Waarom Google alles gratis weggeeft

Om alvast maar in de sinterklaassfeer te komen. Binnen tien jaar nadat het bedrijf opgericht werd, zit Google op een jaaromzet van meer dan tien miljard dollar. En zowat al hun diensten geven ze nog gratis weg ook. Hoe doen ze dat toch?

Advertenties, inderdaad. Maar niet iedereen die alles gratis weggeeft met een advertentie er op, haalt tien miljard binnen. Er moet dus iets bijzonders zijn aan de manier waarop Google dat doet. Nicholas Carr schreef een artikel over dit Google enigma.

Het sleutelwoord is complementair. Complementaire zaken zijn dingen die de klant nodig heeft bij je core business. Verkoop je hot dogs, dan zijn mosterd en ketchup complementair. Maak je televisies, dan zijn besturingssystemen complementair. Onderdeel van je innovatiestrategie moet zijn er voor te zorgen dat complementaire zaken zo goedkoop mogelijk beschikbaar komen. Daarom gebruiken zo veel bedrijven open source bijvoorbeeld.

In Google’s geval zijn advertenties uiteraard de core business. Of beter gezegd, de beste advertentie bij de zoekresultaten of andere diensten. Al die diensten zijn dan complementair. En wat is nu het mooie voor Google?

Because the marginal cost of producing and distributing a new copy of a purely digital product is close to zero, Google not only has the desire to give away informational products; it has the economic leeway to actually do it. Those two facts — the vast breadth of Google’s complements, and the company’s ability to push the price of those complements toward zero — set the company apart from other firms. Google faces far less risk in product development than the usual business does. It routinely introduces half-finished products and services as online “betas” because it knows that, even if the offerings fail to win a big share of the market, they will still tend to produce attractive returns by generating advertising revenue and producing valuable data on customer behavior. For most companies, a failed launch of a new product is very costly. For Google, in general, it’s not. Failure is cheap.

Lees verder in The Google Enigma.

Mocht u wat cynischer van aard zijn, dan is Fake Steve’s Blindfolded Basketball analyse van Google’s bedrijfsmodellen wellicht interessanter.

Arnoud

Gaspedaal.nl mag Autotrack.nl blijven doorzoeken

Alweer een zoekmachine vrijgesproken. Dit keer eens geen huizenzoekmachines maar een autozoekmachine: Gaspedaal.nl. Via deze zoekmachine kun je aan de hand van dingen als merk, kilometerstand, bouwjaar, prijs en postcode zoeken in een aantal sites met aangeboden tweedehands auto’s. Dat vond Wegener, de beheerder van die sites, geen leuk idee want zij hadden ruim 1,9 miljoen Euro gestoken in die sites. Door Gaspedaal liep men zo een deel van de gehoopte advertentie-inkomsten mis.

Trouwe lezers van deze blog herinneren zich ongetwijfeld nog de Jaap-zaak uit augustus van dit jaar, en de heel trouwe lezers ook nog het Zoekallehuizen-arrest uit 2006. Beide huizenzoekmachines opereerden ongeveer op dezelfde manier als Gaspedaal. En in beide gevallen riep de eigenaar van de doorzochte sites hun databankenrecht in om dit tegen te gaan.

Bij de huizenzoekmachines ging dat niet op, omdat je voor een databankrecht een substantiële investering in de databank moet doen. En makelaars investeren niet in een databank, die databank is een bijproduct en dus niet beschermd.

Wegener’s investering van 1,9 miljoen was echter wel substantieel en dus had zij een databankenrecht op haar autodatabank. De site van Gaspedaal.nl vraagt, zoals dat juridisch zo mooi heet, “herhaald of systematisch niet-substantiële gedeelten van de databank op”. Als dat ongerechtvaardigde schade toebrengt aan Wegener, pleegt Gaspedaal inbreuk op het databankenrecht.

