Het recht om gevonden te worden bij de vrije meningsuiting

“Freedom of the press belongs to those who own one.” Dat citaat (van Henry Mencken), lijkt achterhaald nu iedereen een website, blog of vergelijkbare uitlaatklep op internet kan opzetten. Dat gebeurt dan ook, waardoor we nu met een ander probleem zitten: hoe vind je al die meningen, en het liefst ook nog eens de relevante? Met een zoekmachine natuurlijk.

Search is de toekomst, zo wordt ons voorspeld. Straks kunnen we alles vinden. Derde-generatie zoekmachines, ook wel Search 2.0, zullen ons precies de relevantste resultaten laten zien, gebaseerd op context, samenwerkende gebruikers, voorkeuren en al die andere dingen die Web 2.0 groot maken. Hopelijk reduceert dat de zoekmoeheid die mensen vandaag de dag treft.

Maar zoekmachines zijn niet neutraal, en hebben niet noodzakelijkerwijs het beste met ons voor. De klant staat voorop – en dat is de adverteerder. Wij zijn het product, en de zoekresultaten slechts een middel om dat product te kunnen leveren aan de adverteerders. Zoekmachines zijn dus onvermijdelijk vooringenomen.

In het uitstekende artikel A Right to Reach an Audience: An Approach to Intermediary Bias on the Internet schrijft juriste Jennifer Chandler over bias en het recht om gehoord te worden – of in ieder geval niet zomaar door een zoekmachine aan de kant gezet te worden.

Het recht op vrije meningsuiting omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken. Dat betekent niet alleen dat mensen niet gehinderd mogen worden bij hun meningsuiting. Onder omstandigheden kan iemands zelfs verplicht worden mee te werken aan andermans meningsuiting. Dat geldt in ieder geval voor de overheid Рdenk aan politiebescherming bij een demonstratie. Maar heeft een bedrijf of priv̩persoon die verplichting?

Of vrije meningsuiting horizontale werking heeft, zoals juristen dat noemen, is een open vraag. In de meeste gevallen niet. Een burger hoeft niet mee te werken aan andermans meningsuiting. Zeker niet op internet, zo lijkt het. Op internet kan iedereen zijn eigen kanaal opzetten en zich vrijelijk uiten. Bescherming lijkt niet zo nodig. Maar, zo pleit Chandler, juist hier is bescherming nodig. Bescherming tegen willekeur door zoekmachines:

[Free speech] includes not only the right to speak and the right to hear, but also the right to reach an audience free from the influence of extraneous criteria of discrimination imposed by selection intermediaries. If selection intermediaries block or discriminate against a speaker on grounds that listeners would not have selected, that speaker’s ability to speak freely has been undermined.

Chandler noemt vier criteria om dit “recht om gevonden te worden” af te kunnen dwingen:

  1. Zoekmachines mogen geen sites verwijderen uit de index, tenzij ze daartoe wettelijk verplicht zijn. Een publicatie die smadelijk is, strafbaar materiaal bevat of inbreuk op auteursrechten vormt, zou verwijderd moeten worden.
  2. <li>Zoekmachines moeten de criteria voor het sorteren van zoekresultaten publiceren. Niet te gedetailleerd, want dat nodigt maar uit tot misbruik, maar op een voldoende niveau dat mensen kunnen inschatten of deze zoekmachine voor hen nuttige resultaten op zal leveren.</li>
    
    <li>Zoekmachines mogen sites alleen weren uit zoekresultaten als sprake is van kennelijk misbruik. En in zo'n geval moeten zij de webmaster van de geweerde site informeren dat zij geweerd zijn.</li>
    
    <li>Zoekmachines moeten gesponsorde koppelingen duidelijk apart neerzetten en als zodanig identificeren, zodat de lezer meteen ziet of een resultaat "organisch" is of gesponsord.</li>
    

Vergelijkbare criteria zouden moeten gelden voor internetproviders, dit om netneutraliteit te kunnen garanderen.

