Brein verliest hoger beroep om Ziggo waarschuwingsbrieven te laten versturen

Ziggo hoeft waarschuwingsbrieven van stichting Brein niet door te sturen naar klanten, zo meldde Security.nl onlangs. Volgens het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is er er geen juridische grondslag die Ziggo verplicht hieraan mee te werken. Dit bekrachtigt een vonnis uit februari waarin de rechtbank ook bepaalde dat de provider geen torrent-waarschuwingsbrieven van Brein hoeft te sturen naar frequente torrentgebruikers.

Zoals ik in februari blogde, het ging hier om een nieuw idee van de auteursrechthandhaver: identificeer frequente uploaders, en stuur ze een “we hebben je in de gaten”-brief in de hoop dat men ermee stopt. Dat is niet hetzelfde als ze gelijk dagvaarden, wat gezien de kosten en gedoe niet meteen wenselijk is. Maar de ervaring leert dat als je mensen waarschuwt, ze er regelmatig mee stoppen – al is het maar omdat ze denken dat de volgende stap wél een rechtszaak is.

Alleen een probleempje: het verwerken van persoonsgegevens van personen waartegen een min of meer gegronde verdenking bestaat van handelingen die inbreuk maken op een auteursrecht, moet aangemerkt worden als het verwerken van strafrechtelijke persoonsgegevens. Dit aldus de Autoriteit Persoonsgegevens in haar onderzoek tegen Dutch Filmworks die direct met boetes naar torrenters wilde gaan smijten.

Vanwege die reden concludeerde de rechtbank in februari dat Ziggo een vergunning nodig zou hebben (om als “privédetective” in opdracht strafrechtelijke persoonsgegevens te verzamelen). Dat staat inderdaad in de AVG als je die formeel leest, maar het doet gek aan want Ziggo is niet echt een particulier recherchebureau dat in de virtuele bosjes gaat liggen om mensen structureel in de gaten te houden.

Het Hof begint in hoger beroep met zich af te vragen op grond waarvan Ziggo überhaupt brieven door moet sturen. De redenering van Brein was: op grond van Lycos/Pessers moet je namen en adressen afgeven van inbreukmakers, een brief doorsturen is minder erg voor die mensen hun privacy dus dan kan daar geen argument tegen zijn. Het Hof ziet dat anders:

In deze zaak gaat het er niet om dat Brein zich bij de burgerlijke rechter teweer wil stellen tegen specifieke onrechtmatige gedragingen. Zij wil overtreders waarschuwen. Het mogelijk onthouden van effectieve rechtsbescherming aan een (rechts)persoon die meent onrechtmatig bejegend te worden is hier niet aan de orde.
Lycos/Pessers ging erom dat je moet kunnen procederen tegen een concreet iemand. Maar diverse onbepaalde iemanden een boze brief sturen is nog geen juridische actie, daarom valt het buiten de rechtsplicht die dat arrest oplegt.

Brein eist op dit moment al NAW gegevens van grote uploaders met als doel daartegen rechtsmaatregelen te nemen.

Die verzoeken worden volgens Brein doorgaans toegewezen. Niet aannemelijk is dus dat het verzenden van waarschuwingsbrieven een noodzakelijke stap is om civielrechtelijke actie te kunnen ondernemen tegen (een andere groep van) inbreukmakers. Ook is nog niet duidelijk in hoeverre het doorsturen van waarschuwingsbrieven zal maken dat in de toekomst op een kleinere schaal auteursrechtinbreuken zullen worden gepleegd. Partijen verschillen daarover van mening, maar vooralsnog heeft Brein niet voldoende onderbouwd gesteld dat te verwachten valt dat dat doel juist bereikt kan worden met (dit onderdeel van) de waarschuwingscampagne.
Het belang van Brein is dus enigszins speculatief te noemen. Daar staat tegenover dat Ziggo dus inderdaad stevige maatregelen moet nemen: een nieuw bedrijfsproces inrichten, daarbij rekening houden met de strenge eisen uit de AVG voor strafrechtelijke persoonsgegevens, een DPIA uitvoeren en wat al niet meer. En inderdaad dus ook die recherche-vergunning ex artikel 33 lid 4 sub c UAVG.

Het klopt, maar toch voelt het een tikje raar. Brein mag dus wel NAW gegevens van inbreukmakers eisen voor een gerechtelijke procedure, maar niet NAW gegevens van inbreukmakers om een voorlichtingsfolder en “hou op” brief te sturen? Ik snap de weerstand maar het voelt inconsequent en ik heb moeite de argumentatie van het Hof te volgen.

