Is het strafbaar om een geleasete telefoon door te verkopen?

Leuke discussie bij Tweakers: hoe zit het juridisch als je een mobiele telefoon leaset bij je abonnement en deze doorverkoopt voordat het abonnement is geëindigd? Is er dan sprake van heling, ben je strafbaar en welke plichten heeft een site als Tweakers waar je die doorverkoop kunt realiseren?

Als je een telefoon leaset, is juridisch sprake van huur met de optie van koop aan het einde van de huurperiode. Een huurder is geen eigenaar, en als je geen eigenaar bent dan kun je de zaak niet verkopen. Natuurlijk kun je een “te koop”-advertentie plaatsen, daarin verzwijgen dat het een leasetoestel is en een reële prijs vragen. Geen koper die dan zal twijfelen. Maar formeel heb je het toestel niet verkocht, want daarvoor is vereist dat je eigenaar bent. De koper is om diezelfde reden óók geen eigenaar.

Of nou ja, meestal niet. Want er is het concept derdenbescherming (art. 3:86 BW): als de koper te goeder trouw is, dan wordt hij tóch eigenaar ondanks dat de verkoper eigenlijk helemaal niets kon verkopen. De koper moet dus geen reden hebben gehad om te twijfelen aan het feit dat de verkoper mocht leveren. Staat er “leasetoestel” in de advertentie, dan kan de koper dus geen goede trouw claimen. Maar kan hij dat wel, dan wordt hij eigenaar en dan is de oude eigenaar – de telecomprovider – dus de eigendom toch kwijt. Wel ontstaat er dan natuurlijk een schadeclaim op de verkopende partij.

Een belangrijke voorwaarde om als koper je op derdenbescherming te mogen beroepen, is dat hij in staat moet zijn om tot drie jaar na de koop de verkoper te kunnen identificeren (art. 3:87 BW). Kan hij dat niet, dan kan hij zich niet op derdenbescherming beroepen en dan moet hij de telefoon dus teruggeven. (Uiteraard heeft hij dan recht op geld terug van de verkoper, maar aangezien hij die dus niet meer kon identificeren gaat dat lastig worden.)

Strafbaar is dit niet, en heling al helemaal niet. Het toestel is niet door misdrijf verkregen, en van heling kan alleen sprake zijn bij doorverkoop van gestolen (of afgeperste of geroofde) artikelen. Aangifte doen als benadeelde koper (of telecomboer) heeft dus geen nut. Het is puur een privaatrechtelijke, contractuele discussie waarvoor je zelf naar de rechter moet om het op te lossen.

Update (27 februari) in de comments wijst Arnout erop dat dit wel degelijk strafbaar kan zijn, en wel als verduistering (art. 321 Sr). De rechtbank Utrecht bepaalde in 2011 dat

… kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat verdachte wist dat hij de objecten niet mocht verkopen en dat hij door dat -in strijd met de uitdrukkelijke bewoordingen van de door hem ondertekende contracten- toch te doen willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij zich door die verkoop schuldig zou maken aan de verduistering van die objecten.

Ik denk niet dat dit betekent dat je als koper automatisch heler bent. Daarvoor is nodig dat je wist of had moeten weten dat de verkoper het toestel had verduisterd. En dat zul je maar zelden kunnen zien aan de advertentie.

Wat Tweakers hieraan kan doen? Bar weinig. En dat hóeven ze ook niet, want zij zijn als tussenpersoon slechts aansprakelijk als het evident is dat een advertentie in strijd is met de wet en ze dan niet ingrijpen. En ik denk dat een advertentie in deze categorie alleen evident in strijd kan zijn als er expliciet staat “Leasetoestel, abo nog niet afgelopen” of zoiets doms. Ik kan me dat niet voorstellen.

