Jaaroverzicht: waar zochten mensen op bij deze blog?

google-zoeken-blog.pngDe laatste week van het jaar, tijd dus voor de jaaroverzichten. Vandaag: waar zochten mensen zoal op om bij mijn site uit te komen?

Nou, dat bleken er nogal wat. Totaal werden 104.051 verschillende trefzinnen gebruikt. Hieronder de populairste tien, met een poging tot duiding. Onderaan nog een paar uit de categorie “eh, wat”.

getty images2541Duh. De blafblufbrieven van Van der Steenhoven advocaten en Getty images.
nijntje parodie1163Want Mijndomein won van konijn.
weens koopverdrag990Ik vermoed meer bij gebrek aan alternatieve sites over dit onderwerp.
wet van dam979Staat alleen op vier vanwege de vele verschillende zoekfrasen. Verreweg het populairste, ook in mijn inbox en bij ICTRecht.
123video853Bijvangst gok ik; die videosite is iets populairder dan de rechtszaak van Kim Holland.
postcodegebieden843Ik heb geen idee waarom.
wordfeud574Ok, dat was een schaamteloos meeliften op de hype.
ipad aanbieding482Vanwege de aanbiedingsfaal van Mailamac.
smileys471Ik vermoed bijvangst door die smileyvrijspraak van vorig jaar.
hoofdbedrijfschap detailhandel384Omdat niemand snapt wat dat is en waarom je moet betalen.

En dan nu de creatieve runners-up:

  • foto van mijn ex – ehmm, juist
  • pak melk – waarom zóek je daarop?
  • privacy statement generator – duidelijk, die moet ik gaan bouwen dus
  • gratis internet op je mobiel hack – wie daar een antwoord op heeft?
  • ius mentis hives – lolwut?

Oh, en de langste zoekzin, maar liefst 19 keer in identieke vorm:

ongeacht het verstrijken van de garantietermijn het recht op kosteloos herstel als een apparaat bij normaal gebruik eerder kapot gaat dan in redelijkheid verwacht mag worden

En die stáát niet eens op mijn blog!

Update (9:17) ik heb een custom search engine toegevoegd: (installeerlink of link naar XML) zodat je direct vanuit IE, Firefox of Chrome kunt zoeken op deze blog. En het is stiekem gewoon een Google-search met “site:” beperking.

Arnoud

“Mag ik u een paar vraagjes stellen voor mijn stage?”

stage-lopen.jpgOk, er moet me even wat van het hart. Regelmatig krijg ik mails als de volgende:

Ik doe voor mijn stage onderzoek naar Social Media bij bedrijf X. Nu las ik veel nuttige informatie op uw site, maar ik had toch nog een paar vragen en ik hoop dat u daar antwoord op wilt geven.

Wie is eigenaar van content op sociale media? Wat mag je als bedrijf daarmee doen? Kunnen wij persoonsgegevens van onze fans of volgers verzamelen en inzetten voor onze commerciële doeleinden? Welke risico’s voor misbruik zijn er, en hoe kunnen wij die beheersen? Heeft u een voorbeeld van een social media reglement dat wij kunnen gebruiken?

Met alle respect, maar zo werkt het niet. Dit soort vragen is wat ik normaal als betaalde opdracht voorgelegd krijg. En die ga ik dus niet uitgebreid zitten beantwoorden aan een stagiair.

Bovendien zijn dit niet bepaald de moeilijkste vragen. Als je mijn boek leest of een béétje rondbladert in de archieven van deze blog, dan vind je zo de nodige relevante artikelen over social media, persoonsgegevens, opt-in en dergelijke. Zie bijvoorbeeld de tags Linkedin, Facebook, privacy of persoonsgegeven. En bij Security.nl deze blog over ICT-reglementen.

Ik vind vragen beantwoorden leuk maar houd het wel redelijk aub.

(Of ben ik nu te cynisch/kritisch/geldwolverig?)

