Eigenaar webwinkel opgepakt op verdenking van oplichting, maar is het wel oplichting?

De politie heeft een 27-jarige man uit Vleuten gearresteerd op verdenking van oplichting via zijn webwinkel telefoondiscounter.nl. Dat meldde Nu.nl vorige week. Meer dan driehonderd mensen kochten een telefoon via de website, maar hebben deze nooit ontvangen. Slachtoffers die zich bij consumentenprogramma Radar hadden gemeld hebben deze zomer hun geld teruggekregen van de verdachte, maar overigen niet. Maar zoals ik in 2020 blogde: let op, de bekendste vorm van online oplichting, namelijk gewoon het geld pakken en niet leveren, is juridisch geen oplichting.

Het onderzoek naar de verdachte kwam tot stand na een melding van het Landelijk Meldpunt Internet Oplichting (LMIO), zo meldt de politie via een persbericht. De oplichting zou al langere tijd plaatsvinden via een online webshop gericht op mobiele telefoons: telefoondiscounter.nl. De site is uit de lucht, maar via de Wayback Machine nog te bekijken: een typische webshop, gericht op refurbished telefoons kopen. Je zoekt op merk of type, je krijgt het beschikbare aanbod en als je koopt krijg je niet alleen 14 dagen retourrecht maar ook 2 jaar garantie. Velen bestelden, maar zo te lezen kreeg niemand werkelijk een telefoon geleverd want overal waar ik zoek, regent het klachten.

Radar besteedde deze zomer aandacht aan de site. Opmerkelijk:

Opvallend is overigens dat mensen ondanks de slechte reviews wel een telefoon bij de prijsvechter bestellen. De reden wordt al snel duidelijk: in het verleden hebben mensen eerder een iPhone hier besteld en toen was er nog niets aan de hand. Dezelfde klanten kwamen terug bij de website voor een nieuwer model, maar ontvingen na betaling geen telefoon.
Bij een huisbezoek bij de winkel komt men achter de werkelijke reden; “het bedrijf is namelijk bijna failliet. Er wordt nog onderzocht of er een doorstart geregeld kan worden, met behulp van coronasteun.” Als dat de werkelijke reden is waarom de telefoons niet geleverd werden en er ook na ontbindingsverklaringen geen geld terug werd gegeven, dan zie ik niet hoe deze meneer aan het oplichten was. Dit is wat de wet zegt (art. 326 Strafrecht):
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het verlenen van een dienst, tot het ter beschikking stellen van gegevens, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
In 2016 zette de Hoge Raad de principes hierover nog eens op een rijtje. De kern is dat je niet iedere vorm van bedrog tot het misdrijf oplichting (vier jaar cel) wil verheffen. Het moet wel een ernstig geval zijn. Men citeert een voorbeeld van een internetondernemer die wist dat hij niet kon leveren maar desondanks de webshop open hield:
Niet elke vorm van bewust oneerlijk zakendoen levert het in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht strafbaar gestelde misdrijf ‘oplichting’ op. Dat geldt eveneens wanneer kan worden bewezen dat men is benadeeld door een persoon die niet van plan of in staat was zijn verplichting na te komen en die zich in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als een bonafide (ver)koper.
Die ondernemer zat ook met geldproblemen, hij gebruikte de betalingen van klanten om rekeningen te voldoen en kon daarna geen nieuwe producten meer inkopen. Ja, dat is oneerlijk en het hoort niet maar dat was volgens de Hoge Raad dus géén oplichting:
Het Hof heeft geoordeeld dat de enkele omstandigheid dat de verdachte via een website goederen te koop aanbood en bestellingen en betalingen van kopers accepteerde in het besef dat hij niet (langer) aan zijn leverings- of restitutieverplichtingen kon voldoen, niet kan worden aangemerkt als het aannemen van een valse hoedanigheid als bedoeld in art. 326 Sr van, in dit geval, een bonafide internetondernemer. Dit oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
(Die laatste zin is hogeraads voor “dat is juist”.) Ook als je weet dat je nooit van z’n leven een order kunt uitvoeren, dan nog is dat ‘gewoon’ een civiele kwestie. Pas als je kwade trucs gaat gebruiken kan het strafbaar worden. En ik zie hier dus een sterke vergelijking met die ondernemer uit de HR-zaak, en vraag me daarom zeer af wat hier dan wél de truc is geweest. Misschien hoe lang hij doorging? Dat klanten lang aan het lijntje werden gehouden (in plaats van een of twee berichten) waardoor een strafbaar “samenweefsel van verdichtsels” ontstond? Ik ben heel benieuwd.

