388 voor het beeld). Op zich kan dat, een naam of logo kan prima een merk zijn voor producten, en dat staat dan los van eventueel auteursrecht op dat logo. Maar onhandig is het wel wanneer het auteursrecht vervalt. Want welke exploitatie is dan mogelijk van het publiek domein werk?

In principe mag je nu alles doen met de tekeningen van Popeye-schepper Elzie Segar. Waar het merkenrecht in beeld komt, is wanneer je de naam of de afbeelding van Popeye gaat gebruiken als naam of logo voor je producten of diensten. Een tekening op t-shirts drukken en die verkopen is geen probleem, maar een kledinglijn beginnen en die “Popeye” noemen zal je gegarandeerd een juridisch conflict opleveren.

Een leuk twijfelpunt is een heruitgave van de oude strips, want die hebben als naam van de serie “Popeye”, en een serienaam is iets dat onder het merkenrecht kan vallen. De heruitgever zal dus goed uit moeten kijken dat hij duidelijk maakt dat het een heruitgave is onder zijn eigen merk van de oude strip Popeye.

Heeft uitgever Hearst nog een legitiem belang bij het merkrecht nu het auteursrecht op het karakter vervallen is?

Via Slashdot, dat het verschil tussen auteursrechten en merken niet snapt.

Arnoud<br/> Afbeelding via Christie’s.

Je eigen werk publiek domein maken, kan dat?

Drie lezers vroegen me vorige week of het nu echt niet mogelijk is om je eigen werk in het publiek domein te plaatsen. Dus toch maar even een blogpost eraan gewijd.

Nee, dat kan niet. Auteursrecht is overdraagbaar, en je kunt het in licentie geven, maar het opheffen, intrekken of laten vervallen is niet mogelijk. Natuurlijk kun je wel eenzijdig verklaren dat je je auteursrecht tegen niemand zult inzetten, en anderen kunnen je dan aan die verklaring houden. Maar daarbij speelt altijd nog het recht om je te verzetten tegen verminking van je werk (artikel 25 Auteurswet). Van dat recht kun je geen afstand doen, en dus ook niet in zo’n eenzijdige verklaring.

Spoor/Verkade/Visser schrijven ook dat het niet mogelijk is om je auteursrecht volledig te laten vervallen. Dat gebeurt echt pas 70 jaar nadat je dood bent. Zij noemen ook een praktische reden: waar laat je de akte of ander bewijs dat dit gebeurd is?

Waarom zou je eigenlijk je werk publiek domein maken in plaats van een heel liberale licentie erop te zetten?

Arnoud

Auteursrechtenonderzoek in de praktijk (gastpost)

Hoe publiceer je legaal een werk waar geen auteursrechten opzitten?

Er zit een paradox in die vraag. Als er geen auteursrechten op een werk zitten, mag je het in het algemeen publiceren. Kom er tegenwoordig echter maar eens achter of er nog rechten op een werk zitten: dat is steeds lastiger.

De Verenigde Staten hadden eind 19e eeuw een goed werkend auteursrechtsysteem. Wie een auteursrecht wilde hebben, moest daar moeite voor doen (door middel van registratie en copyrightvermelding op het werk), en kreeg vervolgens zo’n recht voor een overzichtelijke termijn. Uitgevers konden ervan uitgaan dat als er geen copyrightvermelding op een werk stond, het werk vrij te gebruiken was. En omdat de helft van de werken publiek domein waren, kon je als uitgever daarmee nauwelijks de boot in gaan.

De logica achter dit systeem was simpel: degene die geld ging verdienen met het werk, de auteursrechthouder, was ook degene die erbij gebaat was kosten te maken. Als gevolg hiervan zaten er alleen auteursrechten op werken die ook echt werden uitgebaat.

Die tijd is voorbij. Tegenwoordig is de verhouding tussen werken met auteursrechten en rechtenvrije werken behoorlijk scheefgetrokken in het voordeel van de eerste groep. Er zijn ook steeds meer werken die niet meer worden uitgebaat, maar waar nog wel rechten op zitten. (Auteursrechten beschermen werken? In welk opzicht?)

Als je een commerciële uitgever bent, dan is de oplossing simpel. Je stapt naar de partij toe die claimt rechten te bezitten, en betaalt die partij een licentie: ongeacht of het werk al dan niet in het publiek domein is. Het is namelijk een stuk goedkoper voorafgaand een relatief laag bedrag te betalen dan er later achter te komen dat degene die je niet hebt betaald toch een of ander raar recht in handen heeft.

Non-profits en kleine bedrijven hebben die luxe niet. De e-booksite Blackmask — immens populair onder de lezers van elektronische boeken, omdat de uitbater in tegenstelling tot veel van zijn concurrenten de markt van elektronische boeken begrijpt — kreeg enige tijd terug flink het deksel op de neus. Uitgever Conde Nast gebruikte een DMCA-nastygram om de hele site uit de lucht te halen nadat er vanuit Hollywood signalen kwamen dat men de Doc Savage-serie pulpboekjes wilde gaan verfilmen. Conde Nast had namelijk altijd op het standpunt gestaan de rechten tot die serie te bezitten, en Blackmask had de serie gedigitaliseerd en online gezet. Een probleem was ook dat dit een open and shut case leek: Blackmask kon daardoor naar eigen zeggen geen goede advocaat vinden die het bedrijf wilde vertegenwoordigen.

