Amerikaanse rechter claimt rechtsmacht over data op Europese Microsoft-servers

cloud-flag-usaEen Amerikaanse rechter heeft bepaald dat Microsoft data moet afgeven aan Justitie, ondanks het feit dat die data op een server in Ierland staat en onder beheer is van Microsofts Ierse dochter. Dat meldde Slashdot gisteren. Microsoft had de search warrant aangevochten met de stelling dat de Ierse dochter buiten Amerikaanse jurisdictie valt, maar de rechter bepaalt nu dat dit geen relevant argument is bij clouddatavorderingen.

Het gelinkte Reuters-artikel legt uit dat het ging om e-maildata van een klant die op servers in Ierland stond. Deze servers worden beheerd door Microsofts Ierse dochter. Toen het moederbedrijf het bevel kreeg deze data af te geven, stapte men naar de rechter – zoals het bedrijf al meerdere malen had gemeld te zullen doen, in een poging angst over wereldwijd Patriotactdatagraaien bij Europese bedrijven en instellingen weg te nemen.

Het argument van Microsoft was gestoeld in twee eeuwen jurisprudentie: de Amerikaanse Justitie kan geen bevel geven om een buitenlands huis (of kantoorgebouw) te doorzoeken, ook niet als dat huis van een Amerikaan is. Daar mag men simpelweg niet in zoeken. En wat is nu het verschil tussen een server en een kantoorgebouw?

De rechter ziet het echter anders: het gaat hier niet om fysiek bezoeken van een locatie maar om het opvragen van data. En het is óók twee eeuwen jurisprudentie dat een Amerikaan die iets heeft dat moet komen brengen als de rechter daarom vraagt. Ook al ligt het iets in kwestie in een ander land. En als je die doctrine loslaat op e-mail dan moet Microsoft Inc de data dus maar gaan halen in Ierland. Of haar dochter bevelen dit te doen, wat ze juridisch kan aangezien dochterbedrijven moeten doen wat hun moederbedrijven zeggen.

Microsoft gaat bezwaar maken tegen deze beslissing. Een goede zaak, want dan krijgen we eindelijk eens écht duidelijkheid over hoe ver Amerikaans clouddatagraaien nu mag gaan. (Overigens gaat het hier niet om de Patriot Act maar de Stored Communications Act, qua concept vergelijkbaar met ons Wetboek van Strafvordering. En nu vraag ik me dus af of onze wet ook zo te lezen zou zijn als toepasselijk op data op een in het buitenland gehoste server van een Nederlands bedrijf. Ik kan er alleen niets over vinden…

Arnoud

Naar wie mag je een ontvangen e-mail doorsturen?

e-mail-email-brief-post-envelopMet enige regelmaat krijg ik vragen van mensen die een mail door willen sturen, door hebben gestuurd of van wie de mail is doorgestuurd terwijl niet iedereen daar blij van is. Dus: wanneer en naar wie mag dat nou, een mail doorsturen?

Met toestemming mag het natuurlijk. Die toestemming hoeft niet expliciet genoemd te zijn. Als de mail duidelijk ook bedoeld is voor Wim, dan mag de ontvanger de mail doorsturen naar Wim. Denk aan een vergeten geadresseerde, of een vraag of je Wim even bijpraat. Of wanneer het logisch is: als ik een drukproef krijg die er goed uitziet, mag ik de mail van de ontwerpster doorsturen naar de drukker zodat die aan de slag kan.

Een e-mailbericht zal al snel onder het auteursrecht vallen. Daarvoor is niet veel creativiteit nodig; een mail met meer dan “ik zie je morgen” of iets dergelijks triviaals is al beschermd. Op grond van het auteursrecht mag je mail dus niet zomaar doorsturen. Ook niet een deel bij wijze van citaat: citeren mag alleen als het werk gepubliceerd is, en daarvan is geen sprake bij e-mail. (Tenzij het naar een openbare mailinglijst gaat of zo natuurlijk.)

Het briefgeheim wordt ook vaak als argument gehanteerd, maar a) dat geldt niet voor mail en b) de strafwetbepalingen omtrent wederrechtelijke toegang tot mailboxen zijn niet van toepassing op de ontvanger van een mail. Het is ook geen schending van het briefgeheim om een ontvangen papieren brief naar een derde door te sturen.

De privacy kan ook nog een rol spelen, afhankelijk van de inhoud van de mail. Een privémailbericht zal naar zijn aard privégegevens van de afzender (of een derde) bevatten, en die doorsturen kan dan een verwerking van persoonsgegevens opleveren. En dat mag alleen met toestemming, of bij een dringende noodzaak die zwaarder weegt dan de privacy van de betrokken persoon. Maar bij een zakelijk bericht (bv. een offerte) zou ik dit geen sterk argument vinden. altijd,

Het enige echte excuus dat ik kan bedenken om zonder toestemming een privémailbericht door te sturen, zou zijn als de inhoud zó belangrijk is dat het belang voor de derde-ontvanger om het te weten, zwaarder moet wegen dan het auteursrecht en de privacy van de afzender. Juridisch beroep je je dan op de vrijheid van meningsuiting, die vereist dat deze informatie met derden wordt gedeeld en waarbij dat vereiste zo ernstig is dat je de rechten van de afzender mag negeren. Dat is geen eenvoudige bewijslast.

