Politie arresteert man op verdenking ‘pump en dump’ met zelfgemaakte cryptocoins

De Nederlandse politie heeft een man van 39 uit Deventer aangehouden op verdenking van grootschalige oplichting met zelfgemaakte cryptovaluta. Dat las ik bij Tweakers. In het jargon heet dit een “pump and dump scheme”: je praat de koers omhoog en daarna verkoop je snel je eigen voorraad, waarna je er met het geld vandoor gaat en iedereen ineens door een koersdaling gedupeerd is. Dat is niet hetzelfde als speculeren, omdat de koers hier kunstmatig opgedreven werd. En dat kan dus ook bij cryptomunten, hoewel die niet onder de Wet financieel toezicht vallen.

De cryptowereld kent ondertussen een heleboel shady figuren, die op allerlei manieren proberen mensen geld afhandig te maken door ze te pushen “nu in te stappen”. De NOS had er een mooi achtergrondartikel over. Nou is dat op zich natuurlijk legaal – handig naïeve mensen bespelen is moreel niet echt netjes maar dat is wat anders. Maar dit soort trucs evolueren snel tot “koop zelf goedkoop, laat anderen instappen en verkoop zodra de koers omhoog gegaan is door hun aankopen”. En dát is wel een juridisch probleem.

In eerste instantie dacht ik, waarom is het de politie en niet de AFM die ingrijpt. Maar bij nader inzien logisch natuurlijk: cryptomunten vallen buiten de Wft omdat ze geen financiële instrumenten in de zin van die wet zijn. En dan valt dus handhaving op grond van art. 5:58 Wft af.

In het persbericht spreekt de politie van oplichting, wat me een tikje verrast omdat er gewoon een specifiek artikel in het Wetboek van Strafrecht is dat hierover gaat, namelijk art. 334:

Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het verspreiden van een leugenachtig bericht de prijs van koopwaren, fondsen of geldswaardig papier doet stijgen of dalen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Mogelijk dat men twijfelt of een cryptomunt een “koopwaar of fonds” is? In ieder geval is er jurisprudentie dat het verspreiden van half-ware berichten ook “leugenachtig” oplevert – zeggen dat de koers aan het stijgen is door een groot aantal aankopen, waarbij je niet zegt dat jij de persoon bent die die aankopen doet.

Wanneer je het oplichting noemt, kom je volgens art. 326 Strafrecht aan de vraag of je handelt

door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels.
Ik zou het dan op dat laatste gooien, daarmee wordt namelijk grofweg bedoeld zo veel mooie verzonnen praatjes dat mensen je gaan geloven en doen wat je zegt. De vaste jurisprudentie is dat je laat meewegen:
de vertrouwenwekkende aard, het aantal en de indringendheid van de (geheel of gedeeltelijk) onware mededelingen in hun onderlinge samenhang, de mate waarin de in het algemeen in het maatschappelijk verkeer vereiste omzichtigheid degene tot wie de mededelingen zijn gericht aanleiding had moeten geven de onwaarheid te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen en de persoonlijkheid van het slachtoffer.
Omdat bitcoins en andere cryptovaluta ‘goederen’ zijn in de zin van het strafrecht (de Runescape-zaak), voldoe je ook aan de eis dat men iemand beweegt tot afgifte van “enig goed”.

De tegenwerping is natuurlijk dat iedereen die met crypto bezig gaat, moet weten dat het gaat om speculatie op zeer snel op en neer bewegende koersen. Het kan bij iedere munt gebeuren dat je net instapt voor een crash, pardon dipje, al dan niet veroorzaakt doordat Elon Musk een emoji twittert. Dat is dan gewoon pech, en dat je adviseur wél net goed in- en uitstapte dat is dan wrang, meer niet.

Het gaat uiteindelijk echter om het oogmerk van de adviseur en om het kunstmatig karakter van de koersstijging. Dat is wat het oneerlijk maakt. De koers van die cryptomunt stijgt niet omdat de markt deze meer waard vindt, maar omdat iemand allemaal mensen voor het lapje houdt waardoor die gaan kopen. Zo’n self fulfilling prophecy is geen marktwerking maar oplichting. En als dat ook nog eens de bedóeling was van de adviseur, dan overtreedt zhij de strafwet.

Dit bewijs zal natuurlijk lastig zijn, als deze verdachte slim is en de mond houdt over motieven. Je houdt dan over dat er afgezien van deze persoon geen kopers waren tot het moment dat de reclame begon, en toen eigenlijk alleen de door deze persoon benaderde mensen aan het kopen sloegen, waarna de verdachte als eerste én grootschalig de cryptomunt verkocht. Ik kan dat niet anders zien dan lekker de winst pakken die je zelf gecreëerd hebt met je mooie praatjes, en dat is dus een vorm van oplichting.