Arnoud

Hoge Raad: Ziggo hoeft downloadergegevens niet af te staan aan Dutch FilmWorks

De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van Dutch FilmWorks verworpen, las ik bij Tweakers. Door deze art. 81-afdoening hoeft Ziggo definitief niet de gegevens van klanten die illegaal zouden downloaden af te geven aan het bedrijf. Dat was immers de uitkomst van het hoger beroep van eind 2019. En dat bevestigt ook dat het Lycos/Pessers-arrest geen vrijbrief is om maar persoonsgegevens te kunnen vorderen “want het is inbreuk”.

Bij Tweakers doen ze een tikje verbaasd dat de Hoge Raad zonder motivatie de zaak afwijst, “Waarom de Hoge Raad het beroep heeft verworpen, is niet bekend.” Voor juristen zou dit geen verrassing mogen zijn, onze hoogste rechtscollege mag zonder motivatie zaken afwijzen

als het cassatieberoep ongegrond is en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproept. Bijvoorbeeld als rechtzoekenden ‘naar de bekende weg vragen’ door rechtsvragen voor te leggen die al zijn beantwoord, en er verder geen reden is het verwerpen van het cassatieberoep nader te motiveren.
Kennelijk vroeg DFW dus naar de bekende weg. Dat is misschien wat al te onaardig gezegd, want waar het ze in de kern om ging was
[dat het Gerechtshof juridisch onlogisch was] door het verstrekken van de gevorderde NAW-gegevens te laten afhangen van de actie(s) die DFW uiteindelijk tegen individuele downloaders wil nemen en de transparantie die DFW daarover in deze procedure heeft betracht.
Als je namelijk naar de Lycos/Pessers criteria kijkt, dan staat daar niet letterlijk bij als factor wat men van plan is te doen. Maar het Hof had dat meegewogen in de AVG-beoordeling van wat DFW van plan was. Plus, criterium b is of je een “reëel belang” hebt bij je eis, en als je onduidelijk bent over je plannen dan zie ik het daar ook wel over struikelen.

Ook had DFW gesteld dat Ziggo verplicht is de gegevens af te geven als aan het Lycos/Pessers arrest is voldaan. Het Hof had echter geconcludeerd dat het geen automatisme is (zoals al vele, vele malen bevestigd daarvoor) maar dat het een afweging van belangen is. Van de manier waarop het Hof die uitvoerde, daar kun je van alles van vinden, maar dan kom je bij het juridische punt dat zo’n afweging al heel snel feitelijk is. En de Hoge Raad mag niet toetsen aan feitelijke bevindingen, maar alleen het juridisch kader controleren. Dus bezwaren tegen welke factoren zijn meegenomen, zijn niet geschikt voor cassatie.

Voor mij weinig verrassend, maar gezien de belangen bij DFW niet gek dat men er nog een bak geld tegenaan gesmeten heeft om zo lang mogelijk de dreiging in de lucht te houden. En ik blijf erbij, ik zie niet hoe DFW dit anders had kunnen doen. De situatie dat de IP-adreshouder niet de downloader is, is een fundamenteel probleem. Dat los je alleen op door botweg te zeggen, je bent aansprakelijk voor je account. En dan krijg je ook nog het schadebedrag waar al tien jaar over gesteggeld wordt – wat kost dat nou, zo’n illegale download? Is dat de prijs van de DVD, de Blu-Ray, de single play van Videoland of 1/30e van een Netflix maandabonnement? Ik denk niet dat je daar ooit uitkomt.

Arnoud

Banken gaan namen en adressen van internetoplichters geven

De Nederlandse banken gaan op verzoek de namen en adressen van internetoplichters verstrekken aan slachtoffers van internetfraude. Dat las ik bij Privacynieuws. Slachtoffers kunnen dan via een civiele procedure proberen hun gestolen geld terug te vorderen. Na een gesprek met justitieminister Grapperhaus hebben banken eind vorig jaar besloten om onder voorwaarden de NAW-gegevens te overhandigen.