Maar nee:

Er kan dan ook in dit geding niet op voorhand van worden uitgegaan dat het aantal bezoekers van AutoTrack.nl als gevolg van het op de markt komen van Gaspedaal.nl zal teruglopen. Dit betekent dat evenmin kan worden aangenomen dat – als Wegener stelt en Innoweb betwist – vanwege de terugloop van het aantal bezoekers van AutoTrack.nl de occasionbedrijven hun abonnementen bij Wegener zullen opzeggen en dat daardoor een terugloop van de inkomsten van Wegener te verwachten is.

Wegener had nog één laatste redmiddel. Net als bij Jaap neemt Gaspedaal stukjes tekst en fotootjes over van onder andere Autotrack. Dus net als bij Jaap werd de geschriftenbescherming in stelling gebracht. En net als bij Jaap haalde dat niets uit. Gaspedaal kopieert niet simpelweg de gegevens, maar selecteert de volgens haar belangrijkste en presenteert deze op haar eigen manier. En alleen als je (vrijwel) integraal alles klakkeloos overneemt, kun je inbreuk op deze bescherming plegen.

Kortom, niets onrechtmatigs aan deze zoekmachine.

Via Volledig bericht, pardon Boek 9 en SOLV.

Arnoud

Het recht om gevonden te worden bij de vrije meningsuiting

“Freedom of the press belongs to those who own one.” Dat citaat (van Henry Mencken), lijkt achterhaald nu iedereen een website, blog of vergelijkbare uitlaatklep op internet kan opzetten. Dat gebeurt dan ook, waardoor we nu met een ander probleem zitten: hoe vind je al die meningen, en het liefst ook nog eens de relevante? Met een zoekmachine natuurlijk.

Search is de toekomst, zo wordt ons voorspeld. Straks kunnen we alles vinden. Derde-generatie zoekmachines, ook wel Search 2.0, zullen ons precies de relevantste resultaten laten zien, gebaseerd op context, samenwerkende gebruikers, voorkeuren en al die andere dingen die Web 2.0 groot maken. Hopelijk reduceert dat de zoekmoeheid die mensen vandaag de dag treft.

Maar zoekmachines zijn niet neutraal, en hebben niet noodzakelijkerwijs het beste met ons voor. De klant staat voorop – en dat is de adverteerder. Wij zijn het product, en de zoekresultaten slechts een middel om dat product te kunnen leveren aan de adverteerders. Zoekmachines zijn dus onvermijdelijk vooringenomen.

In het uitstekende artikel A Right to Reach an Audience: An Approach to Intermediary Bias on the Internet schrijft juriste Jennifer Chandler over bias en het recht om gehoord te worden – of in ieder geval niet zomaar door een zoekmachine aan de kant gezet te worden.

Het recht op vrije meningsuiting omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken. Dat betekent niet alleen dat mensen niet gehinderd mogen worden bij hun meningsuiting. Onder omstandigheden kan iemands zelfs verplicht worden mee te werken aan andermans meningsuiting. Dat geldt in ieder geval voor de overheid – denk aan politiebescherming bij een demonstratie. Maar heeft een bedrijf of privépersoon die verplichting?

Of vrije meningsuiting horizontale werking heeft, zoals juristen dat noemen, is een open vraag. In de meeste gevallen niet. Een burger hoeft niet mee te werken aan andermans meningsuiting. Zeker niet op internet, zo lijkt het. Op internet kan iedereen zijn eigen kanaal opzetten en zich vrijelijk uiten. Bescherming lijkt niet zo nodig. Maar, zo pleit Chandler, juist hier is bescherming nodig. Bescherming tegen willekeur door zoekmachines:

[Free speech] includes not only the right to speak and the right to hear, but also the right to reach an audience free from the influence of extraneous criteria of discrimination imposed by selection intermediaries. If selection intermediaries block or discriminate against a speaker on grounds that listeners would not have selected, that speaker’s ability to speak freely has been undermined.

