Een domeinnaam geleverd krijgen door een failliet bedrijf

Een lezer vroeg me

Eind 2010 kocht ik een aantal domeinnamen over van een besloten vennootschap. Vanwege allerlei ongerelateerde verwikkelingen is het er niet van gekomen ze op mijn naam over te zetten. Recent wilde ik dit alsnog doen, maar toen bleken ze ineens op naam van een heel ander bedrijf te staan. Dit bedrijf meldde me dat zij de domeinnamen netjes bij de curator hadden gekocht, omdat mijn wederpartij failliet was verklaard enkele maanden terug. Maar ik heb toch een contract van vóór de faillissementsdatum? Hoe krijg ik nu mijn domeinnamen terug?

Ik vrees dat dit erg lastig wordt. Bij een faillissement gelden bijzondere regels, waardoor je niet zomaar kunt zeggen “ik heb een contract, geef hier”. Dat geldt niet alleen voor domeinnamen, maar dit is een algemene regel uit het faillissementsrecht.

De vraagsteller heeft een contract met een bedrijf dat failliet is. Hij kan van de nieuwe eigenaar niets vorderen, omdat hij daarmee geen contract heeft. Ook was hij nog geen eigenaar (houder) van de domeinnamen. Het enige dat de vraagsteller heeft, is een vordering op het failliete bedrijf om hem houder te máken.

De curator staat echter in zijn recht als hij dat contract negeert en dus wanprestatie pleegt. Dat heeft de Hoge Raad expliciet gezegd: de curator moet maximaal geld uit de boedel halen, en als dat contractbreuk vereist dan mag dat.

Ter vergelijking: je koopt een auto bij een dealer, maar die gaat failliet voor je je de auto krijgt. In dat geval ben je je geld kwijt én je krijgt de auto niet. Deze is nog niet je eigendom (dat is pas bij levering zo) en de curator hoeft dus niet de auto te leveren. Het enige wat je kunt doen, is bij de curator een claim voor schadevergoeding indienen en hopen dat er nog geld in de boedel zit om deze te betalen.

Arnoud

Het achterhouden van een domeinnaam

Een regelmatig terugkerend conflict, zo weet ik uit mijn praktijk: een webdesigner maakt een site voor een klant, maar weigert de domeinnaam af te staan. In een recent vonnis oordeelt de rechtbank Almelo dat een ontwerpersbedrijf niet zomaar een domeinnaam kan achterhouden. Zo’n bureau wordt geacht de domeinnaam namens de klant te hebben aangevraagd en niet namens zichzelf, ook als dat niet in de offerte staat.

In deze zaak had de gedaagde een webshop ontworpen en daarbij onder andere de domeinnaam lierenshop.nl laten registreren. Op zeker moment liep die klus uit de hand, hoewel me niet goed duidelijk is wat er nu precies is misgegaan. In ieder geval bleek echter de domeinnaam lieren-shop.nl te worden doorgelinkt naar de website van een concurrent van de opdrachtgever. Dat vond deze niet leuk, en dat leidde dus tot deze rechtszaak.

De eerste vraag voor de rechter is van wie de domeinnaam nu eigenlijk is. Formeel stond deze namelijk op naam van de websiteontwikkelaar en niet de klant, en het contract vermeldde niet expliciet hoe dit geregeld zou moeten worden. De rechter vindt het gezien de omstandigheden duidelijk dat de domeinnaam voor de opdrachtgever is. Er was opdracht tot ontwikkelen van een webshop, en daar hoort een domeinnaam bij.

Dat [eiseres] mogelijk geen expliciete instructie zou hebben gegeven ten aanzien van de inhoud van de webshop en dat [gedaagde] naar eigen zeggen onvoldoende betaald heeft gekregen voor de ontwikkeling en het bijhouden van de webshop, doet daaraan niet af.

Die formulering vind ik een tikje merkwaardig: het is immers toegestaan je eigen verplichtingen op te schorten als de wederpartij niet aan de zijne voldoet. Wanneer je opdrachtgever niet betaalt, hoef je een domeinnaam niet over te zetten ook al is dat contractueel afgesproken. Wel moet natuurlijk vaststaan dát er niet of onvoldoende is betaald. Wellicht dat dat hier de verklaring levert; dat “naar eigen zeggen” laat doorschemeren dat de rechter er niet van overtuigd is dat de opdrachtgever een wanbetaler is.

