Amazon mogelijk aansprakelijk voor nepproducten van verkopers

geralt / Pixabay

Amazon kan aansprakelijk zijn als anderen namaakproducten verkopen op zijn platform, las ik bij RTL Nieuws. Het Europese Hof van Justitie oordeelde namelijk op 22 december dat de alleswebwinkel zich niet kan beroepen op de juridische bescherming voor tussenpersonen. Amazon doet te weinig om duidelijk te maken wanneer ze zelf iets verkoopt en wanneer een partner dat doet. Daarmee kan Amazon zelf aangesproken worden op eventuele merkinbreuk of andere rechtenschendingen.

De zaak was aangebracht door schoenenmerk Louboutin, bekend van de rode zool. En ja, die is als merk gedeponeerd dus andere schoenen met rode zolen hebben een probleem. Desondanks duiken die vaak op bij grote webwinkels waar partners welkom zijn, want vaak opereer je onder de radar en kun je een leuke winst maken door zulke schoenen te verkopen. Vaak heeft het platform ook weinig contactinformatie, en bovendien is het platform zelf niet aansprakelijk zolang ze het aanbod maar weghalen zodra er een klacht komt.

Louboutin was het daar niet mee eens in het geval van Amazon, omdat die wel even iets meer doet dan een prikbord zijn voor andermans advertenties. Zij geven al het aanbod een uniforme vormgeving, plaatsen nadrukkelijk hun eigen logo bovenaan en vertonen productadvertenties op hun site (en elders, zoals in Google-advertenties) zonder duidelijk te melden dat die van partners zijn. Daardoor kun je makkelijk de indruk krijgen dat al het aanbod van Amazon zelf is, was dus het argument.

Het Hof van Justitie ziet daar wel wat in: als consumenten een link leggen tussen het geadverteerde en het platform, dan is eventuele merkinbreuk door dat geadverteerde toe te schrijven aan dat platform. “Buy now genuine replica Louboutin red sole shoes at Amazon.com” roepen in je advertentie en dan zeggen “ja nee kijk wij zijn alleen een neutraal platform dat geïnteresseerden bij elkaar brengt en wat volwassen mensen dan in een 1-op-1 contact afspreken daar staan wij buiten”, dat vind ik juridisch ook niet heel sterk.

Natuurlijk, bij ieder platform staat de naam er wel ergens bij. Maar waar het nu om gaat volgens het Hof is hoe makkelijk je kunt zien dat je bij verkoper ZoolenZo aan het kopen bent dan wel bij Amazon zelf:

51 However, the fact that the operator of an online sales website integrating an online marketplace uses a uniform method of presentation of the offers published on its website, simultaneously displaying its own advertisements and those of the sellers third party and displaying its own renowned distributor logo both on its website and on all of these advertisements, including those relating to products offered by third-party sellers, is likely to make such a clear distinction difficult and thus to give the normally informed and reasonably attentive user the impression that it is the said operator who markets, in his name and for his own account, also the products offered for sale by these third-party sellers.
Uit eigen ervaring weet ik dat je bij Amazon echt wel even moet kijken met wie je zaken doet. In veel gevallen zie je dat alleen met de kleine “Sold by” omschrijving rechts onder de “Add to cart”-knop, zoals hier:

Als je de hele pagina openklikt, dan is de branding van Amazon zelf een stuk aanweziger dan die van de daadwerkelijke verkoper, Hot Chocolate Design. Dus ik zie het argument wel dat mensen hier van de indruk kunnen krijgen dat ze met Amazon zaken doen. Wat de grote letters suggereren, kunnen de kleine lettertjes niet wegnemen.

In Nederland is het grote alleswarenhuis natuurlijk Bol.com. Die doen het toch iets duidelijker. Allereerst zie je in de zoekresultaten al de naam van de verkoper (direct boven de titel, weliswaar klein), daarna zie je net als bij Amazon “Verkoop door” en de bedrijfsnaam en als je dan gaat afrekenen dan wordt die naam nogmaals genoemd. Dat lijkt mij eerlijk gezegd genoeg om dit arrest te kunnen ontwijken.

