Hoezo, Facebook krijgt de auteursrechten op wat je uploadt?!

reclaim-facebook-logoDe Nederlandse ReClaim, die op Facebook geplaatste foto’s van een watermerk voorziet om zo commercieel hergebruik te saboteren, is zonder reden verwijderd. Dat meldde Webwereld. Heel vervelend voor Reclaim en haar gebruikers, maar ik struikelde juridisch even over de frase “akkoord met het feit dat van alle geplaatste content de rechten worden overgedragen aan het sociale netwerk” want dat is gewoon niet wáár en ik word er een beetje moe van dat iedereen dat blijft zeggen.

De app Reclaim is ontwikkeld naar aanleiding van de nieuwe voorwaarden van Facebook, waarin staat dat Facebook alle geüploade content mag exploiteren voor commerciële doeleinden. Door een watermark op je foto te zetten, maak je dit minder aantrekkelijk. Een stuk slimmer dan een disclaimerpaste op je wall.

Natuurlijk kun je ook handmatig een watermerk of tekst in je foto’s knallen, maar het bijzondere aan Reclaim is dat het watermerk vrijwel onzichtbaar is tenzij je goed in de achtergrond kijkt. Plus, de originele foto’s blijven bewaard en zijn te downloaden. Creatief en nuttig dus.

Afijn. Dat Facebook die app niet leuk vindt (want het verstiert de gebruikservaring, of zoiets, vul de PR-reutel maar in), dat begrijp ik ergens nog wel. Dat ze dan de macht hebben om het ding uit te zetten, daar kunnen we een boom over opzetten of dat nou hoort of niet.

Maar eigenlijk wilde ik vooral even NÉÉ zeggen tegen deze passage van Webwereld:

Facebook-gebruikers gaan immers – in tegenstelling tot wat veel mensen denken- al lange tijd akkoord met het feit dat van alle geplaatste content de rechten worden overgedragen aan het sociale netwerk.

Dat is niet waar en wel zo niet waar dat het niet leuk meer is. Auteursrechten kún je niet overdragen aan een ander, behalve als je een stuk papier ondertekent waarop staat dat je auteursrechten overdraagt (en welke). Nu mag dat stuk papier ook elektronisch, maar dan moet er natuurlijk wel een elektronische handtekening bij staan. En die staat er niet in de Facebook voorwaarden.

Natuurlijk heeft Facebook wel een uitgebreid recht van gebruik van je foto’s en dergelijke, maar dat staat los van je eigendom. Misschien is dat een te subtiele juridische nuance, maar hee, dit is een juridische blog.

Arnoud

Op staande voet ontslagen wegens Facebookcomment?

Onderstaande screencap met zeer vermoeiend “be like”-bijschrijft doet de ronde. Dat roept natuurlijk de vraag op, kán dat, iemand via Facebook ontslaan? En vooral zo per direct zoals het bericht lijkt te suggereren?

ah-be-like

Je onterecht ziekmelden mag natuurlijk niet, maar is geen automatische grond voor een ontslag. In het arbeidsrecht geldt algemeen dat je proportionele sancties moet opleggen, en ontslag wordt gezien als een uiterst middel in plaats van het eerste ding dat je inzet. Een waarschuwing en een dag geen loon zou bijvoorbeeld meer voor de hand liggen.

Een ‘staandevoetje’ oftewel ontslag wegens een dringene reden is helemaal moeilijk. Het moet zo ernstig zijn dat er “redelijkerwijs niet gevergd kan worden” dat de arbeidsovereenkomst voortgezet wordt. Diefstal of mishandeling van collega’s zijn standaardvoorbeelden. Het standaard tegenvoorbeeld is detentie: wie veroordeeld wordt tot een celstraf, mag niet om die reden worden ontslagen op staande voet.

Werkweigering, oftewel niet komen werken terwijl je dat wel kunt, is genoemd als een grond voor ontslag op staande voet. Maar het moet dan gaan om een ernstige vorm van werkweigering. Onterechte ziekte wordt daar niet snel onder gerekend. De eis uit de rechtspraak is dat enkel loon inhouden te mager is als sanctie.