Chandler noemt vier criteria om dit “recht om gevonden te worden” af te kunnen dwingen:

  1. Zoekmachines mogen geen sites verwijderen uit de index, tenzij ze daartoe wettelijk verplicht zijn. Een publicatie die smadelijk is, strafbaar materiaal bevat of inbreuk op auteursrechten vormt, zou verwijderd moeten worden.
  2. <li>Zoekmachines moeten de criteria voor het sorteren van zoekresultaten publiceren. Niet te gedetailleerd, want dat nodigt maar uit tot misbruik, maar op een voldoende niveau dat mensen kunnen inschatten of deze zoekmachine voor hen nuttige resultaten op zal leveren.</li>
    
    <li>Zoekmachines mogen sites alleen weren uit zoekresultaten als sprake is van kennelijk misbruik. En in zo'n geval moeten zij de webmaster van de geweerde site informeren dat zij geweerd zijn.</li>
    
    <li>Zoekmachines moeten gesponsorde koppelingen duidelijk apart neerzetten en als zodanig identificeren, zodat de lezer meteen ziet of een resultaat "organisch" is of gesponsord.</li>
    

Vergelijkbare criteria zouden moeten gelden voor internetproviders, dit om netneutraliteit te kunnen garanderen.

Het is daarbij wel erg belangrijk hoe machtig de zoekmachine is. En dan kom je bij het mededingingsrecht terecht. Een dominante zoekmachine, zoals Google, heeft heel veel invloed. Bedrijven kunnen failliet gaan omdat ze niet meer via Google te vinden zijn. Obscure auteurs kunnen beroemd worden omdat ze ineens bovenaan staan. En wie zo’n machtspositie heeft, zo zegt de Mededingingswet, mag deze niet misbruiken. Op die grond zou je de bovenstaande criteria dus kunnen afdwingen.

Eerder schreef hoogleraar Eric Goldman het artikel Search Engine Bias and the Demise of Search Engine Utopianism, waarin hij stelt dat deze bias van zoekmachines niet noodzakelijkerwijs slecht is. Net als een krant redactionele invloed uitoefent, moet een zoekmachine dat ook. Met slechte resultaten trek je geen bezoekers, dus zoekmachines moeten wel selecteren.

En daar zit natuurlijk het knelpunt. Iedereen wil graag gehoord worden, maar ik wil alleen maar horen waar ik naar op zoek ben. Waarom zou een zoekmachine dan al die meningen in mijn zoekresultaten stoppen?

Goldman ziet dit dan ook als een tijdelijk probleem:

Complaints about search engine bias implicitly reflect some disappointed expectations. … [S]earch engines naturally will continue to evolve their ranking algorithms and improve search result relevancy—a process that, organically, will cause the most problematic aspects of search engine bias to largely disappear. To avoid undercutting search engines’ quest for relevance, this effort should proceed without regulatory distortion.

Daar zit dan weer wel het risico aan vast dat ik dan altijd alleen maar mijn eigen mening bevestigd zie, en nooit geprikkeld wordt door andersdenkenden om mijn eigen opvattingen bij te stellen. Dat pleit dus wel voor volledigheid.

Via Technology & Marketing Law Blog van diezelfde Eric Goldman.

Arnoud

Hack uw concurrent – mag dat?

Voor bedrijven die hun concurrenten online te pakken willen nemen zijn er dan ook genoeg mogelijkheden, meldt Security.NL.

Wat te denken van het spammen van de concurrent z’n blog, zodat zoekmachines het blog slecht indexeren. Ervoor zorgen dat “sociale media” de URL van de concurrent bannen. Het kopiëren van RSS content en dan snel zelf online plaatsen, het gebruik van 301 redirects, DoS-aanvallen, clickfraude, AdSense misbruik en het manipuleren van de rating binnen zoekmachines.

In de VS is wetgeving om misbruik tegen te gaan, aldus het artikel. En in Nederland? Sommige voorbeelden zijn evident computercriminaliteit, dus daar ga ik niet op in. De moeilijke gevallen:

Spammen namens de concurrent<BR/> Al langer bekend in e-mail (de joe job) maar kennelijk nu ook op websites. Spam alle mogelijke forums vol, zogenaamd uit naam van je concurrent en met links naar diens site. Zo maak je een hoop mensen boos – op die concurrent. En met een beetje geluk ziet Google zijn site nu ineens voor een spamvertised site aan en gaat ‘ie lager in de index.

