Mag je je extra gekregen Sonossen gratis houden?

Sommige klanten die bij de website van muziekspeelapparatuur Sonos een bestelling plaatsten, kregen meer dan ze verwachtten – maar met naheffing op de creditcard. Dat meldde The Verge onlangs. Sonos heeft excuses aangeboden en toegezegd binnen tien werkdagen een restitutie te doen zodra de speakers terug zijn. Ook regelt men retourneren van de speakers op eigen kosten. Wat bepaalde Nederlandse lezers deed vragen, maar mag je ze eigenlijk niet gratis houden, ze zijn toch ongevraagd opgestuurd?

We hebben in Nederland (net als in meerdere landen) inderdaad een regel dat je ongevraagd opgestuurde producten mag houden. Maar daar zitten wel bepaalde randvoorwaarden aan. Artikel 7:7 BW bepaalt in lid 1:

Degene aan wie een zaak is toegezonden en die redelijkerwijze mag aannemen dat deze toezending is geschied ten einde hem tot een koop te bewegen, is ongeacht enige andersluidende mededeling van de verzender jegens deze bevoegd de zaak om niet te behouden, tenzij het hem is toe te rekenen dat de toezending is geschied.
Maar let op: hier staat dus niet “als de toegezonden zaak ongevraagd is”, er staat “als de toezending bedoeld was om tot een koop te bewegen”. Dat is zeer zeker niet het geval bij deze Sonos-misgreep, zij hebben dezelfde bestelling meerdere malen ingeboekt en afgehandeld. Een slordige fout, zeker, maar uit niets blijkt dat Sonos dit deed met de bedoeling dat je zou zeggen “oh leuk doe maar, dan heb ik er nu zeven, maken we er een surround sound systeem van”.

Lid 2 van dit artikel is iets breder:

Geen verplichting tot betaling ontstaat voor een [consument] bij de ongevraagde levering van zaken, financiële producten, water, gas, elektriciteit, stadsverwarming, dan wel de ongevraagde verrichting van diensten, als bedoeld in artikel 193i onderdeel f van Boek 6. Het uitblijven van een reactie van een natuurlijk persoon, die handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit, op de ongevraagde levering of verstrekking wordt niet als aanvaarding aangemerkt. Wordt desalniettemin een zaak toegezonden als bedoeld in de eerste zin, dan is het in lid 1 bepaalde omtrent de bevoegdheid, de zaak om niet te behouden, van overeenkomstige toepassing.
Hier staat dus “als je iets ongevraagd krijgt, ongeacht de bedoeling van de afzender, dan zit je nergens aan vast”. Daaronder valt de Sonos-situatie. Maar let op, hier mag je niet de Sonos houden. Want die zin “Wordt desalniettemin” geldt alleen als de zaak is toegezonden met het motief uit lid 1.

Zo’n per abuis extra geleverde Sonos moet dus terug, maar uiteraard op de kosten van de afzender. Ik snap dat het vervelend is (moet je weer naar het postkantoor en zo) maar daar is juridisch niets aan te doen. De wet gaat niet zo ver dat je een foutieve levering van iemand gewoon in de prullenbak mag doen.

Voor mij is storender dat je dan je geld (wat best een bedrag kan zijn, zeven keer een Move speaker van 400 euro) pas tien werkdagen na ontvangst van de retourzending krijgt. Dat kan natuurlijk alleen omdat er met creditcards betaald is, want een bedrijf kan daar eenzijdig een charge op doen. Bij een iDeal betaling of eenmalige incasso, de gebruikelijke Nederlandse betaalmethoden, is dit geen optie.

Arnoud

Een laptop met illegale software, is die nonconform eigenlijk? Joh!

Free-Photos / Pixabay

Stel je bestelt bij een klein IT-bedrijf een tweedehands laptop met het verzoek er software voor “tekeningen voor metaalconstructies” op te zetten, zodat je als zzp’er direct kunt gaan werken. Oh ja, en het mag 150 euro kosten. Zou je dan gek opkijken als er op zeker moment claims van de rechthebbende op die software komen, mede omdat de echte versie 6000 euro kost en een phone-home functie heeft? Afgaande op dit arrest komt dat voor, met daarbij dus de vraag of er geleverd is wat er besteld was.