Zou Dynabyte de ziekmelding hebben willen betwisten op grond van het gegeven dat [appellant], in strijd met de verzuimvoorschriften, niet thuis was toen de controleur kwam, al dan niet in combinatie met de activiteiten die [appellant] volgens haar ondertussen elders ontplooide, dan had Dynabyte de loondoorbetaling kunnen opschorten. Het enkele feit dat controlevoorschriften niet zijn nageleefd, is volgens vaste rechtspraak onvoldoende voor ontslag op staande voet (zie ook HR 8 oktober 2004, JAR 2004/259), tenzij bijkomende omstandigheden dat anders maken.

In dit geval lijkt het vrij evident dat er sprake is van een onterechte ziekmelding, maar er zijn ook genoeg situaties denkbaar waarin iemand wél ziek is en toch gaat shoppen of sporten of iets dergelijks. Ziek zijn is niet per se hetzelfde als in bed liggen met een thermometer in je mond. Natuurlijk zal dit wel meestal in overleg met de arts moeten, maar het kan dat je in het kader van herstel een dag er tussenuit gaat, terwijl je toch niet in staat bent om te werken.

Het is natuurlijk mogelijk dat de vrouw in haar proeftijd zit, of via een uitzendbureau werkzaam is. In dat geval is het een stuk makkelijker. Een werkgever hoeft dan eigenlijk geen reden te hebben. (Maar als hij die heeft, mag dat geen ‘verboden’ reden zijn zoals dat de vrouw zwanger blijkt of religieus actief is.)

Een ontslagmelding via Facebook is als zodanig toegestaan. Ontslag hoeft niet per se op schrift, tenzij in de arbeidsovereenkomst staat van wel.

Het is niet de eerste keer dat zoiets via Facebook opduikt en het zal ook niet de laatste zijn. En dat roept bij mij de vraag op: hoe ver mag je kijken als werkgever? Mag je bv. verlangen dat je gevriend wordt op Facebook zodat je dit soort updates kunt zien?

Arnoud

De invloed van social media op getuigenverklaringen

social-media“Invloed social media op verklaringen”, samenvat Rechtspraak.nl het droogjes. In een strafzaak over poging tot moord waren de nodige getuigenverklaringen beschikbaar, maar uit reacties op een helaas geanonimiseerde website ontstond het vermoeden dat sommige van die getuigen best wel eens “anders dan de waarheid” zouden kunnen hebben verklaard. Waarom verklaringen op een website “invloed van social media” heten?

In 2012 was er een schietpartij in een woonwijk in Middelburg. Vrijwel direct daarna verschenen “op de website [naam website]” berichten met details daarover, kennelijk van getuigen dus. (Zouden ze Twitter.com bedoelen? Social media én website en typisch waar direct na een ophefmakende gebeurtenis berichten gaan komen.) Latere getuigenverklaringen leken niet helemaal overeen te komen met wat daar te lezen was, en dan moet je je als strafrechter toch even kritisch gaan opstellen.

Het is frustrerend hoe weinig details er zijn over precies welke berichten en waarom die twijfel opriepen over de getuigenverklaringen. Maar wat ook meewoog was dat een getuige had verklaard dat diverse mensen hadden afgesproken valse verklaringen te gaan doen. Er was al een tijd sprake was van oplopende spanningen tussen de verdachte en anderen, en die getuigen kwamen uit die groep anderen. Dus ja dan zou ik ook vraagtekens gaan stellen.

Een intrigerend punt dat de rechter aansnijdt is dat het mogelijk is “dat de verklaring (mede) is beïnvloed door informatie verkregen nadien van derden of mogelijke via social media.” Daarvan zou hier sprake zijn geweest (wat we dus niet kunnen analyseren wegens gebrek aan feiten) maar het punt op zich is al intrigerend genoeg. Als een gebeurtenis de nodige tweets, foto’s en dergelijke oproept dan kun je je als pseudo-getuige aardig geloofwaardig voordoen. Lees je in, prent wat dingen uit de foto’s in je hoofd en verwijder even je Facebookupdate dat je die avond ergens anders was. Wie heel gehaaid is, gaat meetwitteren op basis van wat hij leest en versterkt zo zijn geloofwaardigheid als aanwezige.

Dat klinkt ergens wel als een bug in het bewijsrecht. Maar hoe los je dat op?