Arnoud

 

Je Amazon Echo en Alexa nodigen straks zelf de buren uit

Amazon start op 8 juni met Amazon Sidewalk, een mesh-dienstverlening die alle apparaten van Amazon in staat stelt ook het netwerk van de buren te gebruiken. Dat las ik bij AG Connect. De nieuwe functie is er vooralsnog alleen in de VS maar staat standaard aan op alle Amazon-apparatuur, hoewel er een opt-out is. Het idee is dat wanneer de internetverbinding bij de een uitvalt, de Amazon-services toch nog gebruikt kunnen worden door de ander en vice versa. Maar er hoeft natuurlijk maar iets mis te zijn in de firmware van die apparaten en alle thuisnetwerken van alle klanten liggen open en bloot voor inbrekers. Mag dat dan zomaar?

In een whitepaper beschrijft Amazon hoe de dienst werkt. De kern is dat er een groot mesh network opgebouwd wordt, waarbij alle apparaten verbinding met elkaar leggen en zo ook elkaars internettoegang delen. Als mijn systeem dus even niet internet op kan, dan wordt er desnoods tot in het dorp hiernaast gehopt tot er iemand wél internet heeft. Snel zal het niet zijn, maar voor bijvoorbeeld het synchroniseren van profielgegevens of het downloaden van komt-wel-een-keer updates is dat niet erg.

Dat klinkt leuk en hip maar het betekent wel dat je dus je internetverbinding beschikbaar stelt voor iedereen in het land (in theorie zelfs ter wereld) die ook Amazon-diensten afneemt. Er wordt niet van alles gedownload en getorrend, dus echt bang voor claims van derden hoef je niet te zijn. Gemiste kans in zoverre dat ik Tim Kuik wel wil zien kijken als ik “ja sorry dat moet de koelkast van de buren geweest zijn” zeg.

Verder komt men bij Wired nog met de berekening:

What’s more, Amazon promises never to use more than 500 MB of data in a month, which is the same as streaming about 10 minutes of high definition data.
Nou is 10 minuten HD video niet echt ontzettend veel maar verwaarloosbaar kan ik het ook niet noemen. Plus, er gebeurt niet als die belofte niet wordt gehaald, behalve dat je een meelbal van een marketeer krijgt.

Ik kan er niet direct een juridisch verbod op aanwijzen maar het voelt onprettig, opgedrongen en net te veel gevraagd. Ik weet dat heul heul vroeger de PTT ook ongevraagd stroom afnam om je telefoon te laten rinkelen, maar dit lijkt meer op een cryptominer in je router.

Ik snap denk ik vooral niet waarom Amazon denkt dat ik dit een goed idee zou vinden?

Arnoud

Oh sjonge, optimaliseren van onze website is dus een boetewaardige cookietekst

De Franse privacyautoriteit CNIL heeft Google en Amazon een boete van respectievelijk 100 miljoen en 35 miljoen euro gegeven, las ik bij Nu.nl. Het boetebesluit is opmerkelijk omdat het gewoon recht voor z’n raap beboet wat veel mensen al lang zeggen maar bedrijven gewoon blijven doen: direct een tracking cookie zetten en ook nog eens in de cookiemelding alleen maar vage teksten als “By using this website, you accept our use of cookies allowing to offer and improve our services. Read More” te hanteren. Het blijft me verbazen, dat iedereen daar gewoon mee doorging.

Of nou ja, eigenlijk ook weer niet want iedereen doet het en er werd toch niet op gehandhaafd. Maar ik had denk ik wel ergens verwacht dat die vage teksten als “wij gebruiken cookies om uw bezoekerservaring te optimaliseren” wel zouden verdwijnen toen de AVG haar intocht maakte. Dat blijkt dus fors tegen te vallen.

De CNIL is de Franse toezichthouder, en legt dan ook de boete op voor de dienst Google.fr en Amazon.fr – aan de Franse dochter van Google en Amazon, omdat die daadwerkelijk in de EU gevestigd zijn. Zo concludeert men:

Therefore, the processing consisting of operations of accessing or entering information in the terminal of users of the Google Search search engineresiding in France, in particular for advertising purposes, is carried out within the framework of the activities of the company GOOGLE FRANCE on French territory, which is in charge of the promotion and marketing of GOOGLE products and their advertising solutions in France.
(Wat natuurlijk klopt, die Europese dochterbedrijven zitten er om advertenties te verkopen dus die tracking cookies draaien daar voor hún zakelijk belang. De juridische bedrijfsstructuur doet er dan gewoon niet meer toe.)

