Politie test koppelen cameradata tegen dieven in Roermond

De politie en de TU Eindhoven testen een systeem om data uit verschillende bronnen, met name camera’s, te koppelen en te analyseren, om winkeldieven uit Oost-Europa in een vroeg stadium te herkennen. Dat meldde Tweakers afgelopen maandag. De camera’s zijn die uit de anpr-nummerplaatherkenning, gekoppeld aan een database die de politie heeft over voertuigen die Oost-Europese bendes mogelijk gebruiken. Op basis van punten – vier mannen met Roemeens kenteken en een Duitse auto, honderd punten – wordt dan een signaal afgegeven aan de politie om deze auto eens nader te bekijken. Het klinkt leuk, maar riekt toch een beetje gevaarlijk.

Roermond heeft veel last van dit soort criminaliteit, las ik bij de NOS, omdat het dicht bij de grens ligt én een grote trekpleister heeft, namelijk winkelcentrum de Designer Outlet. De grote hoeveelheid overlast was de aanleiding om eens te kijken wat men met techniek kan doen.

In de kern komt het erop neer dat van iedere bezoeker richting het winkelcentrum op diverse punten wordt geclassificeerd. Van de auto wordt het kenteken uitgelezen, wat informatie geeft zoals land waar de auto geregistreerd staat en ouderdom/type. Speciale camera’s tellen het aantal inzittenden, middels antennes wordt vastgelegd uit welk land de telefoons (simkaarten) in de auto komen en zo nog een aantal slimmigheden. Van elk van die aspecten wordt een score vastgesteld, die bij elkaar opgeteld een totaalscore Verdacht Gedrag oplevert. En wie daarin te hoog scoort, mag even aan de kant en uitleggen wat hij komt doen in Roermond.

Natuurlijk is het uiteindelijk altijd een agent die de feitelijke controle uitvoert, en eventueel kan besluiten de auto toch niet staande te houden omdat het vier Roemeense omaatjes zijn die een auto geleend hadden in Hamburg. Alleen krijg ik bij systemen als deze niet het gevoel dat de hoofdregel zal zijn dat er geen controle nodig is wanneer de computer zegt van wel. Zelfs het toch niet als rabiaat links bekend staande GeenStijl fulmineert dat het hier gaat om een truc: “Het lijkt alsof de popo al precies weet wie ze hebben moeten, maar dat ze dus nu een hoogtechnologische smoes nodig hebben om preventief op te treden tegen de import die de rottigheid veroorzaakt.”

Het vervelende is, je komt dan vrijwel direct in een hellend-vlakargument terecht. Nu gaat het goed, maar wat als straks massaal alle Oosteuropeanen staande gehouden worden? Of als -zoals de NOS meldt- het geluid van dikke snelle auto’s een trigger geeft waardoor je voor ramkraker aangezien wordt, en door een arrestatieteam klemgereden wordt? Dat zou ernstig zijn, maar zo ver is het nog niet. Wat is dan wijsheid? Nu ageren en als overdreven weggezet worden? Of wachten tot we daar zijn, en dan horen “maar vandaag de dag is het doodnormaal”?

Arnoud

Mag mijn deurbel de buren filmen?

Een lezer vroeg me:

Onlangs installeerde ik zo’n deurbel met camera, waarmee ik op mijn telefoon dan beeld en geluid krijg als er wordt aangebeld. Ik kan zelfs terugpraten naar de bezoeker, handig als ik niet thuis ben. Maar mijn buurman maakt bezwaar: de cameralens lijkt ook naar zijn deur (we wonen in een portiek) en hij ziet dat als een overtreding van de AVG. Volgens de politie was het legaal. Hoe zit het nu?

Een deurbel met camera is legaal, wanneer de camera alleen beeld produceert na het aanbellen en daar weer mee ophoudt na een korte periode, zeg 30 seconden na dat aanbellen. Ik denk dat dat ook nog wel zo is als je de camera op commando aan kunt zetten, mits het dan gaat om alleen meekijken en wederom maximaal een seconde of 30.