Een aanverwante truc is de site van de concurrent te spammen op sociale sites als Digg, Reddit of NUjij. Als dat te vaak gebeurt, wordt deze door de site geblokkeerd en kan niemand meer artikelen van die site nomineren.

Dit is waarschijnlijk te zien als valsheid in geschrifte (art. 225 Wetboek van Strafrecht):

het valselijk opmaken of vervalsen van een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken

Een elektronisch document is ook een “geschrift”. Andermans naam invullen is “valselijk opmaken” van het geschrift. En de bedoeling daarvan is de hele wereld te laten denken dat die ander het heeft geschreven.

Je zou ook kunnen denken aan oplichting (art. 326 Wetboek van Strafrecht):

met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
– hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid,
– hetzij door listige kunstgrepen,
– hetzij door een samenweefsel van verdichtsels,
iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het ter beschikking stellen van gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld

Alleen is dan de vraag wie er wordt aangezet tot het afgeven van die goederen of dat geld. En wat wordt er afgegeven?

De site-beheerder (of de stemmende gebruikers) kunnen misschien nog betogen dat ze bedrogen zijn (art. 3:44 Burgerlijk Wetboek):

het iemand aanzetten tot een rechtshandeling door enige opzettelijk daartoe gedane onjuiste mededeling, door het opzettelijk daartoe verzwijgen van enig feit dat de verzwijger verplicht was mede te delen, of door een andere kunstgreep.

Maar dat is geen strafbaar feit! Het is een reden om een overeenkomst (contract) te kunnen vernietigen. Hiermee kan de site bijvoorbeeld een gebruikersaccount opheffen als blijkt dat de gebruiker een valse naam heeft ingevuld. Jezelf registreren bij een site is tenslotte een overeenkomst, inclusief gebruiksvoorwaardenf waar je mee akkoord moet gaan.

Als bij zo’n actie de merknaam van het bedrijf wordt gebruikt, is dat soms te zien als merkinbreuk: afbreuk doen aan de reputatie van het merk.

Duplicaat content
Zoekmachines zijn allergisch voor gedupliceerde content. Met allerlei algoritmes worden pagina’s herkend die te veel op elkaar lijken, zodat alleen het ‘origineel’ getoond wordt bij de zoekresultaten. Maar ja, wat is het origineel? Precies, en daar kun je misbruik van maken: kopieer de site van je concurrent een paar keer, zorg dat de kopie aandacht krijgt, en daar gaat het origineel.

Inbreuk op auteursrecht. Duh.

Adsense sabotage
Google’s Adsense programma is berucht hypergevoelig als het gaat om klikfraude. Klik te vaak op de advertenties op je eigen site, en hop je ligt er uit. De mogelijkheden voor misbruik bij de site van de concurrent laat zich raden. Vooral omdat Google niet in discussie gaat over uitsluiting wegens fraude.

Dit is de lastigste. In principe is er niets mis met veel klikken op een advertentie. Maar hier is het doel natuurlijk niet netjes: je wilt een inkomstenbron van je concurrent saboteren. Dat lijkt me juridisch niet in de haak, al zou ik zo gauw geen wetsartikel weten. Gelukkig hebben we in Nederland dan altijd nog het grote kapstokartikel: strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt (6:162 BW).

Arnoud

Ask.com niet aansprakelijk voor samenvatting bij zoekresultaat

De korte samenvattingen bij zoekmachine-resultaatpagina’s kunnen soms pijnlijk zijn. In de VS probeerde ene Bill Murawski gouverneur van New York te worden, wat niet lukte. Volgens hem gedeeltelijk omdat de site Politics1.com met zoekmachine Ask.com samenzwoer om hem te presenteren als een communist. Want Politics1 toonde dit lijstje kandidaten:

Maura DeLuca (SWP)-Garment Worker & Communist Political Organizer

& Ben O’Shaughnessy (SWP)-College Student & Communist Political Organizer

Bill Murawski (Write-In)-Journalist, Public Access TV Show Producer & Frequent Candidate

& Donald Winkfield (Write-In)-Journalist

En wat kreeg je dan in de resultaten te zien als je op Ask.com zoekt naar “Bill Murawski”:
Communist Political Organizer Bill Murawski

De zaak werd afgewezen omdat zoekmachines niet aansprakelijk zijn voor de inhoud van de webpagina’s die ze indexeren. En het lijstje bij Politics1 was niet zodanig verwarrend dat een redelijk mens er de verkeerde dingen van zou denken.