Arnoud

Waarschuwing voor acquisitiemisleiding afgestraft door rechtbank

Zelden zó veel jeuk gehad als bij het lezen van dit vonnis. Een zakenman die wilde waarschuwen voor de praktijken van acquisitiemisleiding, moet van de rechter op LinkedIn een rectificatie plaatsen, las ik bij Emerce. Hij had op LinkedIn een boze reactie geplaatst over een telefoontje over zijn vermelding in een bedrijvengids, en daarna een brief gekregen die een contractsduur van 12 maanden à 99 euro vermeldde. Dat klinkt als hét voorbeeld van acquisitiefraude, maar de rechter vond dat meneer zijn boze statusbericht toch wel even had moeten onderbouwen. Oh, en omdat hij geen factuur had gehad kan er geen sprake zijn van oplichting en dús mag je dat niet zeggen ook. Argh. Wát een naïeve reactie.

Standaardtruc nummer 1 bij acquisitiefraude is dat je een ondernemer belt en hem wijst op een vermelding in een bedrijvengids, die gecontroleerd, gecorrigeerd of aangepast moet worden. Of dat er iets verlengd moet worden bij de vermelding. Wie druk bezig is met écht werk of anderszins niet goed oplet, denkt dan “oh oké dat zal ik wel een keer afgenomen hebben” of “wat aardig dat ze dit even checken” en krijgt vervolgens een fax waarop de te controleren of corrigeren gegevens staan. En in de kleine lettertjes staat dan iets met de strekking “door retournering gaat u akkoord met 12 maanden vermelding à € heel veel.” Zie de lange, lange lijst van acquisitiebureaus bij het Steunpunt Acquisitiefraude.

De eiser in deze zaak had ook een bedrijvengids, en belde ondernemers of zij in de database opgenomen willen worden. Op zijn minst neem je als je zo handelt het risico dat mensen gaan denken dat je aan acquisitiefraude doet, zou ik zeggen. Zeker als die database niet heel actueel of uitgebreid lijkt – de bedrijvengids vermeldt ICTRecht als in Beverwijk gevestigd, wat toch al sinds 2009 niet meer ons adres is. En als -zo ontdekte Emerce- het gros van daarin opgenomen bedrijven in de gids staat zonder daarvan te weten.

Natuurlijk, dan heb je als legitieme bedrijvengidsuitgever een imagoprobleem. Maar dat betekent niet dat je dús iedereen maar mag aanklagen omdat ze je telefoontje frauduleus vinden. Net zoals e-mailmarketeers moeten leven met continue beschuldigingen vuile spammers te zijn en verkopers van onbewezen medische technieken zoals cellulaire geneeskunde moeten leven met de “geur van kwakzalverij” zoals de rechtbank dat ooit noemde.

De gids had uitgelegd dat de fax die vervolgens kwam, alleen maar werd verstuurd omdat de boze klager in dat telefoongesprek had gezegd geïnteresseerd te zijn in een vermelding. En de fax ziet er (JPG) volgens de rechter uit als een gewone offerte:

De in de fax gebruikte bewoordingen passen naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter eerder bij een offerte waarin een aanbod wordt gedaan tot vermelding van het bedrijf op de site, onder vermelding van de voorwaarden waaronder deze zal plaatsvinden.

In de fax worden “afspraken bevestigd” over een online vermelding in “hetbedrijvenblad.nl”, voor twaalf maanden à 99 euro. Met grote letters staat erbij “conform afspraak volgt geen automatische verlenging”. Maar dat is dus precies wat je ook bij acquisitiefraude ziet: het gesprek gaat over opzeggen en de brief vermeldt in de kleine letters dat je juist een contract áángaat. Toegegeven, die kleine letters zijn hier van gemiddelde grootte maar waarom staat die 12 maanden en dat tarief middenin een blok lopende tekst in plaats van duidelijk als aparte post in dat kader erboven?

Nee, ik zou na zo’n fax ook denken, dit is niet zoals ik me het gesprek herinner. En bij die verstopte 99 euro per maand, tijd voor de prullenbak en een boze blog.