Het is daarbij wel erg belangrijk hoe machtig de zoekmachine is. En dan kom je bij het mededingingsrecht terecht. Een dominante zoekmachine, zoals Google, heeft heel veel invloed. Bedrijven kunnen failliet gaan omdat ze niet meer via Google te vinden zijn. Obscure auteurs kunnen beroemd worden omdat ze ineens bovenaan staan. En wie zo’n machtspositie heeft, zo zegt de Mededingingswet, mag deze niet misbruiken. Op die grond zou je de bovenstaande criteria dus kunnen afdwingen.

Eerder schreef hoogleraar Eric Goldman het artikel Search Engine Bias and the Demise of Search Engine Utopianism, waarin hij stelt dat deze bias van zoekmachines niet noodzakelijkerwijs slecht is. Net als een krant redactionele invloed uitoefent, moet een zoekmachine dat ook. Met slechte resultaten trek je geen bezoekers, dus zoekmachines moeten wel selecteren.

En daar zit natuurlijk het knelpunt. Iedereen wil graag gehoord worden, maar ik wil alleen maar horen waar ik naar op zoek ben. Waarom zou een zoekmachine dan al die meningen in mijn zoekresultaten stoppen?

Goldman ziet dit dan ook als een tijdelijk probleem:

Complaints about search engine bias implicitly reflect some disappointed expectations. … [S]earch engines naturally will continue to evolve their ranking algorithms and improve search result relevancy—a process that, organically, will cause the most problematic aspects of search engine bias to largely disappear. To avoid undercutting search engines’ quest for relevance, this effort should proceed without regulatory distortion.

Daar zit dan weer wel het risico aan vast dat ik dan altijd alleen maar mijn eigen mening bevestigd zie, en nooit geprikkeld wordt door andersdenkenden om mijn eigen opvattingen bij te stellen. Dat pleit dus wel voor volledigheid.

Via Technology & Marketing Law Blog van diezelfde Eric Goldman.

Arnoud

“Comcast saboteert BitTorrent-verkeer”

De Amerikaanse provider Comcast nam wel een heel aparte maatregel om ongewenst Bittorrent-verkeer tegen te gaan, meldt Tweakers. Een klant merkte dat zijn Bittorrent-verkeer wel erg traag ging, en ging op onderzoek uit:

In twee van de drie gevallen mislukte de overdracht, in het derde geval begon deze pas na tien minuten. Toen de onderzoekers nagingen waarom het misging, bleek dat de sessie werd gesloten doordat beide computers een zogenaamd ‘reset’-packet ontvingen, een verzoek om de communicatie te staken. Het afzendadres was dat van de andere computer. Uit de netwerklogs van de computers bleek echter dat zij deze packets niet hadden verzonden. De conclusie was dat ze ergens in het netwerk van Comcast waren toegevoegd.

Ars Technica dook er dieper in, en vond dit citaat uit de New York Times:

Another Comcast executive told the New York Times that the company “occasionally” delays P2P traffic, “postponing” it in some cases. His rather clumsy analogy was that of getting a busy signal when making a phone call and eventually getting through after several attempts. “It will get there eventually,” is the takeaway message.

Alleen, het gaat hier niet om afknijpen of vertragen. Dat men Bittorrent (P2P)-verkeer minder prioriteit geeft, zou tot daar aan toe zijn. Bij een grote download doen tien minuten er niet echt toe. Dan liever mijn mailtjes en chatboodschappen (en de pingtijd van mijn online games) wat sneller.

Wat Comcast doet, is echter het opzettelijk sturen van “reset” packets. Dat is een speciaal soort IP-pakket, dat wordt gestuurd om een verbinding dicht te doen. Inderdaad, dat pakketje zorgt voor die cryptische “Connection reset by peer” boodschap.

Is dit nou strafbaar? Je zou het kunnen zien als het veroorzaken van een “stoornis in de gang of in de werking van werk voor telecommunicatie”, en dat is strafbaar als netwerkvandalisme (art. 161sexies Strafrecht). Maar ik verwacht niet dat de politie snel prioriteit zal geven aan een actie als deze.

Wel kun je je afvragen of Comcast zo wanprestatie pleegt: zij schrijft in haar voorwaarden immers

Our customers enjoy unfettered access to all the content, services, and applications that the Internet has to offer. We respect our customers’ privacy and we don’t monitor specific customer activities on the Internet or track individual online behavior such as which Web sites they visit.