In de praktijk gaat dat natuurlijk meestal goed, maar je wilt niet weten hoe veel vragen ik krijg over doorzendingen van mails waar de afzender niet blij van werd. Men beklaagde zich bij een collega en ziet de mail bij de baas eindigen; men riep wat tegen de voorzitter van de vereniging en die cc’t het gehele bestuur in zijn reply; men dacht een goede vriend bij te praten en die forwardt het bericht met “haha wat een mafkees” naar 300 vrienden en bekenden. Ik weet alleen niet of deze blog daarbij gaat helpen. Want heeft het nut om juridisch te gaan doen als mensen bereid zijn de mores rond e-mail te negeren?

Arnoud

E-mail is rechtsgeldig, is dat niet belachelijk eigenlijk?

Een lezer vroeg me:

Ik was geschokt toen ik uw artikel las dat e-mail rechtsgeldig kan zijn bij het sluiten van een overeenkomst. Hoe kan dat in vredesnaam als bewijs gelden? Iedereen kan mails uit mijn naam sturen, en dan zou ik daar aan vast zitten? Stel je voor dat mijn dochter van 16 vanaf mijn mailaccount een dure Maserati koopt, dat mág zij niet eens. En dan zou het rechtsgeldig zijn omdat het per e-mail op mijn naam gaat?

De vraagsteller hier lijkt er vanuit te gaan dat ‘rechtsgeldig’ betekent dat de overeenkomst niet meer te annuleren is enkel omdat deze per e-mail gesloten is. Dat is onjuist. ‘Rechtsgeldig’ betekent niet “doe het op deze manier en het is 100% bindend zonder enige mogelijkheid van weerlegging”.

Er zijn geen eisen voor hoe je een overeenkomst moet sluiten; juridisch gesproken is het sluiten van een overeenkomst vormvrij (art. 6:217 BW), behalve bij enkele specifieke gevallen zoals aankoop huis of arbeidsovereenkomst met concurrentiebeding. Het gebruikte communicatiemiddel doet dus niet ter zake. Je mag mondeling een overeenkomst sluiten, per e-mail of met rooksignalen als je dat graag wilt. Maar bewijzen dat de boodschap is aangekomen, is lastig bij deze middelen. Een schriftelijk ondertekend stuk geeft meer zekerheid als bewijs.

E-mail kan dus bewijs opleveren van het bestaan (en/of de inhoud) van een overeenkomst. En hoewel de overeenkomst dan ‘rechtsgeldig’ te noemen is nadat het e-mailbewijs is geaccepteerd, is deze niet automatisch onaantastbaar. Alles in het recht is vatbaar voor discussie, weerlegging en tegenbewijs. Zelfs een notariële akte of een proces-verbaal van een ambtenaar in functie.

Natuurlijk kan een communicatiemiddelmiddel onbetrouwbaar zijn, en ik geef de vraagsteller direct gelijk dat e-mail eenvoudig te vervalsen is. Er is dus potentieel voor valse contractsluitingen. Echter, om op die grond nou categorisch te verbieden dat overeenkomsten per e-mail mogen worden gesloten gaat me te ver. Ik sluit vanuit mijn bedrijf dagelijks overeenkomsten per e-mail, en heb in 5+ jaar nog nooit een dispuut gehad met als stelling “die mail heb ik niet gestuurd”. Wel “zo had ik dat niet bedoeld” of “ik dacht dat ik nog even mocht nadenken na het akkoord” of “ik moest het mijn directeur nog vragen”.

Het is ook niet zo dat als een mail je als afzender vermeldt, je automatisch aan die mail vastzit. De rechter kijkt nooit naar één bewijsstuk maar altijd naar het totaalplaatje.

Plus, als je ontkent de mail gestuurd te hebben dan moet de wederpartij proberen bewijzen dat jij dat wel deed. Die Maserati-dealer zal de vraagsteller ongetwijfeld uitnodigen voor een proefrit, en als dan een jongedame van 16 jaar zonder rijbewijs verschijnt dan is het snel uit met de pret. En bij online dienstverlening stuurt de wederpartij normaliter een bevestiging, dus dan kun je als vermeende afzender direct in het geweer komen en protesteren dat jij de aanvraag nooit hebt gestuurd.

