In vervolg op mijn blog van maandag over open source bij de overheid kreeg ik vele vragen over het waarom. De TK als opdrachtgever wilde immers eigenaar van alle software worden, zodat ze kon voorkomen dat een licentie zou vervallen en de leverancier dan lekker binnen kon lopen met een nieuw contract. Hoe kan dat, aldus de diverse vraagstellers (dank, allen) als het open source is? Dat is toch voor eeuwig en onherroepelijk gelicentieerd?
De bedoeling van open source is inderdaad dat de software voor altijd onder duidelijk vastgelegde voorwaarden beschikbaar is. Maar letterlijk “voor eeuwig en altijd” (juristen houden van dubbele herhalingen, twee keer genaaid houdt beter)
De BSD licentie bevat bijvoorbeeld helemaal niets over de looptijd of intrekbaarheid, dat is simpelweg een “je gaat je gang maar binnen dit kader” verklaring. Hetzelfde voor de Mozilla Public License, en daar zit veel meer juridisch geweld in. In de Apache 2.0 licentie vind je weer wel “perpetual” bij de licentieverlening. en de GPL (versie 3) noemt de licentie “irrevocable”. Hier staat dan ook meteen het voorbehoud dat verklaart waarom deze term niet standaard genoemd wordt:
All rights granted under this License are granted for the term of copyright on the Program, and are irrevocable provided the stated conditions are met.Dit is het instrument voor de handhaving: OSS licenties vervallen zodra je de voorwaarden schendt. (Sommige hebben automatische herstelbepalingen als je de schending opheft.) Daarmee is voortgezet gebruik van de software een inbreuk op auteursrechten, waar een enorm arsenaal aan handhavingsbepalingen uit de kast voor kan worden gehaald. Dus logisch dat OSS licenties niet letterlijk “perpetual and irrevocable” vermelden.
Dat gezegd hebbende, de strekking van die licenties is dat natuurlijk wel. Er staat geen harde termijn, en het is ook niet echt de bedoeling dat er na ${periode} opnieuw een licentie moet worden aanvaard of iets dergelijks. Naar Nederlands recht zouden we van een licentie voor onbepaalde tijd spreken. Die zijn in principe opzegbaar, mits met voldoende opzegtermijn en/of zwaarwegende reden en/of opzegvergoeding (je moet er 2 kiezen, succes George Boole) tenzij de strekking van de licentie anders is. En dat laatste lijkt me hier wel opgaan.
Blijft echter over de gekke randgevallen, en dat is waar juristen voor leven. Het voor de hand liggende randgeval is overlijden of faillissement van de rechthebbende. De auteursrechten komen dan bij een ander terecht, en het is geen uitgemaakte zaak dat de licenties dan meegaan. Voor juristen: de vraag is of een licentie een goederenrechtelijk recht is of slechts een persoonlijk recht, en het lijkt dat laatste te zijn. Je kunt als licentienemer dan alleen een schadeclaim indienen, in juridische termen heb je dan dikke pech met je concurrente vordering op een failliete boedel.
Langs een ander argument kom je bij hetzelfde probleem uit: via het Nebula- en Berzona-arrest is verdedigbaar dat de curator een licentie mag schenden (wanpresteren) wanneer dat in het belang is van de boedel. En daaronder valt dan het te gelde maken van het onderliggende auteursrecht. Hoewel daar de nodige nuances bij te maken zijn, is het zeer zeker niet uitgesloten dat er een route is waarmee een curator hiermee wegkomt. En dat wil je dan natuurlijk voorkomen met je inkoopvoorwaarden.
En ja, dit voelt als schieten met een kanon op een mug: hoe vaak gebéurt het nou dat er OSS uit de markt gaat omdat de rechthebbende/maintainer overlijdt of failliet raakt, waarna hebberige familieleden of bedrijfskopers de hoofdprijs gaan vragen? Je moet allereerst weten dat je overleden tante Agaath uit Nebraska met zo’n project bezig is, vervolgens een familierechtadvocaat met IE-kennis vinden om de rechten te krijgen én ruimte zien voor een businesscase om daar geld te gaan halen bij partijen die de software nu gratis gebruiken, terwijl je niet weet wie dat zijn. Ik zie het niet gebeuren, maar dat heeft nog nooit een inkoopvoorwaardenschrijvende jurist tegengehouden.
Arnoud