De rechter legt de bewijslast bij meneer: bewijst u maar dat in het gesprek wat anders is gezegd dan “wilt u in onze bedrijvengids? ja graag”, want alleen dan mag u spreken van acquisitiefraude. En dat voelt dan toch als soort van de omgekeerde wereld, gezien die geur die aan dit soort acquisitie kleeft. Zeker omdat mensen zelden zulke gesprekken opnemen (wat je dus wél moet -en mag- doen vanaf nu). Zou het bedrijf niet moeten bewijzen dat in het gesprek open en duidelijk is aangegeven waar het over gaat?

Verder vindt de rechter het overlegde bewijs – twee websites waarvan “de herkomst en juridische status niet helder is” te mager. Maar met één Googleopdracht op “hetbedrijvenblad.nl” vind ik al meteen in de top 10 waarschuwingen van de NVVP, van Provoet (PDF) en anderen, en ook op de bekende consumentenforums (Vara’s Kassa en TROS Radar) wordt melding gemaakt van dergelijke telefoontjes. VOS/ABB waarschuwde ook maar haalde het weg na dit vonnis. Wie een positieve publicatie vindt over deze gids, ik houd me aanbevolen.

Dus argh. Jeuk. Het klópt juridisch wel, de klager moet bewijzen dat zijn beschuldiging voldoende grondslag in de feiten heeft. En omdat hij dat niet kon, moet hij nu rectificeren. Maar als ik het zo zie dan had dat verweer wel wat sterker kunnen zijn. En dat is jammer nu, want het bedrijf heeft met dit vonnis nu de mooie gelegenheid om tegen iedere criticus te roepen “de rechter zegt dat wij legitiem zijn en het verboden is ons oplichters te noemen”.

Arnoud

Is een iPad een telefoon of een computer?

In de categorie achterdeorenkrabvragen: is een iPad een telefoon of een computer? Ja, dat is een zeer relevante vraag. Tenminste, wanneer je als werkgever je werknemers allemaal een iPad geeft omdat dat zo zakelijk hip en handig is. Want werknemers computers geven mag niet zomaar, dat telt als loon in natura. En in een recent vonnis kwam het nu eindelijk eens tot een uitspraak.

Een bedrijf had al haar werknemers (664 man) een iPad verstrekt, inclusief mobiel-internetdatakaart met Vodafoneabonnement. Eer waren geen afspraken gemaakt over het gebruik, en de iPad hoefde niet te worden ingeleverd bij ontslag. Dat riekt naar loon in natura, want zo’n iPad neemt iedereen natuurlijk mee naar huis om daar te gaan angrybirdsen tijdens de kerst. Het bedrijf maakte bezwaar tegen de loonheffing, en zo kwam het tot deze uitspraak.

De wet op dat moment (art. 17 Wet LB) bepaalde dat iets geen loon is als het een “vrije verstrekking” is, oftewel

tot voorkoming van kosten, lasten en afschrijvingen ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking;

Een categorie producten die hieronder valt, waren de communicatiemiddelen(art. 15b Wet LB):

telefoon, internet en dergelijke communicatiemiddelen – niet zijnde computers en dergelijke apparatuur en bijbehorende apparatuur –, tenzij het zakelijke gebruik van meer dan bijkomstig belang is;

En hier ontstond dus de discussie over. Is een iPad een “communicatiemiddel” zoals een telefoon, of een “computer en dergelijke”? Formeel is het natuurlijk een computer, het ding rekent en doet I/O, maar volgens die definitie is álles een computer en dat is niet de bedoeling.

Het bedrijf wees erop dat een iPad primair wordt gebruikt voor communicatie: e-mail, internetten, whatsappen, twitteren, geven van presentaties, socialemediaën, etcetera. Geen mens gaat documenten zitten typen op een iPad of spreadsheets vullen. De belastingdienst stelde daar tegenover dat het apparaat inherent ontworpen moet zijn om communicatie (zoals telefonie, sms en e-mail) een overheersende rol te laten spelen.

