Kun je een e-mailadres meenemen als de dienstverlener stopt?

| AE 6919 | Privacy | 36 reacties

email-e-mail-elektronische-post-envelopIk had het nieuws ook gemist maar internetprovider Knoware is overgenomen door Telfort en het domein gaat binnenkort uit de lucht. Dat gaf allerlei klachten zo lees ik van mensen die graag hun jarenlange mailadres @knoware.nl willen behouden. Dat “kan niet” volgens de helpdesk. Maar er is kunnen en willen, volgens mij.

Technisch zie ik op zich geen bezwaren. Het doorsturen van mail op adres A naar adres B is een standaardfunctie van mailservers, en als dat eenmaal ingesteld is dan kan dat tot in de eeuwigheid (of het afschaffen van e-mail) gewoon blijven draaien. (Heren en dames mailadmins, mis ik iets?)

Of je het moet willen is vers twee. Je bent afhankelijk van twéé maildienstverleners nu, beiden kunnen spamfilters, storingen en configuratiefouten hebben dan daarmee vergroot je de kans op verloren e-mail. En je hebt dubbele kosten natuurlijk want verlangen dat men grátis een dienst actief houdt, lijkt me niet helemaal redelijk. Maar beiden zouden je eigen keuze moeten zijn.

Alleen wat nu als de dienstverlener er gewoon geen trek meer in heeft, ook niet voor $veel geld? Ik vrees dat je dan gewoon pech hebt.

De wet kent nergens een regel dat een overeenkomst tot dienstverlening eeuwig moet kunnen worden voortgezet als de klant daarom vraagt. Logisch op zich, een bedrijf moet kunnen stoppen zou je zeggen. Zolang alle lopende contractstermijnen worden uitgediend, en er dus tijdig wordt opgezegd, is dat niet meer dan logisch. Het probleem lost zichzelf dan op: in de voorwaarden staat dat het jaarlijks opgezegd kan worden, dus dan heb je een jaar om je voor te bereiden op een overstap.

Toch wringt dit voor mij een beetje. Een e-mailadres is geen onderhoudscontract voor je CV-ketel. Overstappen naar een ander impliceert gedoe welhaast vergelijkbaar met een fysieke verhuizing. En zou het vanwege dát gedoe niet redelijk zijn dat je nog een tijd een forward mag verwachten, of misschien zelfs levenslang?

Arnoud

Een contractswijziging die automatisch een jaarcontract oplevert

| AE 6058 | Informatiemaatschappij | 7 reacties

stilte-stilzwijgen-verlengen.jpgEen lezer vroeg me:

Een half jaar terug heb ik mijn contract van mijn telecomaanbieder laten wijzigen: een groter en sneller pakket. Heel mooi, maar ik wil nu overstappen naar een nóg betere aanbieder. Dus ik dacht, ik zeg even op (Wet Van Dam immers) maar nu zeggen zij dat ik met die wijziging een nieuw jaarcontract heb afgesloten. Klopt dat? Dat hadden ze dan wel even mogen zeggen!

Dat hadden ze inderdaad wel even mogen zeggen maar in principe kan het. Meestal dan; het hangt af van de voorwaarden. (Deze vraag krijg ik overigens ook over sportscholen en allerlei andere abonnementsaanbieders.)

Een contract wijzigen kan niet zomaar, dat vereist instemming van beide partijen. Die instemming kan in algemene voorwaarden worden opgeëist, maar of dat rechtsgeldig is, is niet 1-2-3 te zeggen. Je mag zeker naar consumenten toe niet zomaar het gehele contract even eenzijdig veranderen via een regeltje in je algemene voorwaarden. Dat staat op de zogeheten zwarte lijst (art. 6:236 sub a BW).

Wat je wél altijd kunt doen, is samen besluiten dat het huidige contract opgezegd wordt en dat je een nieuw contract sluit. Dat hoeft niet eens in de voorwaarden te staan. Je mag namelijk samen álles besluiten over een lopend contract, zelfs als je besluit 100% ingaat tegen wat in dat contract staat. (Als je opschrijft “wij verbieden onszelf dit contract tussentijds op te zeggen” dan wordt het interessant.)

Wel kun je je natuurlijk afvragen of een consument die belt om een pakketuitbreiding, zich bewust is van het feit dat hij een nieuw contract gaat afsluiten. Als hij dat niet is, en de wederpartij had dat moeten weten, dan is verdedigbaar dat er géén nieuw contract is. Voor contractsluiting is namelijk nodig dat je dat wilde.

Sommige dienstverleners regelen het alsnog via de algemene voorwaarden. Zo zit ik zelf bij UPC voor televisie en internet. Zij zeggen in de AV

Voor de nieuwe dienst gaat vanaf de activering een nieuwe minimum looptijd in tegen de tarieven die op dat moment gelden.