Arnoud

Banken gaan namen en adressen van internetoplichters geven

De Nederlandse banken gaan op verzoek de namen en adressen van internetoplichters verstrekken aan slachtoffers van internetfraude. Dat las ik bij Privacynieuws. Slachtoffers kunnen dan via een civiele procedure proberen hun gestolen geld terug te vorderen. Na een gesprek met justitieminister Grapperhaus hebben banken eind vorig jaar besloten om onder voorwaarden de NAW-gegevens te overhandigen.

Het probleem van fraude en oplichting via internet is zo oud als, eh, internet: je weet niet met wie je aan de andere kant zaken doet, dus een fraudeur kan eenvoudig je geld of spullen afhandig maken en ondanks vele beloftes zijn wederprestatie niet nakomen. Of dat oplichting is, is de vraag, maar wie beroep of gewoonte maakt van via internet handelen zonder te leveren is in ieder geval strafbaar. Net als die Whatsappfraudeurs met hun “hoi mam ik ben mijn telefoon kwijt”-oplichterij.

Kom je bij het vervolgpunt: wie moet je hebben? Een anoniem mailadres of snel Marktplaats-account met prepaid 06 is zo gemaakt, en dan sta je dus nergens. Het bankrekeningnummer is vaak het enige aanknopingspunt, alleen blijken banken zich op het (op zich begrijpelijke) standpunt te stellen dat zij niet kunnen zien of er een strafbaar feit is gepleegd en dat ze vanuit privacyoogpunt niet zomaar persoonsgegevens afgeven. Ook stichting Brein kreeg ongelijk toen zij in 2013 deze probeerde te krijgen (ja, met Lycos/Pessers).

In november meldde minister Grapperhaus aan de Kamer dat er over deze situatie gesproken is, en dat er nu een doorbraak is gekomen:

De Nederlandse banken hebben mij naar aanleiding van deze gesprekken recent laten weten te hebben besloten een procedure in het leven te roepen om de NAWgegevens van een fraudeur aan slachtoffers van fraude te verstrekken. Het doel van de procedure is om benadeelden in de gelegenheid te stellen om, onder voorwaarden en met inachtneming van privacywetgeving (zoals de hierna genoemde 21 dagen termijn), met de vermeende fraudeur in contact te kunnen komen. De procedure houdt in dat de fraudeur eerst gevraagd wordt om het geld terug te storten. Als dat niet binnen 21 dagen is gebeurd, worden de NAWgegevens van de vermeende fraudeur verstrekt.
De procedure start nadat het slachtoffer aangifte heeft gedaan. Zo is bekend wie de gegevens eist, en zit er enige check op: valse aangifte is strafbaar, en vanwege de keten slachtoffer-politie-bank-rekeninghouder is het eenvoudig om daar op terug te komen. Ook bij eigenrichting weet je nu snel wie de (mogelijke) dader is.

Blijf je zitten met het probleem van de geldmuilezels: mensen die hun bankrekening verhuren “omdat er toch niets op staat en ik rood staan heb uitgezet”. En dan inderdaad 30% krijgen van het bedrag dat er op gestort wordt. Want met deze procedure kom je daar uit, en niet bij de werkelijke dader. Maar wellicht dat deze nieuwe procedure helpt om katvangers af te schrikken.

Arnoud

Winkeliers mogen luxeartikelen niet op Amazon verkopen

Fabrikanten van luxeartikelen mogen winkeliers verbieden om die producten ook aan te bieden op Amazon en andere online marktplaatsen. Dat meldde het FD vorige week. Cosmeticaproducent Coty Duitsland had een winkel gedagvaard wegens verkoop op Amazon van hun producten. De zaak liep op tot het Hof van Justitie, dat op 6 december bevestigde dat dit mocht. Daarop kreeg ik veel vragen, of nu wederverkoop op die platforms volledig verboden zou gaan worden. Nou nee: een belangrijke nuance die veel nieuws hierover mist, is dat het moet gaan om officiële wederverkopers van de luxeproducten.

Al decennia geldt in Europa het vrij verkeer van goederen. Wie een product legaal op de Europese markt verwerft, mag dat doorverkopen en de merkhouder of fabrikant kan dat niet verbieden en er zelfs geen eisen aan stellen. Dus een wederverkoper verbieden je merk te gebruiken of hem het recht ontzeggen een restpartij op Marktplaats.nl te zetten is gewoon niet mogelijk.

Nu is een merkhouder of fabrikant natuurlijk niet verplicht om aan je te leveren, dus het is mogelijk om met verkoopcontracten een gesloten distributiesysteem op te tuigen. In die contracten staat dan waar je wél mag verkopen en op welke manier, waarbij het dan op papier mogelijk is om te zeggen “alleen in de winkel” of “niet op grote online marktplaatsen”. Omdat dit interfereert met dat beginsel van het vrije verkeer, zitten daar dan wel weer strenge regels op.