Zo’n bel valt in eerste instantie onder het strafrecht: het is een aangebrachte camera en die moeten duidelijk zichtbaar zijn (art. 441b Strafrecht). Daar voldoet zo’n bel aan, immers je ziet de lens maar je weet dat hij pas gaat filmen als je aanbelt. Veel duidelijker dan dat krijg je ze niet, volgens mij. (Daarom twijfel ik dus over het op-commandogedeelte, ik zou dan minstens een rood lampje verwachten bij de lens.)

Daarnaast valt zo’n bel ook onder de AVG: het maken en opsturen van camerabeelden naar een smartphoneapp is een verwerking van persoonsgegevens, wanneer op de beelden mensen herkenbaar zijn. En dat is hier natuurlijk de bedoeling, tenzij je ‘m inzet om het honden- dan wel kattenluik op afstand te kunnen openen voor je huisdier. In tegenstelling tot een camera die ook de openbare weg filmt, valt dit duidelijk binnen de particuliere exceptie. Maar zelfs als dat niet zo is, dan is het legaal onder de AVG omdat het gaat om een eigen legitiem belang (het bewaken van je voordeur) en je daarvoor het werkelijk minimaalste filmt dat je je kunt voorstellen.

Arnoud

Mag de politie particuliere beveiligingscamera’s in een database stoppen?

Particulieren en bedrijven hebben al 160.000 beveiligingscamera’s aangemeld bij de politie, las ik bij Nu.nl. Via de database kunnen camerabeelden sneller worden opgevraagd na misdaden. De politie kan (uiteraard) niet live meekijken in al die databases, maar wel sneller een relevante camera vinden die mogelijk beelden van een ongeval of strafbaar feit heeft vastgelegd. Wat de vraag oproept, mogen ze die database zo opbouwen en mag men dan ook beelden opvragen bij de camera-eigenaar?

De politiedatabank, Camera in beeld geheten, is een politiesysteem dat alle (particuliere en overheids-)camera’s op een kaart weergeeft. Het gaat dus alleen om contactgegevens van de eigenaar en gegevens over de locatie van de camera en wat er wordt gefilmd. Er komen geen beelden in de databank.

Ik zie weinig bezwaren tegen het opbouwen van zo’n databank. De mensen die meedoen, doen dat geheel vrijwillig en niemand is verplicht om zijn cameragegevens aan de politie te verstrekken.

Het opvragen van die beelden ligt iets ingewikkelder. Op zich is -zoals de site van de politie ook terecht meldt- het volstrekt legaal om particuliere camerabeelden in te brengen als bewijs. Een ondernemer die een misdrijf vastgelegd ziet op zijn camerabeelden, kan daar dus zonder problemen mee naar de politie om aangifte te doen (ook als hij geen slachtoffer is overigens maar alleen getuige). Dat geldt zelfs wanneer zijn camera er in strijd met de wet hangt, bijvoorbeeld omdat er geen duidelijk waarschuwingsbordje hangt.

Alleen wat hier gebeurt, is dat de politie het initiatief neemt om de camerabeelden op te vragen wanneer zij een redelijk vermoeden heeft dat er een strafbaar feit op te zien is. Denk aan een vluchtende overvaller of een beroving in het zicht van die camera. De regels worden anders wanneer de politie dingen doet: wanneer dat raakt aan de privacy of andere grondrechten van de burger, dan mag dat alleen wanneer daar een specifieke wettelijke regeling voor getroffen is.

De Vraag en Antwoord geven aan:

Wanneer de politie het vermoeden heeft dat de beelden een daadwerkelijke meerwaarde kunnen geven in een opsporingsonderzoek. De politiefunctionaris zal altijd met een machtiging van het Openbaar Ministerie de betreffende beelden vorderen.

En zo hoort het. In 2010 bepaalde de Hoge Raad dat camerabeelden alleen gevorderd kunnen worden, en dan ook nog eens onder de zware eis dat de rechter-commissaris er een machtiging voor geeft. Dit omdat camerabeelden bijzondere persoonsgegevens (zoals ras/etnische afkomst of gezondheid) bevatten van de mensen in beeld.

Wel vond het Hof Arnhem een tijdje later dat het wel uitmaakt of het gaat om camerabeelden van gewone openbare locaties, in tegenstelling tot de pasfoto’s die in de Hoge Raad-zaak werden gevorderd.