Arnoud

Bitcoin Meester hoeft wegens bug teruggedraaide transacties niet te vergoeden

Cryptoplatform Bitcoin Meester hoeft veertien transacties van een klant die daarmee vierduizend procent winst maakte maar wegens een systeemfout werden teruggedraaid niet te vergoeden, las ik bij Security.nl. Ook hoeft men geen ruim 42.000 euro schadevergoeding te betalen vanwege misgelopen winst. Dit alles op gezag van de rechtbank Amsterdam die aldus vonniste nadat de klant erg boos was over de misgelopen gelden.

Op 26 februari vorig jaar verkocht de klant de cryptovaluta Hedera aan Bitcoin Meester om daarmee de cryptovaluta Aion te verkrijgen. Vervolgens verkocht de klant de verkregen Aion weer aan Bitcoin Meester voor Hedera. Dat kan, daar is zo’n platform voor.

Alleen, de prijs waarvoor Bitcoin Meester de Hedera van de klant kocht lag 2,5 tot 25 hoger dan de prijs waartegen die vrijwel tegelijkertijd diezelfde Hedera van Bitcoin Meester kocht. Hierdoor kon de klant binnen een tijdsbestek van ongeveer 12 minuten met 14 transacties een winst maken van ruim 4.000%. Doordat deze 14 transacties opvielen maakte een bot in het systeem van Bitcoin Meester melding van de transacties en werd [eiser] uitgelogd uit zijn account. Na opnieuw inloggen bleken de transacties te zijn teruggedraaid.

Zo te lezen had de klant een bug ontdekt in het systeem van Bitcoin Meester:

Bitcoin Meester heeft overtuigend aangetoond dat er een fout in haar systeem zat waardoor zij aan [eiser] een hogere inkoopprijs voor Hedera betaalde dan zij van [eiser] ontving voor diezelfde Hedera. Op zitting heeft Bitcoin Meester uitgelegd dat zij als broker fungeert en zelf pas een transactie uitvoert nadat een klant een cryptovaluta heeft ge- of verkocht. Door de fout in het systeem lag er voor haar geen reële transactie onder de door [eiser] opgedragen transactie, want Bitcoin Meester kon door de foutieve prijs de transactie van [eiser] immers niet uitvoeren op de cryptovalutamarkt.
Dat verklaart ook waarom 14 transacties in zeer korte tijd natuurlijk. En dan krijg je dus de vraag, zit zo’n platform vast aan de bug die ze zelf bouwde? Nee, aldus de rechtbank. Ook bij geautomatiseerde contracten (note to self: cursus Smart Contracts pluggen) geldt gewoon het Burgerlijk Wetboek:
[M]ocht [eiser] er op vertrouwen dat Bitcoin Meester de Hedera keer op keer voor een beduidend hogere prijs van hem wilde terugkopen dan waarvoor zij deze even tevoren aan hem had verkocht?
Dan krijg je een optelsom van factoren. Allereerst ga je dus in 12 minuten 14 keer hetzelfde kop, en ten tweede krijg je steeds 2,5 à 25 keer je inleg aangeboden. Dat kan niet kloppen, althans daarvan moet je je achter de oren krabben of het platform dat wel had gewild. En dan is er dus in juridische zin geen redelijkerwijs gewekt vertrouwen, en dus geen overeenkomst.

Omdat er geen overeenkomst is, kan de klant Bitcoin Meester niet verwijten de transacties te hebben gewist en de gemaakte winst niet te vergoeden. Wel werd de klant veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van Bitcoin Meester die bijna 2900 euro bedragen.

Arnoud

Niet bij je Bitcoins kunnen omdat de politie je telefoon heeft

Iets waar niet iedere Bitcoin bezitter rekening mee houdt, wat te doen als de politie je telefoon heeft? Dat las ik bij het onvolprezen Betablog. Hij wees op een recent strafvonnis waarbij de verdachte tegen precies dit probleem aanliep: “zegt de veroordeelde tegen zijn moeder dat hij over geld in Bitcoins beschikt, maar dat hij daar niet bij kan komen omdat de politie zijn telefoon in beslag heeft genomen.”

