Smartphone in autohouder bedienen tijdens het rijden mag wel

Het gerechtshof in Leeuwarden heeft besloten dat het bedienen van een smartphone die in een houder is geplaatst niet gelijkstaat aan het vasthouden van een telefoon. Vorig jaar augustus bepaalde de rechtbank nog dat dit een overtreding is van de Wegenverkeerswet, die het tijdens het rijden vasthouden van een telefoon verbiedt. De rechtbank oordeelde dat het erom ging dat je met dergelijk bedienen, net als met vasthouden, een hand niet beschikbaar hebt om te sturen (of schakelen), maar die uitleg vindt het Gerechtshof in hoger beroep te ver gaan.

Een man kreeg in december 2016 een boete voor het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het besturen van een motorvoertuig (art. 61a Reglement verkeersregels en verkeerstekens). De agent had namelijk het volgende geconstateerd:

Verbalisant zag betrokkene met zijn linkerhand zijn telefoon bedienen. Telefoon zat in een houder links van het stuur en betrof een nieuw type Nokia met touchscreen. Betrokkene was zichtbaar bezig met zijn telefoon en keek ook naar zijn telefoon gedurende het passeren van het opvallende dienstvoertuig.

De man ging in bezwaar tegen de boete omdat hij niet de telefoon in de hand had gehouden, wat de op dat moment heersende opvatting was over wat “vasthouden” betekende. Maar tot veler verrassing oordeelde de rechtbank dat ook het bedienen van een telefoon in een houder telt als ‘vasthouden’. Ik noemde dat vorig jaar een do-what-I-mean interpretatie: de rechter keek naar het doel van het verbod en meende dat dit doel vereiste dat ook dit aanraken verboden was:

De kantonrechter is van oordeel dat betrokkene tijdens het bedienen van de telefoon, ook wanneer deze in een telefoonhouder is geplaatst, gedurende enige tijd slechts met één hand de noodzakelijke verkeershandelingen kan verrichten. Dat brengt mee dat het met de andere hand bedienen van de telefoon, waarbij niet uitgesloten is dat betrokkene bijvoorbeeld appberichten beantwoordt, danwel de sociale media aan het volgen is, betrokkene afleidt van de verkeerssituatie, maar ook dat betrokkene fysiek te veel betrokken is bij het bedienen van zijn telefoon. Hij is daardoor minder goed in staat de benodigde verkeershandelingen te verrichten.

In hoger beroep kijkt het Gerechtshof nog eens goed naar de onderliggende motivatie en komt dan tot de tegenovergestelde conclusie.

Uit de Nota van Toelichting volgt dat de regelgever er bewust voor heeft gekozen om slechts het vasthouden van de mobiele telefoon te verbieden. Dat de regelgever het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het rijden heeft verboden, betekent daarom geenszins dat het bedienen van een mobiele telefoon tijdens het rijden niet is toegestaan, indien de telefoon niet wordt vastgehouden. Voor zover het telefoneren, dan wel het bedienen van de mobiele telefoon gevaarlijk wordt geacht, wat daar verder ook van zij, heeft de regelgever dit niet verboden.

Weliswaar was een onderliggende motivatie dat het gebruik van mobiele telefoons verhoogde risico’s geeft, maar uiteindelijk is met name gekeken naar de situatie van het in de hand houden tijdens het bellen. Zo heb je inderdaad ook bij het aanraken van een smartphone maar één hand, maar dat duurt een stuk minder lang dan een gemiddeld telefoongesprek voeren met de telefoon aan je oor. Daarmee is duidelijk dat de keuze is gemaakt om het vásthouden te verbieden gezien het specifieke verhoogde gevaar daarbij, en als dat de keuze is dan mag je niet achteraf dat woord oprekken tot iedere vorm van aanraken. Do-what-I-actually-mean.

Arnoud

Mag je in een Tesla met autopilot een telefoon in je hand houden?