Tsja, daar zit je dan als rechter.

Gelukkig was er nog de wetsgeschiedenis: wat was er zoal gezegd over “computers” en “communicatieapparatuur” toen dit wetsartikel werd ingevoerd?

Een mobiele telefoon kan ook onder deze omschrijving [van “computer”] vallen als de functie van telefoontoestel duidelijk ondergeschikt is aan andere functies, zoals telematica of dataverwerking (…) Pocket-PC’s, mini-notebooks en navigatie-apparatuur vallen niet onder het begrip communicatiemiddelen. Dergelijke apparatuur valt onder de regeling voor computers e.d.

En op basis van die passages concludeert de rechter dat een telefoon een telefoon is als hij eruit ziet als een telefoon. En dát doet een iPad niet. Goed, je kunt er vast met een app mee bellen als hij een sim heeft, en videochat via Skype kan natuurlijk ook, maar dat is niet de primaire functie van een iPad, laat staan dat ie daarvoor vormgegeven is. Niet voor niets ziet mevrouw rechtsboven op het plaatje er enigszins dom uit met de iPad aan het oor.

Mede gelet op het formaat van de iPad, het geheugen van 32 GB en met inachtneming van de vele andere gebruiksmogelijkheden dient de iPad veeleer te worden aangemerkt als kleine computer die mede geschikt is voor verschillende vormen van communicatie.

En computers zijn alleen vrijgesteld als ze “meer dan bijkomstig” zakelijk worden gebruikt, volgens de wettelijke regeling meer dan 90% van de tijd.

Het creatieve argument dat de iPad als vakliteratuur (ook een vrijgestelde categorie) moet worden gezien, wordt eenvoudig terzijde geschoven. Een iPad is geen literatuur, laat staan vakliteratuur. Je kunt er vakliteratuur mee lezen, maar dat maakt het leesapparaat nog geen vakliteratuur.

Update (7 december) bij Webwereld ontdekten ze dat de werkgever in kwestie RTL is. Deze heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan.

Arnoud

Heeft het nut om IMEI’s van gestolen telefoons te blokkeren?

change-imei.jpgKPN, Vodafone en T-Mobile gaan vanaf volgend jaar op verzoek van de politie gestolen telefoons mogelijk onbruikbaar maken, las ik bij Tweakers. Elke telefoon heeft een zogeheten International Mobile Equipment Identity of IMEI nummer, dat meegestuurd wordt naar het netwerk als je je aanmeldt of wilt bellen. Door dit nummer bij de telefonieprovider te checken tegen een zwarte lijst, kun je dus verhinderen dat gestolen telefoons nog gebruikt worden. Dat zou diefstal toch af moeten schrikken. Nou ja, in theorie dan.

Een dergelijk systeem werkt natuurlijk alleen als de IMEI van een telefoon niet wijzigt. In Engeland, waar deze antidiefstalaanpak is uitgevonden, is het dan ook expliciet strafbaar gesteld om de IMEI te wijzigen (Section 1 van de Mobile Telephones (Re-programming) Act 2002), want als het strafbaar is dan doet een crimineel dat niet. Ahem.

In Nederland hebben we zo’n regel niet, en het lijkt er ook niet op dat deze er gaat komen. In 2011 werd nog in antwoord op Kamervragen gemeld dat dit niet zinnig leek, omdat IMEI nummers eenvoudig te wijzigen zijn, zelfs voor domme mobieltjesdieven. Om dezelfde reden is de politie gestopt met sms-bommen sturen (elke drie minuten een sms met “Deze telefoon is gestolen”) naar gestolen telefoons.

De enige echte optie om dit werkbaar te krijgen lijkt me om de IMEI verplicht hardcoded in de telefoon vast te leggen, zodat ze niet meer te wijzigen zijn. Ik heb eigenlijk geen idee waaróm een IMEI wijzigbaar zou moeten zijn. Jullie wel?