Arnoud

Mag je de inhoud van een verloren portemonnee twitteren?

creditcard-facebookEen lezer vroeg me:

Als ik een portemonnee vind met bankpasjes en dergelijke erin, mag ik dan foto’s daarvan op Twitter (of Facebook) zetten met de vraag wie deze persoon kent? Zo hoop ik dat de portemonnee snel terugkomt bij de originele eigenaar.

Dit lijkt me niet echt verstandig. Door kaartnummers en dergelijke te publiceren, wordt identiteitsfraude wel een stuk gemakkelijker. Zeker in combinatie met een identiteitskaart, waar zelfs iemands BSN op staat.

Welke wet je ermee overtreedt, weet ik niet precies. Aanzetten tot identiteitsfraude (dus medeplichtigheid) lijkt het me niet, daarvoor is vereist dat je opzettelijk handelt. Door nalatigheid kun je geen medeplichtige zijn. Dit nog los van het feit dat het érg moeilijk te bewijzen zal zijn dat een oplichter met juist de gegevens uit die tweet de valse aankoop heeft gedaan.

Een schadeclaim van de betrokkene lijkt me om dezelfde reden moeilijk. Bewijs maar dat de schade door die tweet is veroorzaakt – en daarna graag ook even hoe hoog die schade was.

Heel formeel is het een verwerking van persoonsgegevens, je publiceert immers gegevens gerelateerd aan een persoon in een geautomatiseerd en doorzoekbaar systeem. Die publicatie rechtvaardigen moet dan met een beroep op de eigen dringende noodzaak, namelijk de betrokkene helpen zijn portemonnee terug te krijgen. Dat mag, maar dan mag je niet meer publiceren dan noodzakelijk is voor dat doel.

Praktisch gezien zou ik zeggen, houd het bij een voor- en achternaam en iets bijzonders (visakte, foto van kind met paarse krokodil) waar mensen zichzelf in kunnen herkennen. En je kunt zelfs de overige gegevens gebruiken ter controle dat degene die zich meldt, écht de eigenaar is.

Arnoud

Mag je je LinkedIn-contacten spammen?

linkedin-connecties-contacten.pngEen lezer vroeg me:

Ik word een erg moe van de vele (ik gok een stuk of 10 per week) emails die ik van mijn LinkedIn-contacten krijg met volgens mij ordinaire reclame:
– hoera, mijn boek is uit
– ik geef een workshop voor 500 euro
– mijn website is vernieuwd
– ik verloot een ipad aan nieuwe klanten
– binnenkort heb ik een event waar ik jou voor wil uitnodigen. het kost slechts 280 euro
– ik heb nu toch weer een nieuw product, poehee dat is echt gaaf en nieuw
– ik heb een hele bijzondere mededeling over een klus die ik ga doen, ik ben echt heel interessant, huur mij dus ook in
Het zijn altijd onpersoonlijke mails, gericht aan iedereen en niet persoonlijk aan mij. Het doel is vrijwel altijd commercieel en ze doen weinig onder voor een nieuwsbrief. Is dat eigenlijk ook geen spam, of moet ik dat maar accepteren omdat ik ooit iemand heb toegelaten als LinkedIn-contact?

Ik ken de frustratie, en het is voor mij een reden om niet of nauwelijks naar LinkedIn-berichten te kijken. Erg jammer, maar ja.

Is het spam? Volgens de wet wel: zonder toestemming, ongevraagd en met commercieel oogmerk is spam, ook als het maar een paar berichten zijn (dus geen bulkmail). Want ja, spammen kan ook via andere communicatiekanalen dan e-mail. Dat weten we uit de Hyveskrabbelspamzaak uit 2009.

Er is echter een uitzondering voor zelf opengestelde zakelijke communicatiemiddelen:

Indien de gebruiker, bedoeld in het eerste lid, een rechtspersoon is dan wel een natuurlijke persoon die handelt in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf, geldt met betrekking tot het door middel van elektronische berichten overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden dat geen voorafgaande toestemming is vereist:
a. indien de verzender bij het overbrengen van de communicatie gebruik maakt van elektronische contactgegevens die door de gebruiker daarvoor zijn bestemd en bekendgemaakt, en deze zijn gebruikt in overeenstemming met de door de gebruiker aan die contactgegevens verbonden doeleinden

Wie op LinkedIn zit, handelt daarbij normaliter zakelijk oftewel “in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf”. En dan wordt de vraag dus: heb je door het connecten met iemand je LinkedIn-berichtenbox opengesteld voor dit soort “poe hee wat gaaf mijn workshop”-berichten?