Een tipgever (dank!) wees me op deze tweet van Vincent Evers:

Reed met @Tesla autopilot en politie hield me aan. Flinke boete. Rechter hoe lang blijft deze regel?

De staandehouding bleek echter niet te zijn geweest vanwege het loslaten van het stuur (wat op een snelweg in principe redelijk risicoloos kan als je de Autopilot van Tesla aan hebt), maar vanwege het feit dat hij als bestuurder van een motorvoertuig een telefoon in de hand hield. Iets dat apart in de wet verboden is, los van of het gevaar geeft of niet.

Ik ben er nog niet uit of het inschakelen van de Autopilot-feature van een Tesla en dan het stuur loslaten nu verboden is. Er is immers geen expliciete regel om te allen tijde je handen aan het stuur te hebben. In de praktijk kom je dan al snel uit bij het kapstokartikel 5 van de Wegenverkeerswet: gevaar of potentieel gevaar (het verschil blijft me ontgaan) veroorzaken op de openbare weg.

Het argument zou dan zijn dat als je het stuur loslaat, je bij een plotseling veranderde situatie niet op tijd het stuur terug kunt pakken om uit te wijken. Zeker als je ondertussen wat anders aan het doen was, nog los van of dat een telefoon vasthouden betrof of een roman lezen. In al die situaties ben je niet in staat om snel genoeg weer de aandacht terug te krijgen om het voertuig veilig verder te laten rijden.

Een gang naar de rechter lijkt me absoluut kansloos. De wet is duidelijk, en hoewel een rechter best een eindje deze op mag rekken wanneer een harde handhaving onredelijk is, is hier gewoon keihard een specifieke regel tegen. Ook nog eens vanuit een veiligheidsbelang (je aandacht op de weg houden) en dat overtreed je ook wanneer je een stuurondersteuning aan hebt staan. Ik zie dus geen reden waarom een rechter hier van de wet af zou kunnen wijken.

Arnoud

Verdachte doet aangifte van dreiging en dwang bij ontgrendelen smartphone

Een van de hoofdverdachten in de strafzaak rond douanier Gerrit G. doet aangifte tegen de politie, las ik bij Nu.nl. De politie zou hem hebben bedreigd om zo zijn smartphone te ontgrendelen. De telefoon zat namelijk achter een vingerafdrukslot, en hij wilde niet meewerken aan het zetten van die afdruk. Daarop zou gedreigd zijn om zijn vingers te breken. Dat is natuurlijk onrechtmatig, maar iets fundamenteler is wel de vraag of je móet meewerken aan het vingerafdrukken ter ontgrendelen van je telefoon.

Het is een vast principe dat je geen wachtwoorden of pincodes hoeft te geven als verdachte. Dat valt onder het recht niet gedwongen te mogen worden om tegen jezelf te getuigen. Maar dat gaat alleen over dingen die je wéét. Dingen die je hébt, mag Justitie gerust afpakken en onderzoeken om daarmee de waarheid aan het licht te brengen. Ze mogen je kluis openen met een lasbrander (of een handige slotenmaker), onder de vloer kijken, je harddisk kopiëren, je tuin omspitten en je administratie meenemen als daar bewijs te verwachten valt. Of je telefoon leegtrekken, waar genoeg speciale apparatuur voor is.

Het is wettelijk toegestaan om gedwongen een vingerafdruk af te nemen, maar het moet dan eigenlijk gaan om identificatie van de verdachte (art. 27a Strafvordering). Dat is toch wel even iets anders dan een vingerafdruk inzetten om een telefoon te openen. Maar bij een ernstig misdrijf mag er meer (art. 55c):

De foto’s en vingerafdrukken [van de verdachte] kunnen ook worden verwerkt voor het voorkomen, opsporen, vervolgen en berechten van strafbare feiten en het vaststellen van de identiteit van een lijk.