De veroordeelde is betrokken geweest bij het verhandelen van verdovende middelen op de darknet markets Dream Market en Nightmare Market onder de vendor namen DrugsTradeCenter en Mr.Ted, zo lees ik in het vonnis. Ik vermoed dat men deze persoon op het spoor kwam door een actie in 2020 van internationale opsporingsdiensten, waaronder Europol, tegen onder meer deze twee darknetmarkten. (Darknet is een lekenterm voor semi-anoniem communiceren en dan drugs per post sturen.)

Bij de verdachte werd een laptop aangetroffen met daarop de nodige administratie van de drugsverkoop, waaruit de rechter concludeert dat hij niet zomaar een naïeve loopjongen was. Ook hielp niet mee dat hij niet wilde aangeven wie dan de ‘achterman’ was en hoe hij dan wel aan zijn geld kwam. En dan heb je bij een ontnemingszaak echt een probleem gezien de omgekeerde bewijslast die dan geldt.

Ten slotte zijn ook twee tapgesprekken die de veroordeelde na zijn aanhouding vanuit de PI met zijn moeder heeft gevoerd veelzeggend. Daarin zegt de veroordeelde tegen zijn moeder dat hij over geld in bitcoins beschikt, maar dat hij daar niet bij kan komen omdat de politie zijn telefoon in beslag heeft genomen. De verklaring van de veroordeelde ter terechtzitting dat hij dit enkel heeft gezegd om stoer te doen is geenszins aannemelijk, omdat niet valt in te zien waarom hij tegenover zijn moeder uit stoerdoenerij zou liegen. Die strekking had dit gesprek in het geheel niet, zo valt uit de context op te maken.

Gezien het vorenstaande kan buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat de veroordeelde zelf van de drugshandel heeft geprofiteerd. En inderdaad is het wel een interessante dat je na zo’n inbeslagname (die is ter bevriezing voor het onderzoek) niet meer bij je geld, je bitcoins immers, zou kunnen. Ik zie daar niet direct een bezwaarmogelijkheid tegen, als de enige sleutel voor je geheime kluis aan een in beslag genomen sleutelring zit dan heb je ook even pech vermoed ik.

Arnoud

Facebook doet dus al genoeg tegen nepbitcoinadvertenties, tuurlijk

Internetplatform Facebook treft vooralsnog voldoende maatregelen om nep-bitcoin advertenties met bekende Nederlanders te weren. Dat las ik in een recent vonnis. De presentator van EenVandaag was samen met zijn werkgever had Facebook aangeklaagd omdat ook hij als gezicht werd misbruikt in die Bitcoinfraudeadvertenties (“Bankiers zijn bang voor deze vondst”). Inderdaad net als John de Mol, die een rechtszaak won november vorig jaar. Sinds die uitspraak lijkt het aantal oplichtingsadvertenties op Facebook minder, maar desondanks zag deze presentator zich genoodzaakt naar de rechter te stappen. Uitspraak: Facebook doet genoeg. (Leeswaarschuwing: wie zegt er nog ‘banhammer’ in 2020? Nou de Rechtbank Amsterdam. Cringe. Cringe.)

Het probleem met die nepadvertenties is algemeen bekend denk ik: zogenaamd hebben Bekende Nederlanders zó veel geld verdiend met bitcoinhandel dat ze stoppen met hun echte werk, met lokkende koppen zoals “vaarwel John de Mol” zodat je verlokt wordt om te klikken. Vervolgens moet je een inleg betalen en dan gebeurt er niets meer, simpele oplichting dus.

Die advertenties duiken op vele plekken op, maar Facebook is een beruchte. Het netwerk stelde altijd er weinig aan te kunnen doen en vond zichzelf slechts een tussenpersoon. Terwijl andersoortige advertenties, ja precies. De rechtszaak van John de Mol van vorig jaar heeft kennelijk Facebook tot enige verbetering aangezet, want er zijn nu veel minder van die advertenties. En kennelijk hanteert het abuseteam van Facebook daarbij nog de term “banhammer” want ik zie dat op meerdere plekken in het vonnis terugkomen. Ik word oud denk ik.

Het centrale probleem blijft dat advertenties in principe pas achteraf worden beoordeeld, en dat er kennelijk geen algemeen filter is. Dat mag ook niet, zegt Facebook, want wanneer zij als platform opereert mag zij geen algemene toezichtverplichting opgelegd krijgen. En dat klopt – voor de platformacties, dus de usercontent. Volgens mij ligt dat anders bij advertenties, omdat je daar een inhoudelijke rol bij hebt. Het L’Oreal/eBay-arrest laat volgens mij wel degelijk ruimte voor preventief filteren van gelijksoortige advertenties. (En tussen de regels door lezend hééft Facebook ook dergelijke filters.)