Het probleem van fraude en oplichting via internet is zo oud als, eh, internet: je weet niet met wie je aan de andere kant zaken doet, dus een fraudeur kan eenvoudig je geld of spullen afhandig maken en ondanks vele beloftes zijn wederprestatie niet nakomen. Of dat oplichting is, is de vraag, maar wie beroep of gewoonte maakt van via internet handelen zonder te leveren is in ieder geval strafbaar. Net als die Whatsappfraudeurs met hun “hoi mam ik ben mijn telefoon kwijt”-oplichterij.

Kom je bij het vervolgpunt: wie moet je hebben? Een anoniem mailadres of snel Marktplaats-account met prepaid 06 is zo gemaakt, en dan sta je dus nergens. Het bankrekeningnummer is vaak het enige aanknopingspunt, alleen blijken banken zich op het (op zich begrijpelijke) standpunt te stellen dat zij niet kunnen zien of er een strafbaar feit is gepleegd en dat ze vanuit privacyoogpunt niet zomaar persoonsgegevens afgeven. Ook stichting Brein kreeg ongelijk toen zij in 2013 deze probeerde te krijgen (ja, met Lycos/Pessers).

In november meldde minister Grapperhaus aan de Kamer dat er over deze situatie gesproken is, en dat er nu een doorbraak is gekomen:

De Nederlandse banken hebben mij naar aanleiding van deze gesprekken recent laten weten te hebben besloten een procedure in het leven te roepen om de NAWgegevens van een fraudeur aan slachtoffers van fraude te verstrekken. Het doel van de procedure is om benadeelden in de gelegenheid te stellen om, onder voorwaarden en met inachtneming van privacywetgeving (zoals de hierna genoemde 21 dagen termijn), met de vermeende fraudeur in contact te kunnen komen. De procedure houdt in dat de fraudeur eerst gevraagd wordt om het geld terug te storten. Als dat niet binnen 21 dagen is gebeurd, worden de NAWgegevens van de vermeende fraudeur verstrekt.
De procedure start nadat het slachtoffer aangifte heeft gedaan. Zo is bekend wie de gegevens eist, en zit er enige check op: valse aangifte is strafbaar, en vanwege de keten slachtoffer-politie-bank-rekeninghouder is het eenvoudig om daar op terug te komen. Ook bij eigenrichting weet je nu snel wie de (mogelijke) dader is.

Blijf je zitten met het probleem van de geldmuilezels: mensen die hun bankrekening verhuren “omdat er toch niets op staat en ik rood staan heb uitgezet”. En dan inderdaad 30% krijgen van het bedrag dat er op gestort wordt. Want met deze procedure kom je daar uit, en niet bij de werkelijke dader. Maar wellicht dat deze nieuwe procedure helpt om katvangers af te schrikken.

Arnoud

Een auteursrechthebbende mag van Youtube alleen je postadres vragen (moehaha)

Wanneer een film illegaal is geüpload op een onlineplatform zoals YouTube, kan de rechthebbende krachtens de richtlijn betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten bij de exploitant uitsluitend het postadres van de betrokken gebruiker opvragen, maar niet zijn e-mailadres, IP-adres of telefoonnummer. Dat las ik bij ITenRecht. Het Hof van Justitie bepaalde dat onlangs in een procedure tussen Constantin Film Verleih GmbH, een in Duitsland gevestigde distributeur van films en YouTube. En ja, ik weet dat je weinig hebt aan die informatie.

Al lange tijd proberen filmproducenten en handhavers zoals BREIN informatie te krijgen van Youtube over uploaders van illegaal materiaal. Youtube werkt daar niet aan mee (dat is namelijk niet handig voor het businessmodel, pardon Youtube staat voor de grondwettelijk vastgelegde privacy van haar gebruikers).

In 2004 verscheen een Europese Richtlijn (de Handhavingsrichtlijn) waarmee rechthebbenden een bevoegdheid kregen om bij platforms en andere tussenpersonen gegevens van uploaders te krijgen. Iets preciezer (artikel 8 lid 2): “de naam en het adres van de producenten, fabrikanten, distributeurs, leveranciers en andere eerdere bezitters”. Dat is vrij logisch voor de situatie waarin handelaren ergens gevestigd zijn en dingen in- en wederverkopen.

Bij Youtube is dit iets minder logisch. Dat bedrijf heeft alleen e-mailadressen, IP-adressen en mogelijk een telefoonnummer (bijvoorbeeld vanwege tweefactorauthenticatie). Is dat een “adres”? Dat is een lastige, want de Handhavingsrichtlijn specificeert dat niet en het staat ook niet in eerdere Europese regels als gedefinieerde term. Het Hof trekt dan de ietwat verrassende conclusie dat dit niét het geval is: als je zegt “naam en adres” van iemand, dan bedoel je een woon- of vestigingsadres, niet een IP-adres (het plaatje rechtsboven is dus een grapje).