Als je onbeperkte toegang belooft, en vervolgens opzettelijk dingen gaat frustreren, houd je je niet aan jouw kant van het contract. De klant kan dan schadevergoeding eisen.

Arnoud

AT&T respecteert vrije meningsuiting in algemene voorwaarden

Begin oktober werd bekend dat AT&T in haar algemene voorwaarden een verbod had opgenomen op het leveren van kritiek op het bedrijf. Wie dat toch deed, kon per direct worden afgesloten.

Dat gaf nogal wat herrie in de tent, vandaar dat AT&T nu bijgedraaid is. In haar terms of service staat over dit onderwerp nu:

5.1 Suspension/Termination. AT&T respects freedom of expression and believes it is a foundation of our free society to express differing points of view. AT&T will not terminate, disconnect or suspend service because of the views you or we express on public policy matters, political issues or political campaigns. …

Via Slashdot.

Arnoud

Account afsluiten wegens kritiek op provider?

Weer eentje in de categorie maffe algemene voorwaarden: artikel 5.1 van de AT&T Legal Policy.

5.1 Suspension/Termination. … AT&T may immediately terminate or suspend all or a portion of your Service, any Member ID, electronic mail address, IP address, Universal Resource Locator or domain name used by you, without notice, for conduct that AT&T believes … tends to damage the name or reputation of AT&T, or its parents, affiliates and subsidiaries.

Het is dus verboden om kritiek op AT&T te leveren vanaf je AT&T account, aldus Slashdot.

In de praktijk zal dat echter wel meevallen. Ars Technica meldt al terecht dat deze bepaling inzetten tegen critici zo’n storm van protest zal oproepen dat AT&T dat nooit zal durven.

Maar stel nu even dat ze zo dom zijn dat toch te doen. Wat dan, juridisch gezien?

Zowel in de VS als in Europa is de vrije meningsuiting een grondrecht. De Amerikanen hebben hun beroemde First Amendment, en wij artikel 10 van het EVRM. Daarin staat dat een beperking op de vrije meningsuiting alleen mag als deze bij wet voorzien is en bovendien in een democratische samenleving noodzakelijk is voor bijvoorbeeld de nationale veiligheid of de bescherming van de goede naam van anderen. De reputatie van een bedrijf bewaken zal niet snel “noodzakelijk” zijn in de zin van dit artikel.

Bovendien zijn dit algemene voorwaarden en voor zulke afspraken geldt een strenger regime dan voor ‘gewone’ contractuele afspraken. Een algemene voorwaarde die onredelijk bezwarend is, kan door de rechter worden vernietigd. Een voorwaarde die het grondrecht op de vrije meningsuiting inperkt, lijkt mij evident onredelijk bezwarend.

Via Tweakers.

Arnoud

Filteren van filesharing: verplichting om de wet te schenden?

Ja, mooie timing. Heb ik net het vonnis gevonden, gaan ze in hoger beroep. Internetprovider Scarlet vindt het dit voorjaar opgelegde vonnis, waarin ze verplicht alle P2P verkeer moeten filteren, niet alleen buiten proportie en technisch onuitvoerbaar maar ook een verplichting om de wet te schenden. ISPam.nl citeert:

1. Scarlet stelt dat in België de telefoontapwet, privacywet en e-commercewet verbiedt dat ISP’s hun netwerkverkeer proactief te screenen, tenzij dat bijvoorbeeld gebeurt in het kader van een gerechtelijkonderzoek en dan enkel voor specifieke abonnees en gedurende een beperkte periode.
2. Scarlet stelt dat het onherroepelijk ook de rechten van abonnees die P2P voor legale doeleinden gebruiken zal moeten schenden. Het filter moet ‘illegale’ P2P activiteiten blokkeren, maar de ervaring van Scarlet is dat zulke filters ook per ongeluk zullen leiden tot het blokkeren van legale P2P doeleinden.

Inderdaad kan het gebeuren dat het filter ten onrechte verspreidingen blokkeert. Dit zal vooral spelen wanneer delen van een beschermd werk rechtmatig worden hergebruikt. Het fragment kan bijvoorbeeld een citaat (art. 15a Auteurswet) zijn, een opname in een podcast-reportage (art. 16a), een parodie (art. 18b) of een incidentele verwerking van ondergeschikte aard (art. 18a) in een ander werk. Maar door het filter zo af te stellen dat alleen bij detectie van een geheel werk de blokkade actief wordt, voorkom je dat probleem wel.