Met enige goede wil is “openen van zijn telefoon” wel te rekenen onder “opsporen van strafbare feiten”, als de data op die telefoon daar deel van uitmaakt. Maar getest bij de strafrechter is het nog nooit.

Wat is nu het veiligdste slot op je telefoon dat tevens praktisch bruikbaar is?

Arnoud

Smartphones op school: streng verboden?

Veel scholen worstelen met telefoons in de klas, las ik in NRC onlangs. Met onder meer diverse scholen met smartphoneverboden, en eentje die als ultieme sanctie een week de telefoon kan afpakken. Ondertussen krijg ik regelmatig mails van ouders (én leerlingen) die zo’n telefooninbeslagname willen aanvechten en hoe dat juridisch zit. Dus ja, hoe zit dat juridisch?

Het grote probleem vanuit juridisch perspectief is eigenlijk dat er nauwelijks iets geregeld is op dit gebied. De wet houdt het bij het vereiste dat er een reglement moet zijn de rechten en plichten van de leerlingen vastgelegd worden (art. 24g Wet voortgezet onderwijs) en dat daarin moet staan hoe handhaving van de goede gang van zaken binnen de instelling in zijn werk gaat.

In principe is een school vrij in hoe ze haar regels wil inrichten en hoe streng ze wil zijn met sancties. Veel meer dan dat een en ander redelijk en proportioneel moet zijn, eist de wet daar niet bij. Dus als een school zegt, de telefoon gaat uit als je het pand betreedt en mag pas weer aan als je de deur weer uit bent, dan is dat in principe legaal. Zeker omdat er -zie het NRC artikel- genoeg onderzoek is dat laat zien dat smartphones lessen en samenwerking op school kunnen verstoren.

Zou het mogen, wat ik verderop las: “De uiterste sanctie is dat de telefoon een nacht op school moet blijven”. Die betwijfel ik, dat die legaal is. Ik kan geen enkel redelijk argument bedenken waarom zo’n belangrijk en duur bezit van de leerling een nacht op school moet blijven (zelfs als het in een kluis is).

Maar het is lastig dit echt te onderbouwen, zeker als je in zware juridische termen als verduistering gaat gebruiken. Een school mag immers ook leerlingen verplichten het schoolplein op te ruimen (dwangarbeid, slavernijverbod), strafregels te schrijven (ook dwang) of zelfs na te blijven (vrijheidsberoving). Als dat mag, waarom zou tijdelijk inhouden van een telefoon niet mogen?

Of is een smartphone écht iets unieks en nieuws? Daar valt wat voor te zeggen, je doet er vandaag de dag zowat alles mee, van bankzaken tot communicatie met iedereen, het kopen van wat je nodig hebt en ga zo maar door. Dat middel dan afpakken zou dan eerder equivalent zijn aan de persoon zelf een nacht op school in sluiten, en dat is vrij evident onrechtmatig.

Arnoud

Mag je de telefoon van je partner van spyware voorzien?

Een dikke 18 procent van de Britten en Amerikanen denkt dat het legaal is om de telefoon van je partner van spyware te voorzien, las ik bij Boing Boing. Bij kinderen was dat zelfs meer dan 50%, waarbij wel vrijwel iedereen van de ja-zeggers vond dat er wel een reden tot zorg moest zijn. Dat was ook bij volwassenen vaak een reden, maar de angst dat de partner vreemdging woog ook zwaar mee. En tsja, als er dan gewoon appjes zijn waarmee je dat kunt nagaan, waarom niet?

Het is in principe verboden om spyware op iemands telefoon te installeren. Er zijn wetten genoeg: de cookiewet verbiedt het installeren van software zonder duidelijke toestemming van de eigenaar, en de strafwet (art. 139c Sr) verbiedt het afluisteren van privételecommunicatie.