Maar dan de echte discussie, hoe moet je uitleggen wat je doet? Na eerst alleen maar “Beheer uw privacy klik hier” te hebben gehad, had Google bijvoorbeeld op zeker moment dit ingevoerd:

Google uses cookies and other data to provide, manage and improve its services and ads. If you agree, we’ll personalize the content and ads you see based on your activity on Google services like Search, Maps, and YouTube. Some of our partners also assess how our services are used. Click “More Info” to explore your options or visit g.co/privacytools anytime
Maar is dit genoeg? Nee, aldus de CNIL: hieruit haal je niet dat je gevolgd wordt over meerdere apparaten en diensten heen, dat sprake is van vérgaande personalisatie en vooral dat je dit alles kunt uitzetten. Ja, er staat “more info to explore options” maar dat is bij lange na natuurlijk niet een mogelijkheid om te weigeren. En laat de wet nu niet alleen een weigermogelijkheid eisen maar zelfs een vooráfgaande: je moet gewoon vrijelijk toestemming kunnen geven of niet.

Wie heel hard zocht, kon een opt-out mogelijkheid vinden. Alleen bleek daarbij dat daarna niet alle cookies daadwerkelijk werden verwijderd of op opt-out werden gezet, zodat het tracken vrolijk verder kon gaan.

Goed, en nu. Moet iedereen stoppen met die vage zinnen, en vooral met cookies plaatsen voordat mensen op ja hebben geklikt? Nou ja, wat denk je zelf. Maar ik weet ook wel dat de concurrent er gewoon mee doorgaat, dat deze zaak nog jaren gaat slepen en dat er dus bar weinig prikkel is om morgen over te stappen op een volledig compliant systeem. Dit is echt een probleem.

Arnoud

Winkeliers mogen luxeartikelen niet op Amazon verkopen

Fabrikanten van luxeartikelen mogen winkeliers verbieden om die producten ook aan te bieden op Amazon en andere online marktplaatsen. Dat meldde het FD vorige week. Cosmeticaproducent Coty Duitsland had een winkel gedagvaard wegens verkoop op Amazon van hun producten. De zaak liep op tot het Hof van Justitie, dat op 6 december bevestigde dat dit mocht. Daarop kreeg ik veel vragen, of nu wederverkoop op die platforms volledig verboden zou gaan worden. Nou nee: een belangrijke nuance die veel nieuws hierover mist, is dat het moet gaan om officiële wederverkopers van de luxeproducten.

Al decennia geldt in Europa het vrij verkeer van goederen. Wie een product legaal op de Europese markt verwerft, mag dat doorverkopen en de merkhouder of fabrikant kan dat niet verbieden en er zelfs geen eisen aan stellen. Dus een wederverkoper verbieden je merk te gebruiken of hem het recht ontzeggen een restpartij op Marktplaats.nl te zetten is gewoon niet mogelijk.

Nu is een merkhouder of fabrikant natuurlijk niet verplicht om aan je te leveren, dus het is mogelijk om met verkoopcontracten een gesloten distributiesysteem op te tuigen. In die contracten staat dan waar je wél mag verkopen en op welke manier, waarbij het dan op papier mogelijk is om te zeggen “alleen in de winkel” of “niet op grote online marktplaatsen”. Omdat dit interfereert met dat beginsel van het vrije verkeer, zitten daar dan wel weer strenge regels op.

In deze zaak speelde precies die situatie. Het merk Cozy verkoopt luxe cosmetica en had contractueel de distributie dichtgetimmerd, waarbij onder meer de eis gold dat elk verkooppunt goedgekeurd moest zijn en dat

de depositair het recht [heeft] de producten via internet aan te bieden en te verkopen. Voorwaarde is echter dat de internetactiviteiten van de depositair als ‚elektronische etalage’ van de erkende winkel plaatsvinden en dat het luxekarakter van de producten onaangetast blijft.

De wederverkoper stapte naar de rechter met de stelling dat hiermee het vrij verkeer van goederen werd aangetast en de vrije mededinging werd gehinderd. Al eerder was uitgemaakt dat een selectief distributiestelsel in principe mag, wanneer de wederverkopers worden gekozen op grond van objectieve, uniforme criteria en wanneer het passend is voor die producten (bijvoorbeeld wanneer de luxe-uitstraling een essentieel onderdeel is van het product, hetgeen bij cosmetica natuurlijk voor 99% de prijs bepaalt). De nieuwe vraag was dus, mag bij zo’n distributiestelsel dan ook verkoop via internet worden verboden?