De discussie bij de rechter spitste zich toe op wat er nu besteld was: een laptop geschikt voor AutoCAD Solidworks, een laptop met een trial zodat je kon zien dat die software erop zou werken, een laptop met een illegale (gekraakte) full versie of een geheel legale full versie? Het bedrag van 150 euro maakt dat laatste een tikje onwaarschijnlijk, maar het idee van een trial versie is misschien zo gek gedacht nog niet. Hoewel, de Nederlandse distributeur in de mail:

De enigen die ene trialversie kunnen regelen bij [softwarebedrijf] in NL zijn: [licentiebedrijf] , [naam 1] en [naam 2]. Dit is niet bedoeld voor doorverkoop, maar om te kijken of de software aansluit bij de wensen van de potentiële  klant. (…) Daarnaast zijn wij vanuit [licentiebedrijf] niet op de hoogte dat er een trialversie door [handelsnaam appellant] is geregeld. Dit kan het beste bij [softwarebedrijf] zelf worden gecheckt.
Het [licentiebedrijf] sprak de [handelsnaam appellant] van de laptop vervolgens aan op [illegaal] gebruik, waarna werd geschikt. Dat is dan meteen de reden voor het aanspreken op nonconformiteit natuurlijk, het verhalen van het schikkingsbedrag.

Het Gerechtshof kwam tot de tussenconclusie dat de klant maar moest bewijzen wat er precies besteld was. Als dat een legale versie van Solidworks was, dan zou de leverancier tekort geschoten zijn. Echter, zou dat niet de afspraak zijn geweest, dan waren alle gevolgen voor rekening en risico van de klant. De klant kwam daarop met een getuige, een van zijn werknemers:

Tegen [de leverancier] heb ik gezegd dat ik een laptop zocht met SolidWorks. Ik heb uitdrukkelijk gezegd dat het om SolidWorks ging. [De leverancier] zou gaan kijken of hij dat voor mij kon regelen. Er is op dat moment niet specifiek gesproken over een legale of illegale versie. Er is ook niets gezegd over een trialversie, alleen dat het om SolidWorks ging. [De leverancier] zei dat hij ervoor kon zorgen. Hij zou in eerste instantie kijken of hij aan mijn wensen kon voldoen om een laptop met die software te leveren. Er is bij de aflevering van de laptop nog gesproken over SolidWorks. Hij heeft aan de keukentafel bij mijn schoonouders gedemonstreerd dat er SolidWorks op de laptop zat. Hij heeft laten zien dat het programma er op zat door het programma te openen maar niet laten zien hoe het werkte. Er is niet gesproken over de versie van SolidWorks op het moment van aflevering.
Verder was niet gesproken over de aard van de Software. De klant kende deze niet, maar de software werd aangeraden door een zakenrelatie (een tekenaar) en men had geen idee wat het moest kosten, maar kan het voor 1000 euro?

Meer bewijs was er dus niet. Het Gerechtshof trekt vervolgens zelf de conclusie dat een bedrijf dat vraagt om een laptop met zakelijke software, normaal de bedoeling heeft om daarmee te werken. Dan heb je een legale, volledige versie nodig. Als je zonder nader overleg dus dit bestelt bij een leverancier, dan moet die begrijpen dat de volledige, legaal gekochte software erop moet. Geen trials en al helemaal geen gekraakte/illegale versies.

Natuurlijk kan dat wel eens te duur zijn – de standaardlicentie is 6000 euro. Maar zoiets even uitzoeken is toch echt deel van je zorgplicht als IT-leverancier. Je moet dus even doorvragen, en het is dan prima als je zegt “dit kan niet voor jouw budget want die licentie is zes keer wat jij hebt”. Of “dit gaat niet maar ik kan de open source FreeCAD er wel op zetten”. Of “ik heb een trial erop gezet, want die software kost 6000 euro en ik weet niet of je dat wel wil”. Of “wil je even bijbetalen dan koop ik die licentie voor je”. Maar niet leveren en achteraf zeggen:

Midden September 2017 heb ik een 2e hands laptop voor jou geregeld en geleverd, met daarop de trialversie van [softwareprogramma] . (…) Vanaf begin November 2017 is het gebruik van een niet legitieme software op een IP-adres gelokaliseerd van de gebruiker van de laptop. Dit is ruim anderhalf maand later, ik weet niet wat er in de tussentijd met de laptop is gebeurt en als het daadwerkelijk om de desbetreffende laptop gaat. Ik heb de laptop sinds midden September 2017 niet meer in mijn bezit en ik ben niet verantwoordelijk voor wat er in de tussentijd op de laptop gezet is en ermee gedaan word.
Nonconforme laptop dus, en/of wanprestatie onder de overeenkomst. Dat betekent betalen. Alleen, hoe veel?