In deze zaak speelde precies die situatie. Het merk Cozy verkoopt luxe cosmetica en had contractueel de distributie dichtgetimmerd, waarbij onder meer de eis gold dat elk verkooppunt goedgekeurd moest zijn en dat

de depositair het recht [heeft] de producten via internet aan te bieden en te verkopen. Voorwaarde is echter dat de internetactiviteiten van de depositair als ‚elektronische etalage’ van de erkende winkel plaatsvinden en dat het luxekarakter van de producten onaangetast blijft.

De wederverkoper stapte naar de rechter met de stelling dat hiermee het vrij verkeer van goederen werd aangetast en de vrije mededinging werd gehinderd. Al eerder was uitgemaakt dat een selectief distributiestelsel in principe mag, wanneer de wederverkopers worden gekozen op grond van objectieve, uniforme criteria en wanneer het passend is voor die producten (bijvoorbeeld wanneer de luxe-uitstraling een essentieel onderdeel is van het product, hetgeen bij cosmetica natuurlijk voor 99% de prijs bepaalt). De nieuwe vraag was dus, mag bij zo’n distributiestelsel dan ook verkoop via internet worden verboden?

Omdat het hier gaat om een luxeproduct waarbij een duidelijke specifieke uitstraling werd gezocht, mag de fabrikant/merkhouder die uitstraling ook verlangen bij verkoop via internet. Ze mag dus bijvoorbeeld eisen stellen aan hoe de webshop eruit mag zien.

Bij platforms van derden (zoals Amazon dus) ligt dat wat moeilijker. Die hebben hun eigen uitstraling en daar is als winkelier weinig aan te doen. Is dat genoeg om te zeggen dat handel op die platforms niet mag, omdat laten we zeggen de luxe-uitstraling een tikje minder is? Ja, aldus het Hof, omdat 90% van dit soort selectieve handel via de fysieke winkel en/of webwinkel van de winkeliers gaat en niet via deze platforms:

zoals blijkt uit [onderzoek van de Europese Commissie zijn het] de eigen webshops van de wederverkopers, die door meer dan 90 % van de ondervraagde wederverkopers worden gebruikt, ondanks de toenemende betekenis van platforms van derden bij het op de markt brengen van producten door wederverkopers, het voornaamste distributiekanaal in het kader van de distributie op internet vormen.

Wanneer die grote platforms dus én een lage uitstraling hebben én slechts een marginaal kanaal vormen, dan is het geen wezenlijke inperking van de handelsvrijheid om verkoop via die platforms te verhinderen. Ja, dat is een cirkelredenering. Maar in theorie zou een winkelier dus kunnen onderhandelen dat hij wél op die manier mag verkopen, en na verloop van tijd zou daarmee de platformverkoop belangrijker kunnen worden.

Arnoud

Nee, als je bij een particulier bestelt dan wordt het op jouw risico verzonden!

Leuk stukje lifestyle bij Nu.nl: Pakketje niet bezorgd? Dit kun je doen. “Bij het bezorgen van pakketten gaat regelmatig iets mis: bezorgers zeggen dat ze aan je deur zijn geweest terwijl jij nooit een bel hebt gehoord, je bestelling wordt zomaar in ontvangst genomen door iemand anders of je pakketje komt gewoon nooit aan.” Inclusief mooie quote van de toezichthouder die netjes bevestigt dat winkels op hun risico versturen, maar dan val ik van mijn stoel bij “Als je als consument iets bij een particulier bestelt, geldt in principe hetzelfde. “Er kunnen ook andere afspraken gemaakt worden”, aldus Gras”. Dat klopt niet, aldus Engelfriet.

Bij verkoop van bedrijf aan consument is het simpel: de verkoper is aansprakelijk, dat staat letterlijk in de wet (art. 7:11 BW). Maar bij verkoop tussen consumenten onderling (art. 7:9 BW) staat er niet meer dan dat de verkoper moet zorgen dat de gekochte zaak wordt afgeleverd bij de koper. Niet expliciet wie verantwoordelijk is voor verlies of beschadiging bij transport.

De vraag is dan dus, wat is ‘afleveren’. De wet (art. 6:41 BW) omschrijft dat als “ter plaatse waar [het gekochte] zich bij het ontstaan van de verbintenis bevond”. Bij de verkoper dus. Als koper moet je het product dus gaan halen, en als je dan na aankoop vraagt om het toch te laten opsturen dan is dat op jouw risico.

In veel gevallen staat er in de advertentie dat er zal worden opgestuurd. In die situatie is de verkoper aansprakelijk: ten eerste omdat de plaats van aflevering dan “ter plaatse van de koper” is, en ten tweede omdat contractueel afgesproken is dat de verkoper gaat bezorgen en het niet-aankomen dan wanprestatie is.

Oftewel: het is dus in principe risico koper, tenzij andere afspraken zijn gemaakt. Precies andersom dus dan Nu.nl meldt. Die andere afspraak kan al in de advertentie staan (“Ik verstuur op jouw risico” is genoeg) maar het moet wel érgens staan.