Dat botst wel met het idee dat dit artikel van de Handhavingsrichtlijn bedoeld is om rechthebbenden te helpen handhaven door informatie op te vragen van platforms. En u weet het, als je rechten hebt en auteursrechten, dan winnen de auteursrechten. Alleen nu niet, en ik ben daar oprecht door verbaasd: het Hof concludeert dat de Europese wetgever het simpel wilde houden en (nog) niet wilde nadenken over IP-adressen en e-mail. (Of, denk ik, dat de lidstaten het daar niet over eens konden worden.) En dan kun je dus niet later uit die wet halen dat je alsnog die elektronische gegevens mag hebben.

Het is wel toegestaan dat lidstaten nadere regels maken die strenger zijn. Zo hebben we bij ons het Lycos/Pessers arrest, op grond waarvan je wél IP-adressen en e-mailadressen kunt opeisen van een dienstverlener. Dat arrest blijft gewoon overeind.

Arnoud

Ziggo hoeft geen NAW-gegevens van downloaders af te staan

Ziggo hoeft gegevens van klanten die illegaal een film via BitTorrent zouden hebben gedownload niet af te staan aan filmdistributeur Dutch Film Works (DFW). Dat meldde Security.nl vorige week. Dit bepaalde het Gerechtshof in hoger beroep van een zaak uit februari waarin de rechtbank hetzelfde bepaalde. In theorie kan DFW nog naar de Hoge Raad, maar ik zie weinig aanknopingspunten voor een succesvolle uitkomst voor het mediabedrijf. De reden voor deze beslissing zit hem in het grote pijnpunt bij auteursrechthandhaving online: wat kost dat nou eigenlijk, een inbreuk?

De rechtszaak was het logisch gevolg van DFW’s plan downloaders aan te spreken op illegaal downloaden, inclusief boete, pardon schikkingsvoorstel van 50, pardon 150 euro, pardon een nader te bepalen maatregel per download. Nodig daarvoor is dat providers NAW-gegevens verstrekken wanneer DFW een IP-adres verstrekt en een rapportje dat er daarmee gedownload is. In theorie kan dat: het Lycos/Pessers-arrest uit 2006 bepaalt dat je bij evidente inbreuk gewoon die gegevens moet verschaffen.

Het Gerechtshof gaat er echter eens goed voor zitten en bekijkt de vier criteria uit dat arrest nog eens streng. Het gaat hier om een ‘kleine’ inbreuk (één keer een film), onduidelijk is hoe DFW aan het bedrag komt en wat doe je als de IP-adreshouder niet zelf de downloader blijkt? Je moet echt een goede onderbouwing geven van deze zaken alvorens een provider NAW-gegevens moet geven, en DFW heeft die niet overlegd.

Meer algemeen vindt het Hof eigenlijk dat DFW zich er te makkelijk van afgemaakt heeft. Ik zou het wellicht zelfs lezen als afstraffen van arrogantie, “geef nou maar die NAW gegevens want het is verdorie auteursrechtinbreuk, dan mogen we doen wat we willen”:

Door niet transparant te zijn over de criteria die zij aanlegt bij de inzet van de door haar voorgenomen acties worden de belangen van de betrokken Ziggo-klant aangetast. DFW behoudt zich immers het recht voor pas nadat zij de persoonsgegevens heeft gekregen, eenzijdig en zonder enige motivering of toelichting de actie te kiezen die haar goeddunkt. Dat leidt naar het oordeel van het hof tot een verstoring van het te vinden evenwicht, met name in de situatie dat onzeker is of de betrokken Ziggo-klant ook daadwerkelijk de inbreukmaker is, zoals Ziggo c.s. gemotiveerd en onderbouwd met diverse producties heeft aangevoerd.

Zoals ik in februari al zei, geef je ze die namen, gaan ze blafbrieven sturen waarin op hoge toon van vaststaande inbreuk wordt gesproken die gerechtelijk gestraft wordt met een conform de jurisprudentie berekende staffel van 150 euro, gelieve binnen 14 dagen te betalen bij gebreke waarvan een procedure zal worden gestart waarbij volledige proceskosten ex 1019h Rechtsvordering zullen worden geëist dewelke kunnen oplopen tot 8.000 euro conform het door de Rechtspraak goedgekeurde tarievenmodel. Toch een iets andere brief dan “kunnen wij even praten, volgens mij heeft u een auteursrecht van ons geschonden”, nietwaar?