Om meer of anders dan een foto- of videoregistratie van de (bij een duidelijke opname voor het bewijs bruikbare) fysionomie van degene die voor een bepaalde geldtransactie van de pinautomaat in kwestie gebruik heeft gemaakt, gaat het hier niet. Van een (aan de beelden of de opnamen daarvan) voorafgegane verwerking van gevoelige persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 Wet bescherming persoonsgegevens, is bij deze registratie geen sprake geweest.

De politie mocht toen de beelden vorderen onder het ‘gewone’ artikel voor opeisen van persoonsgegevens. Maar het basale punt blijft: er mag alleen worden gevorderd, en dus niet gevraagd.

Arnoud

Welk bordje wint: “niet aansprakelijk” of cameratoezicht?

Via Twitter kreeg ik deze prachtige combinatie van bordjes:

niet-aansprakelijk-wel-bewaken

Mooi is dat. Enerzijds zeggen dat je niet aansprakelijk bent voor zoekgeraakte kleding, anderzijds trots melden dat je uw en onze veiligheid én eigendommen bewaakt middels cameratoezicht.

Natuurlijk is dit een gevalletje 2x bureaucratische compliance: wie cameratoezicht wil hanteren, moet een bordje ophangen, en wie zijn klanten wil afschrikken van claims, moet een bordje ophangen. Dus hangen er nu twee bordjes maar niemand gaat over het onderlinge conflict van die bordjes, dus blijft het zo hangen.

Maar goed, toch even de jurist uithangen: wat ‘wint’ er nu?

Die vraag is nog ingewikkelder dan je zou denken. Enerzijds is dat “stelt zich niet aansprakelijk”-bordje juridisch betekenisloos, anderzijds is de “wij bewaken” ook niet meer dan een braaftaalfrase voor “wij filmen u”. Dus twee keer zinloos gemeld, als het ware.

Dat exoneratiebordje is betekenisloos, want je kunt niet met een eenzijdige mededeling je aansprakelijkheid beperken. En zelfs als je dat bordje wél als een contract opvat, dan is het niet rechtsgeldig want het contract gaat dan over het passen op de spullen (juridisch: bewaarneming) en het is gewoon niet redelijk om bij bewaarneming je aansprakelijkheid voor kwijtraken uit te sluiten.

Het bewakingsbordje is bedoeld om te voldoen aan de wetgeving over cameratoezicht. Dat mag alleen als dat duidelijk is aangekondigd. Logisch dus dat er een bordje hangt. Maar “U wordt gefilmd door onze beveiligingscamera” klink zo onaardig, dus zetten mensen daar dingen als “Wij waken over uw en onze eigendommen” bij. En dan heb je gelijk juridische grapjassen die dan zeggen “Aha, nu heeft u een zorgplicht op zich genomen om over mijn eigendommen te waken, dus ik stel u aansprakelijk bij vermissing of diefstal daarvan.”

Ik betwijfel of dat houdbaar is, want uiteindelijk wéten we dat mensen het alleen maar zeggen om op een niet-confronterende manier te zeggen dat je wordt gevolgd. Als een agent zegt “mag ik alstublieft uw ID zien” dan is dat ook niet meer dan een beleefde manier van zeggen “Ik vorder hierbij op grond van artikel 2 Wet op de Identificatieplicht inzage in uw identiteitsbewijs zoals bedoeld in artikel 1 daarvan.” En in het Nederlands recht wegen bedoelingen minstens zo zwaar als de letterlijke tekst, zeker bij contractuele afspraken.

Dus wat mij betreft: leuk voor op de borrel zo’n juxtapositie maar het levert niets op.

Arnoud

Wat is het verschil tussen portretrecht en de Wet bescherming persoonsgegevens?

camera-foto-filmen-straat-openbare-weg.pngEen lezer vroeg me:

Afgelopen maandag blogde je over de regels over cameratoezicht. Het viel me op dat het daar nergens ging over je portretrecht wanneer je met een camera wordt gefilmd. Maar het gaat toch allebei over hetzelfde, dat je zeggenschap hebt over je portret?

