Netkwesties: Vrijspraak met bijsmaak bij hyperlink-strafzaak

Netkwesties schrijft in Vrijspraak met bijsmaak een mooi overzicht van de strafzaak inzake het aanbieden van codes voor peer-to-peer uitwisseling.

Ondanks de vrijspraak voor van ‘georganiseerde piraten’ in het eerste Nederlandse strafproces voor p2p-beheerders schept de Rotterdamse rechtbank een opmerkelijk precedent: het beheren van linksites kan in beginsel wél strafbaar zijn. Ze zijn ‘medeplichtig’ aan illegaal uploaden, in principe althans.

Arnoud

Hyperlinken mogelijk strafbaar feit

Sites die links naar illegale bestanden aanbieden kunnen medeplichtig zijn aan een strafbaar feit, juicht BREIN op Boek 9. ‘Internetpiraten’ grotendeels vrijgesproken, kopt daarentegen Nu.nl. Toch was er, zoals Planet terecht opmerkt, sprake van een principiële overwinning voor Brein in een recente strafzaak tegen twee eDonkey-sites. Update (23 december 2010) het vonnis is vernietigd in hoger beroep omdat het OM lui achter BREIN aanliep en geen eigen onderzoek heeft gedaan.

Via eDonkey kunnen mensen bestanden met elkaar uitwisselen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van hashcodes, die uniek zijn voor een bestand. Wie dus een bepaald bestand zoekt, moet weten welke hashcode het heeft. Op de sites Releases4u en Shareconnector van de verdachten was te zien welke code bij illegaal aangeboden films en muziek hoorde.

Nu werden er inderdaad opzettelijk en zonder toestemming werken verspreid, dus de aanbieders op eDonkey pleegden een misdrijf. Ben je nu medeplichtig aan dat misdrijf als je de hashcodes aanbiedt waarmee anderen de werken kunnen verspreiden? Ja, oordeelde de rechtbank:

[H]et handelen van de bij de website betrokken personen, onder wie verdachte als administrator, [kan] in beginsel beschouwd worden als medeplichtigheid aan de door de gebruikers van de website gepleegde inbreuken op auteursrechten door middel van het uploaden, doordat met de website de gelegenheid wordt geboden tot snelle verspreiding van de bestanden.

Wel moet worden bewezen dat bezoekers van de website via de aangeboden hashcodes werken hebben gevonden en die vervolgens ook weer hebben verspreid (geupload). Want zonder plegers geen medeplichtigen. Dat lukte in dit geval niet, waardoor de verdachten werden vrijgesproken.

Het vonnis bespreekt ook nog de vraag of de beheerders van de site schuldig waren aan medeplegen van de inbreuk. Bij medeplegen pleeg je het misdrijf zelf, in samenwerking met anderen. Er moet dan sprake zijn van “bewuste, nauwe en volledige samenwerking” tussen de betrokkenen. Bij medeplichtigheid help je of geef je gelegenheid tot het plegen. De mate van samenwerking mag dan een stuk minder zijn.

De legaliteit van torrentsites, maar ook van linksites in het algemeen, komt met dit vonnis onder druk te staan. De bekende vraag zijn hyperlinks legaal heeft er daarmee weer een nuance bij.

Arnoud

Alweer portretrecht voor de politie

Portretrecht voor de politie, het blijft een actueel onderwerp. Het Nederlands Juridisch Dagblad bericht over de antwoorden van minister Ter Horst over kamervragen over publicatie van foto’s van agenten. Kort gezegd ziet de minister geen aanleiding om nadere regels te stellen over het politiek-portretrecht.

De regels omtrent het portretrecht bepalen dat bij foto’s als deze een belangenafweging gemaakt moet worden tussen de privacy van de agent en de uitingsvrijheid van degene die de foto publiceert.

Uit jurisprudentie blijkt dat een van de uitgangspunten bij de belangenafweging is dat personen die in het kader van een onderwerp van maatschappelijk belang in het openbaar in de uitoefening van hun functie optreden, zoals politieambtenaren, als publieke personen onder omstandigheden meer kritiek en een grotere inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer moeten toestaan dan privépersonen.

Er is dus geen algemeen antwoord te geven op de vraag of agenten op de foto mogen, en of zo’n foto gepubliceerd mag worden. Het hangt er van af.