(Oh, en natuurlijk moet de IMEI-blokkade Europabreed uitgerold zodat je ook in Finland of Roemenië niet kunt bellen met een gestolen telefoon.)

Arnoud

Het leasen van een mobiele telefoon

Een gratis telefoon bij je abonnement is in Nederland de gewoonste zaak van de wereld. Maar wat mij altijd heeft dwarsgezeten: langs welke juridische constructie krijg je dat ding nou eigenlijk? Want het maakt nogal uit of je hem koopt voor nul euro of juist alleen maar te leen krijgt. En natuurlijk ook nog eens of de winkel je de telefoon geeft dan wel of de telecomoperator dit doet.

Wanneer er niets wordt gezegd, mag je er vanuit gaan dat sprake is van een schenking oftewel een kadootje. De telefoon is dus meteen van de klant, en de operator kan deze niet terugeisen bij niet-nakoming. Ook als de telefoon wordt verkocht (met een bedrag van nul euro op de factuur), gaat de eigendom meteen over.

Het is mogelijk om een zogeheten eigendomsvoorbehoud op te nemen. Daarmee kan de verkoper bepalen dat er wel sprake is van koop, maar dat de eigendom pas overgaat nadat aan het voorbehoud is voldaan. De wet stelt daar wel grenzen aan (art. 3:92 BW). De belangrijkste is dat het voorbehoud over de tegenprestatie van de koper moet gaan, meestal dus “nadat de koopsom is voldaan”. Maar als die op nul gesteld is, dan is de koopsom meteen voldaan en is een eigendomsvoorbehoud niet meer mogelijk.

Een geschonken of gratis verkochte telefoon heeft voor de provider het grote nadeel dat deze niet terug te eisen is wanneer de klant zijn facturen niet betaalt. Gegeven is gegeven dan wel verkocht is verkocht, immers. En dat terugdraaien via algemene voorwaarden is best wel moeilijk. De enige soort van werkende constructie was koop op afbetaling: een deel van het maandbedrag werd aangewezen als stukje aflossing van de koopsom van de telefoon. Bij tussentijds opzeggen kon dan het restbedrag ineens worden opgeëist. In het Eindrapport van de LOVCK-werkgroep van de kantonrechters, dat probeert de rechtspraak op één lijn te krijgen hierover, wordt dit toegestaan, maar de toekomstige abonnementskosten worden gematigd.

Natuurlijk is het mogelijk om een mobiele telefoon aan iemand te geven zonder dat deze daar eigenaar van wordt. De bekendste juridische figuren hiervoor zijn huur en lening. Het verschil is natuurlijk dat bij huur er een tegenprestatie -de huurpenningen- geleverd moet worden en bij lening niet. In beide gevallen blijft de telefoon eigenaar van de leverancier.

Een variant van huur is huurkoop: je huurt iets, en na het einde van de huurperiode word je er automatisch eigenaar van. Hierbij is vereist (art. 7A:1576i BW) dat deze schriftelijk wordt aangegaan en ondertekend door de koper. Een variant hier weer op is lease: je huurt iets, en na het einde van de huurperiode mag je het overnemen. Tegenwoordig zie je dan ook steeds vaker expliciet toestellease in plaats van “gratis telefoon”.

Bij huur, in al zijn varianten, is de provider verplicht te zorgen dat een goed werkende telefoon beschikbaar wordt gesteld (art. 7:206 BW):

De verhuurder is verplicht op verlangen van de huurder gebreken te verhelpen, tenzij dit onmogelijk is of uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van de verhuurder zijn te vergen.

Hiermee kun je dus reparatie of zelfs vervanging van je telefoon verlangen van de provider, tenzij het om kleine dingen (zoals slijtage) gaat. Ik zag bij Hi dat ze hier zelfs een 24-uursservice aan koppelen. Dat is wel netjes.