Ik zie eerlijk gezegd niet hoe DFW dit anders zou kunnen doen. De situatie dat de IP-adreshouder niet de downloader is, is een fundamenteel probleem. Dat los je alleen op door botweg te zeggen, je bent aansprakelijk voor je account. En dan krijg je ook nog het schadebedrag waar al tien jaar over gesteggeld wordt – wat kost dat nou, zo’n illegale download? Is dat de prijs van de DVD, de Blu-Ray, de single play van Videoland of 1/30e van een Netflix maandabonnement? Ik denk niet dat je daar ooit uitkomt.

Arnoud

Facebook moet gegevens Nederlandse gebruiker doorgeven om chantage

naam-handelsnaamFacebook moet gegevens van een gebruiker opsporen en doorgeven om vervolging van die persoon mogelijk te maken, meldde Nu.nl maandag. Het gaat om gegevens van iemand die dreigde intieme foto’s van een gebruiker te publiceren. De rechter bepaalde dat Facebook die moet afgeven. Opmerkelijk genoeg wel met de overweging dat Facebook terecht niet zelf die gegevens heeft afgegeven maar het op een rechtszaak liet aankomen. Ik mis even iets.

De eiseres had via Facebook een ander leren kennen op wie ze verliefd was geraakt, en die ander wist bij haar intieme beelden los te peuteren (in ruil voor nepbeelden terug). Op zeker moment ontstonden bij haar twijfels over of haar wederpartij wel echt was, waarop het gesprek explodeerde en de ander dreigde deze beelden van haar op internet te slingeren.

Een klassiek geval, en lastig aan te pakken want de politie ziet hier vaak weinig heil in (“niet strafbaar, had je maar geen naaktfoto’s moeten sturen”, is een klant van me eens verteld) en zelf een rechtszaak beginnen is toch een hele hoop tijd en moeite. Al is het maar omdat je dan op zijn minst een naam nodig hebt, en alleen Facebook heeft dergelijke informatie.

Naar de rechter dus en opeisen die gegevens. Lycos/Pessers biedt daar een grondslag voor: bij onrechtmatig handelen van een klant waarbij alleen Facebook diens identiteit kent én er geen andere optie is én de klant zijn privacy ondergeschikt is aan de claim, moeten deze gegevens worden afgegeven. Alleen: staat dan in voldoende mate vast dat hier sprake is van iets onrechtmatigs?

Natuurlijk, een dreigement om naaktfoto’s te publiceren is een strafbaar feit (smaad, schending van portretrecht en als er iets wordt gevraagd om het dreigement niet uit te voeren dan is het chantage) maar hoe weten we dat dat echt is uitgevoerd? Veel zal immers in privéberichten (of zelfs buiten Facebook om) gebeuren, dus dat is geen gelopen race.

De rechter in deze zaak kijkt niet naar dit arrest, maar formuleert een eigen norm toegespitst op dit soort gevallen:

Een vordering zoals ingesteld door [eiseres] kan slechts worden toegewezen, indien een gebruiker door middel van een valse identiteit tracht om in het bezit te komen van gegevens die niet voor hem of haar zijn bedoeld en die hij of zij, indien zijn of haar ware identiteit was gebruikt, niet zou hebben ontvangen.

Wanneer iemand dus met een nepprofiel gegevens probeert los te peuteren, handelt hij onrechtmatig. Dat biedt dan voldoende grondslag om tegen de dienstverlener te zeggen, afgeven wat je over deze persoon weet zodat het slachtoffer hem kan aanklagen.

Opmerkelijk vind ik dan dat de rechtbank zegt dat Facebook onrechtmatig handelt door die gegevens niet te geven, maar:

De voorzieningenrechter is van oordeel dat Facebook terecht niet op eerste verzoek van [eiseres] privacy gevoelige informatie van haar gebruikers heeft prijsgegeven, maar een uitspraak van de rechter over dit punt heeft afgewacht.