De regels over cameratoezicht die de Autoriteit Persoonsgegevens recent stelde, zijn allemaal geschreven vanuit het perspectief van de Wet bescherming persoonsgegevens, de privacywet. Een foto of filmopname waar je herkenbaar op staat, is een persoonsgegeven omdat deze tot jou te herleiden is. Op grond van de wet mag dat gegeven niet zomaar worden verwerkt, daar moet toestemming of een andere grondslag (zoals een eigen dringende noodzaak) voor zijn.

Het portretrecht is ouder dan de Wbp en staat om historische redenen in de Auteurswet, waar het verder niets mee te maken heeft. Portretrecht gaat ook over zeggenschap over je portret, maar de benadering is iets anders. Allereerst is er het onderscheid tussen portretten in opdracht en anderen portretten. Bij de eerste categorie mag de fotograaf niets met de foto zonder toestemming van de geportretteerde(n). Dat is dus strenger dan de Wbp, die uitzonderingsgronden biedt zoals die eigen dringende noodzaak of de goede uitvoering van een contract.

Bij een portret “anders dan in opdracht” ligt het subtieler. De wet zegt dat publicatie mag, tenzij de geportretteerde een redelijk belang tégen publicatie heeft. Dat belang kan een privacybelang zijn, maar ook een ander belang – het financiële of het commerciële portretrecht. Zo kun je op grond van je portretrecht optreden tegen je gezicht in reclame, zeker als bekende persoonlijkheid met een verzilverbare bekendheid zoals dat heet. Dit vereist een belangenafweging, hoe groot is het belang bij publicatie en hoe weegt dat op tegen de privacy. Die afweging lijkt sterk op de afweging voor de eigen dringende noodzaak onder de Wbp.

En daarmee heb je nog een ander onderscheid te pakken: portretrecht gaat over publicatie van foto’s en filmbeelden, de Wbp over het verwerken van dergelijk beeld en dat is veel breder. Op grond van je portretrecht kun je niets doen tegen een verborgen beveiligingscamera die je filmt, tenzij de beelden zeg maar op Youtube komen. Maar de Wbp stelt hele hoge eisen aan verborgencameratoezicht.

Portretrecht loopt overigens ook nog langer door dan de bescherming van persoonsgegevens: tot tien jaar na het overlijden, in plaats van direct na overlijden. Een cru voorbeeld: het is legaal gegevens van recent overledenen van hun grafzerk over te typen en te publiceren, maar niet om de daaronder hangende portretfoto erbij te reproduceren. (En ja, hier krijg ik ook vaak vragen over.)

In de praktijk zal er vaak overlap zijn. Wie structureel foto’s of films van personen maakt en die op een of andere wijze publiceert, loopt zowel tegen portretrecht als Wbp aan. De juridische analyses verschillen maar het komt uiteindelijk meestal op grofweg hetzelfde neer: welk belang is er voor publicatie en welk belang is daartegen. Bij een publicatie in de pers is traditioneel het portretrecht de aangewezen route, bij cameratoezicht zou de Wbp de logische insteek zijn. Maar volgens mij is dat meer historisch zo gegroeid dan perse juridisch de enige manier.

Arnoud

Drones en dashcams krijgen strenge nieuwe privacyregels

drone-camera-vliegenEen drone met camera moet een encrypted filesystem hebben, en wie met een dashcam gaat rijden, moet eerst in de buurt gaan flyeren dat hij rondrijdend cameratoezicht gaat toepassen. Dat maak ik op uit de nieuwe Beleidsregels Cameratoezicht die de Autoriteit Persoonsgegevens (het blijft wennen, die naam) vorige week publiceerde. Met deze regels wil de AP verduidelijken wat er wel en vooral wat er niet mag met cameratoezicht.

Cameratoezicht is een verwerking van persoonsgegevens, begint het. Ook als je alleen live kijkt. Een beeld van een persoon is een persoonsgegeven, en alles dat je daarmee doet is een verwerking. Dus ook het bekijken van dat beeld via een computersysteem. Je kunt dus – afgezien van de particulier die zijn eigen huis van binnen van camera’s voorziet – nooit meer onder de Wbp, de privacywet uit.