Arnoud

Procederen over een bos bloemen en elf euro twintig

bos-bloemen.pngEigenlijk is het geen internetrecht, maar ik bespreek ‘m toch, want de oorzaak lijkt te liggen in een typisch gebrek van websites, namelijk dat ze neit duidelijk zijn wanneer je iets bestelt en wanneer dat definitief is. Dat moet wettelijk, maar sommige ontwerpers lijken zich daar weinig van aan te trekken. Denk je iets in een winkelwagentje te stoppen, blijk je het al gekocht te hebben. Of je krijgt pas achteraf de bezorgkosten te horen.

In deze zaak had de klant via internet een bos bloemen besteld, maar de bestelling werd vroegtijdig afgebroken volgens hem. Daarop belde hij met de bloemenwinkel, die meldde dat de bestelling via internet was mislukt, omdat zij geen opdrachtbevestiging per email hadden ontvangen. Vervolgens bestelde de klant dan maar telefonisch een boeket, en uiteindelijk bleek dat er twéé boeketten waren afgeleverd.

Klassiek gevalletje misverstand zou je denken, maar het afrekenen werd wat onhandig: de bloemenwinkel factureerde een hoger bedrag (€ 27,45) dan de klant had verwacht (” 16,25). De klant betaalde wat hij dacht dat hij moest betalen, en werd vervolgens na nog enig incassogedoe voor de rechter gedaagd: betalen die € 11,20, plus wettelijke rente, plus buitengerechtelijke kosten van € 37,00. Totaal € 48,46 dus.

Dat is op zich geen hoog bedrag om over te gaan procederen, en dat vindt de rechter ook. Hij concludeert dat die € 11,20 terecht gevorderd is omdat dat nu eenmaal de prijs van het boeket was, en ook de buitengerechtelijke kosten ad € 37,00 zijn terecht (want in overeenstemming met de richtlijnen). Maar de gevraagde proceskostenveroordeling wordt afgewezen:

De kantonrechter is van oordeel dat, nu geprocedeerd is voor een bedrag in hoofdsom van € 11,20, de kosten van een gerechtelijke procedure niet in verhouding staan tot het belang van de zaak. Gesteld noch gebleken is dat er geen andere – goedkopere – methode beschikbaar was om dit geschil tot een oplossing te brengen. De kosten van de procedure zijn daarmee onnodig gemaakt. Ieder van partijen dient daarom de eigen kosten te dragen.

Oftewel “wat dóet u hier met zo’n minimaal bedrag, u verspilt mijn tijd” als ik tussen de regels door lees.

Ik vraag me wel af welke goedkopere methoden er dan zouden zijn geweest. Als de klant die elf euro moet betalen maar dat niet doet, wat moet je dan? De vordering afschrijven omdat incasso kennelijk te duur is? Honderd incassomannetjes loslaten?

Arnoud

Telefoongids wil toestemming voor citeren tweets

dtg-toestemming.pngDe Telefoongids snapt nog niet helemaal hoe het internet werkt, las ik gisteren bij De Jaap. De gids blijkt mensen via twitter te vragen of ze een positieve tweet over een bedrijf mogen copypasten in de review-sectie van hun bedrijvengids. Eh, wat?

De URL in al die tweets verwijst naar deze pagina waar je kunt toestaan dat DTG “al mijn recensie-tweets op haar site gebruikt”. Allemaal? Dus niet alleen deze ene?

Omineus vind ik “en ontvang dit bericht niet meer.” bij die optie, want die ontbreekt bij de optie “Ik ga er niet mee akkoord dat detelefoongids.nl mijn recensie-tweets op haar site gebruikt.” Oftewel je mag nee zeggen maar dan gaan we het elke dag opnieuw vragen? Hm.

Nu vond ik die voorwaarden wel érg kort, ik ben gewend dat er ergens tien pagina’s A4 staat die in kleine lettertjes (liefst lichtgrijs in 6punts Arial) meldt dat alle auteursrechten overgaan naar DTG, dat je het merk DTG niet zonder toestemming mag gebruiken en dat men nooit en te nimmer aansprakelijk is als een telefoongids ontploft.