Onder het Lycos/Pessers arrest moet nu juist wél direct die gegevens worden verschaft. Dat is het hele idee van “onrechtmatig handelen door ze niet te geven”. Je richt schade aan door die gegevens achter te houden terwijl het duidelijk is dat ze afgegeven moeten worden. Ik denk dat de rechter tussen de regels door bedoelt dat het voor Facebook hier niet duidelijk genoeg was of sprake was van onrechtmatigheid, en in dat geval is inderdaad een rechterlijke toets nodig.

Maar het is wel jammer dat het zo geformuleerd staat, want dit wekt dan toch weer de indruk dat je als tussenpersoon altijd naar de rechter mag verwijzen. En dat is nadrukkelijk onjuist.

Arnoud

Usenetproviders moeten gegevens van ebookuploaders verstrekken aan Brein

scanbook.pngDe rechtbank in Haarlem heeft geoordeeld dat Eweka en Usenetter de gegevens van twee uploaders van ebooks moeten verstrekken aan Stichting Brein, las ik bij Tweakers. Het belang van Brein weegt volgens de rechter zwaarder dan het belang van de usenetproviders. En elke keer is iedereen weer verbaasd dat dat kan “zonder gerechtelijk bevel” en strijd met de e-Privacy richtlijn, oh hooh.

In 2006 bepaalde de Hoge Raad dat je als tussenpersoon (zoals hoster of toegangsprovider) verplicht bent om onder voorwaarden NAW gegevens af te geven aan klagende derden. Daarbij gelden vier eisen (inbreuk is aannemelijk, geen andere route, alternatieven uitgeput en belangenafweging). En wat iedereen dan zo gek vindt: dit is dus géén “kom maar met een gerechtelijk bevel dat aan deze eisen is voldaan”; nee, je moet zélf afwegen hoe dit zit. Is het nu werkelijk zo gek dat je als bedrijf geacht wordt een juridische afweging te maken? Dat doe je toch met wel meer dingen, zoals of een klant je algemene voorwaarden schendt?

Dan is er hier nog een argument gebaseerd op de e-Privacy richtlijn, de cyber-Wbp dus. Ik doe het vast onrecht maar het komt erop neer dat omdat we nu pas voor de rechter staan en die personen geen klant meer zijn, de klantgegevens allang weggegooid hadden moeten zijn en Brein dus verlangt dat men de wet overtreedt. Daar heb ik moeite mee: die gegevens werden gevraagd toen die personen nog klant waren. Dat het dan even duurt voor we eruit zijn dat ze echt afgegeven moeten worden, kan dan geen argument zijn tegen afgifte.

Kijk. Natuurlijk is het niet prettig dat klagende derden (en dan met name Brein, in de Facebookzaak lag dat anders) in je klantgegevens mogen snuffelen. Maar denk ik dan, er is wat te zeggen voor het afgeven áls er genoeg waarborgen zijn. En het raamwerk uit Lycos/Pessers is echt wel genuanceerd te noemen. Dus volgens mij zit de pijn hem echt in die gerechtelijke toets, en daar kan ik steeds moeilijker bij.

Of mis ik iets fundamentelers?

Arnoud

Google moet naw-gegevens verstrekken van valse reviewer kinderdagverblijf

thumbs-down.jpgGoogle moet de persoonsgegevens overhandigen van mensen die neprecensies over een Amsterdams kinderdagverblijf hebben achtergelaten op de kaartendienst Google Maps. Dat meldde Nu.nl vorige week. De neprecensies gaven ophef bij ouders, maar Google was niet vrijwillig bereid deze weg te halen totdat het bij de rechter kwam.

Uit het vonnis komen een paar wonderlijke feiten naar voren. Het ging om vier recensies, die gekopieerd bleken van andere kinderopvangen. De namen van de recensenten waren niet bekend bij het kinderdagverblijf (oké, dat kan, maar van álle recensenten?) en de profielfoto’s daarbij waren afkomstig van andere personen op internet.

Google deed niets met klachten van het kdv, behalve standaardriedels terugmailen zoals we gewend zijn van Californische techbedrijven:

Google+ local host inhoud van derden. Het is niet de maker van of een tussenpersoon voor die inhoud. We raden u aan geschillen rechtstreeks op te lossen met het individu die de inhoud heeft gepost. Als u niet tot overeenstemming kunt komen en besluit juridische stappen te nemen tegen de individu die de inhoud heeft gepost, en als die stappen leiden tot een juridisch besluit dat het materiaal illegaal is of moet worden verwijderd, stuurt u ons een rechterlijk bevel waarin de verwijdering wordt geëist.