Daar komt dan nog even een vervelende hobbel tussendoor: eigenlijk zijn het bijzondere persoonsgegevens, en die mag je überhaupt niet verwerken behalve in een paar gevallen die bij cameratoezicht niet opgaan. Maar om “opportune redenen” besluit de AP dat camerabeelden alleen bijzondere persoonsgegevens zijn als je het doel hebt informatie over bijvoorbeeld ras of gezondheid van mensen te vergaren. (Dat “doel”-vereiste geldt overigens alleen bij dit onderdeel. Als je per ongeluk mensen in beeld brengt met je schoorsteen-inspectiedrone, dan is dat gewoon een verwerking en moet je de camera maar later aanzetten.)

Wil je camerabeelden verwerken, dan moet je daar een rechtvaardiging voor hebben onder de Wbp. Dat zal gewoonlijk het eigen dringende belang zijn, oftewel u kunt niet anders én u heeft alles gedaan om de privacy zo veel mogelijk te beschermen. Maar de AP zit er streng in: denk vooral niet te snel dat je een voldoende belangrijk belang hebt. Je kunt heel vaak ook alternatieven invoeren, en dat die een beetje duurder of voor jou ingewikkelder zijn, is minder van belang.

Beveiliging van personen of goederen is in principe een legitiem doel, maar de privacy van anderen weegt zwaar. Zorg dus dat je beleid hebt dat rechtvaardigt waarom je er zonder camera niet komt. Zijn er geen poortjes te plaatsen of tassen te doorzoeken? Moet de camera de hele werkvloer filmen of kan hij ook beperkt tot die kassa waar soms geld uit verdwijnt?

Verder heb je beveiligings- en informatieplichten. Camerabeelden kunnen ook datalekken, dus logisch dat je de opslag en het gebruik daarvan netjes moet regelen. Documenteer wat je doet, en zorg ervoor dat dat wordt nageleefd. Hier staat niets geks, het is eigenlijk al lang best practice om dit gewoon goed uit te werken en op te letten wat er gebeurt met je beelden.

Maar dat pakt wel gek uit bij drones en dashcams. Als een drone uit de lucht valt, aldus de AP, dan kan de vinder bij de beelden en dat is een datalek. Daarom moeten de beelden versleuteld opgeslagen zijn. Ja, dat vind ik een tikje gezocht.

Informeren dat je cameratoezicht hanteert, is ook een belangrijke. Een bedrijf kan dat prima: hang een bordje op en leg een kopie van dat beleid bij de receptie. Inzage is dan ook nog wel te regelen. Maar hoe doe je dat bij een drone? Nou, zo:

Te denken valt aan het plaatsen van borden aan de randen van het vlieggebied, een vooraankondiging en het verstrekken van actuele informatie op de website van de verantwoordelijke en via (sociale) media en bijvoorbeeld gemeentelijke nieuwsbrieven, het ter plekke uitdelen van informatiefolders en het zichtbaar en hoorbaar maken van de drones door middel van bijvoorbeeld felle kleuren, (knipperende) lichten en geluidssignalen.

Voor dashcams doet men niet eens een póging dit uit te werken, en ik zou ook werkelijk niet weten hoe je daaraan zou kunnen voldoen.

Afijn. Een heel nobel streven deze richtlijnen, maar het bevestigt bij mij alleen maar het beeld van die kaartenbakwet die overal op toegepast wordt. Een drone of dashcam ís geen personeelsadministratie of klantrelatiedatabank. En regels die goed passen bij die twee dingen, werken gewoon niet als je het vertaalt naar een drone. Desalniettemin, het idee van sectorspecifieke privacywetgeving gaat hem voorlopig echt niet worden. Dus voorzie die drone van knipperlichten en strooifolders, en laat een mannetje vooruit lopen als je met je dashcam gaat rijden.

Arnoud

Ik mag geen kopie van mijn eigen camerabeelden?!

dome-camera.jpgEen lezer vroeg me:

In mijn kantoor heb ik beveiligingscamera’s opgehangen. De beelden daarvan gaan naar een bewakingsbedrijf, en ik krijg alerts als er een probleem geconstateerd wordt. Alleen weigeren ze me nu beelden te geven tenzij ik eerst aangifte doe en een kopie daarvan verschaf. Anders is het een “schending van de privacy”? Ik wil alleen gewoon zien wat ze zoal filmen, het is toch mijn kantoor, mijn privacy en mijn camera? Hoe zit dit?