De klant had de volledige € 7.500 in rekening gebracht, en het Hof erkent dat dat nu eenmaal de schade is. Dat men voor een echte licentie ook dik 6000 euro had moeten neerleggen, is dan niet relevant: bij een correcte nakoming had de klant niets aan Solidworks of haar distributeur hoeven te betalen. (Hetzij omdat de IT-leverancier de kosten in rekening had gebracht, hetzij omdat deze magischerwijs een licentie voor 1000k had kunnen kopn, hetzij omdat de klant had gezegd “ben je betoeterd, 6000 euro, doe maar FreeCAD”.) Bijgevolg komt die volledige 7500 ook echt voor rekening van de leverancier.

Het bevestigt het beeld van die zorgplicht: niet zelf bedenken wat de klant wil (of niet), maar onderzoeken en navragen. En natuurlijk op papier zetten (al is het maar de e-mail) wat de klant heeft gezegd.

Arnoud

 

Mogen winkels preorders van grafische kaarten annuleren omdat de fabrikant de productie stopt?

Webwinkels als Azerty en Alternate melden klanten die de RTX 3080 Gaming X Trio 10G van MSI besteld hadden, dat ze deze niet meer gaan leveren. Dat las ik bij Tweakers. Alternate geeft aan: “Helaas heeft MSI besloten om de RTX 3080 Gaming X Trio 10G niet meer te produceren. Door dit besluit, dat buiten onze macht ligt, is levering van dit product onmogelijk geworden.” Pijnlijk voor hele hordes mensen die vijf maanden op een wachtlijst hebben gestaan, nadat de eerste batch van deze kaarten snel uitverkocht bleek en er nu dus geen nieuwe gaat komen. Mogen winkels dat, en kun je wat claimen?

Hoofdregel uit het overeenkomstenrecht is natuurlijk dat je moet leveren wat je belooft. (Iedere advocaat leert dat je het pleidooi dan opent met Pacta Sunt Servanda. Rechters weten dan dat het een lange dag gaat worden.) Dat waren die webwinkels natuurlijk ook van plan, alleen als de fabrikant dan vijf maanden lang je aan het lijntje houdt en daarna mededeelt dat ze toch niet meer komen, dan houdt het op.

Je schiet dan tekort, je levert niet wat je had beloofd. Dat is ook onmogelijk, die kaart is er niet meer op de markt. Feitelijk noem je dat overmacht (handelen van fabrikant MSI is geheel buiten de macht van webwinkel Azerty) maar juridisch gezien kun je daar fors wat vraagtekens bij zetten. Een fabrikant lijkt mij formeel een “hulppersoon” en diens handelen wordt jou toegerekend. Anders gezegd, het is niet mijn probleem dat jij het een ander laat produceren en dat jij geen afspraken maakt over gegarandeerde levering.

Maar hoe dan ook, die grafische kaart ga je niet krijgen. Natuurlijk krijg je je geld terug, maar menig Tweaker zal nu denken of er meer te halen is. Schadevergoeding dus. Maar dan krijg je – omdat het consumentenrecht is – meteen de vraag wat je schade is. Dingen als “ik had vijf maanden crypto kunnen minen” of “ik heb niet kunnen thuiswerken als zzp’er” gaan niet op, dat is te speculatief en daar hoeft een winkel geen rekening mee te houden.

Iets reëler is “ik moet nu een andere kopen en die is duurder, compenseer me het prijsverschil”. Juridisch noem je dat vervangende schadevergoeding (art. 6:74 lid 1 BW). Ik zie daar vooral praktische problemen mee: weliswaar zijn andere kaarten duurder (want de hele markt voor grafische kaarten is krankzinnig vanwege milieuvervuilende cryptospeculanten) maar het is per kaart niet zó veel duurder dat een rechtszaak de moeite waard is. Nog even los van hoe je dan bepaalt welke kaart vergelijkbaar genoeg is om als het alternatief te gelden.

(De voorwaarden van die webwinkels zijn verder totaal niet interessant want dit is allemaal dwingend consumentenrecht.)