Omdat het hier gaat om een luxeproduct waarbij een duidelijke specifieke uitstraling werd gezocht, mag de fabrikant/merkhouder die uitstraling ook verlangen bij verkoop via internet. Ze mag dus bijvoorbeeld eisen stellen aan hoe de webshop eruit mag zien.

Bij platforms van derden (zoals Amazon dus) ligt dat wat moeilijker. Die hebben hun eigen uitstraling en daar is als winkelier weinig aan te doen. Is dat genoeg om te zeggen dat handel op die platforms niet mag, omdat laten we zeggen de luxe-uitstraling een tikje minder is? Ja, aldus het Hof, omdat 90% van dit soort selectieve handel via de fysieke winkel en/of webwinkel van de winkeliers gaat en niet via deze platforms:

zoals blijkt uit [onderzoek van de Europese Commissie zijn het] de eigen webshops van de wederverkopers, die door meer dan 90 % van de ondervraagde wederverkopers worden gebruikt, ondanks de toenemende betekenis van platforms van derden bij het op de markt brengen van producten door wederverkopers, het voornaamste distributiekanaal in het kader van de distributie op internet vormen.

Wanneer die grote platforms dus én een lage uitstraling hebben én slechts een marginaal kanaal vormen, dan is het geen wezenlijke inperking van de handelsvrijheid om verkoop via die platforms te verhinderen. Ja, dat is een cirkelredenering. Maar in theorie zou een winkelier dus kunnen onderhandelen dat hij wél op die manier mag verkopen, en na verloop van tijd zou daarmee de platformverkoop belangrijker kunnen worden.

Arnoud

Amazon-patent moet prijsvergelijken via wifi van winkel tegenhouden

Amazon heeft onlangs goedkeuring ontvangen voor een patent, waarin een methode is beschreven om het vergelijken van prijzen via de wifi-verbinding van fysieke winkels tegen te gaan. Dat meldde Tweakers vorige week. Doel van die methode is te zorgen dat je niet snel online bestelt wat je zojuist in de winkel hebt gezien. Maar het patent noemt ook de optie van een tegenbod door de winkel, wat commercieel iets slimmer lijkt. Denk je dat ze na de ophef over 1-click patenteren iets geleerd hebben, tsja.

Uiteraard wil het weinig zeggen dat een bedrijf ergens patent op krijgt. Dat betekent alleen maar dat de patentverlenende instantie geen bezwaren zag, met name niet ten aanzien van nieuwheid (bestond dit al), inventiviteit (is het meer dan een triviale variatie) en technisch karakter (is dit significant meer dan een wiskundig of economisch principe). Het is zeer zeker geen voornemen of teken dat een bedrijf dit wil doen – en ook geen erkenning dat het iets bijzonders is, wat sommige uitvinders nog wel eens lijken te denken.

Het ligt echter wel in de lijn van Amazons nieuwste tak van sport: het fysiek laten winkelen van mensen, gekoppeld aan een online afrekenproces. Je hoeft zo niet meer langs een kassa, alles gaat via je telefoon behalve het dingen in je mandje leggen. En dit is ook waarom “huh, dan gebruik je toch gewoon je 4g verbinding” niet werkt: het afrekenproces vereist dat je via het lokale wifi-netwerk verbonden bent met Amazon. Daarmee hebben ze je.

Het octrooi is alleen in de VS verleend, dus in Europa hoeven we hier niet voor te vrezen. Het verbaast me sowieso al dat het in de VS is toegekend – mij lijkt dit een vrij duidelijk voorbeeld van een sinds Alice niet meer octrooieerbaar softwarepatent. Uit het verleningsdossier haal ik dat het argument hem erin zat dat een browser wordt bestuurd, en dat dat meer zo zijn dan enkel het idee “ze mogen de prijzen niet zien”. Meh.

Bij Tweakers las ik nog de vraag hoe zich dit zou verhouden tot netneutraliteit. Het is nogal een forse ingreep en direct gericht op commercieel voordeel van de aanbieder. Maar onder de Europese Netneutraliteitsverordening gelden die regels alleen voor aanbieders van openbare internettoegang, en daar vallen winkels met wifi niet onder.