Daarop stapte het kdv naar de Nederlandse rechter. Op enig moment na de rechtszitting kreeg Google een nieuw inzicht en werden drie van de vier recensies verwijderd wegens -u raadt het al- niet nader gespecificeerde strijd met de huisregels. Waarom de vierde mocht blijven staan, is onduidelijk, maar de rechter ziet een overtreding van de regel over valse identiteiten en auteursrechtschendingen (de recensie was immers gekopieerd van elders) en deze moet er dus af.

Hiermee staat tevens vast dat de recensies juridisch niet door de beugel kunnen. Daarmee is aan de eerste van de vier Lycos/Pessers-eisen voldaan. Dat er schade is geleden en dat het kdv die wil verhalen, ligt voor de hand en is legitiem (eis 2). Er is geen andere manier om deze gegevens te achterhalen dan via Google (eis 3). En omdat de onrechtmatigheid hier evident is, is er geen reden om afgifte dan toch tegen te houden (eis 4). Afgeven dus die IP-adressen en wat je nog meer weet.

Voor zover bekend is het voor het eerst dat Google de gegevens van Nederlandse neprecensenten op Google Maps moet overhandigen, zegt Nu.nl dan. Klopt, maar dat is wel een erg specifieke invulling van “voor het eerst”. Het raamwerk (Lycos/Pessers) is immers al lang bekend, dus het is niet gek dat het ook geldt voor Maps-recensenten. Maar ja, iets is alleen nieuws als het de eerste keer is. Of zo.

Arnoud

Facebook moet gegevens geven aan slachtoffer wraakporno

post-facebook-wall.pngFacebook moet binnen twee weken de gebruikersgegevens verstrekken van de persoon die een seksfilmpje op de website heeft gezet. Dat meldde NRC gisteren. In een kort geding had het slachtoffer dit geëist, en de rechter wijst deze eis nu toe. En wanneer Facebook niet binnen 14 dagen die gegevens overlegt, moet een onafhankelijke IT-deskundige bevestigen dat de gegevens inderdaad weg zijn.

Het kort geding was aangespannen door een vrouw wiens ex-vriend (toen ze beiden nog minderjarig waren) een seksfilmpje had gemaakt. Het filmpje was opgedoken op Facebook, Whatsapp en nog wat media, maar uiteraard stond er niet de naam van de plaatser bij. Facebook zou die gegevens moeten hebben – althans, die gegevens eisen ze in hun gebruiksvoorwaarden – en gezien het antipestbeleid van Facebook zou je verwachten dat ze die dan geven als je als slachtoffer erom vraagt:

Het kan zijn dat we je gegevens gebruiken, bewaren en delen als antwoord op een juridisch verzoek (zoals een bevel tot huiszoeking, gerechtelijk bevel of dagvaarding) indien we te goeder trouw menen dat de wet ons hiertoe verplicht.

Op 30 april had de advocaat van de vrouw de gegevens van de plaatser opgeëist, waarop Facebook reageerde met de standaardfout dat daarvoor een valid court order nodig zou zijn. Na enig doorvragen kwam in juni het antwoord dat die gegevens er niet meer zijn, omdat het account al verwijderd was.

Ik zeg standaardfout omdat het in Nederland écht fout is om te denken dat je alleen NAW-gegevens hoeft af te geven als daarvoor een gerechtelijk bevel is afgegeven of de politie op de stoep staat. Al in 2006 wees de Hoge Raad het Lycos/Pessers-arrest, dat zegt dat je op verzoek die gegevens moet geven als duidelijk is dat het gaat om iets dat niet door de beugel kan, jij eigenlijk de enige bent die die gegevens kán geven en het belang van de verzoeker zwaarder weegt dan de privacy van je klant.

Natuurlijk kan het zijn dat je die niet (meer) hebt. Maar in dat verband doet het gek aan dat men eerst schermt met een court order en pas later zegt, “oh nee die zijn al lang weg”. Je zou op zijn minst verwachten dat als er zo’n klacht komt binnen het kader van je antipestbeleid, je de gegevens vasthoudt voor het geval men terugkomt met die court order. En de rechtbank vindt dit zó raar dat ze het als onrechtmatig kwalificeert. Dit hoor je gewoon niet te doen, en nu je het toch hebt gedaan, moet je de schade vergoeden bij de persoon die er last van heeft.