Die “e-commercewet” is de Richtlijn Elektronische Handel, en dat is m.i. het sterkste argument.

Een access provider is in beginsel een doorgeefluik, een mere conduit. Bestanden die haar klanten via P2P verspreiden, zijn afkomstig van de systemen van klanten en passeren slechts de provider op weg naar hun bestemming elders. De bestanden worden niet opgeslagen (gecached) bij de provider. Artikel 12 lid 1 van de Richtlijn elektronische handel bepaalt dat de provider dan niet aansprakelijk is, mits het initiatief voor de doorgifte niet bij de provider ligt, hij de ontvanger niet selecteert en met name hij de doorgegeven informatie niet selecteert of wijzigt.

Door een geautomatiseerd filter te implementeren, komt de provider echter in een positie waarin hij juist wel de doorgegeven informatie selecteert. Het doorgeefluik wordt nu een portier: bepaalde werken worden tegengehouden vanwege een vermoeden van inbreuk op rechten van derden.

Daarmee begeeft de provider zich buiten de veilige haven van artikel 12 Richtlijn en 6:196c BW en kan hij aansprakelijk gehouden worden voor alle werken die zijn klanten toch nog succesvol blijken te verspreiden. En dat is in strijd met het uitgangspunt van de Richtlijn. Een dienstverlener komt voor de vrijstelling voor “mere conduit” in aanmerking wanneer hij op geen enkele wijze betrokken is bij de doorgegeven informatie, zo bepaalt overweging 43. Dat er destijds geen werkbare filters beschikbaar waren, doet daar niet aan af. Er is immers geen voorbehoud gemaakt voor het geval zulke technologie beschikbaar komt.

Men zou nog kunnen stellen dat een filtermaatregel als deze niet te zien is als een ‘selectie’ in de zin van Artikel 12 lid 1 sub c Richtlijn, maar slechts als een maatregel om een inbreuk te beëindigen of voorkomen (artikel 12 lid 5). De provider blijft dan binnen de veilige haven van lid 1. Echter, hij heeft echter nog steeds een probleem. Als het filter niet adequaat blijkt, is dat op zichzelf een grond voor schadeclaims. Daarmee is de provider formeel gesproken wellicht niet aansprakelijk, maar in de praktijk natuurlijk wel.

Een verplichting om een filter als dit in te voeren is verder in strijd met artikel 15 lid 1 van de Richtlijn. Deze verbiedt immers het opleggen van een algemene verplichting tot toezien op informatie of actief zoeken naar feiten of omstandigheden die op onwettige activiteiten duiden. En actief zoeken naar feiten is nu juist wat een filter als dit doet.

Richtlijn 2000/31 biedt alleen ruimte voor een verbod of andere maatregel achteraf, wanneer blijkt dat bepaald materiaal onrechtmatig verspreid wordt (overweging 45). Denk aan het afsluiten van een inbreukmaker of het verstrekken van diens adresgegevens aan de rechthebbende.

Dit geldt ook wanneer het, zoals hier, gaat om een verbod wegens inbreuk op het auteursrecht. Artikel 8 lid 3 van de Auteursrecht-Richtlijn biedt de mogelijkheid om een provider een verbod op te leggen. Echter, een dergelijk verbod kan, zoals blijkt uit overweging 16, geen afbreuk doen aan de aansprakelijkheid zoals geregeld in de E-handel Richtlijn. Een maatregel opgelegd aan een access provider mag dus alleen strekken tot het beëindigen van inbreuk en voorkoming van verdere schade. De verplichting om een filter zoals hierboven beschreven in te voeren, is een preventieve maatregel en zou alleen al daarom niet opgelegd moeten kunnen worden.