Een stukje eerder lees ik de algemenere regel:

Indien een nieuwe looptijd voor digitale tvdienst, internetdienst of telefoniedienst ingaat vanwege een aanpassing of uitbreiding van uw overeenkomst, is de looptijd ten aanzien van het UPC Standaardpakket Radio/TV automatisch verlengd voor dezelfde bepaalde tijd.

Daarmee wordt dus de dienstwijziging geconstrueerd als een wijziging van het huidige contract. Ik denk dat ook dat wel verdedigbaar is, zeker in situaties waarin de basisdienst nódig is om de nieuwe dienst te leveren. Je kunt geen HBO afnemen als je geen digitale tv hebt.

Als je het via zo’n algemene voorwaarde doet, dan hoef je het formeel niet meer te melden. Het ís al gemeld – in die AV. Maar echt netjes is het niet tegenover je klant, want de consequenties zijn voor hem aanzienlijk en de moeite voor jou als provider is klein.

Arnoud

Argh! Waar staan we nu met de Wet Van Dam?

| AE 2808 | Informatiemaatschappij | 18 reacties

Ok, argh. Heb je net een half jaar besteed aan uitleggen hoe de Wet Van Dam in elkaar steekt en een hoop in paniek geraakte klanten uitgelegd wat er nog wél kan, gaat ineens het hele ding op de schop. Althans, het reparatiewetje is aangehouden vanwege “nieuwe informatie” over de betekenis van de Overgangswet Nieuw BW. En dus gaan alle bedrijven nu roepen dat de Wet Van Dam is uitgesteld.

Om maar met dat laatste te beginnen: nee, dat is niet waar, de Wet Van Dam is en blijft per vandaag van kracht. Een contract met stilzwijgende verlenging dat vanaf nu wordt aangegaan is alleen nog rechtsgeldig als dat na die verlenging op elk moment met een maand kan worden opgezegd. En dus zonder kosten of boetes.

Het discussiepunt zit hem in hoe de wet nu geldt voor al eerder aangegane contracten. Want hoewel Van Dam bij invoering in de memorie van toelichting had gezegd

Deze wijziging voorziet niet in overgangsrecht. Daardoor is deze wijziging ook van toepassing op reeds gesloten overeenkomsten.

werd er in de afgelopen maanden toch flink geroepen dat er wél overgangsrecht geldt. Er is immers de Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek, die in 1969 (ja, 69) is aangenomen om de overgang van het ‘oude’ BW naar wat we nu hebben mogelijk te maken. In die wet werd geregeld hoe de nieuwe wet zou uitpakken voor bestaande contracten en andere zaken. Prima, dat was nodig destijds, maar is die wet werkelijk ook geldig voor álle wijzigingen van het BW die na 1969 doorgevoerd werden?

Natuurlijk, roepen alle uitgevers en sportschoolhouders, want die Overgangswet is een essentieel deel van de democratische samenleving. Wij moeten ons immers kunnen voorbereiden op de nieuwe wet, en een rechtsgeldige overeenkomst met eerlijk stilzwijgend gesloten verlenging van een jaar kan toch niet zomaar worden aangetast door een nieuwe wet?

Mijn sarcastische toon maakt wel duidelijk dat ik vind dat dit een onhoudbaar standpunt is. En gelukkig bleek prof. Loos het met me eens toen hij in een gastblog hier schreef

Het lijkt dan ook in strijd met de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever om na de uitgestelde werking van een jaar, aan de uitgevers op basis van het overgangsrecht een extra termijn van een jaar toe te kennen. Het moge zo zijn dat gezien het ontbreken van een aanpassing van art. 191 Overgangswet NBW deze wet zich verzet tegen directe toepasselijkheid van de nieuwe bepalingen van de zwarte en grijze lijst op bestaande abonnementen. Niets verzet zich echter tegen anticiperende interpretatie van art. 6:233 sub a BW. Sterker nog: gezien de onmiskenbare bedoeling van de wetgever lijkt mij een dergelijke anticiperende interpretatie nogal voor de hand liggen.

Van Dam introduceerde vervolgens een reparatiewetje om nog eens expliciet die Overgangswet buiten toepassing te verklaren, maar verwees daarbij uitsluitend naar artikel 191. Dat artikel bepaalt dat je pas een jaar na inwerkingtreding van de wet je kunt beroepen op enige bepaling daaruit voor bestaande contracten. De reparatiewet zou dit artikel uitschakelen, zodat vast zou staan dat je ook bij bestaande contracten de Wet Van Dam kunt inroepen.