Tegen de achtergrond van voornoemde feiten en omstandigheden is de voorzieningenrechter van oordeel dat Facebook, door op de valreep te volstaan met de mededeling dat zij niet meer over de gevraagde gegevens beschikt bij het naleven van haar – in dit geval in beginsel aanwezige – rechtsplicht jegens eiseres tot het verstrekken van NAW-gegevens met betrekking tot degene die onrechtmatig jegens eiseres heeft gehandeld, onvoldoende zorgvuldigheid in acht heeft genomen. Daarmee heeft Facebook op haar beurt naar het oordeel van de voorzieningenrechter onrechtmatig gehandeld jegens eiseres.

Oftewel, Facebook ga nog maar eens héél goed zoeken en kom binnen 14 dagen met die gegevens. Anders kan mevrouw een schadeclaim bij jullie leggen.

Een logische uitspraak, wat mij betreft. Het heeft me eigenlijk altijd verbaasd waarom sites als Facebook zich zó onwillig opstellen. Zeker als je bedenkt dat de gegevens die ze hebben, meestal niet meer zijn dan een IP-adres en een e-mailadres, waardoor er toch nog zeker wat vervolgonderzoek nodig is alvorens je echt iemand aan kunt spreken. Ik snap dat je hierdoor met de privacy in het gedrang komt, maar daarvoor is er een belangenafweging ingebouwd in de Lycos/Pessers-toets.

En wat me hier dan helemaal verbaast, is dat het erop lijkt dat de gegevens zijn pas gezocht nadat er met een rechtszaak werd gedreigd. Dat voelt als je klanten weinig serieus nemen. En ja, dan krijg je uitspraken als deze met gewoon een keiharde plicht “ga maar zoeken en anders de schade vergoeden”. Dat had Facebook wel wat handiger aan kunnen pakken.

Arnoud

Duitse pornoboer jaagt op Nederlandse downloaders

class-a-ip-address.pngUPC hoeft vooralsnog de identiteit van klanten die porno downloadden niet te verstrekken, las ik bij Webwereld. Een Duits pornobedrijf had bij de internetprovider de NAW-gegevens geëist van IP-adressen die bij UPC-klanten in gebruik waren. Uit het vonnis blijkt waarom UPC dit niet hoeft: er was simpelweg geen flintertje fatsoenlijk bewijs.

In beginsel is een internetprovider al een hele tijd verplicht NAW-gegevens van klanten af te geven als blijkt dat die klanten zich schuldig maken aan onrechtmatig gedrag en er niemand anders dan de provider ze kan identificeren. Dat geldt natuurlijk ook voor downloaden uit illegale bron, nu dit illegaal blijkt te zijn. Dus op zich niet zo gek dat bedrijven dergelijke claims gaan indienen.

UPC had een interessant verweer: die hoofdregel uit het Lycos/Pessers gaat hier niet op, want gezien de aard van de films zouden er gegevens over seksuele voorkeurens van die klanten afgegeven mogen worden. En dergelijke gegevens vallen onder een strenger regime dan normaal onder de Wet bescherming persoonsgegevens. De rechter vindt echter dat deze link te vergezocht is, omdat het primair gaat om “gegevens van commerciële aard”.

Een ander verweer van UPC had meer succes. De uitgeversnamen op de hoesjes zijn een andere dan de eisende partij hier. En partij A kan niet claimen wegens inbreuk op auteursrecht van partij B, dus hoe zit dat? Het antwoord van het filmbedrijf is wat onduidelijk.

Ook blijkt er volgens UPC te kunnen worden getwijfeld aan de juistheid van de tijden bij de verzamelde IP-adressen. Omdat die snel kunnen wijzigen, is het belangrijk zeker te weten dat de tijden kloppen, anders pak je (haha) de verkeerde. De rechter wil geen uitspraak doen over de juistheid van de gebruikte tool, omdat er geen onafhankelijke IT-deskundige in de zaal was.

Nadat tevens verwarring was gezaaid over het onderscheid tussen seeders en downloaders en de vraag of streamen eigenlijk wel onder het downloadverbod valt (ehh), heeft de rechter er genoeg van: jongens, we zitten hier om in kort geding een snelle uitspraak te doen, en dit is gewoon té moeilijk met al deze onduidelijkheden en technische complexiteit. De eis wordt dan ook niet toegewezen en de pornoboer mag zijn juridisch huiswerk opnieuw doen.

Arnoud