Ook laat de rechter zwaar meewegen dat de domeinnaam wordt gebruikt om geld te verdienen door de opdrachtgever, en dat de ontwerper dit bedreigt:

De enkele dreiging van [gedaagde] – ook al heeft hij ter zitting gesteld een en ander niet zo bedoeld te hebben – om de website op”zwart te zetten” geeft [eiseres] daartoe reeds voldoende belang. [Eiseres] heeft er immers belang bij om zijn inkomsten uit de webshop te kunnen waarborgen.

Het toont maar weer eens aan hoe belangrijk het is duidelijke afspraken te maken over wie wat maakt en registreert, op welke naam dit komt te staan en wat de opdrachtnemer mag doen als de opdrachtgever niet betaalt.

Er zijn ook webdesignbureaus die standaard domeinnamen op hun eigen naam zetten. Dat heet dan ‘service’ (omdat het beheer dan eenvoudiger is) maar het is natuurlijk een verkapte manier van verplichte winkelnering voor zijn klanten. Die kunnen nu niet meer weg, omdat ze de domeinnaam niet kunnen overzetten. Ze zijn immers geen eigenaar (pardon, houder) omdat volgens de SIDN het webdesignbureau dat is.

Arnoud

Het volgen van de volgers van een concurrent

mediavacatures.pngEen oudere domeinnaam kan worden opgeëist door een jongere handelsnaamhouder, maar dan moeten er wel bijzondere omstandigheden zijn. Dat blijkt uit een vonnis in kort geding van de rechtbank Amsterdam over Mediavacature.nl (2006) en mediavacatures.nl (2002). Maar het volgen van volgers van de concurrent op Twitter is daarentegen niet verboden, tenzij je “op slinkse wijze” klanten van de concurrent “weglokt” door verwarring te scheppen over jouw identiteit versus die van de concurrent.

Domeinnaamhouders hebben vaak het idee dat hun oudere domeinnaamregistratie ze beschermt tegen acties van latere merk- of handelsnaamhouders. Omgekeerd denken handelsnaam- of merkhouders nog wel eens dat ze alles kunnen opeisen omdat zij een juridisch recht hebben. De waarheid ligt in het midden. De wet gaat uit van de merk of handelsnaam en bekijkt dan of daar inbreuk op gepleegd wordt. De datum van registratie van de domeinnaam kan daarbij een factor zijn, maar is op zichzelf niet doorslaggevend.

In dit geval kon de eiser aantonen dat hij vanaf najaar 2006 met de handelsnaam Mediavacature.nl (zonder s) opereerde. Hij had facturen, offertes, persberichten en dergelijke overlegd waar deze handelsnaam op stond. En zo hoort het. Handelsnaamgebruik bewijs je door daadwerkelijk met die naam naar buiten te treden. Het registreren bij de KVK helpt je niet.

De domeinnaam mediavacatures.nl dateerde uit 2002. Tussen 2002 en 2007 werd de domeinnaam echter niet als handelsnaam gebruikt, maar alleen als doorlink-URL naar mediaflex.nl. Rond augustus 2006 verschenen er stukken waarin plannen werden voorgesteld om iets te doen met die domeinnaam, maar plannen zijn nog geen handelsnaamgebruik. Je moet echt naar buiten treden en je profileren als bedrijf onder die naam. Daarmee kan de gedaagde zich niet beroepen op een ouder handelsnaamrecht.

De rechtbank, die zich overigens bevoegd achtte “omdat de gewraakte handelingen van gedaagden op het internet plaatsvinden, [en dus] tevens plaats in het arrondissement Amsterdam”, vindt dat inbreuk wordt gepleegd op het handelsnaamrecht van de eiser. De domeinnaam lijkt zo veel dat er haast wel verwarring móet ontstaan. Maar omdat men al vrijwillig het gebruik van deze domeinnaam had gestaakt en had toegezegd niet langer te opereren onder die naam, blijft het bij een verbod an sich. De domeinnaam hoeft niet te worden overgedragen.