Voor strafbaarheid is wel vereist dat het afluisteren wederrechtelijk is, en dat wordt ingewikkeld als je in een relatie zit. Zeker als je getrouwd bent (oké, in gemeenschap van goederen) kom je al snel tot de conclusie dat er weinig strafbaars is: het is dan immers ook jouw telefoon, en je eigen spullen mag je voorzien van spyware als je wilt.

De cookiewet zou iets meer mogelijkheden moeten bieden, omdat toestemming daar nadrukkelijk door de betrokkene zelf moet worden gegeven. Maar ook dan kun je zeggen dat je als partner gemachtigd bent om namens elkaar privacytoestemming te geven. Dat kan dus ook behoorlijk ingewikkeld worden. Maar uiteindelijk kom je dan bij het algemene punt dat de strafwet (of de cookiewet) niet echt bedoeld is voor binnen relaties. Privacy en snuffelen moet je samen oplossen.

Bij kinderen geldt eigenlijk hetzelfde verhaal. Ook kinderen hebben privacy, maar daar staat de ouderlijke zorgplicht tegenover. Kort gezegd moet je als ouder een duidelijke reden hebben, een aanleiding die maakt dat je niet anders kúnt dan die spyware inzetten. En ik denk ook dat je het achteraf moet vertellen en bespreken, maar dat is niet helemaal een juridisch argument.

Zou je dit bij een losse scharrel doen of die leuke persoon m/v op het werk of in het café, dan wordt het natuurlijk anders. Dat is vrij evident strafbaar. Alleen is het dan weer lastiger om erachter te komen dat dat gebeurt.

Wie heeft er tips om zulke spyware te detecteren? Of beter, hoe voorkom je dat je partner/scharrel/ex/buurman zoiets op je telefoon zet, in een situatie waarin ahem niet te voorkomen is dat je op enig moment het fysiek beheer over je telefoon even kwijt bent.

Arnoud

Rechter staat gekraakte PGP-berichten van telefoon toe als bewijs

Het Openbaar Ministerie (OM) mag de inhoud van versleutelde berichten uit speciale telefoons gebruiken als bewijs in strafzaken, las ik bij Nu.nl. De Blackberry van een verdachte in een grote drugszaak had PGP gebruikt om zijn berichten te versleutelen, en het OM wist die te kraken.

Het verweer in deze zaak sluit aan bij de recente discussie over het mogen doorzoeken van telefoons. De rechtbank hier volgt de Hoge Raad, die uiteindelijk soort van vond dat het wettelijk voldoende is geregeld met de algemene bevoegdheid om dingen te mogen doorzoeken, in combinatie met gepaste terughoudendheid die men bij de politie en het OM mag verwachten. Namelijk:

Het uitlezen van de telefoon heeft in dit geval plaatsgevonden in het kader van een onderzoek naar een buitengewoon ernstig feit, namelijk de grootschalige handel in en de productie van synthetische drugs en daarnaast wordt een telefoon zoals hier aan de orde enkel gebruikt om versleutelde berichten te verzenden en bevat het in die zin nagenoeg verder geen privacygevoelige informatie vergeleken met bijvoorbeeld reguliere smartphones. Verdachte heeft zich bovendien op zijn zwijgrecht beroepen, wat de mogelijkheden beperkte om op andere wijze zicht te krijgen op de betrokkenen bij het feit en op ieders rol.

In maart maakte de politie bekend 3,6 miljoen met PGP versleutelde berichten te kunnen lezen. Encryptiesleutels daarvoor waren namelijk op de servers van aanbieder Ennetcom beschikbaar, in plaats van alleen op de telefoons zelf. De berichten in deze zaak zaten daar dus tussen.

Uit de ontsleutelde berichten blijkt dat er druk werd gecommuniceerd over het opzetten en beheren van een synthethischedrugslab. Deze berichten waren volgens de rechtbank verzonden en ontvangen door de verdachte, gezien de strekking van de berichten en verklaringen van andere verdachten. Dat levert dan het bewijs op van zijn betrokkenheid bij de productie van de drugs.