Arnoud

Niet zeuren, gewoon samen delen dat netwerk

Kijk, zo kan het ook. In plaats van netneutraliteit aan de kant te willen zetten, gewoon een technische oplossing voor al die video die het internet verstopt. Via ISPam.nl:

De oplossing van de video werkgroep van AMS-IX moet er voor gaan zorgen dat populaire video’s, die veel bekeken worden, automatisch op de servers van ISP’s worden geplaatst, waardoor deze enkel nog via het eigen interne netwerk hoeven te worden verspreid. Of te wel het principe van caching zoals we dat al langer kennen, maar dan voor video.

Iets meer uitleg bij Emerce:

De afgelopen jaren waren er al onderlinge afspraken tussen providers om bandbreedte uit te wisselen bij de Ams-IX, het zogeheten ‘peering’. Het nieuwe systeem gaat volgens de betrokkenen een stap verder. Het zorgt ervoor dat de meest bekeken videobestanden automatisch op servers van de providers komen te staan waarna ze die de beelden binnen het eigen netwerk kunnen verspreiden.

Caching, tijdelijke opslag voor je klanten, is geen inbreuk op het auteursrecht wanneer een provider het doet. De auteurswet, artikel 13a kent daar een expliciete vrijstelling voor:

Onder de verveelvoudiging van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst wordt niet verstaan de tijdelijke reproductie die van voorbijgaande of incidentele aard is, en die een integraal en essentieel onderdeel vormt van een technisch procédé dat wordt toegepast met als enig doel a) de doorgifte in een netwerk tussen derden door een tussenpersoon (…) van een werk mogelijk te maken, en die geen zelfstandige economische waarde bezit.

Arnoud

Innovatie in draadloos breedband: Nederland versus VS

In Nederland zal het nog wel even duren voor we landelijk draadloos breedband hebben. Het laatste nieuws hier is dat we een “proeftuin voor digitale diensten” gaan beginnen dit najaar. Zo kan bijvoorbeeld een rederij in de haven een kleine FM-zender neerzetten om wachtende passagiers via de autoradio te informeren. Hoe innoverend.

Nee, dan de VS. Daar komt het 700 MHz spectrum vrij omdat alle Amerikaanse televisie in 2009 digitaal moet zijn. De FCC organiseert een veiling voor bedrijven die draadloze breedbandnetwerken op deze frequenties willen aanbieden. Traditioneel zitten in de VS draadloze netwerken meestal stevig op slot, en de apparaten zijn beperkt in hun mogelijkheden. Dankzij lobbywerk van Google gelden voor dit spectrum nu andere regels.

Die netwerken moeten open zijn: klanten mogen op zo’n netwerk willekeurige applicaties gebruiken, zoals bijvoorbeeld Skype, en het moet werken met elk apparaat op het draadloos netwerk. Het belangrijkste doel van de veiling lijkt daarmee gedeeltelijk gehaald: met zo’n open netwerk ontstaat een derde manier van toegang tot Internet, naast kabel en (ADSL)-telefoon.

In een kritisch artikel in Fortune maakt Brent Schlender zich nog zorgen over de marktmacht van Google die blijkt uit dit lobbywerk en wat Google van plan is met die bandbreedte. Google is een advertentiefirma die zo veel mogelijk kanalen wil openstellen om advertenties aan gebruikers van hun diensten te kunnen tonen:

Google wants to take its breathtakingly profitable targeted advertising beyond PCs and inject it into any other medium it can find, whether it be radio or TV or even newspapers and magazines. But the biggest prize of all may be cellphones. Why? Because there are so damn many of them, and they’re behaving more and more like pocket-sized, full-blown computers (e.g. the iPhone).

Ik hoef geen iPhone, maar ik wil wel landelijk dekkend draadloos breedband. Dan zoek ik op de site wel op wanneer de veerboot vertrekt.

Arnoud

Aansprakelijkheid en netwerkneutraliteit versus deep packet inspection

Als een provider alles van zijn klanten kan controleren, moet hij dat dan ook gaan doen? Uitgebreid artikel op Ars Technica over Deep packet inspection en de implicaties voor netwerkneutraliteit.

The “deep” in deep packet inspection refers to the fact that these boxes don’t simply look at the header information as packets pass through them. Rather, they move beyond the IP and TCP header information to look at the payload of the packet. The goal is to identify the applications being used on the network, but some of these devices can go much further; those from a company like Narus, for instance, can look inside all traffic from a specific IP address, pick out the HTTP traffic, then drill even further down to capture only traffic headed to and from Gmail, and can even reassemble e-mails as they are typed out by the user.