Via Technology & Marketing Law Blog, dat zal opkijken van de Nederlandstalige trackback.

Arnoud

Keyword meta-tags zijn dood; lang leve de magneetwoorden

Ooit, toen zoekmachines nog naïef waren, kon je met een META-tag in je webpagina extra trefwoorden toevoegen. “Britney Spears” was een populaire (dit is lang geleden), en als je het een paar keer herhaalde, kwamen fans van de zangeres vanzelf op jouw homepeetsj met foto’s van je cavia. Nee, het nut van die truc heb ik nooit echt begrepen.

Trefwoorden toevoegen kan natuurlijk wel een nuttig doel hebben. Bijvoorbeeld synoniemen of fout gespelde varianten van het onderwerp van de pagina vermelden. Maar er werd zo veel misbruik van gemaakt dat zoekmachines er steeds minder waarde aan hechtten. En nu zijn meta-tags dood, meldt Search Engine Land (gevonden via Technology & Marketing Law Blog).

Ondertussen gaf het onderwerp de nodige commotie bij juristen: mag je andermans merk in je meta-tag vermelden? Is dat gebruik van het merk? Geen triviale vraag (wel een leuk afstudeeronderwerp. Bij merkgebruik moet het merk wel zichtbaar zijn voor de klant, maar meta-tags zijn onzichtbaar. Is het dan wellicht subliminaal adverteren?

Tegenwoordig draait het om de Google Adwords, Yahoo Search Marketing, gesponsorde koppelingen of magneetwoorden: advertenties die verschijnen bij bepaalde zoekopdrachten of trefwoorden bij zoekmachines. In principe zijn die toegestaan, zo blijkt uit de jurisprudentie.

De oudste zaak is VNU/Monsterboard. In hoger beroep werd het toegestaan dat Monsterboard haar vacature-advertenties toonde bij zoekopdrachten met het woord “intermediair” er in. Dit ondanks het merkrecht op de tijdschrift-titel Intermediair van VNU.

In de zaak van Douwe Egberts (Sara Lee) tegen koffieveroper Capriole werd toegestaan dat Capriole advertenties toonde voor DE koffie bij zoekopdrachten voor “douwe egberts”:

Door het handelen van Capriole worden de eigen websites van Sara Lee/DE niet minder bereikbaar dan zij zonder dat handelen geweest zouden zijn. Capriole maakt gebruik van de mogelijkheden die het internet biedt om hoog op de resultatenpagina’s te komen en daardoor de kans te vergroten dat de eigen website wordt bezocht. Dat is, zonder bijkomende omstandigheden waarvan in dit geval niet is gebleken, ten opzichte van anderen die die mogelijkheden niet wensen te benutten niet als misbruik te kwalificeren.

De zoekmachine zelf pleegt trouwens ook geen merkinbreuk, zo bepaalde de rechter in de Farm date-uitspraak.

Arnoud

“Bescherming Funda nekt marktwerking”

Gespecialiseerde zoekmachines moeten niet gehinderd worden door geschriftenbescherming. Dat schrijft Laurens Mommers van eLaw@Leiden in Het Financieele Dagblad naar aanleiding van de Jaap-zaak, waarbij de NVM-makelaars overname van huizenadvertenties voorkwamen met een beroep op de geschriftenbescherming, het stiefbroertje van het auteursrecht.

We zullen steeds vaker gespecialiseerde zoeksites gebruiken om op internet te vinden wat we zoeken. Algemene zoekmachines zoals Google zijn nauwelijks geschikt om een nieuw huis of om een goedkoop ticket te vinden, omdat ze geen specifieke zoek‐ en selectiemogelijkheden bieden, zoals de prijs van een product. We zijn dus gebaat bij partijen die dergelijke gegevens verzamelen en het daarmee mogelijk maken om gemakkelijk iemands telefoonnummer te vinden, de goedkoopste reis naar Spanje te boeken, of het mooiste huis tegen de beste prijs te vinden. Alle stappen die bedrijven zetten om zich tegen zo’n vergelijking te wapenen, werken uiteindelijk tegen onze welvaart.