Arnoud

Creditcard-maatschappij niet aansprakelijk voor inbreuk door website

Perfect 10, de pornoboer met de vele rechtszaken, heeft onlangs een zaak verloren waarin ze probeerde creditcard-maatschappijen aansprakelijk te houden voor inbreuk op auteursrecht door betaalsites. Dat meldt de Register:

Perfect10, which touts its products as featuring “tasteful copyrighted images of the world’s most beautiful natural models,” sued Visa, MasterCard and others after sending repeated notices that some of the websites receiving credit card processing services from the financial institutions contained stolen Perfect10 images.

The court dismissed Perfect10’s contributory copyright claim after determining that the credit card companies had neither materially contributed to nor induced the infringing behavior. Since, the court argued, Visa and MasterCard did not use their payment processing systems to locate, transmit, alter or display copyrighted works, they did not contribute to the infringement.

In de Verenigde Staten kent men naast de “gewone” inbreuk op auteursrecht ook afgeleide varianten. Een “contributory infringer” is iemand die weet van de inbreuk en deze ook nog eens actief steunt. Bijvoorbeeld door de apparatuur te leveren waarmee het kan. Sony werd destijds onder dit leerstuk aangepakt toen ze de Betamax-videorecorder op de markt brachten, maar werd vrijgesproken omdat de videorecorder “substantial noninfringing uses” had en daarmee niet de inbreuken actief steunden. Filesharing bedrijf Grokster ging daarentegen hiermee nat omdat hun software vooral gericht was op het uitwisselen zonder toestemming.

Een “vicarious infringer” weet van de inbreuk en heeft de mogelijkheid om deze te stoppen. Bijvoorbeeld de organisatie van een computerbeurs: die kunnen een kraampje sluiten als daar illegale DVD’s worden verkocht. Doen ze dat niet, dan zijn ze in de VS aansprakelijk voor de inbreuk door die verkopers.

Het argument hier was dus dat de creditcard-maatschappijen onder een van deze varianten moest vallen, omdat zij immers inbreuk steunen door de betaling mogelijk te maken. Bovendien kunnen ze het stoppen: weiger je medewerking, en de inbreukmaker gaat vanzelf failliet.

Het 9e Hof vindt dit echter wel erg vergezocht. Je moet immers meehelpen aan de inbreuk zelf, en niet alleen maar in het algemeen samenwerken met het bedrijf:

The credit card companies cannot be said to materially contribute to the infringement in this case because they have no direct connection to that infringement. Here, the infringement rests on the reproduction, alteration, display and distribution of Perfect 10’s images over the Internet. Perfect 10 has not alleged that any infringing material passes over Defendants’ payment networks or through their payment processing systems, or that Defendants’ systems are used to alter or display the infringing images.
Je bent pas aansprakelijk als je op een of andere manier meehelpt aan de verspreiding van de inbreukmakende materialen zelf. Een online betalingsmogelijkheid doet dat niet. Die heeft net zo veel te maken met de dienst die verkopers leveren als bijvoorbeeld het electriciteitsbedrijf of de cateraar.

Arnoud

Middelvinger opsteken is toch belediging

In april schreef ik over een vonnis waarin de middelvinger opsteken niet als een belediging werd aangemerkt:

In alle gevallen zonder twijfel hufterig en/of onbeschoft, maar hufterig en/of onbeschoft gedrag is – hoewel spijtig genoeg – op zichzelf naar Nederlands recht niet strafbaar. Ook kan de opgestoken middelvinger onder omstandigheden dan ook als een verwensing worden gezien, maar ook dit houdt nog geen belediging in.

In het hoger beroep blijkt de middelvinger opsteken toch wel een belediging:

In het onderhavige geval kan het opsteken van de middelvinger, zoals in bovengenoemd proces-verbaal omschreven, slechts worden begrepen als een uiting van grote minachting jegens de betreffende politiefunctionarissen en daarmee als een gebaar dat de strekking heeft de politiefunctionarissen tot wie het gebaar was gericht in hun eer en goede naam aan te tasten. Het verweer wordt daarom verworpen.

Arnoud

Politie “googelt”, maar niet met Google

Intrigerende kop op NU.nl: Het Korps Landelijke Politiediensten en de andere 25 politiekorpsen kunnen binnenkort criminele informatie van andere korpsen ‘googelen’. Het blijkt echter te gaan om een intern informatiesysteem, BlueView geheten, waarmee het makkelijker wordt om gegevens bij elkaar te zoeken over criminelen.