Ook bleek de gedaagde op Twitter actief te zijn geweest met het account @mediavacatures. Daarmee werden klanten van eiser gevolgd. Dat vindt de rechtbank niet verboden:

Het volgen van de volgers van een concurrent kan dan ook voorshands niet onrechtmatig worden geacht. Uitgangspunt is immers dat het profiteren van andermans product, inspanning, kennis of inzicht op zichzelf niet onrechtmatig is, ook niet als dit nadeel aan die ander toebrengt. Dit is pas anders indien een twitteraar (al dan niet bewust) bij het publiek verwarring creëert over zijn identiteit en zodoende “op slinkse wijze” klanten van de concurrent “weglokt”.

De rechtbank vindt het echter niet meer aannemelijk dat de eiser nu nog klanten kwijt zal raken, omdat de gedaagde immers niet meer de bedrijfsnaam Mediavacatures.nl mag gebruiken. Het wordt ze wel verboden om deze handelsnaam op Twitter te voeren. En als je nu kijkt op Twitterrr dan lijkt men daaraan voldaan te hebben: bij het account staan nu duidelijkde bedrijfsnaam “MV Jobs Media” met alleen als ondertitel “@Mediavacatures on the world wide web”. Ook het logo is van MV Jobs. Niemand kan dit nog aanzien voor het bedrijfstwitteraccount van @Mediavacature.

Arnoud

De geografisch verwijderde domeinnaam

shoe-times.jpgEen Gronings bedrijf had de domeinnaam www.shoetime.nl geregistreerd voor hun bedrijfswebsite. Prima, alleen vond een bedrijf uit Panningen, gemeente Peel en Maas, dat dat inbreuk op hun handelsnaam opleverde. Zij heette namelijk óók Shoetime en beide bedrijven deden iets met schoenen. Het Gerechtshof wijst de eis af (via): de bedrijven opereren niet in hetzelfde geografische gebied. Dat de gedaagde een .nl-domeinnaam had, maakt niet dat ze in heel Nederland actief zijn.

De handelsnaam is een ietwat apart recht in de intellectuele-eigendomswereld. Je hoeft hem niet aan te vragen; het gebruik van die naam is genoeg om er bescherming voor te krijgen. En dat geldt óók als de naam beschrijvend is (in tegenstelling tot merken), hoewel je bescherming minder sterk wordt naarmate je handelsnaam beschrijvender is. En als laatste geldt de bescherming alleen daar waar je actief bent in Nederland.

In deze rechtszaak draaide het om dat laatste punt. Groningen en Panningen liggen bepaald niet bij elkaar in de buurt, zodat je moeilijk kunt spreken van twee bedrijven die in hetzelfde gebied opereren. Het enige twistpunt is volgens het Hof dan ook het gebruik van de domeinnaam shoetime.nl. Deze bleek namelijk in de praktijk tot verwarring te leiden, omdat mensen die zochten naar het Panningse bedrijf ‘shoetime.nl’ intypten en dan ineens een Gronings bedrijf op het scherm hadden.

Daarover begint het Hof met een opmerkelijke overweging:

Het gebruik van een handelsnaam in en met name als een domeinnaam zal immers, nu het internet heel Nederland bestrijkt, zonder meer meebrengen dat die handelsnaam in heel Nederland niet meer gebruikt kan worden.

Anders gezegd: wie kiest er nou een handelsnaam waarvan de .nl niet meer beschikbaar is?

Maar toch is dat niet genoeg om meteen van inbreuk te kunnen spreken.

Het enkele feit dat een onderneming een website heeft brengt echter nog niet mee dat reeds daarom de bekendheid waarop artikel 5 Hnw doelt tot heel het land wordt uitgebreid en bescherming geboden dient te worden. Artikel 5 Hnw heeft dan ook niet de strekking de (regionale) bescherming die zij (de domeinnaam weggedacht) biedt, uit te breiden tot heel Nederland indien en zodra een onderneming haar handelsnaam in een domeinnaam opneemt.

De Handelsnaamwet (Hnw) is expliciet bedoeld om regionale bescherming in te voeren, en geen landelijke. Het kan dus niet zo zijn dat een .nl-domeinnaam automatisch handelsnaaminbreuk oplevert. Dat vond de rechtbank Den Bosch een tijd geleden ook (met “uit een beeldscherm komt geen bier” als argument waarom café en site verschillend zijn).