Arnoud

Amazon klaagt ruim duizend mensen aan voor plaatsen nepreviews

yelp-een-ster-reviewAmazon klaagt 1.114 mensen aan voor het verkopen van nepreviews en het misleiden van zijn klanten, las ik bij Nu.nl. Op de website Fiverr.com bieden mensen de dienst aan om vijfsterrenrecensies achter te laten bij Amazon, zodat webwinkeliers daar er beter uit springen. Amazon claimt reputatieschade, merkinbreuk, cybersquatting en contractbreuk.

Het hebben van een goede reputatie (vijf sterren) op Amazon is van levensbelang voor handelaren. Logisch dus dat er partijen zijn die in dat ‘gat’ in de markt springen en zichzelf verhuren om goede recensies te geven. Bij voorkeur met een “verified purchase”, oftewel een recensie gedaan na een aankoop, want dat geeft meer vertrouwen. Dergelijke recensies zijn te koop via allerlei sites, van het vrij expliciete buyamazonreviews punt com tot algemene sites als Fiverr waar je allerlei diensten aan kunt bieden.

Amazons hoofdargument is dat dit in strijd is met de Terms of Service (TOS) oftewel de huisregels. Logisch, als je zegt “X mag niet” dan is een juridische claim “boehoe hij deed X en nu heb ik schade” vrij eenvoudig. Merkinbreuk, samenzwering en dergelijke wordt er in de VS altijd bijgehaald om de zaak wat stoerder te doen klinken. Net als driehonderd keer met “wilfully caused actual malice through unfair means” gooien.

In Nederland zou er nog een ander mooi argument zijn: het is een misleidende handelspraktijk om jezelf voor te doen als bona fide consument met een recensie van een product. Ook op die grond kun je dus je schade claimen als bedrijf.

Moet je ze wel kunnen vinden natuurlijk. In de VS is dat dan iets makkelijker: je start een John Doe-rechtszaak tegen de plaatsers én de site, waarna de site er tussenuit valt als ze zeggen welke IP-adressen werden gebruikt. Vervolgens kun je bij de internetproviders de NAW-gegevens van de heren en dames Doe opeisen. Die procedure kennen wij niet, hooguit indirect via het Lycos/Pessers-arrest alleen moet het dan “voldoende aannemelijk” zijn dat de recensies nep of misleidend zijn, en dat zal niet meevallen.

Verder is de vraag wat de schade is. Reputatieschade is natuurlijk notoir moeilijk te kwantificeren. Amazon doet daar vooralsnog ook geen poging toe, maar eist winstafdracht en een nader te bepalen bedrag aan schade. Die kan in de VS nog hoog oplopen: als blijkt dat opzet en kwade trouw bewezen kan worden, kan de jury punitive damages opleggen, oftewel een uit de dikke duim gezogen bedrag dat als gepaste boete voelt voor de overtreding.

Hoe herkennen jullie neprecensies eigenlijk?

Arnoud

Is de Amazon cloud nu wel veilig voor Europese persoonsgegevens?

simpsons-cloud-diefstal-data-fotoDe Europese privacytoezichthouders hebben Amazon’s clouddienst privacytechnisch goedgekeurd, las ik op diverse media. Daarmee zou Amazon Web Services ineens da juridische bomb (oké, The Register) zijn.

Het ligt iets subtieler: de contracten waaronder Amazon werkt, zijn voorzien van juridische clausules over export en gebruik van persoonsgegevens door Amazon. En die clausules zijn goedgekeurd, zodat Amazon voldoet aan de Europese regels op dat punt.

Wie persoonsgegevens wil laten verwerken door een ander, moet een bewerkersovereenkomst sluiten met die ander. Daarin wordt vastgelegd wat de bewerker (de opdrachtnemer, Amazon dus) mag doen met persoonsgegevens, wat hem verboden is en op welke manier hij de persoonsgegevens moet beveiligen.

Export van persoonsgegevens naar buiten de EU is daarbij een speciaal geval. Dit mag eigenlijk niet, tenzij het ontvangende land een net zo strenge wet heeft over persoonsgegevens als de EU. En geen enkel land buiten de EU heeft dat. Gelukkig zijn daar wat uitzonderingen op. Eén uitzondering ontstaat als je met je bewerker afspraken maakt conform de modelcontracten die de EU ooit heeft opgesteld. En de toezichthouders hebben nu dus bepaald dat Amazon’s contracten conform die modellen zijn.