Wanneer met een camera beelden worden vastgelegd waarop mensen te zien zijn, gelden die beelden als persoonsgegevens. Er zijn immers gegevens over mensen uit die beelden te halen. Derhalve moet de partij die die beelden vastlegt en gebruikt, zich aan de Wet bescherming persoonsgegevens conformeren. Die is de ‘verantwoordelijke’ onder de wet.

De Wbp brengt onder meer met zich mee dat camerabeelden niet zomaar mogen worden verstrekt aan derden. Wie op beeld staat, heeft recht van inzage, maar anderen niet.

Het komt daarmee neer op de vraag wie er eigenlijk de ‘verantwoordelijke’ is, de partij die onder de Wbp opdraait voor wat er misgaat met de beelden. Dat lijkt hier het bewakingsbedrijf te zijn. Zij halen de beelden binnen, zij kijken of er gekke dingen op staan en zij handelen dat af. In die situatie klopt het dat de eigenaar van de muur met camera geen rechten heeft.

Het kan ook anders. De eigenaar van die muur kan immers zelf camera’s ophangen en zelf de beelden uitkijken. Hij is dan de verantwoordelijke. Hij mag ervoor kiezen de werkzaamheden uit te besteden aan een zogeheten bewerker, iemand die in zijn opdracht werkt. Via een bewerkersovereenkomst worden rechten en plichten afgesproken. Maar de eigenaar van de muur blijft de verantwoordelijke. Hij zou daarmee dan zelf een bevoegdheid hebben (als er een grond is) om die beelden te bekijken voor zijn eigen doeleinden.

Nadeel van verantwoordelijk zijn is dat je, eh, verantwoordelijk bent voor het gebruik van die beelden. Geef je ze ten onrechte aan een derde, dan is dat een datalek en daarmee een boetewaardige overtreding van de Wbp. Ook als je informatieplichten (“Let op cameratoezicht”) niet nakomt of de beelden te lang bewaart, kun je in de problemen komen met de toezichthouder.

Je kunt je dus afvragen of je dat wel moet willen, te allen tijde bij de beelden kunnen. Je bent dan ook aansprakelijk voor alles dat er misgaat met de beelden.

Arnoud

OM mag opnamen van geweldsincidenten tonen om daders te vinden

dome-camera.jpgHet Openbaar Ministerie mag in de openbare ruimte opgenomen camerabeelden van ernstige publieke geweldincidenten in het openbaar tonen om zo dader(s) van dit geweld te kunnen opsporen, las ik (alweer een tijdje geleden) op Rechtspraak.nl. Sorry, ik loop wat achter. De Hoge Raad introduceert meteen maar een checklist met 7 factoren waarmee getoetst kan worden of het legitiem is om te publiceren uit camerabeelden die misdrijven vastleggen.

Het arrest komt uit de zogeheten kopschopper-zaak. In 2013 schopten acht jongens een ander tegen het hoofd bij een vechtpartij op de Eindhovense Vestdijk. Justitie koos ervoor beelden hiervan naar buiten te brengen in de hoop de daders te identificeren. Deze publicatie leidde bij het Gerechtshof tot strafvermindering vanwege “de “enorme media-aandacht” die aan het incident is gegeven en “de hetze die daardoor jegens hem in de diverse media, onder welke internet, is ontketend”.”

In cassatie moet het HR nu aangeven of en wanneer het publiceren van zulke camerabeelden toegestaan is. In beginsel is het publiceren van beelden een inbreuk op de privacy, ook als de beelden van de openbare weg komen. In de context van opsporing door het OM is publicatie toegestaan afhankelijk van deze factoren:

  1. het publieke dan wel private karakter van de plaats welke op het beeldmateriaal waarneembaar is waar of van de situatie waarin de betrokkene zich bevindt;
  2. de persoon van de betrokkene, waaronder diens leeftijd of bijzondere kwetsbaarheid;
  3. de hoedanigheid van de betrokkene, zoals de publieke bekendheid van de betrokkene, dan wel of hij verdachte is van een (ernstig) strafbaar feit;
  4. de mate van herkenbaarheid van de betrokkene op het beeldmateriaal en de aard en indringendheid van de informatie die door of in samenhang met het beeldmateriaal wordt verstrekt omtrent de identiteit, uiterlijke kenmerken of gedragingen van de betrokkene;
  5. het doel waarmee het beeldmateriaal is vergaard en geopenbaard, waarbij aan de orde kan komen of het gaat om opsporing of identificatie van verdachten van (ernstige) strafbare feiten en of voorzienbaar is dat het beeldmateriaal wordt gebruikt op een wijze die verder gaat dan hetgeen redelijkerwijze nodig is voor het te bereiken doel;
  6. de wijze van vergaring en openbaarmaking van het beeldmateriaal, waarbij aan de orde kan komen of het beeldmateriaal is gemaakt en gepubliceerd met toestemming van de betrokkene, of de beeldopnamen zijn gemaakt op publieke plaatsen waar opnameapparatuur normaliter wordt gebruikt met een gelegitimeerd en voorzienbaar doel, en of er sprake is van een naar tijd en reikwijdte beperkt gebruik dan wel dat de beelden integraal zijn vrijgegeven aan het algemene publiek;
  7. de mate waarin het beeldmateriaal in overeenstemming met de toepasselijke regelgeving is verkregen en verspreid.

Het is dus een factor of de beelden van de openbare weg zijn, maar niet de enige. Als het gaat om iets kleins, dan is publicatie van de beelden nog steeds een te zwaar middel. Wel vind ik een mooie (factor 6) dat de wijze van vergaring meeweegt: als je weet dat ergens camera’s normaliter hangen, dan kun je minder snel bezwaar maken als die beelden dan ook worden gepubliceerd. Maar ook weegt mee (factor 5) of de kans groot is dat de beelden worden misbruikt door langdurige herpublicatie op andere plaatsen (hoi Dumpert).

Verder bevestigt de HR dat een rechtbank rekening mag houden met de gevolgen van publicatie van de beelden, ook als deze publicatie op zichzelf niet tegen de regels was. Dat bevreemdt me een beetje. Als deze toets ertoe leidt dat het gebruik legitiem was, hoezo moet dat dan gevolgen hebben voor de straf?

Arnoud

Mag een verhuurder per camera meekijken en -luisteren met zijn huurders?

stadspartij-den-helder-bordje-cameratoezichtDe Stadspartij in Den Helder kan iedereen die het gebouw aan de Californiestraat huurt afluisteren en bekijken, las ik in het Noord-Hollands Dagblad. “Er hangt een camera waarmee zij alle bijeenkomsten van derden op afstand kunnen bekijken en beluisteren”, aldus ex-lid Carlo Assorgia. Enigszins verwarrend heeft het bestuur aangifte tegen diezelfde Assorgia gedaan wegens het afluisteren van dat bestuur middels die camera.

Oké. De politieke verwikkelingen even daargelaten: er hing dus een beveiligingscamera (met microfoon) in een gebouw van de Stadspartij. Anderen mochten dat pand huren, en kennelijk bleef die camera dan aan. Logisch voor een beveiligingscamera, en er zou ook een bordje bij de ingang hangen met “Dit pand wordt beveiligd c.q. bewaakt door MGB beveiligingen”, zo lees ik bij Den Helder Actueel. Dat lijkt via Street View de eenregelige tekst rechtsonder op het raam te zijn, maar ik houd me aanbevolen voor beter beeld.

Is dat genoeg? De wet eist dat er duidelijk wordt gewaarschuwd voor cameratoezicht (art. 139f Strafrecht). Een bordje is dus genoeg, maar het moet wel duidelijk in beeld (haha) komen voordat je gefilmd wordt. Een sticker ergens rechts op de rand van je pand lijkt me niet aan die eis voldoen. Een groot bord op de deur zelf zou ik wat anders vinden.

Verder, als de beelden opgeslagen worden dan heet dat een verwerking van persoonsgegevens. Dat vereist dan een reglement cameratoezicht, waarin uitgelegd is voor welke doelen de beelden worden opgeslagen, wie ze mag uitkijken en hoe lang ze worden bewaard. En uiteraard mag je dan niet buiten die vastgelegde doelen en regels treden.