Otto Volgenant van Kennedy Van der Laan wees erop dat er óók nog een artikel 79 is, dat zegt dat reeds aangegane verlengingen niet kunnen worden opgezegd met een beroep op de Wet Van Dam. En dat artikel werd dus niet genoemd in de reparatiewet.

Waarom precies Van Dam de reparatiewet nu heeft aangehouden, kan ik niet zeggen. Het plaatst ons nu wel in een lastige situatie.

Enerzijds is goed verdedigbaar dat die expliciete zin uit de memorie van toelichting duidelijk maakt dat er géén overgangsrecht geldt, ook niet op grond van die Overgangswet. Iedereen had dit een jaar geleden kunnen zien aankomen, dus niet meer piepen nu.

Anderzijds was die reparatiewet kennelijk ergens voor nodig, en het openbreken van bestaande stilzwijgende verlengingen is iets waar uitgevers niet op hoefden te rekenen vanwege die overgangswet uit 1969.

Veel bedrijven waren zich al aan het voorbereiden op de Wet, en hebben zelfs hun voorwaarden al aangepast. Ik verwacht niet dat ze dat nu weer terug gaan draaien. Maar er zullen genoeg bedrijven zijn die nu nog hun oude voorwaarden hanteren en dat dus vrolijk in 2012 blijven doen – en mogelijk in 2013 ook nog, met een beroep op die overgangswet.

Buitengewoon frustrerend allemaal. Want ik verwacht niet dat er veel consumenten nu naar de rechter gaan stappen, en de Consumentenautoriteit lijkt in dezen ook niet echt een consumentvriendelijke interpretatie van de wet in te nemen. Grmbl.

Update (1 mei 2014) Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch zegt dat de Wet Van Dam wél zou gelden op bestaande overeenkomsten:

Nu de onderhavige overeenkomst dus vóór de inwerkingtreding van deze wet was uitgewerkt, kan de overeenkomst naar het oordeel van het hof niet meer onder de Wet-Van Dam vallen. Dit zou anders zijn indien de overeenkomst tussen partijen nog op 1 december 2011, zijnde de datum waarop de wet in werking trad, voortduurde.

Arnoud

Mogen proefabonnementen nu wel of niet stilzwijgend verlengd worden?

| AE 2710 | Informatiemaatschappij | 2 reacties

Een lezer vroeg me: Recent werd ik lid van een dienst waarbij je elke dag gratis een proefmonstertje van een schoonheidsproduct toegezonden krijgt. Je moet dan op een website invullen hoe dat bevalt, maar het kost niets. Dacht ik, want in de laatste week las ik het contract nog eens door en op pagina 6… Lees verder

Per wanneer geldt de wet-Van Dam voor bestaande contracten?

| AE 2703 | Informatiemaatschappij | 96 reacties

Op 1 december treedt de “wet-Van Dam” in werking: contracten en abonnementen mogen niet meer stilzwijgend verlengd worden met een jaar. Als een contract na 1 december stilzwijgend verlengd wordt, geldt daarbij een opzegtermijn van één maand. Dit zal veel stof doen opwerpen, met name wat er gebeurt met bestaande contracten die nog vermelden dat… Lees verder

Stilzwijgende verlenging van een proefabonnement, mag dat?

| AE 2247 | Informatiemaatschappij | 22 reacties

Regelmatig krijg ik vragen over proefabonnementen op van alles en nog wat (maar opvallend vaak websites voor volwassenen). De term “proefabonnement” wekt de indruk dat je gedurende een korte tijd het gebodene mag uitproberen, en daarna kunt beslissen of je verder wilt. Maar in de praktijk staat er vaak in de kleine lettertjes dat zonder… Lees verder

Mijn provider factureert per drie maanden vooruit, mag dat?

| AE 2072 | Informatiemaatschappij | 7 reacties

Een lezer wees me erop dat diverse providers niet per maand maar per kwartaal factureren. Zo staat in de UPC voorwaarden: UPC kan per maand, kwartaal of andere termijnen factureren, afhankelijk van de dienst en het product. Sinds juli 2009 hebben we artikel 7.2a Telecommunicatiewet, dat regelt hoe een internet- of telefoniecontract met een consument… Lees verder

Stilzwijgende verlenging aan banden gelegd?

| AE 1431 | Informatiemaatschappij | 255 reacties

Lidmaatschappen en abonnementen kunnen binnenkort niet meer stilzwijgend verlengd worden, meldde Nu.nl donderdag. Een initiatiefswetsvoorstel van PvdA-Tweede Kamerlid Martijn van Dam heeft als doel die praktijken sterk aan banden te leggen. Het voorstel moet nog door Tweede en Eerste Kamers, maar er zit in ieder geval schot in. Een goede zaak lijkt mij. Volgens onderzoek… Lees verder