Arnoud

Marktplaatsoplichting is geen oplichting???

Het niet leveren van spullen via Marktplaats terwijl daarvoor door slachtoffers wel is betaald, is niet altijd oplichting, las ik bij Webwereld. En dat terwijl de man met voorbedachten rade niet van plan was te leveren. Willens en wetens adverteren en mensen laten betalen terwijl je de spullen niet hebt, lijkt mij vrij evident oplichting maar dat is dus niet de Nederlandse wet. Je moet een “listige kunstgreep” of “valse hoedanigheid” aannemen, en “hoi ik heb een iPhone te koop” zeggen terwijl je die niet hebt, is niet listig en niet vals. U mag nu allemaal even hardop dafuq zeggen, dat doe ik ook.

Dit is niet een gekke rechter die internet niet begrijpt, maar een op zich gebruikelijke toepassing van de vaste rechtspraak van de Hoge Raad: wie niet levert, pleegt wanprestatie en dat moet de koper dus maar bij de burgerlijke rechter oplossen. En dat je niet weet wie je verkoper is, tsja dat is jouw probleem:

[Consumenten] kunnen immers het risico op moedwillige wanprestatie afwenden door hun aankoop te doen bij een (web)winkel waarvan de betrouwbaarheid is gebleken en/of die de mogelijkheid biedt tot betaling bij levering of op een later tijdstip.

Kortom, het is juridisch gewoon je eigen domme schuld dat je niet koopt bij een betrouwbare webwinkel en/of dat je vooruit betaalt terwijl dat wettelijk gezien helemaal niet hoeft. Dat je niet of nauwelijks kúnt weten of een webwinkel betrouwbaar is en dat je in de praktijk vrijwel altijd vooruit móet betalen, tsja luister eens dáar kunnen we geen rekening mee houden in de rechtspraak.

Er is echt meer nodig, want de wet eist een listige kunstgreep (een oplichtingstruc) of een valse hoedanigheid. Nou zou ik dus zeggen, het is evident listig en vals om dingen aan te bieden terwijl je volstrekt niet van plan bent ze te leveren – sterker nog terwijl je van plan bent virtueel hard weg te rennen zodra je het geld hebt. Maar nee, aldus ons hoogste rechtscollege:

De enkele omstandigheid dat iemand zich in strijd met de waarheid voordoet als een bonafide huurder die in staat en voornemens is het gehuurde goed na ommekomstvan de overeengekomen huurperiode terug te geven aan de verhuurder, levert niet op het aannemen van een valse hoedanigheid noch een listige kunstgreep in de zin van art. 326 Sr.

Ja, ik ben sarcastisch maar ik kan me dus écht kwaad maken over dit soort dingen. Iedereen wéét wat het probleem is, je voelt op je klompen aan dat de handelaar niet bona fide is maar toch willen we dat gewoon niet strafbaar maken. Die lagere rechters kan ik het niet verwijten: als ze wél zouden veroordelen dan gaat men gegarandeerd in hoger beroep en volgt alsnog vrijspraak. Tijd dus om hiermee opnieuw naar de Hoge Raad te gaan – of beter nog, naar de wetgever zodat die de definitie van ‘oplichting’ kan aanpassen. Want het loopt echt de spuigaten uit op dit moment.

Arnoud

Marktplaats niet aansprakelijk voor illegale handel

marktplaats-triptrap.pngDe klassieker over aansprakelijkheid van tussenpersonen bij internetrechtjuristen is Stokke/Marktplaats. Op de virtuele, eh, marktplaats worden nogal eens namaakartikelen verkocht, waaronder de Tripp Trapp stoelen van Stokke. Stokke maakte daartegen bezwaar, handel in namaak is immers schending van hun auteurs- en merkrechten. En als Marktplaats niet al zelf aansprakelijk is, dan moet ze toch zeker filteren en de NAW-gegevens van de plaatsers afgeven. Inderdaad, precies dezelfde discussie als bij Pirate Bay. Hoewel, niet helemaal – het percentage illegale handel is bij Marktplaats ietsje kleiner dan bij de piratengekkies. En daarom is de uitspraak ook anders.

Het arrest begint met vast te stellen dat Marktplaats een tussenpersoon is in de zin van de wet, en dus in principe niet aansprakelijk voor wat mensen aan inhoud daar plaatsen. Pas als ze daadwerkelijk weet van onrechtmatige handelingen (bv. via een tip van een derde) moeten ze iets doen. En doen ze iets, dan zijn ze niet aansprakelijk voor eventuele schade.