Uiteindelijk komt de discussie neer op het punt hoe structureel het probleem nog is. Waar de eiser weliswaar vier advertenties kon laten zien, kon Facebook laten zien dat drie al meteen verwijderd waren en dat de vierde ook snel alsnog weggehaald werd. Daarmee heeft ze uiteindelijk genoeg gedaan gezien de omstandigheden; de rechter wil geen strengere filterplicht opleggen.

Arnoud

John de Mol start rechtszaak tegen Facebook om nepadvertenties

Talpa-oprichter John de Mol spant een kort geding aan tegen Facebook. Hij eist dat het sociale netwerk stopt met het tonen van nepadvertenties voor bitcoinproducten waarin zijn naam en foto worden gebruikt. Dat meldde het FD onlangs. De ondernemer is niet de enige: ook foto’s van zanger Waylon, presentator Matthijs van Nieuwkerk en techondernemer Alexander Klöpping worden op Facebook en Instagram misbruikt om mensen te verleiden tot nepinvesteringen. Of beter gezegd pure oplichterij, want zover ik kan zien wordt er überhaupt niet belegd maar wordt je geld gepakt en verder niets. De vraag is natuurlijk: waarom deed Facebook hier zelf niets aan, ondanks de vele signalen van al die ondernemers?

De oplichterij is op zich vrij simpel: er wordt een snelgeldverdienenmodel met Bitcoin aangeprezen, met 250 euro inschrijfgeld. Wie dat betaalt, krijgt een advies om meer te betalen. Doe je dat niet, dan ben je je geld kwijt. Doe je dat wel, dan ben je ook het meer betaalde kwijt. Dat is natuurlijk lastig verkopen, vandaar de inzet van bekende Nederlanders zoals De Mol of Klöpping die zogenaamd met hun echte baan stoppen omdat ze lekker binnenlopen op de bitcoin.

Natuurlijk mag zoiets niet. Iemands gezicht in reclame gebruiken valt onder het portretrecht – dat bestaat onder de AVG niet meer, maar specifiek voor het commerciële stukje nog wel. Ook zou je hier kunnen spreken van smaad, omdat de indruk wordt gewekt dat die personen betrokken zijn bij de zwendel. Dus je zou zeggen, klacht bij Facebook en klaar. Maar nee, want de advertenties blijven langskomen.

Onduidelijk is voor mij waarom Facebook niet ingrijpt. Dat ze het zouden moeten kunnen, lijkt me geen discussie. Als je zo goed bent in dingen herkennen, dan moet steeds dezelfde persoon met naam toch makkelijk er uit te vissen zijn?

Een mogelijke verklaring is dat Facebook niet aansprakelijk wil zijn voor advertenties, en dat ze bang zijn een precedent te zetten door deze advertenties tegen te gaan houden. Want dan komt er morgen iemand met nog een claim, en daarna iemand die moest hoesten van een andere advertentie en dan houdt het nooit meer op.

Daar zit wat in juridisch: je bent aansprakelijk voor wat je publiceert. Alleen platforms zijn dat niet voor materiaal dat ze zonder filter doorlaten en waar ze zelf niet actief bemoeienis mee hebben. Ook voor advertenties, althans bij merkinbreuk zo bepaalde het Hof van Justitie in 2011. Weet je van de onrechtmatigheid in je advertentie (een nep-merkproduct) dan moet je ingrijpen. Ik zie niet in waarom dat voor dit soort nepreclames niet op zou moeten gaan, weten van onrechtmatig lijkt me ook hier niet zo héél erg moeilijk.

Het kan natuurlijk ook dat wij gewoon niet belangrijk genoeg zijn voor Facebook?

Arnoud

OM moet 585 bitcoins teruggeven aan verdachte van aftappen stroom

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in 2014 in een strafzaak 712 bitcoins in beslag genomen, omdat de eigenaar ze met gestolen stroom zou hebben verzameld. Dat meldde Nu.nl vorige week. Dit omdat de rechter in hoger beroep bepaalde dat niet bewezen kon worden dat de bitcoins door misdrijf verkregen zijn.

De verdachte had bitcoins gemined met apparatuur die werd voorzien van gestolen stroom. Nadat dit was opgespoord, ontdekte men bij het doorzoeken een computer van de verdachte met daar op een bitcoinwallet. In eerste instantie vond men daar een saldo van 127 bitcoins in, maar na synchronisatie met het bitcoinnetwerk zes maanden later bleek de wallet een veel hoger saldo van in totaal 712 bitcoins te bevatten. Deze 712 bitcoins werden vervolgens de dag na het onderzoek door het openbaar ministerie inbeslaggenomen en vervreemd.