Waarom ineens deze trend naar lease, weet ik niet. Ik kan me moeilijk voorstellen dat dit punt zó belangrijk is voor de providers dat ze het nu expliciet lease gaan noemen. Wil men van de telefoonsubsidie af? Levert het ze meer geld op?

Arnoud

Mag een stiekem gemaakte geluidsopname gebruikt worden als bewijs?

Regelmatig krijg ik in diverse varianten de vraag of een stiekem gemaakte geluidsopname van een gesprek gebruikt mag worden als bewijs. Dit meestal naar aanleiding van mijn artikel Opnemen van gesprekken, waarin dat met zoveel woorden staat:

Een telefoongesprek opnemen dat je zelf voert, mag je dus opnemen – ook wanneer je dat niet meldt aan de tegenpartij. Alleen het heimelijk opnemen van zo’n gesprek zonder deelnemer te zijn is dus strafbaar (tenzij je toestemming hebt van één van de deelnemers).

Dit artikel gaat over de context van het strafrecht: het is verboden gesprekken af te luisteren met een technisch hulpmiddel als je geen deelnemer bent. Dat betekent dus dat als je wél deelnemer bent (of namens een deelnemer handelt) je wél het gesprek mag afluisteren en opnemen. Publiceren van die opname zal vaak wel een schending van de privacy van de wederpartij opleveren, dus daar zul je een fors nieuwsbelang voor moeten hebben.

Gebruik als bewijs is eigenlijk altijd toegestaan. In het gewone (civiele) recht gelden namelijk geen specifieke eisen voor hoe het bewijs verkregen mag zijn. De rechter mag zelf alles beoordelen op de merites. Hij hoeft bewijs niet uit te sluiten omdat het een stiekeme opname is. Wel zou hij het bewijs anders kunnen waarderen: een informeel gesprekje op de vrijmibo zal minder bewijskracht hebben over de intenties van een bedrijf dan een formele verklaring van de directie bij een persconferentie. Maar dat gaat dan over de inhoud, niet over de vorm.

Er zijn diverse rechtszaken waarbij partijen hebben geprobeerd een geluidsopname van tafel te krijgen met het argument dat deze onrechtmatig is verkregen. Dat wordt echter niet geaccepteerd. De Hoge Raad oordeelde in 1987 dat voor uitsluiting van bewijs sprake moet zijn van een “rechtens ontoelaatbare inbreuk op de privacy, zulks op basis van bijkomende omstandigheden die deze conclusie rechtvaardigen”. Oftewel: een inbreuk op zich is niet genoeg, het moet wel een hele erge zijn.

Op grond van deze uitspraak vond de Amsterdamse rechter dat een gespreksopname tussen een werkgever en werknemer best beluisterd mocht worden. De werkgever zat in een zakelijk gesprek, en een beroep op de privacy is dan niet doorslaggevend.

De rechtbank Groningen formuleerde in 2010 het als volgt:

Of het opnemen van een gesprek zonder dat de wederpartij hiervan op de hoogte is onrechtmatig is, hangt volgens de jurisprudentie af van de omstandigheden van het geval. Dat de opname is gemaakt met het doel deze als bewijs te kunnen gebruiken en het gesprek daarop gericht is geweest maakt het opnemen van dat gesprek, anders dan [de wederpartij] meent, op zich nog niet onrechtmatig. Met betrekking tot het onderhavige gesprek is van belang dat het in een zakelijke setting plaatsvond en “voor zover daaruit in de dagvaarding is geciteerd- niet over zaken ging die de persoonlijke levenssfeer betreffen.

Deze uitspraken laten ruimte open voor uitsluiting van het bewijs wanneer het gesprek zeer persoonlijk is. Ik kan me echter geen situatie voorstellen waarin je zo’n gesprek aan zou willen voeren in een rechtszaak. Wat voor zaak zou dat dan zijn? Héél misschien een rechtszaak over een echtscheiding. Als daar een van de partners in een intiem moment een bekentenis doet, en de andere partner heeft dat opgenomen en speelt dat dan af in de zitting over wie de kinderen krijgt, dan kan ik me voorstellen dat dat niet goed valt bij de rechter. Maar dat lijkt me wel een erg hoge uitzondering.