Logisch. In het Europese Oreal/Ebay-arrest werd bepaald dat een tussenpersoon (eBay) niet aansprakelijk is voor inhoud van gebruikers, ook niet als ze meer doet dan alleen kale hosting. Je mag faciliteiten bieden die gebruik van de dienst vergemakkelijken, of de inhoud aantrekkelijker presenteren. Uitleggen hoe je een slimme advertentie maakt of automatische suggesties presenteren voor te gebruiken trefwoorden is dus geen probleem. Pas als je inhoudelijk bezig gaat met wat mensen willen doen, bijvoorbeeld mee onderhandelen naar de klanten toe, zou je buiten de beschermde positie vallen.

Marktplaats doet niet méér dan een neutraal platform bieden. Goed, dat platform is helemaal geoptimaliseerd voor het verkopen van producten, maar dat maakt dus niet uit. Uit niets blijkt dat ze in het bijzonder illegale producten willen laten verkopen, en dat is echt wat er nodig is om buiten de bescherming voor tussenpersonen te vallen.

Natuurlijk moet Marktplaats wel optreden bij (onmiskenbaar juiste) klachten – notice/takedown. En dat doet ze. Stokke had zelfs een speciaal antinamaakbedrijf, React, ingeschakeld. Voor zo’n 5000 euro per jaar klagen die over elke nepadvertentie, waarbij ze een speciale interface hebben gekregen om eenvoudig advertenties te selecteren en een weghaalverzoek in te dienen. Zo kon het bedrijf via een aparte weg sneller ingrijpen dan normaal.

“Wij doen notice en takedown” werkte bij Mininova niet als argument, maar dat had vooral te maken met de percentages. Waarbij torrentsites 90% van het aanbod verwijst naar illegaal online gezet materiaal, is het juist bij Marktplaats in 90-95% van de gevallen legaal aanbod. Het is immers geen merkinbreuk om je tweedehands Tripp Trapp stoel te verkopen en daarbij de merknaam te noemen. Of om je advertentie te voorzien van dat trefwoord om een alternatief te presenteren. Of zelfs om als particulier één keertje een namaakstoel te verkopen – het is pas merkinbreuk als je bedrijfsmatig namaak verkoopt.

Daarna kwam de discussie of Marktplaats moest gaan filteren, net zoals bij internetproviders die discussie speelt bij auteursrechten. Bij Marktplaats lijkt dat iets makkelijker: je kunt screenen op trefwoorden, deep packet inspection is niet echt nodig. En juridisch kan het. Want ook als tussenpersoon die niet aansprakelijk is, kun je een filterplicht op je krijgen. Maar zo’n filterplicht moet wel proportioneel zijn: niet verder gaan dan nodig voor het doel. Dat is hier niet het geval, zo’n filter zou veel te bot zijn of veel te duur. Bovendien is er dat React-systeem waarmee eigenlijk alle inbreukmakende advertenties wel verwijderd worden. Dus waarom dan ook nog een filter?

Een opmerkelijk argument vind ik nog wel dat het Hof herhaaldelijk constateert dat Marktplaats duurder uit zou zijn met filteren of na een eigen beoordeling weghalen dan Stokke. Stokke huurt immers React in, en Marktplaats zou het zelf moeten doen (maar mist de expertise). Plus, als Marktplaats het voor Stokke gaat doen dan komen ook andere rechthebbenden eisen dat Marktplaats voor hun rechten opkomt. Dat snap ik niet helemaal. Natuurlijk, in eerste instantie is het duurder maar Marktplaats kan de kosten uitsmeren over álle gebruikers. Plus, zij kan ook React inhuren en zo de expertise krijgen die ze nodig heeft. Dit leest een beetje als een doelredenering.

Over de NAW-gegevens had Stokke nog geëist dat Marktplaats die zou gaan verzamelen en vervolgens afgeven bij Stokke als de advertentie inbreuk maakte. Dus niet geven wat je hebt, maar verplicht vragen aan je klanten en dan afgeven. Zo ver wil het Hof niet gaan. We weten dat afgifte soms moet (Lycos/Pessers) maar een plicht om te verzámelen is nog wel een stapje verder. Bovendien heeft dit voor Stokke weinig praktisch nut. Een advertentie die meteen weg is, dankzij React, richt geen schade aan. Hooguit zou je mensen nog willen aanspreken en ze een stevige onthoudingsverklaring met boetebeding laten tekenen, maar kom op – het gaat hier om particulieren die één keertje een stoel verkopen.

Uiteindelijk komt het dus zoals altijd neer op een afweging van alle belangen en omstandigheden. Wie zich neutraal opstelt en zich duidelijk vooral op legaal handelen richt, kan aanspraak maken op bescherming tegen aansprakelijkheid voor het restant aan illegale zaken. Wie structureel en systematisch werkt met (links naar) illegaal aanbod, valt erbuiten. Logisch wel. Het doet niets af aan de cynische piratenbaaifrustratie die ik heb maar ik heb nu wél weer een sprankje hoop dat gewone sites die gebruikers dingen laten plaatsen, niet met Brein-jurisprudentie offline worden gemept.