Er kan pas sprake zijn van inbreuk als klanten uit de regio van de handelsnaamhouder zaken gaan doen met de concurrent. Immers dan pas opereert de concurrent in die regio. En dat is hier niet gebeurd. Het enkele feit dat de domeinnaam verwarring kan doen ontstaan is onvoldoende om van handelsnaaminbreuk te spreken.

Terecht, lijkt me. Hoe irritant het ook is dat je domeinnaam niet meer vrij is, het handelsnaamrecht is beperkt en kan dus niet zomaar ingezet worden om de domeinnaam van een ander bedrijf in een ander deel van Nederland in te pikken.

Update: (29 mei 2012) in een andere zaak gaf de doorslag dat theoriecursussen voor het autorijbewijs niet via internet maar op locatie werden gegeven (Theoriegarantie versus Theoriegarant).

Arnoud

Domeinnaam ongewenst opheffen = schadevergoeding betalen (maar geen idee hoe veel)

Een domeinnaam kan flink wat waarde vertegenwoordigen voor een bedrijf. Als je domeinnaam dus per abuis wordt opgeheven door je provider terwijl je deze wilde verhuizen, dan kan dat een aardige schadepost zijn. Wat die schade precies bedraagt, is niet in het algemeen te zeggen maar dat die er is, is toch logisch. Dat oordeelde het Gerechtshof Den Haag in een recent arrest (via).

De domeinnaamhouder had een website voor een fitnessapparaat en wilde deze verhuizen. De hostingprovider was zijn bedrijf aan het verkopen, en had daarbij tegen zijn toeleverancier (TransIP) gemeld dat deze domeinnaam kon worden opgeheven. Naar het waarom blijft het gissen, maar gevolg was dat de domeinnaam vrij kwam en een handige Amerikaan deze snel registreerde en te koop zette voor $10.000. De houder spande een rechtszaak aan en kreeg gelijk, maar de provider ging in hoger beroep, waarbij deze in de tussentijd ook de domeinnaam (gratis) terug wist te krijgen van de handige Amerikaan.

Vervolgens ging het geschil in hoger beroep over de vraag of de domeinnaamhouder eigenlijk wel schade had geleden. Dat is op zich een terecht punt, want zonder bewijs van schade kom je nergens bij de rechter. Als blijkt dat het bepalen van die schade moeilijk is, kan de rechter vonnissen dat deze wordt opgemaakt bij staat. In de eigenlijke rechtszaak hoeft dus eigenlijk alleen te worden vastgesteld dat er schade is dankzij een onrechtmatige daad van de verliezende partij.

Hier speelde nog de complicerende factor dat de domeinnaamhouder nog meer domeinnamen had (www.fitpads.nl, .eu, .org en .biz en www.fit-pads.com en .nl) en die dus -volgens de hoster- had kunnen gebruiken ter vervanging van de kwijtgeraakte .com domeinnaam. En ja dat is een juridisch argument: wie schade heeft, moet wel zijn best doen de impact te beperken. Maar iedere SEM-specialist zal je vertellen dat een .nl niet echt equivalent is aan een .com, en dat ook het streepje aardig kan uitmaken in je zoekmachineresultaten (meelezende SEM/SEO-ers: voel je vrij hieronder uit te weiden hierover). Het argument “je had nog andere domeinnamen” is dus op zichzelf niet genoeg.

Het Gerechtshof Den Haag concludeert dan ook dat er best schade kan zijn, en dat partijen in die schadestaatprocedure mogen gaan uitvechten hoe veel en welke schade toerekenbaar is aan de hostingprovider. Wellicht dat daar ook nog gekeken kan worden naar de algemene voorwaarden van de provider, want die zullen ongetwijfeld een beperking van aansprakelijkheid bevatten.

Of die voorwaarden hier gaan helpen, vraag ik me af. Het is namelijk niet mogelijk om je aansprakelijkheid te beperken bij opzettelijk of “grof nalatig” handelen, en ik denk dat het kwijtmaken/opheffen van een domeinnaam van je klant al heel snel daar onder valt. Hoe raak je per ongeluk een domeinnaam kwijt?