Arnoud

 

‘Nintendo overtreedt Noorse wet met garantie op reserveringen’

De consumentenbond in Noorwegen (NCC) stelt dat Nintendo de rechten van consumenten schendt, omdat het bedrijf geen geld terug geeft na reserveringen van een spel. Dat meldde Nu.nl vorige week. De voorwaarden van de eShop van Nintendo vermelden dat alle aankopen definitief zijn (en dus niet annuleerbaar), ook niet als het spel pas geruime tijd later beschikbaar gaat komen (pre-orders). Dat is in strijd met de Europese consumentenrechten, die stellen dat je in principe alle internetaankopen binnen 14 dagen moet kunnen annuleren. Ook bij online diensten.

Wie op internet een product koopt, mag dat binnen 14 dagen ongedaan maken. Het product moet dan terug en je krijgt natuurlijk ook je geld terug. Een online game is alleen geen product, maar een dienst (misschien moet ik “data is niets” veranderen in “data is dienstverlening”). Dat maakt in principe niet uit, want ook via internet geboekte diensten kun je binnen 14 dagen weer annuleren.

Het voornaamste verschil tussen producten en diensten kopen via internet is dat bij de laatste de 14 dagen ingaat op de dag na aanschaf, terwijl bij producten de 14 dagen ingaat op de dag na ontvangst van het product. Daarnaast zijn er voor beide categorieën uitzonderingen op dit retourrecht, en voor online games is deze (art. 6:230p sub d BW) het relevantst:

een overeenkomst tot het verrichten van diensten, na nakoming van de overeenkomst, indien: 1°. de nakoming is begonnen met uitdrukkelijke voorafgaande instemming van de consument; en 2°. de consument heeft verklaard afstand te doen van zijn recht van ontbinding zodra de handelaar de overeenkomst is nagekomen;

Die afstandsverklaring is dus waarom je bij veel bestelformulieren van online diensten een zin tegenkomt à la “Ik verzoek hierbij uitdrukkelijk om onmiddellijke levering en doe afstand van mijn recht van ontbinding”. Want als je die verklaring afgeeft, dan ben je dus je recht op ontbinding kwijt. Dit is uniek bij diensten; bij producten is het onmogelijk om met zo’n verzoek afstand te doen van je annuleringsrecht.

Het komt alleen vrij nauw, zoals de NCC laat zien, want het is niet een kwestie van eisen dat men afstand doet van het recht op ontbinding. Het wetsartikel zegt immers dat je allereerst apart moet vragen om (directe) levering, en ten tweede dat je afstand doet van je annuleringsrecht zodra het contract is nagekomen. En dat is waar de NCC terecht op wijst: bij een pre-order duurt het nog wel even voordat er is geleverd, oftewel voordat er is nagekomen. En al die tijd mag je dus gewoon annuleren, zelfs met die zin.

Juridisch gezien is annuleren van deze dienst dus nu gewoon mogelijk volgens de wettelijke regels, en dat is tot 14 dagen nadat de dag dat het spel beschikbaar is. Dus ja, je mag 14 dagen gratis gamen tot ze dit hebben aangepast. Maar in de praktijk werkt het natuurlijk niet zo, want je kunt klagen tot je een ons weegt maar je geld terug krijg je niet. En wie gaat er naar de rechter om zoiets?

En wie bij Nutech.nl deze titels maakt, moet op juridische cursus. Garantie op reservering?

Arnoud

Nee, als je bij een particulier bestelt dan wordt het op jouw risico verzonden!

Leuk stukje lifestyle bij Nu.nl: Pakketje niet bezorgd? Dit kun je doen. “Bij het bezorgen van pakketten gaat regelmatig iets mis: bezorgers zeggen dat ze aan je deur zijn geweest terwijl jij nooit een bel hebt gehoord, je bestelling wordt zomaar in ontvangst genomen door iemand anders of je pakketje komt gewoon nooit aan.” Inclusief mooie quote van de toezichthouder die netjes bevestigt dat winkels op hun risico versturen, maar dan val ik van mijn stoel bij “Als je als consument iets bij een particulier bestelt, geldt in principe hetzelfde. “Er kunnen ook andere afspraken gemaakt worden”, aldus Gras”. Dat klopt niet, aldus Engelfriet.

Bij verkoop van bedrijf aan consument is het simpel: de verkoper is aansprakelijk, dat staat letterlijk in de wet (art. 7:11 BW). Maar bij verkoop tussen consumenten onderling (art. 7:9 BW) staat er niet meer dan dat de verkoper moet zorgen dat de gekochte zaak wordt afgeleverd bij de koper. Niet expliciet wie verantwoordelijk is voor verlies of beschadiging bij transport.