Arnoud

Wie is aansprakelijk voor verloren bestellingen bij particuliere verkoop?

Eén van mijn controversieelste blogs is Is een particuliere verkoper aansprakelijk voor kwijtgeraakte bestellingen? uit 2010. Daarin leg ik uit dat bij verkoop tussen particulieren onderling er geen expliciete wettelijke regel is die bepaalt wie aansprakelijk is voor een verloren gegane bestelling. Er zijn wel algemene regels waar je op terug kunt vallen, maar hoe je die moet duiden is nogal een discussie.

Bij verkoop van bedrijf aan consument is het simpel: de verkoper is aansprakelijk, dat staat letterlijk in de wet (art. 7:11 BW). Maar bij verkoop tussen consumenten onderling (art. 7:9 BW) staat er niet meer dan dat de verkoper moet zorgen dat de gekochte zaak wordt afgeleverd bij de koper.

De vraag is dan, wat houdt “afleveren” hier precies in? Ik meen dat artikel 6:41 BW het antwoord biedt: tenzij er iets anders is afgesproken, moet aflevering gebeuren “ter plaatse waar [het gekochte] zich bij het ontstaan van de verbintenis bevond”. Bij de verkoper dus, zoals ook uit de Tekst & Commentaar te halen valt (“de plaats van aflevering wordt bepaald aan de hand van art. 6:41“). De verkoper moet op die plaats leveren. En daarmee komt het vervoer naar een andere plaats vervolgens voor rekening van de koper.

Daarbij negeerde ik echter één belangrijke situatie: als er nu wél iets anders afgesproken is, wat dan? In veel gevallen zal er in de advertentie staan “ik stuur het op” of iets dergelijks, waar je uit mag afleiden dat de verkoper het zijn taak vindt om het product te versturen. In die situatie is de verkoper aansprakelijk: ten eerste omdat de plaats van aflevering dan “ter plaatse van de koper” is, en ten tweede omdat contractueel afgesproken is dat de verkoper gaat bezorgen en het niet-aankomen dan wanprestatie is.

Alex vond hierover nog een mooi arrest:

aflevering van het bed ingevolge art. 6:41 BW diende te geschieden op de plaats waar het bed c.a. zich bevond op het moment van (het ontstaan van) de verplichting tot afgifte. Nu de vrouw naar het oordeel van de kantonrechter niet aannemelijk heeft gemaakt dat tussen partijen een afspraak is gemaakt dat de man het bed bij haar zou afleveren, staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat de vrouw het bed bij de man moest ophalen (rov. 4.2).

De man weigerde vervolgens het bed te bezorgen bij de vrouw, maar schond daarmee niet de afspraak omdat hij immers niet verplicht was tot bezorgen.

Wanneer er helemáál niets is afgesproken, en men pas na sluiting van de koop bij het punt komt “hoe komt ie nu bij de koper”, dan blijft het dus lastig. De wet biedt dan twee mogelijkheden om het risico te verleggen: wanneer het product feitelijk in bezit komt van de koper, of wanneer men achteraf samen afspreekt dat het product nu van de koper is en later opgehaald wordt (art. 3:115 BW). En dat is waarbinnen mijn redenering tot de conclusie kwam “vervoer is voor risico van de koper”. Maar dat is dan een vrij uitzonderlijke situatie, en mijn blog wekte de indruk dat dit de hoofdregel is.

Dus hoe dan ook, die blog krijgt een grote vette <s>-tag. En ik hoop dat deze blog de situatie verduidelijkt:

  • Bij een verkoop van bedrijf aan consument is het bedrijf altijd aansprakelijk voor het kwijtraken.
  • Bij een verkoop tussen consumenten onderling waarbij in de advertentie is vermeld dat de verkoper het product zal verzenden of bezorgen, is de verkoper aansprakelijk voor het kwijtraken.
  • Echter als de verkoper expliciet “op eigen risico van de koper” in de advertentie zet, dan verschuift daarmee het risico naar de koper want je mag als consumentkoper en -verkoper contractueel dat risico bij de consumentkoper leggen.
  • Als de advertentie expliciet vermeldt dat de koper het moet komen ophalen, en de koper vraagt achteraf of het toch opgestuurd kan worden, dan is dat op eigen risico van de koper.
  • Als de advertentie niets vermeldt over versturen of ophalen, dan is het juridisch een grijs gebied. Als aspirant-koper kun je dan maar beter zelf even navragen hoe de verkoper zich de aflevering had voorgesteld. En wel graag vóórdat je de koop sluit.
  • Als er niets vermeld is en geen navraag is gedaan, dan wordt het moeilijk als het product verloren blijkt te zijn gegaan. Ik zou dan beginnen met nagaan waarom de verkoper het product zomaar heeft verzonden (dat was immers niet expliciet gemeld). En ik hoop dat er dan eens wordt geprocedeerd zodat we weten waar we aan toe zijn.