Arnoud

Wie is aansprakelijk voor misbruik van je VoIP-centrale?

voip-telefonie.pngAls iemand inbreekt op je VoIP-centrale en je duizend euro aan belkosten oplevert, is dat dan jouw probleem of dat van je telefonieprovider? Een lastige vraag, die maar al te vaak tot grote conflicten kan leiden. In een recent vonnis uit Maastricht legt de rechter de bal -terecht- bij de klant, maar wel mede (vooral?) vanwege het feit dat het ging om een eigen server.

De klant had een contract voor het leveren van VoIP-telefonie. Hij gebruikte daarbij een “eigen” server, maar het is me niet duidelijk of dat betekent “zelf gekocht” of “in eigen beheer”. Ik vermoed het laatste.

Voor deze dienst betaalde de klant gemiddeld ” 33,50 per maand, en de factuur van april 2010 voor ” 1.028,06 was dan ook enigszins een verrassing. Deze bleek te verklaren door een inbraak op de server in maart. Daarbij hadden derden vanuit Roemenië via hun centrale 150 keer naar Zimbabwe en Somalië gebeld.

De klant betwistte dat zij deze duizend euro moest betalen. De leverancier zou haar zorgplicht hebben geschonden, omdat zij geen beveiligingsmaatregelen of software had ingebouwd ter bescherming van de klant. Ook had de leverancier nooit gewaarschuwd voor malafide organisaties die op andermans kosten kunnen telefoneren. Plus, er kon zomaar onbeperkt gebeld worden, en dat is ongebruikelijk: andere bedrijven stellen een bellimiet in of geven een waarschuwing wanneer een afwijkend belpatroon optreedt.

De rechter gaat daar niet in mee. De klant had zich kunnen beveiligen tegen inbraken in de server, maar heeft daarvoor geen stappen genomen. Nergens is uit gebleken dat de leverancier nalatig was met waarschuwen of iets dergelijks.

En wat andere bedrijven doen (bellimieten of waarschuwingen) is niet relevant: de wet verplicht niet tot het overnemen van maatregelen van je concurrent. Dat zou pas kunnen als de maatregel zó evident is dat je van grove nalatigheid zou spreken als deze niet genomen wordt. En dan denk ik eerder aan het uitschakelen van alle wachtwoordbeveiliging dan aan een bellimiet.

Een professionele partij die een eigen VoIP-server heeft, wordt dus geacht zelf de beveiliging daarvan ter hand te nemen. De leverancier kan daarbij diensten verlenen, maar dat is niet standaard en hij mag er dus gewoon geld voor vragen.

Arnoud

Mag Track en Protect op een gestolen iPhone als bewijs worden gebruikt?

track-protect.pngEen lezer vroeg me:

Ik wil proberen de gestolen iPhone van een vriend terug te halen. De iPhone is voorzien van het programma Track and Protect. Hiermee kan je je telefoon volgen op internet. Het programmaatje zal kennelijk de aanwezige gps gebruiken of de zendmasten in de omgeving om aan te geven waar de telefoon verblijft. Ook zie je onder meer het nieuwe telefoonnummer wat wordt gebruikt, het imsi nummer en de naam van de provider.

Nu vroeg ik me af, stel ik weet hiermee informatie over de dief te achterhalen. Mag ik dat dan aan de politie geven en is dat bruikbaar als bewijs?

Ja, die informatie is bruikbaar als bewijs. In Nederland bestaat het concept van ‘illegaal verkregen bewijs’ niet wanneer het gaat om wat burgers aandragen. Zolang je dus niet in opdracht van Justitie deze acties uitvoert, is het gevonden bewijs bruikbaar in een straf- of civiele procedure.