Arnoud

Op verwarringwekkende wijze aanhaken bij andermans domeinnaam

just-eat-thuisbezorgd-winkel-deur.pngDe domeinnaam “chinees-thuisbezorgd.nl” veroorzaakt verwarring over de eigenaar van de site: de consument verwacht dat dat Thuisbezorgd.nl is. Maar omdat concurrent Just-Eat daar eigenaar van is, is hier sprake van domeinnaaminbreuk en moet de domeinnaam worden overgedragen. Dat oordeelde het Gerechtshof begin deze maand in het hoger beroep van de Just Eat/Thuisbezorgd-zaak van juli 2009 (LJN BP1963).

Just-Eat had diverse domeinnamen geregistreerd waarin de aanduiding “thuisbezorgd” voorkwam, zoals “amsterdam-thuisbezorgd.nl” en “chinees-thuisbezorgd.nl”. Thuisbezorgd.nl meende dat dit handelsnaaminbreuk opleverde, omdat zij immers handelde als Thuisbezorgd.nl en potentiële klanten die die domeinnaam zien, zullen denken dat die sites bij haar hoorden.

Just-Eat was het daar niet mee eens: zij linkte slechts die domeinnamen door naar haar eigen site, en daar stond duidelijk “Just Eat” op. Daarmee zou verwarring uitgesloten zijn. Op zich een terecht argument, alleen had Just-Eat een tussenpagina geplaatst op de homepage van die domeinnamen die 10 seconden in beeld bleef en “In Amsterdam eten thuisbezorgd krijgen via Just-Eat!” of iets als “Chinees eten thuisbezorgd krijgen via Just-Eat!” toonde, plus een mededeling dat binnenkort daar een site geopend zou worden. Het Hof oordeelt echter dat zo’n vermelding nog nét geen handelsnaamgebruik is, omdat er immers nu nog geen zakelijke dienstverlening plaatsvindt op die site.

Het volgende argument van Thuisbezorgd.nl was dat Just-Eat toch onrechtmatig handelde, omdat het evident was dat ze wilde aanhaken bij de bekende handelsnaam Thuisbezorgd.nl met die toegespitste domeinnamen (volgens de “kom nou toch”-toets). Daarover neemt het Hof als uitgangspunt

dat het profiteren van andermans product, inspanning, kennis of inzicht op zichzelf niet onrechtmatig is, ook niet indien dit nadeel toebrengt aan die ander. Waar het gaat om het profiteren van het onderscheidingsmiddel van een ander mag dit er niet toe leiden dat het publiek op onrechtmatige wijze in verwarring wordt gebracht.

Er spelen dus twee vragen: ten eerste is er sprake van verwarring, en ten tweede is die verwarring onrechtmatig?

Bij de eerste vraag is het Hof snel klaar:

[Het Hof is] van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat bij het publiek verwarring kan ontstaan. Bij het normaal oplettende publiek kan immers de indruk ontstaan dat het van doen heeft met een onderdeel van (de onderneming van) Thuisbezorgd.nl dat meer specifieke mogelijkheden biedt met betrekking tot de steden en/of menukeuzes waarin zij bemiddelt.

Dat lijkt me terecht, de combinatie “plaats/bedrijfsnaam” of “dienst/bedrijfsnaam” is een gebruikelijke manier om jezelf in specifieke niches bekend te maken.

Bij de tweede vraag neemt het Hof de kennelijke intenties van Just-Eat mee:

Veeleer dringt zich de indruk op dat Just-Eat doelbewust op de domeinnaam/handelsnaam van Thuisbezorgd.nl gelijkende domeinnamen heeft geregistreerd om daarin mee op voor het publiek verwarringwekkende wijze te kunnen aanhaken bij het succes en de naamsbekendheid van Thuisbezorgd.nl. Het voorgaande brengt mee dat de wijze waarop Just-Eat de op de handelsnaam van Thuisbezorgd.nl gelijkende domeinnamen gebruikt, naar het voorlopig oordeel van het hof, op onrechtmatige wijze tot verwarring leidt en daarmee de grenzen van eerlijke mededinging overschrijdt.

Het verweer dat “thuisbezorgd” een gebruikelijke uitdrukking is voor de diensten van Just-Eat (eten bezorgen) mag niet baten. Zó gebruikelijk is die naam nu ook weer niet. Misschien dat het bij een naam als “eten bezorgen” wel gelukt zou zijn. Maar het is hier voor het Hof zo duidelijk dat de combinatie gekozen is om de concurrent te pesten, dat het Hof de vorderingen toewijst. Just-Eat mag de domeinnamen inleveren en is verder diverse dwangsommen verschuldigd.