Het is ergens wel bijzonder dat het zo vaak goed gaat en dat “die mail heb ik nooit gestuurd!” zo zelden in rechtszaken als argument naar voren komt. Trollen genoeg, maar dit is kennelijk geen interessante vorm van pesterij?

Arnoud

Is e-mail nou rechtsgeldig of niet?

Het blijft een regelmatig terugkerend onderwerp: de rechtsgeldigheid van e-mail. Voor veel mensen blijkt de digitale post toch een ongrijpbaar en daarmee onbetrouwbaar middel. Zeker bij techneuten denk ik dan, omdat die weten hoe triviaal e-mail te vervalsen is en hoe veel er fout kan gaan bij verzending van e-mail.

Hoofdregel uit de wet is: je maakt afspraken door het onderling eens te worden. De vorm waarin je dat doet, is niet relevant. Mondeling afspreken, per sms tot overeenstemming komen, via Whatsapp contracteren, bij de notaris een formele akte laten opmaken – hartstikke mooi allemaal maar in alle gevallen is er gewoon een overeenkomst.

De enige reden om dingen op schrift te zetten (met handtekening) is omdat je dan duidelijkheid hebt over wát de afspraken zijn. Een ondertekend geschrift heet een akte, en levert in principe dwingend bewijs op. De inhoud van de akte is de afspraak, klaar. Een akte kan ook digitaal, maar dat is wel moeilijker.

Wellicht is het een stukje cargocultisme dat voor de gedachte “bindende afspraak vereist papier” heeft gezorgd. Het begon dan met “laten we het op papier zetten, dan hebben we duidelijkheid & stevig bewijs”. En dan wordt de bedrijfsinterne regel of gewoonte ineens “de wet”: ja nee een contract moet op papier anders is het niet rechtsgeldig.

(Dit fascineert me bij facturen ook nog steeds. Met enige regelmaat meldt een afdeling finance me dat men niet openstaat voor e-facturen en of ik een factuur per post wil sturen. De vraag of ze dan even mijn pdf willen printen en in hun postvakje willen leggen levert vaak hilarische reacties op. Terwijl dat, plus een Postnl verzending, toch precies is wat ze vragen.)

Natuurlijk, je kunt als partij prima éisen dat jouw afspraken op papier moeten. Een mondeling akkoord mag dan niet. En in die context kan het relevant zijn of een geëmailleerde afspraak telt als “op papier”. In de praktijk zie ik daar eigenlijk nooit problemen mee bij de rechter. Je moet wel heel expliciet opschrijven “Elektronische geschriften beschouwen wij niet als ‘papier'” om een e-mailreactie te mogen negeren en papier te eisen.

En als laatste: ja e-mail is triviaal te vervalsen maar nee dat is géén argument om e-mail dan maar niet als communicatiemiddel of bewijs te erkennen bij de rechter. De rechter wil niet weten of e-mails vervalst kunnen wórden, hij wil weten of deze specifieke e-mail vervalst is. En daar kom je niet aan met “het kán”. Want dit is IT: alles kan. De discussie moet dus zijn, wie zou de vervalser dan zijn, waarom zou die dat doen, waar kunnen we dit aan zien en hoe reconstrueren we dan wél de werkelijkheid?

Arnoud

Mag ik een per e-mail gedane bestelling annuleren?

Een lezer vroeg me:

Bij een webwinkel vond ik een product dat ik zocht, op wat details na. Ik heb toen de winkelier gemaild en na wat discussie waren we eruit wat ik nodig had. Via mail het akkoord gegeven. Helaas viel het na ontvangst tóch tegen, dus ik wilde het terugsturen via de Wet koop op afstand. Maar de winkel accepteert dat niet! Sta ik nu in mijn recht?

Ik vermoed van niet. Een koop op afstand mag je als consument inderdaad annuleren binnen zeven werkdagen, maar dan moet er wel sprake zijn van een koop op afstand volgens de wet. En die bepaalt dat iets een koop op afstand is als er een “systeem voor verkoop of dienstverlening op afstand” wordt ingezet zodat je de overeenkomst kunt sluiten via een website, telefoon of ander communicatiemiddel (art. 7:46a BW).

Nu is een webwinkel met shopping cart en zo natuurlijk een “systeem”, maar dat systeem moet dan wel gebrúikt zijn om die overeenkomst te sluiten. Ga je los van de shop zitten mailen met de winkelier, en geef je dan ook via de mail akkoord, dan heb je niet via het systeem besteld.

Een systeem dat werkt per mail is op zich mogelijk. E-mail is een techniek voor koop op afstand, net zo goed als een website. Maar los mailtjes heen en weer sturen kan ik echt niet zien als een “systeem”, daar zit voor mij echt een flinke component automatisch handelen in. Een autoresponder of script dat mails analyseert en daar acties op onderneemt (stuur mail naar jaikwil@ en krijg uw bevestiging in de mail) zou voor mij wel het minste zijn.