De vraag is dan dus, wat is ‘afleveren’. De wet (art. 6:41 BW) omschrijft dat als “ter plaatse waar [het gekochte] zich bij het ontstaan van de verbintenis bevond”. Bij de verkoper dus. Als koper moet je het product dus gaan halen, en als je dan na aankoop vraagt om het toch te laten opsturen dan is dat op jouw risico.

In veel gevallen staat er in de advertentie dat er zal worden opgestuurd. In die situatie is de verkoper aansprakelijk: ten eerste omdat de plaats van aflevering dan “ter plaatse van de koper” is, en ten tweede omdat contractueel afgesproken is dat de verkoper gaat bezorgen en het niet-aankomen dan wanprestatie is.

Oftewel: het is dus in principe risico koper, tenzij andere afspraken zijn gemaakt. Precies andersom dus dan Nu.nl meldt. Die andere afspraak kan al in de advertentie staan (“Ik verstuur op jouw risico” is genoeg) maar het moet wel érgens staan.

Arnoud

Kun je software kopen?

imagesan-movie-software.pngSoftware is geen zaak, maar je kunt het toch kopen. Dat oordeelde het Gerechtshof Arnhem begin juni in een zaak over een niet naar wens functionerend softwarepakket. Dat is opvallend, omdat “koop” als juridische constructie alleen geldt voor zaken, fysieke en voor menselijke beheersing vatbare objecten. Software koop je niet, maar neem je in licentie, is altijd het mantra.

Centraal stond het pakket ImageSan, dat videobewerking ondersteunt. De eisende partij kreeg het niet goed werkend (het arrest meldt helaas niet meer dan dat men “problemen ondervond”) en claimde dus schadevergoeding omdat er een minderwaardig alternatief moest worden afgenomen (FiberJet). De gedaagde partij beriep zich op artikel 7:23 BW, dat zegt dat iemand na het ontdekken van een defect “binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt” dit moet melden, en dat zou niet zijn gedaan.

De reactie van de eiser (en de in vrijwaring opgeroepen leverancier van de software) daarop was te stellen dat dit artikel niet geldt bij software, omdat dit gaat over koop en fysieke zaken en software dat nu eenmaal niet is. Het Gerechtshof oordeelt dat, hoewel software inderdaad geen zaak is, het artikel tóch opgaat. Er staat namelijk in de wet een zogeheten schakelbepaling (art. 7:47 BW) die zegt dat wat voor fysieke zaken geldt, ook voor ontastbare “vermogensrechten” geldt. En volgens het Hof valt software daaronder:

BM6320

[H]het feit dat ImageSan standaardsoftware is, die als een pakket kan worden aangeschaft (hier voor ruim ” 46.000) en waarmee het recht op het vrije en duurzame gebruik van de software wordt verkregen met de omstandigheid dat het in deze zaak gaat om de kwaliteit van die software en niet om de auteursrechtelijke dimensie daarvan, leidt het hof tot het oordeel dat, op grond van het bepaalde in art. 7:47 BW, titel 7.1 [het hoofdstuk over koop, AE] van toepassing moet worden geacht.

Het Hof gaat dus uit van de omvang van de licentie. Die blijkt hier zo breed dat het Hof de verkrijger in dezelfde positie vindt staan als een koper van een fysieke zaak. Het “vrije en duurzame gebruiksrecht” komt op ongeveer hetzelfde neer als “koop”, zeg maar.

Met die opmerking over “niet om de auteursrechtelijke dimensie” bedoelt het Hof denk ik dat ze niet bedoelt dat het auteursrecht is verkocht of iets dergelijks. Het Hof redeneert denk ik als volgt: het gaat om de kwaliteit van de software, en in de artikelen over koop staat een keurige aanpak over kwaliteit van zaken, dus die kunnen we hier best van toepassing verklaren.

Ik ben wel blij met deze redenering. Het is me altijd een doorn in het oog geweest dat je als softwareleverancier zomaar kon zeggen “u krijgt deze software zonder enige aanspraak op conformiteit”. Goed, één arrest maakt nog geen vaste jurisprudentie maar het is een goede eerste stap.

Update 1 mei 2012: de Hoge Raad bevestigt het arrest.

Arnoud