Ik blijf erbij dat dit een foute redenering is: de vordering tegen “onrechtmatige verwarring” is precies waar de merkenwet voor bedoeld is. En die is duidelijk: zo’n vordering mag alleen als je een merk geregistreerd hebt. Maar ja, wie het zo bont maakt met domeinnamen, heeft de schijn zodanig tegen dat ‘ie hoe dan ook gaat verliezen.

Arnoud

Twitteren maakt je bedrijf nog niet landelijk

minibar-vind-ons-hier-rechtbank-bevoegd.pngWanneer richt een bedrijf zich op Nederland? Wie een bedrijf exploiteert, heeft een handelsnaamrecht: een ander bedrijf in dezelfde geografische regio en zelfde branche mag die naam niet ook voeren. Die geografische regio beperkt het handelsnaamrecht: een café in Eindhoven en een café in Amsterdam kunnen dezelfde naam hebben, want die zullen niet snel met elkaar verward worden. Maar wat nu als het Eindhovense café op Hyves en Twitter zit?

Die vraag kreeg de rechtbank Utrecht recent voor de kiezen (via). Een Amsterdams café MiNiBAR had bezwaar tegen het Eindhovense café De Minibar, en had daarover in Utrecht een rechtszaak aangespannen. Waarom Utrecht? Omdat het Eindhovense café in heel Nederland, en dus ook in Utrecht, reclame zou maken via sociale netwerken en daarmee als bedrijf zich op heel Nederland zou richten.

De rechter wijst dit echter af. Reclame op een website of social media is niet hetzelfde als bedrijfsmatig actief zijn in de zin van de handelsnaamwet. De website is “ondersteunend aan de exploitatie van het café” en niet een zelfstandige bedrijfseconomische activiteit. En de Hyves- en Twitterprofielen zijn ook niet relevant:

Daarnaast maakt de enkele omstandigheid dat personen in Utrecht gebruik maken van de sociale media waarop de Minibar BV een profiel heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet dat kan worden aangenomen dat de handelsnaam van de Minibar BV buiten Eindhoven en directe omgeving wordt gevoerd op een wijze die handelsnaamrechtelijk relevant is. Dit geldt evenzeer voor het genomineerd worden voor een landelijke award.

Ik snap de redenering, maar je kunt net zo goed de andere kant op: wie Twittert of Hyvet, wil dat heel Nederland zijn berichten leest. Als je dat als bedrijf doet, wil je dus dat heel Nederland je bedrijf leert kennen. Richt je je dan op heel Nederland? Volgens het Europese Hof niet, hoewel we daar vorige week nog flink wat discussie over hadden. Dus is het echt doorslaggevend dat het café fysiek in Eindhoven zit en dat weinig mensen uit Amsterdam daar even heen gaan voor een drankje?

Update (22 februari 2011) ook de rechtbank Den Bosch vindt dat dit geen handelsnaaminbreuk is:

Naar de – zeker beneden de Grote Rivieren geldende doch naar de voorzieningenrechter uit eigen wetenschap bekend is ook elders bestaande – verkeersopvattingen pleegt evenwel het voor zowel klant als uitbater interessante contact met een bar of café bij uitstek tot stand te komen doordat de klant de betreffende gelegenheid persoonlijk betreedt, gevolgd door het aldaar (doen) bestellen en tegen betaling daadwerkelijk genieten van – veelal alcoholische – dranken. Daarbij komt het sociale aspect met name tot zijn recht door de lijfelijke aanwezigheid van andere personen in de betreffende gelegenheid. Kort gezegd: dienstverlening in een cafébar is bij uitstek plaatsgebonden en niet virtueel. Uit een beeldscherm komt geen bier.

Men was kennelijk al in de carnavalssfeer.