Arnoud

Tot wanneer mag iemand reageren op een Marktplaatsadvertentie?

marktplaats-nl-voorpagina-handel-veiling.pngHangen er bij jullie supermarkt nog veel van die briefjes met tweedehands bankstellen en dergelijke? Bij mij zijn het er de laatste tijd opvallend weinig. Ongetwijfeld komt dat doordat iedereen zijn spullen nu gewoon op Marktplaats.nl of een van de vele andere advertentie- of veilingsites kan zetten. Veel eenvoudiger, en een grote kans dat je ergens iemand vindt die het wel wil hebben. Maar wat nu als er meerdere mensen reageren?

Bij een veiling nodig je mensen uit om te bieden, en jij kiest dan het beste (hoogste) bod. Je bent dus vrij om een bod af te wijzen, maar als je tegen iemand zegt dat hij hem krijgt, dan zit je daaraan vast. Het kan goed zijn om deadlines te koppelen aan de veiling, dan krijg je duidelijkheid. Veel veilingsites bieden ook de optie een eindtijd te zetten op het biedingsproces.

Als er niets staat, dan is het lastig. De wet zegt niet meer dan dat je een ‘redelijke tijd’ moet geven voor de aanvaarding (art. 6:221 BW). Maar ja, wat is redelijk bij een advertentie op Marktplaats? Hoe snel mag je verwachten dat iemand reageert?

Volgens Franken/Kaspersen/De Wild (p. 164) dien je mensen toch wel enkele dagen te geven bij een aanbod per e-mail. Ik denk dat dat ook wel opgaat bij een aanbod via Marktplaats of eBay. Wil je écht een kortlopende veiling, dan moet je dat er gewoon bij zetten.

Arnoud

EBay moet filteren op inbreukmakende advertenties

oreal-ebay.jpgHet langverwachte arrest in L’Oréal/Ebay over merkenrechtelijke aansprakelijkheid van exploitanten van online marktplaatsen als eBay, zo noemde Boek 9 het. Het Hof van Justitie bepaalt dat eBay aan te spreken is wanneer haar gebruikers illegale import of namaakproducten verkopen via de wereldwijde elektronische marktplaats, mits eBay ‘actief’ betrokken is bij plaatsen of optimaliseren van de advertentie. De rechtbank kan een site als eBay vervolgens verplichten proactief te filteren op dergelijke advertenties.

Op de marktplaats van eBay werden L”Oréal producten verkocht, waaronder producten die van buiten de EU waren geïmporteerd plus monstertjes die ooit gratis waren uitgedeeld door erkende handelaren. Het Hof oordeelt dat dergelijke handel merkinbreuk is – ook die monstertjes, want die waren nooit echt “op de markt” gebracht. Een merkhouder moet daar dus tegen op kunnen treden. Wel wordt daarbij de beperking aangebracht dat een particulier die iets in de verkoop doet, niet aangesproken kan worden. Pas als uit volume, frequentie of andere kenmerken blijkt dat de handel buiten de sfeer van een privéactiviteit valt, kan er überhaupt sprake zijn van merkinbreuk.

Op zich niet heel verrassend, maar het ging natuurlijk om de vraag of je ook de marktplaatshouder eBay mag aanspreken in die gevallen. Kort gezegd: ja.

Het Hof formuleert een strenge norm, maar erkent wel het principe dat een beheerder van een elektronische marktplaats aangesproken kan worden voor advertenties geplaatst door gebruikers. Advertenties bij eBay kunnen worden verboden door merkhouders wanneer

die advertentie het de normaal geïnformeerde en redelijk oplettende internetgebruiker onmogelijk of moeilijk maakt om te weten of genoemde waren afkomstig zijn van de merkhouder of een economisch met hem verbonden onderneming, dan wel, integendeel, van een derde.

Het is dus niet zonder meer verboden om te adverteren dat je L’Oréal producten verkoopt. Wel verboden is de indruk wekken dat je een band hebt met L’Oréal. Ook verboden is producten te koop aanprijzen die niet met toestemming van de merkhouder in de EU op de markt zijn gekomen.

Dit kan dus betekenen dat eBay moet optreden bij advertenties voor L’Oréal producten als daarbij onvoldoende duidelijk is waar de producten vandaan komen of wat de adverteerder met L’Oréal te maken heeft. En nee, een disclaimertje “zelf gekocht, geen banden met Oreal” is echt niet genoeg daarvoor.

Net als Google is eBay in principe tussenpersoon voor de advertenties die haar gebruikers plaatsen. Zij slaat gegevens op voor haar gebruikers en geeft die door (in een mooi template) wanneer mensen daarom vragen. Maar wanneer eBay “een actieve rol heeft waardoor hij kennis heeft van of controle heeft over die gegevens” bij het doorgeven, dan is ze méér dan hostingprovider.