Op zich niet heel raar. Die bitcoins zijn door misdrijf verkregen, en vertegenwoordigen een geldswaarde. Daarmee zijn ze vatbaar voor beslag, en na veroordeling kan tot verbeurdverklaring worden overgegaan. Dat is dan ook wat het Gerechtshof zonder al te veel moeite concludeert. Dit bevestigt de praktijk die het OM al langer hanteert, dat bitcoins verkregen met gestolen stroom (ja, stroom kun je stelen) in beslag genomen kunnen worden.

Maar wacht even, vervreemd? Dus verkocht. Ja precies, ik was ook even verrast. Je zou denken dat als iets in beslag wordt genomen hangende het onderzoek, dit ergens zorgvuldig bewaard wordt. Maar volgens artikel 117 strafvordering mag dit wel bij voorwerpen “die vervangbaar zijn en waarvan de tegenwaarde op eenvoudige wijze kan worden bepaald”. Dit is ook zo uitgewerkt in de Aanwijzing Inbeslagneming, hoofdstuk IV.3.1. Het idee is dat het nodeloos veel capaciteit kost om dingen te bewaren als je ook gewoon de geldswaarde ervan kunt uitkeren als de zaak afgerond is.

In dit geval waren er 127 bitcoins bewezen door misdrijf verkregen, maar bij de rest van dat hogere saldo kon dat niet worden aangetoond. Die bleken pas in oktober te zijn ontdekt en konden niet aan het illegala minen worden gelinkt. Die 585 bitcoins moeten dan ook worden teruggegeven, althans de geldswaarde daarvan moet worden terugbetaald aan de verdachte.

Dan kom je dus bij de vraag: wat is dan de geldswaarde? Bij bitcoin is dat geen eenvoudige vraag, er is immers nogal wat koersverschil aan de gang met die virtuele valuta. Volgens de jurisprudentie moet je de waarde bepalen ten tijde van de inbeslagneming onder de betrokkene. Dat is de meest objectieve maatstaf om het voordeel te bepalen dat hij of zij heeft genoten. Daarmee is dan in beginsel de waarde van de bitcoin ten tijde van de inbeslagneming, dus het moment van de inval, beslissend.

Omdat dit bij bitcoins iets onhandiger uitpakt vanwege het benodigde technisch onderzoek, geeft het Hof het OM een week respijt. Die week is wat het OM zelf zegt dat ze meestal nodig hebben voor dit onderzoek. Het Hof kijkt vervolgens op internet wat de waarde van bitcoins is, en vindt een niet nader genoemde bron die € 499,50 per hele bitcoin noemt op 25 februari, een week na de inbeslagname. (Een tikje typisch dat de bron niet wordt genoemd, gezien rechters niet zomaar mogen googelen.) Hiermee wordt het onrechtmatig verkregen voordeel gewaardeerd.

De terug te geven bitcoins worden gewaardeerd op de koers van een week na hun inbeslagname (in oktober). De uitkomst daarbij is dan 585,48591218 bitcoins tegen een waarde van € 268,46 per bitcoin, neerkomend op een bedrag van € 157.179,55. De mining-apparatuur is de man overigens wel kwijt, die was verweven met het misdrijf en daarom eveneens verbeurd.

Arnoud

Failliet verklaard vanwege een halve bitcoin, kan dat?

Het bitcoinbedrijf Koinz Trading is failliet. Dat meldde Emerce onlangs. Het Nederlandse bedrijf verzorgde het minen van bitcoins voor klanten waarbij de klant de apparatuur kocht en Koinz het beheer uitvoerde, maar kwam al snel in de problemen omdat beloofde uitbetalingen niet werden gerealiseerd. Er zou sprake zijn geweest van een piramidespel, waarbij uitbetalingen werden gerealiseerd met inleg van nieuwe klanten in plaats van met echt gedolven bitcoins. Uiteindelijk sprak de rechtbank het faillissement uit, met als opmerkelijk feitje dat een van de schuldeisers geen Euro’s maar een halve bitcoin (0,591 BTC) eiste. Failliet verklaard vanwege een halve bitcoin, kan dat?