Arnoud

“Iemand probeert uw Chinese domeinnaam in te pikken”

twniclogo.gifDiverse lezers mailden me over een Engelstalig bericht van een Taiwanees bureau over hun domeinnaam, maar dan met een Chinese extensie. Bijvoorbeeld zo:

On [DATE] we received a formal application from a company who is applying to register several domains, using “[KEYWORD]” as the keyword. After investigation,we find that you are the original user of the keyword. Such similar domain cases may involve your trademark and company name,and may cause website confusion and conflicts. For a responsible attitude, we inform you here and ask for your opinion. If you don’t mind,we will finish registration for the third company.

Klinkt als een aardige dienst: iemand wil uw merknaam als Chinese domeinnaam inpikken, dus bij deze krijgt u de kans die iemand voor te zijn. Maar zoals wel vaker bij dingen die erg leuk klinken, geldt ook hier: dit is nep.

Er is zowel in China (PRC) als in Taiwan (ROC) geen enkele regel die registrars verplicht om aanvragen te checken tegen Europese merkenregisters en de merkhouder aldaar in te lichten over een mogelijke registratie. Ook domeinnamen daar registreer je in enkele minuten, en als een merkhouder dat niet leuk vindt dan moet hij naar de rechter of een arbitrageprocedure.

En ook in die landen (of “special administrative regions” afhankelijk van wie je het vraagt) geldt dat als je geen aldaar geregistreerd merk hebt, je een domeinnaam niet kunt opeisen. Een Europees merk geeft geen rechten in China.

Wel creatief gevonden dit, maar niet intrappen dus.

Arnoud

Verlopen domeinnaam registreren legaal, verlengen dan weer niet

Als een domeinnaam vervalt en er zit ook maar iets aan traffic of bekendheid op, dan kun je er vergif op innemen dat deze binnen een dag of wat ingepikt is door een snelle jongen met een advertentiepagina. Een buitengewoon irritante praktijk, maar er is weinig aan te doen: de oude eigenaar heeft deze zelf laten verlopen, en tsja dat mensen hun oude links niet updaten is hun probleem.

Anders wordt dat als een bedrijf per ongeluk de eigen domeinnaam laat verlopen en er dan een domeinkaper langskomt. In een recent arrest (via) oordeelt het Hof Amsterdam dat er dan mogelijkheden kunnen zijn om deze op te eisen. In deze helaas vérgaand geanonimiseerde en daardoor moeilijk te duiden zaak ging het om een domeinnaam die identiek was aan de handelsnaam van de eiser. Deze was verlopen, en de gedaagde had er snel een parkeerpagina op gezet met een mededeling dat de domeinnaam te koop was. Wat kan de oude houder hieraan doen?

Niet veel, zo blijkt: het is geen handelsnaaminbreuk als je een domeinnaam bezet houdt, tenzij je op de daaraan gekoppelde site als bedrijf naar buiten treedt en zo dezelfde handelsnaam voert als je concurrent. Ook is er geen sprake geweest van onrechtmatig handelen. Er zijn geen opzeggingen vervalst of tokens gestolen. Het was een ‘gewone’ registratie nadat de oude eigenaar niet verlengd had. Ook andere feiten waaruit onrechtmatig handelen zou blijken, ontbreken.

Het Hof presenteert dan de belangen van de beide partijen: een groot belang bij de oude eigenaar en een klein belang bij de nieuwe. Vroegah was het dan nog wel eens zo dat men dan simpelweg de partij met het grootste belang de domeinnaam zou geven (wat Hugenholtz de Utrechtse belangenafweging noemt). Zoals Hugenholtz het formuleert:

Deze ‘belangenafweging’ vormt mijns inziens geen valide rechtsgrondslag. Heeft degene die meer belang heeft dan een ander bij een rechtsgoed (een stuk grond bijvoorbeeld) een aanspraak die rechtens valt af te dwingen? Natuurlijk niet.

Wie iets legaal heeft verkregen, mag dat houden, hoe groot het belang van een ander ook is. Pas in heel bijzondere gevallen (zoals in de 112-zaak) is er wellicht ruimte om een registratie ongedaan te maken.