Via Emerce.

Arnoud

Perfect 10 – oude zaak, nieuwe insteek

Perfect 10, de pornoboer met de vele rechtszaken, heeft er weer een nieuwe bij. Microsoft’s MSN Search wodt ditmaal aangeklaagd voor schending van auteursrecht omdat ze –net als Google– kleine versies laten zien van de plaatjes op de site van Perfect 10.

Hardleers? Misschien. Maar wel slim. Google staat bekend om haar laten we zeggen flexibele houding tegenover auteursrecht. Maar bij Microsoft ligt dat anders, zo verklaarde Perfect 10:

You would think that as a major copyright holder itself, Microsoft would be extremely sympathetic to concerns of other copyright holders, and would go out of its way to not copy copyrighted works without permission, or link to or promote massive thieves [sic] of other people’s property

Slim. Ik zie Microsoft niet zo snel roepen dat het maar eens wat minder streng moet met dat auteursrecht.

Arnoud

“Bovengrens aan beeldcitaat: 194×145 pixels”?

Heeft de rechter in het Jaap-vonnis nu eindelijk een harde grens gesteld voor beeldcitaten? Nee, maar “194×145 mag” gaat desondanks het nieuwe auteursrechtelijk broodje-aap verhaal van de komende tien jaar worden.

Huizenzoekmachine Jaap moest stoppen met het overnemen van de integrale informatie over huizen van Funda en van de sites van individuele NVM-makelaars, maar mag wel net als eerder Zoekallehuizen.nl (ZAH) wel kleine stukjes overnemen vanwege het citaatrecht. En daarin was de rechter opmerkelijk precies: de foto mag hooguit 194 bij 145 pixels groot zijn, en qua tekst mogen hooguit 155 tekens.

Die afmetingen gelden alleen voor Jaap en zijn zeker geen bindende jurisprudentie vanaf nu. De enige reden dat de rechter getallen koos, was omdat hij wel voorzag dat er anders gelijk weer ruzie zou komen over de geciteerde foto’s. Hij wilde dat voor zijn en besloot dan maar te zeggen dat Jaap’s huidige formaat acceptabel was. En dat was toevallig 194×145. Ik zou trouwens nog wel willen weten wie er bij Jaap nu net die afmetingen bedacht had.

Een zo specifieke maat is opmerkelijk, zo schrijft Solv:

Uiteraard is het in het belang van sites als Jaap.nl, om een duidelijke maatstaf te hebben. Anderzijds moet er voor worden gewaakt dat de limiet van 155 tekens als een nieuwe, absolute grens wordt gezien voor het toelaatbaar zijn van een citaat. Al naar gelang de omstandigheden en context, kan een volledig werk rechtmatig worden geciteerd. Andersom, zal in sommige gevallen het overnemen van slechts 50 tekens al te ver gaan.

Inderdaad. Het citaatrecht is geen vrijbrief om zomaar stukjes (of plaatjes of stukjes geluid) te mogen overnemen.

Je mag alles citeren wat je wilt, zolang het maar voor een van de de toegestane doelen is. Bijvoorbeeld aankondigen wat er te zien is achter de link, of aanhalen wat je gaat bekritiseren. In het Zoekallehuizen-arrest bepaalde het Hof dat wat ZAH deed, te vergelijken is met een aankondiging, een toegelaten doel voor een citaat:

ZAH doet in feite niet meer dan nodig is om de gebruiker in staat te stellen de voor hem (mogelijk) van belang zijnde websites van de makelaars te vinden door daarnaar te verwijzen via enkele belangrijke gegevens. Het gebruik van deze gegevens valt te beschouwen als of staat op gelijke voet met het citeren uit een werk ten behoeve van een aankondiging. Het heeft immers de strekking de gebruiker aan te kondigen wat hij te zien zal krijgen als hij de door ZAH aangeboden hyperlink volgt.