Het is mij niet duidelijk of Blackmask auteursrechtenonderzoek heeft gedaan. Dat zou overigens—voor een organisatie die de boeken gratis verspreidt—tamelijk prijzig kunnen zijn geworden. Er zijn namelijk geen renewal records van Doc Savage-boeken beschikbaar; voor de tijdschrift-renewals kon je destijds niet de online records voor tijdschriften raadplegen, want daar zaten de records voor Doc Savage nog niet tussen; in plaats daarvan moest je de records opzoeken in de spreekwoordelijke kelder achter de spreekwoordelijk kast achter het spreekwoordelijke bordje “pas op voor de loslopende tijger”. De goedkoopste oplossing is in zo’n geval het Copyright Office zelf het onderzoek laten uitvoeren à 150 dollar per uur.

Project Gutenberg, waar ik een vrijwilliger van ben, is een elektronische bibliotheek maar ook een organisatie voor rechtenonderzoek. Want als er één inbreukmakend boek zit tussen de tienduizenden die we publiceren, dan hebben we een serieus probleem. Project Gutenberg is een Amerikaanse organisatie, en zogeheten statutory damages in de V.S. zijn niet mals (maximaal 150.000 dollar per inbreuk). Het aanmoedigen van het digitaliseren van werken en het hosten van vrij verspreidbare werken is weliswaar ook belangrijk, maar dat kan desnoods worden uitbesteed (en dat gebeurt dan ook: digitalisatie aan Distributed Proofreaders, hosting aan Ibiblio.org).

Een copyright clearance voor Project Gutenberg, dat wil zeggen de controle of een werk wel in het publiek domein is, begint bij de vrijwilliger die het boek moet inscannen. Of een boek wel in het publiek domein is, zal deze scan provider eerst zelf moeten uitzoeken. Voor Amerikaanse boeken is dat vrij simpel: staat er een copyrightdatum in, dan weet je meestal genoeg.

Vervolgens maakt de scan provider scans van pagina’s die PG nodig heeft om zijn eigen onderzoek in te stellen. Vaak is dat de titelpagina, soms ook de verso (achterkant van de titelpagina) of de laatste pagina van het voorwoord bij de laatste druk. Dit zijn de pagina’s die informatie bevatten over de auteur en de publicatiedatum.

Zolang een boek voor 1923 is gepubliceerd, is voor PG eigenlijk alleen de copyrightdatum relevant. Uitzonderingsgevallen zijn bijvoorbeeld moderne uitgaven, maar puur om praktische redenen: vaak is een oude uitgave niet makkelijk te krijgen, omdat de weinige exemplaren die bestaan wel ingekeken mogen worden, maar niet op een scanner of kopieerapparaat mogen worden gelegd. Als je dan aannemelijk kunt maken dat grote delen van de nieuwe uitgave die samen een compleet werk vormen (bijvoorbeeld: een roman zonder het apparaat dat de moderne uitgever er door literatuurwetenschappers bij laat schrijven), overeenkomen met de oude uitgave, wil PG een copyright clearance in behandeling nemen.

De volledige verzameling clearance-regels staat hier. Onze regel nummer 6 is zelfs tamelijk beroemd, en dat hebben we te danken aan twee dingen: dat we het lef hebben moderne werken te herpubliceren ondanks dat het onmogelijk is een negatief te bewijzen (namelijk dat er geen auteursrecht meer op een werk zit), en aan ons harde werk om de Amerikaanse rechtendatabase voor romans te digitaliseren.

Mocht PG concluderen dat een werk inderdaad in het publiek domein is, dan worden er twee mailtjes verstuurd. Eén aan de scan provider, met daarin een unieke sleutel die kan worden gebruikt om een volledig werk te uploaden, en één aan David Price, wiens enige taak is een gigantische, publieke lijst met gereserveerde werken bij te houden, zodat vrijwilligers elkaar geen vliegen afvangen.

Het scanproces zelf kan nogal wat tijd kosten. Er is maar één consumentenscanner die pagina’s redelijk snel scant, de Plustek Opticbook, en die is met een prijskaartje van rond de 300 dollar een beetje duur voor de gemiddelde vrijwilliger. Ikzelf gebruik een goedkope scanner die circa 40 seconden over een A4-tje doet. Met nabewerking en dergelijke ben ik ongeveer anderhalve minuut per pagina kwijt. Een boek is gemiddeld zo’n 250 pagina’s lang. Al die mailtjes aan David Price besparen op deze manier heel wat vrijwilligersuren.

Voor Nederlandse vrijwilligers is een en ander een stuk lastiger, want zij moeten zich naar zowel Nederlands als Amerikaans recht richten. Dat Nederlandse uitgevers vaak geen publicatiedatum vermeldden maakt de zaken er niet makkelijker op.

Wat Blackmask is overkomen is niet uitzonderlijk. Zo krijgt Project Gutenberg regelmatig juridische dreigbrieven, en is de muziekbibliotheek IMSLP een tijd uit de lucht geweest na dreiging van een rechtszaak. Je kunt je afvragen hoezeer de dreiging van juridische repercussies burgers ervan weerhoudt volop gebruik te maken van het kleine beetje publiek domein wat ons rest. Dat de politiek zich hier geen zorgen over maakt, bevreemdt.

Branko Collin is een vrijwilliger van Project Gutenberg, de digitale bibliotheek van boeken die (voor het grootste deel) tot het publiek domein zijn teruggekeerd. Net als de oprichter van het project, Michael Hart, vindt hij dat hij veel minder van het auteursrecht afweet dan zou moeten, en veel meer dan hij wil. Tien jaar geleden vond Branko het document “10 Big Myths about copyright explained” van Brad Templeton briljant, nu achterhaald.