De LinkedIn User Agreement is niet heel duidelijk over of dit soort communicatie nu toegestaan is. Men verbiedt wel “unsolicited or unauthorized advertising” maar die tekst lijkt meer te gaan over het ongevraagd lastigvallen van onbekenden. Ik denk niet dat een statusupdate met commercieel oogmerk hieronder valt.

Wat vinden jullie? Is LinkedIn bedoeld voor dit soort updates, en geef je dus toestemming om ze te krijgen als je op dit netwerk gaat zitten?

Arnoud

Mogen Facebook, LinkedIn en consorten mij uitnodigen via mijn vrienden?

facebook-invite.pngVolgens het mailtje dat ik vanochtend kreeg, zitten er 93 mensen met smart te wachten op mijn terugkeer op LinkedIn. Hoe veel er op Plaxo zitten weet ik niet, maar ik word er regelmatig aan herinnerd dat dat nog bestaat. En op Facebook is het ook heel gezellig maar zou het toch leuker zijn met mij erop. Zo ongeveer de enige waar ik géén regelmatige mailtjes van krijg is Google+. Maar mag dat allemaal zomaar, al dat commerciële gemail om mij op die netwerken te krijgen?

In principe mag dat natuurlijk niet. Ongevraagde commerciële mail heet spam, en is voor Facebook of LinkedIn net zo hard verboden als voor de Aziatische v1agraspammers. Ook in de VS, waar die bedrijven gevestigd zijn. Maar de truc die ze daar hanteren, is dat degene die zijn adresboek openzet zodat de sociale netwerken iedereen daarin kunnen oogsten en mailen, in de voorwaarden moet garanderen dat hij van iedereen uit dat adresboek toestemming heeft om dit te mogen doen. En dan kan Facebook dus met een oprecht gezicht melden dat de mail opt-in is. Ehm, tsja.

In Nederland zie ik dat argument de giecheltoets niet doorstaan. Maar bij ons is er een andere escape, namelijk de tell a friend systemen waarvoor in 2008 een soort-van uitzondering is gemaakt door spamtoezichthouder OPTA en privacywaakhond Cbp.

Een tell-a-friendsysteem is een mailsysteem op een website waarbij je als bezoeker je eigen gegevens en die van een ontvanger (een vriend) kunt invullen, waarna de website daar een mail heen stuur. Het originele idee was dat je zo snel even een tipje of signalering kon versturen, maar zoals met zo ongeveer alle technologieën op internet wordt dat binnen de kortste keren tot op het bot uitgemolken om advertenties en andere meuk mee te versturen.

Een tell-a-friendsysteem is uitgezonderd van het spamverbod als aan vier eisen is voldaan:

  1. De communicatie gebeurt volledig op eigen initiatief van de internetgebruiker (of afzender), de website stelt hier geen (kans op) beloning tegenover voor afzender of ontvanger.
  2. Voor de ontvanger moet het duidelijk zijn wie de initiatiefnemer van de e-mail is, zodat hij diegene kan aanspreken als hij niet gediend is van dergelijke mails.
  3. De afzender moet volledige inzage hebben in het bericht dat namens hem wordt verzonden, zodat hij de verantwoordelijkheid kan nemen voor de persoonlijke inhoud van het bericht.
  4. De website in kwestie mag de e-mailadressen en andere persoonsgegevens niet gebruiken of bewaren voor andere doeleinden dan het eenmalig verzenden van een bericht namens de afzender. Daarnaast dient de website het systeem te beveiligen tegen misbruik, zoals het geautomatiseerd verzenden van spam.

Een uitnodiging om lid te worden van bijvoorbeeld Facebook kan voldoen aan deze eisen. In de praktijk gaat het meestal fout bij eisen 3 en 4. Zo krijg je vaak herinneringen, dus dan worden de gegevens bewaard voor meer dan een eenmalig verzenden. En ook krijg je lang niet altijd een preview van het bericht zoals dat verzonden gaat worden.

Wél fijn is dat sommige van die netwerken de optie bieden “stuur mij nooit meer uitnodigingen”. Die zwarte lijst is niet verplicht maar ik vind dat dat eigenlijk wel zou moeten.

Arnoud