Met Deep Packet Inspection of DPI wordt het dus mogelijk om op elk niveau te zien wat welke gebruiker uitspookt op internet. Een zorgelijke ontwikkeling, want de belangrijkste reden om Internetproviders niet aansprakelijk te houden voor wat gebruikers doen, was nou juist dat ze dat onmogelijk konden monitoren.

Als providers dat wel kunnen, betekent dat dan dat ze het ook moeten? In dat licht is dat Belgische vonnis over filteren van P2P-verkeer slechts de eerste stap.

Arnoud

Debat over netneutraliteit

Netkwesties schrijft over netneutraliteit, het doorgeven van Internetverkeer zonder aanziens des afzenders:

De kwestie gaat om open internet, gelijkwaardige toegang tot alle online bronnen en uiteindelijk om gelijke vrijheid van meningsuiting voor iedereen. Dat zeggen de protagonisten van netneutraliteit in de VS. Tijdens de ECP-bijeenkomst voegde Joost van der Vleuten van de afdeling telecom- en energiestrategie van Economische Zaken daar een belangrijk punt aan toe: “Het gaat niet alleen om downloaden, maar ook om het uploaden, want steeds meer mensen publiceren zelf en meer en meer maakt video daar onderdeel van uit. Krijgen ze voldoende bandbreedte en mogelijkheden om hun ideeën aan iedereen kenbaar te maken?”

Het debat komt overwaaien uit Amerika, waar concurrentie en regelgeving een stuk minder is dan bij ons. Maar het onderwerp is ondertussen ook hier actueel. Providers blijken bijvoorbeeld filesharing verkeer “af te knijpen” als web en e-mail daarmee in het gedrang komen. Is dat nu een kleine groep niet de boel laten verpesten, of een strijdig ingrijpen met het ongereguleerde natuur van Internet?

In Nederland lijkt onze overheid voor netneutraliteit te zijn. Dat past ook binnen de huidige wet- en regelgeving. Volgens de wet (art. 6:196c BW) is een provider niet aansprakelijk voor informatie gepubliceerd door anderen. Dit geldt echter alleen wanneer hij niet het initiatief tot het doorgeven van de informatie neemt, en niet bepaalt aan wie de informatie wordt doorgegeven. Ook mag de provider de doorgegeven informatie niet selecteren of wijzigen. De provider moet dus echt als “doorgeefluik” fungeren. Daarom zouden providers ook voor netneutraliteit moeten zijn.

Maar providers hebben tegelijkertijd te maken met een sterke groei van het verkeer. Kun je verlangen dat zij alsmaar meer hardware en bandbreedte kopen?

Iedere abonnee moet voortdurend direct toegang kunnen krijgen met een breedband verbinding, maar een provider kan niet voor al zijn abonnees tegelijk capaciteit kopen en beschikbaar houden. Elke provider houdt rekening met de online-offline verhouding. Hoe meer offline, des te lager zijn kosten en des te hoger de winst.

Arnoud

Providers plakken advertenties op webpagina’s

Advertenties op webpagina’s zijn niets nieuws, maar wat te denken van advertenties toegevoegd door uw provider? Middels een klein stukje software op de proxy kan aan elke door de klant opgevraagde webpagina een advertentie worden toegevoegd. Geheel transparant: de klant ziet het verschil niet en de maker van de webpagina merkt er niets van.

De vraag is natuurlijk: mag dat?

Mij lijkt van niet. Een webpagina is een auteursrechtelijk beschermd werk. Daar advertenties (of wat dan ook) onder plakken is een wijziging van dat werk, en dat mag niet zonder toestemming van de maker. Zeker niet als je profiteert van die wijziging. Een virus er uit halen is één ding, maar geld verdienen gaat echt een stuk verder.

Een provider mag webpagina’s tijdelijk opslaan (cachen). Dat scheelt in het netwerkverkeer en maakt het sneller voor de gebruiker. Maar de provider mag de pagina daarbij niet wijzigen.

Voorbeelden en discussie bij Slashdot.

Arnoud