Ik blijf er moeite mee houden dat “het moet in de wet geregeld zijn” vertaald wordt naar “we mogen je rugzak doorzoeken dus ook je telefoon”. Maar ik vermoed dat na uitspraken als deze er weinig noodzaak meer zal komen bij de wetgever om nog een apart wetsartikel te gaan invoeren.

Arnoud

Ik moet een app installeren van mijn werkgever en dat wil ik niet

Een lezer vroeg me:

Mijn werkgever wil dat we allemaal een app installeren die voor het werk noodzakelijk is. Hiermee moeten we onder meer onze tijd bijhouden en registreren bij welke klanten we zijn geweest. Maar ik wil dat helemaal niet op mijn privételefoon. Mag ik dit weigeren?

Ja, dat mag je weigeren. De werkgever is wettelijk verplicht de werknemer de gereedschappen te verschaffen waarmee deze het werk kan uitvoeren. Dat geldt voor bureaustoelen en hamers, maar ook voor telefoons en andere computers waarmee gewerkt moet worden.

Als het bedrijf het noodzakelijk acht dat iemand met een app werkt, dan moet de werkgever hem ook de middelen verschaffen om met die app te werken. Men kan toch ook niet verwachten dat je als werknemer een bureaustoel van thuis meeneemt?

Praktisch detail: hoe leg je dat uit? Geen mobiele telefoon hebben kan natuurlijk (“Nee, ik leen er eentje van mijn schoonvader en die wil dit niet”) maar voelt een tikje wereldvreemd. Weigeren vanwege privacy- of securityredenen komt al snel te nerdy over. Maar wat zeg je dan?

Arnoud

Politie mag smartphones van verdachten niet zomaar meer doorzoeken

De Hoge Raad heeft grenzen gesteld aan het politieonderzoek naar smartphones van verdachten. Dat meldde Nu.nl vorige week. De politie mag een smartphone doorzoeken als dit niet verder gaat dan een beperkte inbreuk op de privacy. De huidige praktijk van iemands telefoon compleet leegtrekken en doorzoeken staat daar op gespannen voet mee, eigenlijk moet daar een aparte wettelijke regeling voor komen.

Uit het arrest blijkt dat de aanleiding relatief simpel was. Een man werd op Schiphol gearresteerd door de Koninklijke Marechaussee op verdenking van smokken van cocaïne. Vervolgens werd zijn smartphone en bijbehorende simkaart uitgelezen en onderzocht, waarna men diverse WhatsApp-chats en foto’s aantrof die als bewijs werden gebruikt om de zaak rond te krijgen.

Op zich mag een telefoon natuurlijk in beslag worden genomen bij een arrestatie. En vervolgens mag er in principe ook worden gekeken of gezocht in wat er in beslag wordt genomen. De wet staat dat toe: artikel 94 Wetboek van Strafvordering spreekt van “alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen”. En een telefoon met inhoud voldoet aan die omschrijving.

Echter, een telefoon is wel iets anders dan een zakdoek of portemonnee. Dergelijke apparatuur bevat veel meer privéinformatie dan een koffer, denk aan foto’s, opgeslagen berichten en ook toegang tot allerlei diensten als het ding wachtwoorden onthoudt. Al in 2015 bepaalde het Gerechtshof Leeuwarden dan ook dat hier een grens ligt. Wanneer de politie namelijk in iemands grondrechten wil treden, moet daarvoor een wettelijke grondslag zijn. Zo is er een wetsartikel dat bepaalt wanneer men een huis binnen mag of wanneer iemands e-mail mag worden doorgelezen. Dat wetsartikel zegt dan wanneer dat mag, hoe lang dat mag en wie er toestemming voor moet geven.