De Hoge Raad heeft herhaaldelijk uitgemaakt dat bewijs dat burgers verkrijgen langs illegale weg niet zonder meer tot uitsluiting van dat bewijs zal leiden. In 2003 werd dit nog expliciet gesteld door de Hoge Raad. Zolang het OM geen wetenschap of bemoeienis had van dit bewijsverkrijgen, dan is niet-ontvankelijkheid niet aan de orde.

Wanneer je dus bijvoorbeeld in strijd met de wet een verborgen camera hanteert, wil dat nog niet zeggen dat de politie de beelden niet mag gebruiken. Uit een andere zaak:

ook indien [verweerster] aldus een inbreuk op het privé leven van [eiseres] zou hebben gemaakt, dit nog niet betekent dat dit bewijsmateriaal in een procedure als de onderhavige niet mag worden gebruikt.

De advocaat-generaal had daarbij nog het argument dat een ander oordeel er op neer zou komen “dat de weg wordt vrijgemaakt voor daden die achterwege behoren te blijven.” Het Hof Den Bosch oordeelde in 2003 hetzelfde.

In 2005 oordeelde de HR dat het fouilleren door een beveiliger van een winkeldief (na diens aanhouding door de beveiliger) onrechtmatig was. Een beveiliger mag alleen aanhouden bij betrapping op staande voet, maar niet zelf gaan fouilleren. Nu dat toch was gebeurd, had dat wellicht kunnen leiden tot strafvermindering bij wijze van compensatie voor de privacyschending. Er was alleen geen bewijs dat er hier daadwerkelijk nadeel was geleden door de verdachte.

Update (25 maart 2012) in dit arrest vond de HR het geen bezwaar dat een private beveiliger iemand fouilleerde en daarbij softdrugs had gevonden. De arrestatie en het bewijs waren rechtmatig.

De enkele grond dat die particuliere beveiliger de BH van de verdachte heeft opgelicht en aan de binnenzijde heeft bevoeld, tot welke handelingen de gegeven toestemming zich volgens de verdachte niet zou hebben uitgestrekt, kan niet leiden tot bewijsuitsluiting van het resultaat van deze fouillering. Immers, de in het Wetboek van Strafvordering vervatte normering met betrekking tot onderzoek aan de kleding en het lichaam richt zich niet tegen de particuliere beveiliger die een burger aan de kleding onderzoekt.

Ik kan geen uitspraken vinden die specifiek over volgen en bewijs vergaren per computer gaan, maar ik houd me aanbevolen. Ik kan me alleen moeilijk voorstellen dat daar een andere lijn zou worden gevolgd. Update (13:10) 10a van der Linden verwijst in de comments naar een arrest over een particulier die het netwerk van Zeelandnet afzocht en een computer met shared disk met kinderporno aantrof, waarna hij aangifte deed. Het Hof:

Het door een particulier naar aanleiding van een verzoek van de politie vrijwillig aan deze verstrekken van een IP-adres van een computer waarmee men verbinding heeft, is op zich niet onrechtmatig. De instructie van de getuige door de politie over de wijze waarop hij het IP-adres van de computer waarmee hij in verbinding stond op zijn scherm kon krijgen, betreft een eenvoudige reeks van handelingen die bij uitvoering op zichzelf geen bijzondere inbreuk met zich brengt op de privacy van een ander.

Update (11 juli): via ITenRecht vond ik nog een arrest waarin

ook indien het er voor zou moeten worden gehouden dat het door ASR registreren van de aankomst- en vertrektijden van haar werknemers, waaronder [appellant], in strijd is met de Wbp en/of de WOR en dat ASR daarmee onrechtmatig jegens [appellant] heeft gehandeld” zulks nog niet betekent dat Nova Dia onrechtmatig jegens [appellant] heeft gehandeld door de betreffende gegevens in de onderhavige procedure aan haar vordering ten grondslag te leggen.

De vraag zal eerder zijn hoe het bewijs moet worden gewaardeerd. Hoe weten we dat de T&P informatie bruikbaar genoeg is?

Arnoud