Echter, het Hof komt wel met een zeer aparte redenering: de verlenging van de domeinnaam is niet toegestaan, want die zal onrechtmatig zijn:

Immers, [gedaagde] heeft zelf geen belang bij het beschikken over die domeinnaam, terwijl haar, met de entamering van het onderhavige kort geding, duidelijk is geworden dat [eiser] haar ” als handelsnaam gebruikte ” domeinnaam niet (bewust) heeft willen prijsgeven en een groot belang heeft om wederom over die domeinnaam te gaan beschikken. Daarbij komt dat niet goed valt in te zien dat [gedaagde] gebruik van de domeinnaam zal kunnen maken, zonder daarmee (een onrechtmatige) inbreuk te maken op het handelsnaamrecht van [eiser].

Oftewel: goed, je hebt hem legaal verkregen, maar je hebt geen enkele reden de domeinnaam te verlengen dus tegen die tijd mag je hem netjes overdragen aan de oude eigenaar. Eh, wat? Dus registratie zonder duidelijk belang mag wel, maar verlenging niet?

Ik begrijp daar helemaal niets van. Volgens mij is het simpel: óf de registratie is onrechtmatig en dan moet de domeinnaam terug, óf de registratie was eerlijk en rechtmatig en dan mag je de domeinnaam houden (zolang je de facturen betaalt natuurlijk).

Arnoud

“Welkom bij merknaam”-sites

grohe-topkranen-merk-domeinnaam.pngHet blijft oppassen met domeinnamen met merknamen erin. Het kan in principe, maar merkhouders vinden het niet leuk en slepen je zonder pardon voor de rechter als je ook maar 1 millimeter over de grens gaat. (Ook wel als je evident niet over de grens gaat, maar dat is een ergernis voor een andere keer.) En mijn ervaring is dat merkhouders zelden iets leuk vinden.

Het wordt bijzonder spannend bij domeinnamen met een merk erin. Maar al te vaak zie ik mensen die een website opzetten gericht op een merk, een lekker scorende domeinnaam met de merknaam er in registreren en die domeinnaam ook nog eens als websitenaam opvoeren. Ik noem ze “Welkom bij merknaam”-sites, want vrijwel altijd hebben ze “Welkom bij ” plus de domeinnaam-met-merknaam in de titel staan.

In een recente rechtszaak over grohekranenshop.nl bleek hoe de rechter daarmee omging. Op die site werden douches en kranen van (alleen) Grohe verkocht. Nu mag dat op zich. Je mag een single-brand store exploiteren, en daarbij ook de merknaam gebruiken. Je moet immers kunnen melden dat je bepaalde producten verkoopt. Je mag daarbij alleen geen enkele kans op verwarring scheppen over jouw relatie tot de merkhouder. “Henk de Boer, uw BMW-specialist” is een prima titel voor je website, maar “Welkom bij BMW De Boer” is dat niet.

Voor merknamen in webadressen (URLs) geldt hetzelfde. En hoe prominenter de merknaam daarin komt te staan, hoe groter de kans op verwarring. Bij de merknaam in de domeinnaam zelf (zoals hier: grohekranenshop.nl) is er al héél snel kans op verwarring. Enigszins kort door de bocht houdt de rechter het hier bij:

Daartoe is bepaald niet nodig dat in de domeinnaam het dominerende element “grohe” wordt opgenomen

Het lijkt mij op zich best te verdedigen dat je een merknaam als onderdeel van je domeinnaam maakt. Maar je zult wel heel hard je best moeten doen om dan iedere kans op verwarring weg te nemen. Een bekend voorbeeld van hoe het wél moet, was de Yonex-zaak uit 2008. Daarin werd de domeinnaam www.yonexbadminton.nl legaal geacht voor een webwinkel met Yonex-badmintonproducten. Volgens de rechter in deze zaak ligt het hier wezenlijk anders:

yonexbadminton.nl leidde naar de website van de onderneming, Belgro (www.belgro.nl) , die niet ” zoals in het geval van grohekranenshop.nl ” yonexbadminton.nl werd genoemd, maar Belgro als handelsnaam had.

En dat is dus precies wat al die “welkom bij merknaam”-sites doen. Er is geen bedrijfsnaam prominent in beeld, en dan zal de gemiddelde consument concluderen dat dit dus een site van de merkhouder zelf is. En nee, een disclaimer onderaan verandert daar niets aan. Dus: de eigen bedrijfsnaam prominent bovenaan, en de merknaam alleen noemen in beschrijvende teksten die aangeven wat je verkoopt. En weg met “Welkom bij merknaam” in de <title> en headings.

Arnoud