Iemand wordt failliet verklaard wanneer hij “in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen”, aldus artikel 1 Faillissementswet. In de praktijk wil dat zeggen dat er twee schuldeisers zijn die allebei hun vorderingen niet voldaan krijgen terwijl ze daar wel gewoon recht op hebben. De hoogte van die vorderingen doet er niet toe; je kunt dus in theorie vanwege twee open facturen van 100 euro failliet verklaard worden. Natuurlijk gebeurt dat niet snel, want wie heeft er geen tweehonderd euro over om dat af te wenden? (En wie dat niet heeft, is volgens mij de facto ook echt failliet.)

In principe gaat het om geldvorderingen, maar de schuldeiser die hier het faillissement aanvroeg was met een halve (0,591) bitcoin aangekomen als claim. De rechtbank kreeg dus de vraag, zijn bitcoins geld. Die vraag hebben we vaker gehad (nee, ruilmiddel, nee, diensten), en de tussenconclusie is volgens mij dat we nog steeds niet weten wat geld nu eigenlijk is. Iedere wet heeft zijn eigen rol voor geld, schuld en betaling en bitcoin moet dus in elk van die situaties apart in dat hokje gepropt worden.

Voor een faillissementsaanvraag kan een bitcoin wel degelijk als vordering worden gezien, aldus de rechtbank:

Een bitcoin bestaat, zo begrijpt de rechtbank, uit een unieke, digitaal versleutelde reeks van cijfers en letters opgeslagen op de harde schijf van de computer van de rechthebbende. Bitcoins worden ‘geleverd’ door het verzenden van bitcoins van de ene wallet naar de andere wallet. Bitcoins zijn op zichzelf staande waarde-bestanden, die bij een betaling rechtstreeks door de betaler aan de begunstigde worden geleverd. Hieruit volgt dat een bitcoin een waarde vertegenwoordigt en overdraagbaar is. Naar het oordeel van de rechtbank vertoont het hiermee kenmerken van een vermogensrecht. Een vordering tot betaling in bitcoin is dus te beschouwen als een vordering die voor verificatie in aanmerking komt.

Een vermogensrecht is een niet-stoffelijk recht dat tot voordeel strekt, en stoffelijk voordeel op (kunnen) leveren. Ook dergelijke rechten kunnen als vordering worden gebruikt, en daarmee een hele of halve (oké, of 0,591) bitcoin ook. Daarmee kun je met deze vordering (plus nog eentje van een ander als steun, en die waren er diverse) een faillissement aanvragen.

Arnoud

Kan een stad het commercieel draaien van Bitcoin mining computers verbieden?

De Amerikaanse stad Plattsburgh (NY) is de eerste die het minen (delven) van cryptomunten zoals bitcoin heeft verboden, las ik bij The Verge. De komende achttien maanden is het niet toegestaan om met commercieel oogmerk een “farm” te opereren met daarin minstens drie apparaten die specifiek bezig zijn met het minen van deze munten. De reden achter deze tijdelijke ban is dat de stad kennelijk de goedkoopste elektriciteitstarieven in de VS heeft en daardoor heel aantrekkelijk wordt voor ondernemers die op zoek zijn naar snelle winsten met de cryptomunten. Maar kan dat zomaar?

De ordinance is zoals vaker in de VS best leesbaar en to the point. Het is neit meer toegestaan om een lokaal te bouwen of in gebruik te nemen voor het minen van cryptocurrencies voor commerciële doeleinden (zeg maar het minen met als oogmerk de snelle verkoop en winst pakken).

“Commercial cryptocurrency mining” is defined herein is the commercial process by which cryptocurrency transactions are verified and added to the public ledger, known as the block chain, and also the means through which new units of cryptocurrencies are released, through the use of server farms employing data processing equipment. For purposes of this definition, any equipment which requires a High Density Load Service, or any Server Farm, will presumably be a commercial cryptocurrency mining operation.

De reden is vrij simpel: allerlei cryptocurrency miners hebben de stad opgezocht vanwege haar aantrekkelijke lage stroomtarieven, die zo ingestoken zijn om bedrijvigheid (en daarmee werkgelegenheid) te stimuleren. Maar dat valt vies tegen bij miningbedrijven, dat is immers een kwestie van de kastjes aanzetten en niet meer aankomen. Eén bedrijf vrat op die manier 10% van alle elektriciteit in de stad. Mede daardoor liep ieders elektriciteitsrekening met maar liefst 100 dollar per maand op, reden voor het bestuur om in te grijpen.

In Nederland lijkt me dit probleem niet snel te spelen, omdat elektriciteit niet iets is waar een individuele gemeente over gaat. Subsidie of andere voordeeltjes om bedrijven zich ergens te laten vestigen dat kan natuurlijk, maar vrijwel altijd is dat gekoppeld aan een beoordeling van het bedrijf in kwestie en ik kan me voorstellen dat een cryptominingbedrijf dan snel afvalt.