Ik moest flink zoeken, maar toen vond ik de voorwaarden van de reviewsectie van de Telefoongids. Die lijken me van toepassing, hoewel daar formeel geen sprake van is want als je een bedrijfsvermelding opent dan staat daar “Review dit bedrijf” maar het floepvenster waar je dan geacht wordt te typen, verwijst nergens naar die voorwaarden. Beetje onlogisch dus. (De voorwaarden zelf zijn op zich trouwens best netjes.)

Ik snap werkelijk niet waarom DTG zo moeilijk doet. Het lijkt mij evident dat je een tweet over een bedrijf mag citeren in het kader van aankondiging/bespreking. Dat blijkt immers met zo veel woorden uit de Funda-jurisprudentie. Als Jaap (zonder “De”, de huizensite dus) een stukje advertentie van een makelaar mag overnemen, dan mag DTG een stukje recensie overnemen van een recensent. En omdat het hier gaat om een korte tekst, mag deze integraal worden overgenomen.

Wie heeft het auteursrecht op een gegenereerd Sinterklaasgedicht?

sinterklaasgedichtengenerator.pngEen lezer vroeg me:

Een sinterklaasgedicht is natuurlijk auteursrechtelijk beschermd. Maar als ik nu een generator gebruik, van wie is dan het gedicht?

Dat ligt eraan om wat voor generator het gaat.<br/> Bij simpele makers is de programmeur eigenaar van ’t resultaat.

Zo eentje is op Sinterklaasfan te bespeuren,<br/> daar zijn alleen de zinnen als geheel goed- of af te keuren.

Met die beperkte ruimte is er geen eigen creativiteit,<br/> nee, we zoeken echt meer interactiviteit.

Met het slimme Rijmhulp zijn 4 miljard gedichten te selecteren,<br/> daarmee is er echt wel een eigen auteursrecht te respecteren.

Ook bij Dotsphinx is de ruimte reuze,<br/> ook al gaat het geheel op basis van meerkeuze.

Voor elke strofe is de keuze abundant,<br/> en die keuze is dan auteursrechtelijk relevant.

De strofen zelf zijn natuurlijk beschermd door hun dichters auteursrecht,<br/> daarmee zijn dus de rechten vervlecht.

Arnoud

Opsporing van vuurwerkbommenmakers op Youtube

Een lezer wees me op een nieuw politie-initiatief: de Task Force Opsporing Vuurwerk Bommenmakers (stichting spatiegebruik, kom er maar in). Doel van de Task Force Opsporing Vuurwerk Bommenmakers is het aantal delicten met vuurwerkbommen terug te dringen. Men richt zich daarbij vooral op Youtube, het podium waar deze vuurwerkbommenmakers hun kunsten laten zien.

Concreet betekent dat: de plaatser van de filmpjes achterhalen, een formele waarschuwing geven en hem verzoeken de filmpjes te verwijderen. Ok, daar valt wat voor te zeggen, vuurwerkbommen zijn immers strafbaar en men kan vorderen het bewijs daarvan af te geven, oftewel te verwijderen.

Maar hoe doen ze dat opsporen? Nou, zeer creatief: men kopieert het filmpje integraal en plakt er een persoonlijke boodschap van een streng kijkende agent in:

team-ovb-wtf.png

Bijvoorbeeld deze voor Kevin Frikandel (origineel weggehaald), deze voor Chrisz0r (origineel) en deze voor wsvoetballer (origineel) en meer algemeen het kanaal van de Taskforce OVB. Kijkwaarschuwing: maakt herrie.

Ehm, juist. Creatief is het wel, en om nou over auteursrechtenschending te beginnen lijkt me flauw. Maar hoe helpt een extra verspreiding bij de bestrijding van de verspreiding van zulke filmpjes? Een reactievideo plaatsen namens de politie lijkt me iets logischer. Of klagen bij Youtube: het tonen van video’s van “bomb making” is expliciet verboden (hoewel, hier worden ze niet gemáákt natuurlijk).

De Youtubegemeenschap vindt het tot nu toe vooral grappig, zie deze hilarische mashup van de voorgelezen Youtubeusernamen. Of deze parodiërende reactie met de stem van vuurwerkinternetfenomeen Tom.