In deze zaak vond het Hof Amsterdam dat artikel 94 een voldoende wettelijke grondslag was. Daar staat immers zwart op wit dat alles in beslag genomen mag worden (en dus ook doorzocht) als daarmee de waarheid aan het licht te brengen is. En al sinds 1994 is vaste jurisprudentie dat dat voor computers net zo goed geldt als voor portemonnees.

De Hoge Raad verwerpt die redenering. Artikel 94 is alleen bedoeld voor ‘gewoon’ in beslag nemen en doorzoeken, waarbij geen of hooguit beperkt iemands privacy wordt geschonden. Heb je een foto van je partner in je portemonnee, dan mag een agent daar gewoon naar kijken als hij die portemonnee in beslag heeft genomen. Dat is weliswaar een privacyschending maar die is slechts zeer beperkt.

Wanneer een telefoon compleet wordt leeggetrokken, ontstaat een andere situatie. Dat is meer dan even snel kijken, en dat wordt dan ook als meer dan geringe inbreuk op de privacy gezien. Dan wordt het lastig. Voor inbreuken op een grondrecht is een wettelijke regeling nodig, die met voldoende waarborgen is omkleed. Dat is waarom het Wetboek van Strafvordering zo uitgebreid is: al die situaties zoals huiszoekingen of mailtaps moesten immers worden geregeld en van waarborgen voorzien. Strikt gesproken mogen telefoons dus niet worden doorzocht zodra het meer dan gering iemands privacy raakt, wat al snel het geval zal zijn.

De HR wil echter niet zo ver gaan. (Cynische ikke denkt: dat zou namelijk de héle opsporing platgooien.) Men begint met te stellen dat artikel 94 echt gewoon een wettelijke regeling is, en dat het aan de rechter is om te toetsen of in een concreet geval men al dan niet te ver ging met de toepassing van die bevoegdheid. Voor extra zekerheid is het aan te bevelen dat een officier van justitie of rechter-commissaris de doorzoeking doet, dat geeft dan een stevige waarborg. Het doet me wat gezocht aan.

Arnoud

‘Driekwart Nederlanders voor verbod smartphonegebruik op fiets’

Driekwart van de Nederlanders is voorstander van een verbod op het gebruik van smartphones op de fiets, meldde Nu.nl onlangs. Dit bleek uit onderzoek van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, in de opmaat naar een wettelijk verbod op smartphonegebruik dan wel -vasthouden voor fietsers. De discussie gaat namelijk over dat laatste punt: moeten we het gebruik verbieden, of sowieso het vásthouden?

Op dit moment is het niet expliciet verboden om op de fiets een smartphone vast te houden of te bedienen. Er is natuurlijk de algemene regel (Koos z’n kapstok) dat je het verkeer niet in gevaar mag brengen (of potentieel in gevaar, staat er dan, wat volgens mij een pleonasme is). Maar tot dusverre heeft er nog geen rechter bevestigd dat smartphonen op de fiets daar onder valt.

Ditzelfde probleem hadden we destijds met telefoneren in de auto, en daar is dus een expliciet verbod tegen opgenomen. Gekozen is toen voor het verbieden van het vasthouden van de telefoon, ongeacht wat je ermee doet. Dit vanwege de bewijsproblematiek voor de politie, het is vrijwel onmogelijk om van buitenaf te zien of iemand specifiek zit te bellen, appen of wat dan ook. Maar vásthouden kun je wel zien.

Bij fietsers is misschien wél praktischer om te zien of iemand zit te appen of alleen maar de telefoon in zijn hand houdt (bijvoorbeeld omdat hij belt met een oortje in, of omdat hij superirritante muziek afspeelt). En om nou alle fietsers te verplichten een handsfreekit op het stuur te monteren is ook zo wat.

Een boete op telefoons vasthouden kan er dus zomaar komen. Maar of dat veel gaat opleveren, betwijfel ik. Natuurlijk zullen sommige fietsers dan minder (of niet meer) gaan appen en doen, maar een boete is onvoldoende prikkel daarvoor.