Omgekeerd heeft een miningbedrijf (bestaan die in Nederland überhaupt?) weinig te winnen met een specifieke vestigingsplaats. Ik kom niet verder dan een gemeente met lage huurprijzen voor een grote loods op een bedrijventerrein.

Arnoud

Bitcoins minen op de computer van je baas is geen reden voor staande voet ontslag

Een systeembeheerder die op zijn werk bitcoins heeft gemined, mocht hiervoor niet op staande voet ontslagen worden, las ik bij Nu.nl. Hij had voor het winnen van de cryptovaluta een eigen unit in de serverkast op het werk geplaatst en daarmee het ICT-reglement overtreden en, aldus de werkgever, het bedrijf blootgesteld aan risico’s rond virus, hacken en gijzeling en natuurlijk diefstal van elektriciteit. Maar in zijn vonnis draait de rechtbank het ontslag op staande voet terug. Spoiler: dat komt omdat op staande voet ontslaan een zéér uitzonderlijk middel is en dus aan zeer strenge eisen onderworpen is.

De systeembeheerder was al een jaar of zes werkzaam bij het bedrijf, en hield zich daarnaast in eigen tijd bezig met het mijnen oftewel delven van bitcoins. Dat vereist veel rekenkracht en vooral ook veel elektriciteit. Op zeker moment plaatste hij een dergelijke miningmachine in de serverkast op het werk, aangesloten op het wifinetwerk voor medewerkers en natuurlijk op de stroomvoorziening voor het werk.

Dat leek niemand te werken tot een noodlottig bedrijfsetentje in 2017, want daardoor ontstond het vermoeden dat de beheerder bedrijfsfaciliteiten gebruikte voor privédoeleinden, te weten dat minen van bitcoins. Nader onderzoek leidde tot ontdekking van het apparaat in de serverkast, waarna de medewerker wegens de bovengenoemde redenen en onherstelbaar schenden van vertrouwen per direct op staande voet werd ontslagen.

Duidelijk was dat hier toch enige strijd met het personeelshandboek / ICT-reglement speelde. Weliswaar was (enig) privégebruik van dat wifinetwerk toegestaan en mocht je de eigen laptop of telefoon aan de stroom hangen op kantoor, dat betekent nog niet dat je een bitcoinminingmachine mag aansluiten op het wifinetwerk en de stroom aldaar. Iets met proportionaliteit zeg maar.

Echter, dat is niet genoeg voor een ontslag op staande voet. Dat vereist een dringende reden die zo ernstig is dat ieder redelijk mens het ermee eens zal zijn dat deze persoon per direct op straat moet staan, zonder recht op uitkering of wat dan ook. Dat is een zéér ingrijpend gevolg, zodat de lat heel hoog gelegd wordt. Toon maar aan dat het zó erg is dat je niet kunt zeggen, je bent gewoon ontslagen en die twee maanden ontslagperiode ga je maar thuis zitten.

Diefstal kan een reden zijn, maar die moet dan wel worden aangetoond. Er was geen strafrechtelijk traject opgestart, en bovendien was er nauwelijks bewijs: een hogere energierekening voor het bedrijf is natuurlijk niet genoeg om aan te tonen wat die miningmachine had verstookt aan elektriciteit.

Die gevaren van buitenaf kunnen als een vorm van onzorgvuldigheid leiden tot een dergelijke reden, maar het netwerk in kwestie was niet het zakelijk netwerk waarop gewerkt werd, maar een apart netwerk voor incidenteel privégebruik. Dat werd dan weliswaar overmatig gebruikt, maar een gevaar voor de bedrijfsvoering kan dat niet geven. Ook kan dat dus geen mogelijkheid scheppen voor enge figuren om in te breken en het bedrijf plat te gooien of te gijzelen.