Voor geluidsopnamen geldt in principe hetzelfde. Gesprekken afluisteren of opnemen in besloten ruimtes is verboden tenzij je partij bent bij het gesprek. Daarbij geldt wel één belangrijke uitzondering: de eigenaar van een pand mag opnemen zonder partij te zijn gesprekken in zijn pand opnemen, zolang dat maar niet heimelijk gebeurt (art. 139a lid 2 Strafrecht). Dus ook hier: bordje ophangen, en wel graag iets duidelijker dan “dit pand wordt beveiligd”.

En dan val ik van mijn stoel als ik lees “Drie personen konden via een app op hun telefoon de beelden en het geluid van de camera volgen en eventueel opnemen.” Als je meldt dat een beveiligingsbedrijf cameratoezicht toepast, dan is dat tot daar aan toe – maar als de verhuurder dan ook zélf bij de beelden kan, dan doe je het verkeerd met je bordje.

Arnoud

Trajectcontrole A2 schendt de privacy van automobilisten niet

a2-trajectcontrole-privacyHet trajectcontrolesysteem op de A2 is rechtmatig en schendt de privacy van automobilisten niet, las ik bij NRC. Iets preciezer: de eventuele inbreuk op de privacy van gebruikers is dusdanig gering dat het belang van de overheid het mag winnen. Dat besliste de rechtbank Utrecht gisteren in een zaak aangespannen door stichting Privacy First.

De voorzitter van de stichting had een boete gekregen voor 8km te hard rijden op de A2 binnen het trajectcontrolegebied. Hij ging in beroep bij de rechtbank, omdat deze trajectcontrole impliceert dat men alle kentekens van alle passerende auto’s fotografeert en daarmee de privacy van alle automobilisten schendt.

Daarvoor had hij een belangrijk argument: er moet ergens een wetsartikel zijn dat zegt dát men persoonsgegevens (kentekens) mag verzamelen. Een specifiek wetsartikel is er niet, sterker nog dat wordt nu gemáákt vanuit de behoefte dingen te kunnen doen met deze trajectinformatie.

Echter, de rechter ziet die basis in artikel 3 Politiewet, de algemene grondslag voor de politie om haar werk te doen (“daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde”). Dat artikel staat inderdaad in principe alles toe, maar vereist echter wel dat er bij het handhaven geen schending van grondrechten plaatsvindt. En dat is volgens de rechter hier niet het geval:

Daarbij neemt de kantonrechter uitdrukkelijk in overweging dat er naar zijn oordeel sprake is van een geringe mate van inbreuk, dat de registratie bij niet-overtreders binnen 72 uur wordt gewist en dat weggebruikers door bebording op de hoogte worden gesteld van het bestaan van de controle en zich daarmee bewust kunnen zijn van de plaatsvindende registratie.

Ook het argument dat onschuldige, keurig-zich-aan-de-snelheid-houdende burgers ook worden aangetast in hun privacy mocht niet baten. Dat is immers niet erg, want de computer werkt nu eenmaal zo:

Het is immers inherent aan het succesvol kunnen inzetten van het gebruikte systeem dat alle kentekens bij binnenkomst van het traject en bij het verlaten ervan worden geregistreerd. Dat daarbij, voor zolang als nodig voor de uitvoering van deze taak, gegevens van niet overtreders worden opgeslagen, is dan ook onontkoombaar en maakt bedoelde koppeling niet onjuist.

Wàt. Echt wàt. Omdat het nodig is voor het systeem, is het geen inbreuk op grondrechten?

Oh ja, en een trajectcontrole is minder erg dan een flitspaal omdat bij trajectcontroles je per auto (aan de hand van RDW-gegevens) kunt vaststellen wat zijn maximumsnelheid is en op die basis gericht kunt beboeten. Dus een auto met aanhanger zou een boete krijgen bij 100 rijden, en een motorfiets niet. Handig, maar hoe dat relevant is voor de privacy van de burger ontgaat me.

Het voelt voor mij als een gevalletje “leuk bedacht, bijdehante bezwaarmaker, maar dit gaan we echt niet doen”. Misschien als gevolg van het feit dat half Nederland de hobby heeft om geautomatiseerd bezwaar te maken tegen verkeersboetes met de vreemdste argumenten. Ook hier gaat dan gelden: je krijgt de schijn tegen. En ik ben bang dat dat nu Nederland z’n autorijdende privacy heeft gekost.

Arnoud