Je bent een agunt als je met Youtube stunt?

Arnoud

Sinterklaasjournaal zet ouders voor het blok, mag dat?

sint-grote-boek.pngSinterklaasjournaal zet ouders voor het blok, las ik bij Ouders Online. Het journaal had kinderen opgeroepen naar SinterklaasJournaal.nl te gaan en daar hun naam en e-mail adres in vullen omdat ze anders geen cadeautjes zouden krijgen. Eh, privacytechnisch, wat?

Ouders Online maakt zich boos:

De druk die hier wordt toegepast om kinderen naar de site van het Sinterklaas-journaal te lokken en hun persoonsgegevens in te leveren. (“Als je je naam en adres niet meldt krijg je geen cadeautjes”) gaat wel erg ver. Evenals het popup-scherm dat verschijnt na het invullen van de persoonsgegevens. Daarin poogt men de bezoekertjes over te halen om extra vriendjes of vriendinnetjes aan te melden.

Ouders online heeft een sterk punt: hoe kun je weigeren om mee te werken aan deze oproep? Want geen kadootje met Sinterklaas, dat kun je een kind niet aandoen. Maar tegelijkertijd: hoe kun je als mediabewuste ouder toestaan dat je kind zijn persoonsgegevens invult op een of andere site?

Juridisch gezien is het simpel: een kind onder de zestien kan niet rechtsgeldig zijn persoonsgegevens ergens verstrekken. Daarvoor is gewoon toestemming van de ouders nodig (art. 5 Wbp). Zonder toestemming kunnen zijn gegevens alleen worden verwerkt op grond van een reeds gesloten contract of bij een dringende noodzaak – en hoe belangrijk het boek van Sinterklaas ook is, juridisch noodzakelijk is het niet.

Het invulformulier (met het omineuze ‘viral’ in de URL) hanteert ook een wat rare opt-in: je moet een vinkje weghalen bij “De Sint mag contact met mij opnemen in verband met pakjesavond” als je geen mail wilt krijgen. Dat lijkt me niet juist. (En ook hier weer: hoe leg je dat uit bij je kind?)

Of het CBP stappen gaat ondernemen tegen de NTR (er is immers ook geen registratie van de verwerking, wat boetewaardig is), is nog onduidelijk.

Arnoud

“Fotograferen is bij ons een strafbaar feit”, eh wat?

Een lezer wees me op de huisregels van Diergaarde Blijdorp die in niet mis te verstane termen fotograferen verbieden:

Je mag voor je privé-verzameling natuurlijk foto’s maken en de dieren en verblijven op film vastleggen, echter alleen voor eigen gebruik en zolang je de andere parkbezoekers niet belemmert. Publicatie van beeld- en/of geluidsmateriaal is verboden, tenzij er door Diergaarde Blijdorp vooraf schriftelijk toestemming is verleend. Als je beroepsmatig opnames wilt maken, dien je daarvoor altijd vooraf contact op te nemen met de Afdeling Communicatie van Diergaarde Blijdorp. Dit geldt niet voor trouwfoto’s. Als je beroepsmatig zonder toestemming van de afdeling Communicatie foto’s of filmmateriaal maakt en/of gebruikt, bega je een strafbaar feit en kun je juridisch vervolgd worden.

Strafbaar feit? ?_?

Het is op zich toegestaan dat een bedrijf (of persoon) regels stelt aan het fotograferen op hun privéterrein. Het ‘huisrecht’ oftewel eigendomsrecht op dat terrein gaat namelijk in principe boven het recht van anderen om informatie te vergaren. De Hoge Raad bepaalde in 2003 (na eerder in 1987) dat voetbalclubs

uit hoofde van hun eigendoms- of gebruiksrecht van het stadion of het terrein in beginsel de vrijheid [hebben] om aan hun toestemming tot het betreden ervan beperkingen te verbinden, ook met het oog op het tot stand brengen van radio- en/of televisieuitzendingen.

In uitzonderlijke omstandigheden (bij héle grote nieuwsfeiten) is het denkbaar dat het eigendomsrecht opzij gezet kan worden.