Het wil echter niet zeggen dat het gebruik van de Amazon cloud zonder meer goed voor de privacy is. Er blijft nog altijd die ene angel bestaan waar Microsoft zich aan gestoken heeft: de Amerikaanse rechter vindt dat zij de macht heeft het Amerikaanse Microsoft te bevelen data af te geven die bij haar Europese dochters opgeslagen staat. Microsoft vecht dit aan, maar er zijn goede redenen waarom die rechter gelijk kan hebben.

Arnoud

Amazon in VS aangeklaagd om beleid in-app aankopen

amazon-in-app-appstoreDe Amerikaanse Federal Trade Commission (FTC) klaagt internetbedrijf Amazon aan vanwege zijn beleid met betrekking tot in-app aankopen, las ik bij Nu.nl. Dit beleid zou het te makkelijk maken dingen te kopen, met name voor kinderen. Na klachten werd er een wachtwoord gevraagd bij aankopen van $20 of meer, en pas een jaar later ook voor kleinere aankopen. Maar ook daarna bleven de klachten komen.

De FTC, zeg maar de Amerikaanse Autoriteit Consument en Markt (ACM), noemt deze praktijken unfair practices. Wat wij oneerlijke handelspraktijken zouden noemen: niet conform de “professionele toewijding” en ervoor zorgend dat de gemiddelde consument niet goed meer in staat is om een geïnformeerd besluit te nemen. Dat is in de VS en bij ons een open norm, hoewel wij ook een zwarte lijst hebben waar dingen op staan als valselijk melden dat je erkend bent of dat je binnenkort je zaak sluit (de permanente opheffingsuitverkoop).

De FTC neemt een intrigerende insteek: Amazon maakt het té makkelijk voor kinderen om in-app aankopen te doen zonder dat er duidelijke toestemming is voor die aankopen door de accounteigenaar. Dat is dan in strijd met deze professionele toewijding, oftewel dat hoor je gewoon niet te doen als professionele aanbieder van diensten. Verzin maar iets om die klikkende kids buiten de deur te houden of zeker te weten dat papa en mama het akkoord vinden.

Een belangrijk aspect in die klacht is dat je weliswaar een wachtwoord in moet voeren, maar dat die dialog niet expliciet meldt voor welk bedrag je nu een aankoop autoriseert. Wij hebben daar geen expliciet equivalent van, alleen een verbod op dit agressief beding:

kinderen in reclame er rechtstreeks toe aanzetten om geadverteerde producten te kopen of om hun ouders of andere volwassenen ertoe over te halen die producten voor hen te kopen;

Je zou hiervan kunnen spreken wanneer het gaat om een spel dat primair verkocht wordt aan kinderen, zoals Smurf’s Village. Hoewel de tekst van dit verbod meer gaat over het uitlokken dat kinderen jengelend gaan eisen dat ze iets mogen kopen, niet om dat de geboden popup te onduidelijk is.

Wel hebben wij sinds 13 juni een expliciete eis dat je koopknop duidelijk moet maken dát je een betalingsverplichting aan gaat. De Amazon-knop vermeldt niet meer dan “Continue”. Bij ons zou dat denk ik toch te weinig zijn, hoewel de popup als titelbalk heeft “Confirm in-app purchase”.

Waarom Amazon en niet Apple, denkt u nu misschien. Nou, omdat Apple al geschikt had eerder dit jaar. Het bedrijf heeft zo’n 32 miljoen dollar aan refunds gegeven na een vergelijkbare klacht door de FTC. Het is me niet duidelijk welke aanpassingen het bedrijf heeft moeten doorvoeren aan hun inappaankoopfunctionaliteit.

In mijn inbox is het een van de meest voorkomende klachten: mijn kind heeft credits/smurfberries/etc gekocht, hoe maak ik dat ongedaan? En hoewel blijkt dat de appstoreaanbieders meestal wel coulant zijn, is en blijft het een hele toer dit voor elkaar te krijgen. Dus misschien wordt het ook maar eens tijd om onder dwang van stevige boetes hier een betere oplossing voor te verzinnen.

Arnoud