De redacteur die besloten heeft om dit met “googelen” te koppen, kan een boze brief van Google verwachten. Want googelen mag alleen met Google.

Het is niet alleen NU.nl, maar ook vele anderen. De Pagerank van de resultaten suggereert dat het de Automatisering Gids is die het eerste met deze kop kwam.

Arnoud

Weer portretrecht voor politie

Op de nieuwe site www.politiefoto.nl kan iedereen zelfgemaakte foto’s van politieagenten plaatsen. Dit is een initiatief van Zwolse kunstenaars Wim Holsappel en Willem Alkema, als reactie op het “preventief fotograferen” van hangjongeren door agenten in Zuid-Holland.

De site meldt: “Het is nog niet bekend of het College Bescherming Persoonsgegevens vindt dat deze site de privacywetgeving overtreedt.” Maar de wetgeving in kwestie betreft het auteursrecht, of meer specifiek het portretrecht. En daar gaat het CBP niet over.

Begin april was er iets vergelijkbaars: toen werd een fotograaf bij de Zombie Walk verboden agenten te fotograferen vanwege schending van hun portretrecht. Ik citeer maar even uit dat berichtje, waarin ik uitlegde dat agenten minder snel aanspraak op portretrecht kunnen doen dan gewone burgers.

Zij verrichten immers een openbare taak, en de burger moet dat kunnen controleren en vastleggen. Bovendien moeten “public figures” meer kritiek en een grotere inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer toestaan dan privépersonen.

Deze actie lijkt op een rechtszaak uit 2005, waarin een man vrijgesproken werd die agenten fotografeerde. De agenten waren bezig met flitscontroles. De foto’s kwamen op Flitsservice.nl, wat de agenten een inbreuk vonden op hun portretrecht. Het gerechtshof vond dat er wel degelijk verslag gedaan mag worden van politie-activiteiten, en of daar foto’s bij nodig zijn “is een journalistieke beslissing waarin de rechter in beginsel niet dient te treden.”

Arnoud

Portretrecht voor de politie

Op 14 april was er de eerste Zombie Walk in Amsterdam. Maar, zo meldt VillaMedia.NL:

Bij deze demonstratie, die spontaan werd gehouden in het kader van het festival voor de fantastische film, werd de aanwezige fotograaf Jasper Groen, die o.a. werkt voor de weblog GeenCommentaar.nl, gedwongen om foto’s te wissen, waarop politieagenten herkenbaar in beeld zouden zijn. Door de politie werd geschermd met “het portretrecht van de agenten” en gedreigd zonodig hem mee te nemen naar het bureau.

Nu is portretrecht op de openbare weg altijd een lastig onderwerp. Je moet een redelijk belang kunnen aantonen waarom de foto niet gepubliceerd mag worden. Privacy is zo’n redelijk belang. Je hebt ook op de openbare weg een zekere aanspraak op privacy, maar die is wel minder dan in privé-lokaties. Er moeten dan bijzondere omstandigheden spelen, bijvoorbeeld als een foto van jou in een expliciete pose op een straatfeest gebruikt wordt in een tijdschrift. Was dat nu echt nodig, zal de rechter vragen.

Bij de politie ligt het iets anders. Zij verrichten immers een openbare taak, en de burger moet dat kunnen controleren en vastleggen. Bovendien moeten “public figures” meer kritiek en een grotere inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer toestaan dan privépersonen.

Deze actie lijkt op een rechtszaak uit 2005, waarin een man vrijgesproken werd die agenten fotografeerde. De agenten waren bezig met flitscontroles. De foto’s kwamen op Flitsservice.nl, wat de agenten een inbreuk vonden op hun portretrecht. Het gerechtshof vond dat er wel degelijk verslag gedaan mag worden van politie-activiteiten, en of daar foto’s bij nodig zijn “is een journalistieke beslissing waarin de rechter in beginsel niet dient te treden.”

In dat specifieke geval hadden bezoekers van de site op soms zeer agressieve en dreigende manier op de gebeurtenissen gereageerd. Dat, plus het feit dat het ging over de politie als zodanig en niet specifiek deze agenten, was voor het gerechtshof genoeg om aan te nemen dat er geen journalistieke noodzaak was om de agenten herkenbaar en met hun naam erbij in beeld te brengen.

Bericht gevonden via SOLV.

Arnoud