Maar bij Jaap kon de rechter kort zijn:

Het door [Jaap] compleet overnemen van de objectgegevens op haar website is een vorm van eigen en vrijwel ongewijzigde exploitatie van deze gegevens. Dit gaat de grenzen van het zogenaamde citaatrecht voorbij.

Die grenzen zeggen dat je niet meer mag citeren dan nodig. Het algemene criterium, dat de rechter hierboven gebruikt, is dat wat je in je citaat stopt, niet meer als exploitatie van het origineel te zien is. Je citaat moet op zichzelf waardeloos zijn, zeg maar.

Bij beeldmateriaal bepaalde de Auteurswet vroeger dat een beeldcitaat alleen mag als dit

door haar grootte of door de werkwijze volgens welke zij is vervaardigd een duidelijk verschil vertoont met het oorspronkelijke werk.

Maar dat is gewijzigd. De huidige wet, artikel 15b, bepaalt dat een citaat, dus ook een beeldcitaat, mag als het citaat

in overeenstemming is met hetgeen naar de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is en aantal en omvang der geciteerde gedeelten door het te bereiken doel zijn gerechtvaardigd.

Dat is geen wezenlijke verandering. Het is nog steeds niet nodig om een grote poster integraal te tonen als het je gaat om een raar mutsje in de linkerbovenhoek. Maar je mag wel een hele foto van een huis verkleind laten zien als je wilt aankondigen dat dat huis te koop staat.

In een min of meer vergelijkbare zaak in Amerika mocht Google pornothumbnails laten zien bij zoekresultaten.

En op Volledig Bericht, pardon Boek 9, merkt Dirk Visser nog op dat het vonnis waarschijnlijk anders zou uitvallen bij sites die wel een databankrecht kunnen claimen op hun informatie. Makelaars hebben geen databankrecht op hun huizeninformatie, zo bepaalde het gerechtshof vorig jaar in de Zoekallehuizen-zaak.

Arnoud

Innovatie in draadloos breedband: Nederland versus VS

In Nederland zal het nog wel even duren voor we landelijk draadloos breedband hebben. Het laatste nieuws hier is dat we een “proeftuin voor digitale diensten” gaan beginnen dit najaar. Zo kan bijvoorbeeld een rederij in de haven een kleine FM-zender neerzetten om wachtende passagiers via de autoradio te informeren. Hoe innoverend.

Nee, dan de VS. Daar komt het 700 MHz spectrum vrij omdat alle Amerikaanse televisie in 2009 digitaal moet zijn. De FCC organiseert een veiling voor bedrijven die draadloze breedbandnetwerken op deze frequenties willen aanbieden. Traditioneel zitten in de VS draadloze netwerken meestal stevig op slot, en de apparaten zijn beperkt in hun mogelijkheden. Dankzij lobbywerk van Google gelden voor dit spectrum nu andere regels.

Die netwerken moeten open zijn: klanten mogen op zo’n netwerk willekeurige applicaties gebruiken, zoals bijvoorbeeld Skype, en het moet werken met elk apparaat op het draadloos netwerk. Het belangrijkste doel van de veiling lijkt daarmee gedeeltelijk gehaald: met zo’n open netwerk ontstaat een derde manier van toegang tot Internet, naast kabel en (ADSL)-telefoon.

In een kritisch artikel in Fortune maakt Brent Schlender zich nog zorgen over de marktmacht van Google die blijkt uit dit lobbywerk en wat Google van plan is met die bandbreedte. Google is een advertentiefirma die zo veel mogelijk kanalen wil openstellen om advertenties aan gebruikers van hun diensten te kunnen tonen:

Google wants to take its breathtakingly profitable targeted advertising beyond PCs and inject it into any other medium it can find, whether it be radio or TV or even newspapers and magazines. But the biggest prize of all may be cellphones. Why? Because there are so damn many of them, and they’re behaving more and more like pocket-sized, full-blown computers (e.g. the iPhone).

Ik hoef geen iPhone, maar ik wil wel landelijk dekkend draadloos breedband. Dan zoek ik op de site wel op wanneer de veerboot vertrekt.

Arnoud