Het veel lastiger punt is dat fietsers zwakke verkeersdeelnemers zijn, en dat daarom in de Wegenverkeerswet (art. 185) is opgenomen dat de bestuurder van een motorvoertuig in principe altijd aansprakelijk is voor schade aan de fiets of fietser. De uitzondering is bij overmacht, oftewel wanneer de bestuurder helemaal niets kon doen om het ongeluk te vermijden. Deze uitzondering is zéér beperkt: je kunt immers altijd remmen en je kunt altijd alle plotselinge bewegingen anticiperen, is de lijn in de rechtspraak. Er moet jou geen enkel verwijt te maken zijn.

Je kunt dit alleen oplossen door de wet aan te passen: “in geval van overmacht of in geval de fietser door gebruik van “een apparaat dat bestemd is voor het gebruik van mobiele openbare telecommunicatiediensten” afgeleid was” of zoiets erin zetten. Maar daar zag de minister in 2015 nog geen heil in:

Smartphonegebruik, zowel bij automobilist als fietser, kan bijdragen aan ongeval. Dit geldt echter evenzeer voor rood licht negatie, zonder verlichting fietsen en snelheidsovertredingen. De mogelijkheid om schade te verhalen bij fietsers die dit gedrag vertonen is er nu ook al. Ik ben er daarom geen voorstander van om specifieke gedragingen, zoals appen op de fiets, in art. 185 WVW op te nemen.

Ik heb de tekst van het verbod nog niet gezien, maar kan me moeilijk voorstellen dat dit er nu ineens wel in gaat komen.

Arnoud

Mag je anno 2016 nog een telefoon verkopen met een 2 jaar oude Android?

kurio-telefoonEen lezer vroeg me:

Wij kochten recent een Kurio telefoon, die wordt geadverteerd als “de veiligste telefoon voor kinderen”. Alleen bleek het ding binnen de kortste keren vol met virussen te staan, en na enig opruimwerk zag ik dat de telefoon Android 4.2.2 draait en dat het toestel dus zo kwetsbaar is als wat voor de Stagefright-bug uit 2015. Is dat niet gewoon een conformiteitsgebrek, zulke oude software op een gloednieuwe telefoon?

Dat lijkt me wel, maar helaas is deze praktijk zó wijdverbreid dat het haast ondoenlijk is hier een punt van te maken.

Een product moet voldoen aan de redelijkerwijs gewekte verwachtingen (art. 7:17 BW). Dat noemen we de conformiteitseis. Als een toestel daar niet aan voldoet, dan moet de winkel het gratis herstellen of vervangen. Laat bijvoorbeeld het scherm een stukje los na drie maanden, of doet de batterij het al na een half jaar niet meer, dan is dat een conformiteitsgebrek.

Smartphones zijn echter een stuk complexer en vertonen in de praktijk vaak eerder gebreken op het gebied van beveiliging. En dat is juridisch lastig, want er is geen expliciete regel dat ICT-apparatuur goede security moet hebben. Dat maakt het dus moeilijker om aan te tonen dat sprake is van een conformiteitsgebrek als de firmware uit zo’n toestel een securitybug blijkt te hebben, ook omdat de meeste mensen zich daar moeilijk wat bij kunnen voorstellen of het niet merken als hun telefoon gehackt wordt.

De Consumentenbond heeft een proefproces hierover gestart tegen Samsung. De Bond ziet het als onrechtmatig (ik neem aan: als conformiteitsgebrek) om telefoons zonder recente firmware uit te brengen, en om niet twee jaar lang nog updates na te leveren. Men verloor eerder in kort geding omdat deze vraag te complex werd geacht voor die spoedprocedure. Ik hoop dat het vonnis uit die zaak meer duidelijkheid gaat brengen, want wat mij betreft hoort dit gewoon een uitgemaakte zaak te zijn.

Arnoud