Blijdorp is een private organisatie, voor zover ik kan zien, en dus geldt ook voor hun deze regel. Maar het schenden van het eigendomsrecht levert alleen een onrechtmatige daad op, en niet (meteen) een strafbaar feit. Van erfvredebreuk of lokaalvredebreuk (een misdrijf, art. 138 Strafrecht) is pas sprake als je niet weggaat naar daartoe gesommeerd te zijn. In de context van het fotoverbod zou dus pas sprake zijn van strafbaar fotograferen als je niet ophoudt na sommatie én niet weggaat ook.

In theorie is er nog het strafbaar feit “zonder daartoe gerechtigd te zijn een portret openbaar maken” (art. 35 Auteurswet) maar dat speelt pas bij publicatie van dat portret. Je kunt fotograferen an sich niet verbieden met een beroep op je portretrecht. Nog even afgezien van het punt dat dat alleen geldt bij portretten en je prima in een dierentuin kunt fotograferen zonder portretten van mensen te maken.

(De regels voor het dierentuinabonnement zijn trouwens niet Van Dam-proof, maar dat is een andere discussie.)

Arnoud

Hoe kom je van de Telefoongids af?

stapel-telefoonboeken.jpgIeder jaar opnieuw propt dat televerkoopteam dat de Telefoongids volbelt met advertenties weer een complete boom in uw brievenbus, schreef GeenStijl gisteren. Ik verbaas me ook elke keer weer waarom ik nog dat papieren ding krijg, en ik ben lang niet de enige. De gids komt zelfs binnen bij mensen met een NEE/NEE sticker op de deur, dus nu wordt het juridisch interessant: mag dat wel, dan? Of moet het zelfs van de Telecommunicatiewet?

Om met dat laatste te beginnen: nee, het bezorgen van papieren gidsen moet helemaal niet van de Telecommunicatiewet. Die wet bevat inderdaad regels over gedrukte telefoongidsen. Artikel 9.1 bepaalt dat voor iedereen tegen een betaalbare prijs en met een bepaalde kwaliteit een gedrukte telefoongids beschikbaar moet zijn. Het Besluit Universele Dienstverlening en Eindgebruikersbelangen (Bude) werkt dit nader uit. Zo moet in ieder geval naam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer in de gidsvermelding staan en moet de gids ten minste eenmaal per jaar geactualiseerd worden.

Nergens staat echter dat iedere Nederlander een gids onder de neus geduwd moet krijgen. Dat is een manier om te zorgen dat die gids beschikbaar is, maar niet de enige. Op aanvraag toesturen is ook een manier. Via de telecomprovider opt-in of opt-out vragen bij aangaan abonnement ook. Maar verboden is het op zich ook niet.

Wél is er sinds enkele jaren het uitgebreide spamverbod. En dat lijkt me óók voor papieren reclame te gelden, maar dan omgekeerd: je mag ongevraagde commerciële uitingen versturen totdat de ontvanger zich afmeldt (artikel 11.7 lid 5 Tw). Voor telefonie is dat geregeld via het Bel-me-niet-register, maar voor de post is zo’n register er niet. Ja, er is het Postfilter maar dat heeft geen wettelijke status – een bedrijf is niet verplicht dat filter te controleren. Wel moet de bezorger de NEE/NEE of NEE/JA sticker honoreren, want de wet zegt dat je “via het Bel-me-nietregister of anderszins” je bezwaar kunt uiten.

Je kunt je natuurlijk afvragen of een telefoongids wel onder “ongevraagde commerciële uiting” valt. Het is primair een naslagwerk. Maar hij staat wel vol advertenties, en dat geeft het toch weer een commercieel karakter. Als iemand ongevraagd telefoongidsen met advertenties ging rondmailen, zou iedereen meteen op de achterste benen staan en roepen dat dit spam is.

Wie van de gids afwil, kan dat via dit afmeldformulier doorgeven. Waarom je daar je telefoonnummer en e-mailadres moet doorgeven, is me echter een raadsel. De zin eronder zegt

Uw gegevens worden alleen gebruikt voor de verwerking van uw afmelding en niet voor andere doeleinden.

maar hoe gebruik je mijn e-mailadres bij het verwerken van de mededeling “ik wil geen telefoongids voor mijn deur gedumpt”?