Natuurlijk is het vertrouwen weg in deze systeembeheerder. Iemand die je vertrouwt het netwerk te beheren, beschaamt dat in ernstige mate door eigen apparatuur te installeren, elektriciteit aan te wenden voor energie-intensieve privédoeleinden en dat doodnormaal te vinden. Maar dat is op zichzelf niet genoeg, met name niet omdat dit het allereerste incident ooit was met deze man:

Wat in deze zaak zwaar meeweegt is dat [verzoeker] nooit eerder dergelijk gedrag heeft getoond en dat niet gebleken is dat zijn werkzaamheden er onder hebben geleden. De kantonrechter is van oordeel dat deze gemaakte fout hem niet zodanig zwaar moet worden aangerekend dat het gelet op alle omstandigheden van het geval als een dringende reden kwalificeert. Ontslag op staande voet behoort vanwege de diep ingrijpende financiële consequenties ultimum remedium te zijn. De aard en de ernst van het gedrag van [verzoeker] is niet zodanig dat, mede gelet op de wijze waarop [verzoeker] het dienstverband jaren naar tevredenheid heeft vervuld, de sanctie van ontslag op staande voet gerechtvaardigd was. [verweerster] had moeten volstaan met een minder zware sanctie dan wel het einde van het dienstverband op een andere wijze moeten zien te bereiken.

Uiteindelijk erkent de rechter wel dat de beheerder niet meer terug in dienst hoeft, los van dat hij ondertussen al elders werk had gevonden. Hij ontvangt een transitievergoeding van €8.886,16 en een schadevergoeding voor onterecht ontslag van € 9.330,47, naast achterstallig loon met rente van € 5.567,90.

Arnoud

Voor de klant geminede cryptovaluta moet je afgeven, met dwangsom

Het minen van cryptovaluta zoals bitcoins of Ether wordt steeds interessanter, maar vergt ook steeds meer hardware. Dan is het logisch om de technische kant uit te besteden, maar als je dan een geschil krijgt over hoe veel Ether je moet krijgen en welke schadevergoeding je kunt eisen, dan wordt het even juridisch wat ingewikkelder. Een recent vonnis laat zien hoe de rechter daarmee in de praktijk omgaat. (En sorry Ruud, ik houd het net als het vonnis even bij minen en niet bij delven.)

De eisende partij was als bedrijf bezig met het minen van de cryptovaluta Ether. Hij had daarvoor twintig mining computers gekocht bij de gedaagde, die een datacenter beheerde en ze daar dus ook meteen kwijt kon. Dat leidde tot een soort managed mining (analoog aan managed hosting): de gedaagde beheerde de systemen en betaalde de geminede Ethers uit onder aftrek van 10% commissie.

Uit het vonnis kan ik niet halen wat er vervolgens misging, maar de hoster/beheerde keerde tot september Ethers uit, en daarna niet meer. Dit terwijl er bij navraag nog 39,6821 Ethers bleken te zijn gemined na september. In oktober werd de eiser afgesloten van het netwerk.

Het geschil draaide om twee zaken: allereerst de eigendom van de mining computers, en ten tweede de afgifte van de geminede Ethers vanaf september.

Op zich zou dat een klip en klare zaak zijn, eigendom moet terug en als je belooft iets te geven dan moet je dat doen. Maar een complicatie hier was dat de gedaagde zelf ook dergelijke computers beheerde, en stelde per abuis Ethers van die andere computers meegerekend te hebben in wat de eiser mocht ontvangen. En het zou heel lastig zijn om geminede Ethers terug te relateren tot de computer die ze had gemined.

Zo te lezen kan de rechter moeilijk beoordelen hoe ingewikkeld dat nu precies is. Maar gelukkig voor hem gaat het hier om een kort geding, en daar geldt gewoon de`regel dat bewijs niet te ingewikkeld mag zijn vanwege de spoed. De beheerpartij kan dus zijn verhaal niet rondkrijgen. En logisch ergens ook wel, want hoezo is het moeilijk om te bepalen hoe veel Ethers er gemijnd waren als je ook kunt zeggen dat er 39,6821 Ethers gemined zijn?

Ook de Ethers moeten dus (minus de commissie) worden afgegeven. Een juridische complicatie doet zich nog voor bij de dwangsom. Als je iets wilt opeisen, dan vraag je bij de rechter een dwangsom voor elke dag dat het niet gegeven wordt. Maar dat kan niet als je géld wil opeisen van iemand. Maar zijn Ethers geld? Daar zijn we het juridisch nog niet over eens, maar het lijkt van niet.

Alles bij elkaar moet de hoster de computers teruggeven en alle daarmee geminede Ethers, en hij moet opgaaf doen van wat er precies gemined is vanaf die computers. (Of uitleggen waarom dat niet kan.) En dat alles op straffe van een dwangsom.

Nu heb ik van Ether weinig verstand, is het inderdaad zo moeilijk om te zeggen wat er precies gemined is de afgelopen maand? Of is dit eerder het gevolg van te makkelijk poolen van die computers en dan niet goed loggen wie wat deed?

Arnoud