Het Hof ziet die actieve rol onder meer in advies over “de wijze waarop de verkoopaanbiedingen worden getoond te optimaliseren of deze aanbiedingen te bevorderen”. Dit lijkt in lijn met wat we in Nederland al hebben gezien: sites als Mininova of 123video die zelf uploads categoriseren of de kwaliteit controleren, werden geen rol als tussenpersoon gegund. Oftewel: wie modereert, aanvaardt aansprakelijkheid voor de inhoud. Ik blijf erbij dat dit onacceptabel is: wie adequaat modereert, mag niet aansprakelijk worden voor het er toch nog tussendoor geglipte.

Verder wijst het Hof er nog op dat eBay moet optreden wanneer ze kennis heeft van onrechtmatige advertenties. Dat is natuurlijk bekend uit de notice&takedown procedures die iedere zichzelf respecterende site moet hebben. Maar notice&takedown is niet de enige manier om op de hoogte gesteld te worden. Ook wanneer de beheerder een onwettige activiteit of informatie ontdekt na een op eigen initiatief verricht onderzoek, moet hij optreden. En dat haakt weer in op die actieve rol: een site die advertenties screent, moet dus echt optreden als ze wat zien.

Wanneer eBay weet van inbreuk, kan ze daarnaast door de rechter worden verplicht om niet alleen deze inbreuk te verwijderen of blokkeren maar ook om nieuwe gelijksoortige inbreuken te voorkomen. Jaja, preventief filteren dus. Of NAW-gegevens afgeven, want ook dat kan een plicht worden onder deze omstandigheden. Wel moet er nog een belangenafweging plaatsvinden (Promusicae-arrest, zoals bij ons al eerder in het Lycos/Pessers-arrest bepaald). Maar het Hof laat doorschermen dat professionele handelaren daar weinig van moeten verwachten: hun adres moet al bekend zijn op grond van de e-commercewetgeving, dus afgifte aan een merkhouder met een klacht is eigenlijk altijd wel terecht.

Dat preventief filteren betekent niet dat advertenties het woord “l’Oréal” niet meer mogen bevatten. Een algemeen permanent verbod om op die marktplaats producten van dat merk te koop aan te bieden, is in strijd met de Richtlijn. Bovendien zou het betekenen dat ook legitieme tweedehands of import van binnen de EU niet meer geadverteerd kan worden, en dat is natuurlijk niet de bedoeling.

De grote vraag voor mij nu: wat voor filter kun je implementeren dat inbreukmakende advertenties weert maar legitieme advertenties laat staan? Verder dan blokkeren van een identieke kopie (witruimte negerend bij de vergelijking) van een verboden advertentie, kom ik niet. Jullie wel?

Arnoud

Is TNT Post aansprakelijk voor kwijtgeraakte internetbestellingen?

Een lezer vroeg me

Recent had ik wat besteld bij een webwinkel. Na drie weken had ik het nog niet in huis, en de webwinkel meldde me dat het dan in de post moet zijn kwijtgeraakt. Volgens haar algemene voorwaarden had ik geen recht op vergoeding, ik moest het maar bij TNT Post gaan verhalen. Hoe stel ik nu TNT aansprakelijk?

TNT Post aansprakelijk stellen voor kwijtgeraakte post is erg moeilijk. Wie hun algemene voorwaarden erop naslaat, zie dat ze alleen aansprakelijk zijn voor aangetekende zendingen (50 euro bij post en 500 euro bij pakketjes).

Belangrijker: de Postwet 2009 bepaalt dat TNT niet aansprakelijk is voor kwijtgeraakte post, tenzij deze aangetekend of verzekerd verstuurd is. Of als TNT zelf opzettelijk, roekeloos of grof nalatig heeft gehandeld.

Als consumentklant heb je echter hiermee niets te maken. Je bestelt bij een webwinkel, en die moet het risico dragen dat het pakket kwijtraakt. Bij wie de schuld van het kwijtraken ligt, is voor jou niet relevant: de winkel moet een nieuw pakket opsturen als het niet aangekomen is.

De enige uitzondering is als je zèlf tegen de webwinkel zegt dat TNT goed genoeg is. Als je namelijk zelf een vervoerder aandraagt, kan de webwinkel niet aansprakelijk zijn voor kwijtraken bij gebruik van die vervoerder. Dat is dus niet hetzelfde als TNT uit een lijstje kiezen: je moet echt zelf gemaild hebben “jouw vervoerders zijn me te duur, gooi het maar in de brievenbus” om hieronder te vallen.

Bij een particuliere verkoper ligt het iets moeilijker. Het hangt daar af van wat er besproken is: wie heeft gezegd dat het met de post verzonden kan worden, is er gesproken over kwijtraken of over verzendkosten?

Arnoud