Arnoud<br/> Foto: huppetee weg ermee die telefoongids! van ‘CatChat.nl’.

Mijndomein wint ook in hoger beroep van konijn

nijntje-nijn-eleven.pngDe “Nijn-Eleven”-tekening is een rechtmatige parodie, aldus het Gerechtshof Amsterdam eerder deze week. De uitgeverij van de kinderboeken met het schattige konijn had internetprovider Mijndomein aangeklaagd toen deze een aantal grappig bedoelde spotprenten over het dier niet wilde verwijderen. In eerste instantie won Mijndomein over vijf van de zeven afbeeldingen, maar verbood de rechter juist de grappigste. Het Hof vindt nu echter ook deze door de beugel kunnen.

Eind 2009 had Mercis, de uitgever van de Nijntje-kinderboeken, hostingprovider Mijndomein voor de rechter gesleept omdat deze geen gehoor hadden gegeven aan een sommatie tot weghalen van zeven tekeningen waarin Nijntje op de hak werd genomen. Deze zouden het auteursrecht van Dick Bruna schenden. Mijndomein (overigens een klant van mijn bedrijf; ze werden hier bijgestaan door Kennedy van der Laan) vond deze klacht niet terecht: deze tekeningen vielen onder de parodie-uitzondering en daarmee zijn ze geen inbreuk op het auteursrecht. En als er geen inbreuk is, hoeft er ook niets weggehaald te worden.

De rechter was het daar in december 2009 grotendeels mee eens, maar verbood wél twee van de zeven tekeningen omdat die de grenzen van de parodie-uitzondering te buiten gingen. Deze tekeningen waren namelijk niet zelfgemaakte imitaties maar copypastewerk uit een originele Nijntje-tekening. De bekende Nijn-Eleven cartoon is bijvoorbeeld gewoon een kopie van Nijntje vliegt met twee flatgebouwen in de Bruna-stijl. Omdat je voor een parodie niet meer mag overnemen dan nodig is om je punt te maken, vond de rechter dit te ver gaan. Oftewel: je mag wel parodiëren maar dan moet je zelf tekenen, niet copypasten.

Het Hof vernietigt deze redenering. Het gaat er niet om of je copypaste dan wel zelf tekent, het gaat erom of je aan het bespotten dan wel grappenmaken bent. Dat kan prima door een gecopypasted origineel te bewerken, zoals in de Nijn-Eleven cartoon is gebeurd. En daarmee zijn alle zeven cartoons toelaatbaar:

Dat gebruik is, objectief bezien, in overeenstemming met hetgeen naar de regels van het huidige maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is, ook indien daarbij in aanmerking wordt genomen dat Bruna zich als geestelijk vader van Nijntje erdoor beledigd voelt, in verband waarmee hij zijn hierna nog te bespreken persoonlijkheidsrechten in het geding brengt. Aan Mercis c.s. kan worden toegegeven dat niet iedere als “humor” gepresenteerde associatie van Nijntje met drugs, seks, terrorisme, racisme, of andere onderwerpen die niet als “braaf” worden beschouwd, een toelaatbare parodie oplevert.

Ook had Mercis zich beroepen op de merkenrechten op het hoofd van Nijntje. Een gedeponeerd merk mag je niet zomaar gebruiken, ook niet voor nietcommerciële doelen, zo staat in de merkenwet. Maar bij een parodie is er óók onder de merkenwet ruimte. Deze parodieën hadden een humoristische bedoeling, concurrentiemotieven ontbraken en geen mens zal denken dat deze tekeningen van Bruna zelf zijn. Daarmee is er geen kans op verwarring (en profiteren daarvan) en dus is er geen sprake van merkinbreuk.

Mercis moet niet alleen de cartoons tolereren maar ook de advocaatkosten van Mijndomein betalen – een dikke 35 duizend euro.

Meer hele sterke Nijntjeparodieën bij Retecool.

Arnoud