Meer algemeen is er nog de regel dat een “overeenkomst langs elektronische weg” te annuleren is wanneer de verkoper niet aan bepaalde informatieplichten heeft voldaan. Zo moet hij melden hoe die overeenkomst tot stand gaat komen, hoe je (eventueel) een kopie daarvan te pakken krijgt, en hoe je kunt annuleren voordat je definitief akkoord gaat (art. 6:227b BW). Maar ook bij deze regel is er een uitzondering voor e-mail:

… is niet van toepassing op overeenkomsten die uitsluitend door middel van de uitwisseling van elektronische post of een soortgelijke vorm van individuele communicatie tot stand zijn gekomen.

Ergens wel logisch, want als je met elkaar mailt dan is dat zo’n individueel contact dat je daar eigenlijk geen regels voor standaardbestellingen op van toepassing wilt laten zijn. Maar het wringt wél met de wet koop op afstand, want ook na zo’n individueel contact kan het product tegenvallen. En dan heb je dus pech.

Arnoud

Hacken van mailboxen tijdens een arbeidsconflict

Het zijn geen zinnen die je als werknemer over jezelf wil lezen: “Hierbij even een paar ideeën over een mogelijke ontslag procedure/tactiek.”, “Ik denk wel dat het verstandig is … of wij dit goed kunnen uitmelken ….”, :”nuclere optie. De bonnen waar contant geld is verdwenen uitspitten en tegen haar gebruiken.”, “haar houding met de verhuizing uitbuiten om haar demotivatie aan te tonen.”, “Wij moeten een pestcampagne opzetten als zij weer komt werken.”, “nieuwe werkuren, … Hierdoor komt ze flink in de file te staan, als ze pas om vijf uur gaat.”. Ja, gezellige boel bij inkoopcentrum Artel. Maar hoe kwam deze werkneemster dit te weten? Eh, door het privémailaccount van de directeur te hacken. Nee, dat is óók niet erg gezellig. Dus, eh, oef, ga er maar aanstaan als kantonrechter.

Uit het vonnis blijkt dat er nogal wat mis was in de arbeidsverhouding, ahem. De directe aanleiding voor het ontslag op staande voet was een accountantsrapport waaruit bleek dat er 10 contante betalingen voor totaal zo’n 2800 euro niet goed geadministreerd waren. De ondertoon daarbij was dat het geld in eigen zak gestoken zou zijn, maar de formele grond was een rommelige administratie en dát is toch echt niet genoeg voor een staandevoetje.

De tweede reden was het hacken van zowel de privé als zakelijke mailbox van de directeur. De werkneemster had namelijk enkele mailcorresponenties van die directeur over haarzelf als bewijs bij de dagvaarding gevoegd, en gaf desgevraagd ook toe dat ze die via hacken te pakken had gekregen. Maar zij vond dat dat mocht, omdat de inhoud relevant was voor de rechtszaak. De inhoud was immers niet echt fris, zie de citaten uit de eerste alinea. En als je weet dat je directie dát over je zegt, dan moet je dat toch als bewijs kunnen inbrengen dat je ontslag onterecht is.

De rechter wil echter de privémails niet meenemen, omdat die privé zijn. Tot de zakelijke mails had de werkneemster op zich toegang vanuit haar functie, dus dat hij die dan inbrengt in een rechtszaak is nog wel te rechtvaardigen. Maar bij een privémailbox, ook die van de directeur, gaat dat niet op:

Het handelen van [verweerster] in deze kan worden bestempeld als een inbreuk op de privacy van de heren [X en Y], danwel een schending van het briefgeheim en wordt niet alleen in strijd geacht met hetgeen van een goed werknemer mag worden verwacht, maar ook met de algemeen gangbare fatsoensnormen.

(Nee, er zit geen briefgeheim op e-mail. Laten we maar doen of de rechter bedoelde op de equivalente fatsoensnorm die geldt voor e-mail.)

Als derde waren er nog wat bestellingen gedaan door de werknemer die dubieus overkomen: een computer die zo te zien op de zaak was besteld en toen privé doorgekocht, en een televisie/internet/telefonie-abonnement waarvan de werkneemster stelde dat dit nodig was om thuis te kunnen werken. Omdat dat enige tijd geleden was gebeurtgebeurd, ziet de rechter niet echt meer mogelijkheden om nu snel uit te zoeken hoe dat zit. En bij een kort geding blijven zulke zaken dan buiten beschouwing.

Alles bij elkaar was het gedrag van de werkneemster “ernstig verwijtbaar” maar “anderzijds heeft Artel zich als werkgever ook niet onbetuigd gelaten in deze kwestie.” En dat mag best meewegen, óók als dat bewijs alleen volgt uit gestolen e-mails. Want bij een rechtszaak zoals deze is álles bruikbaar als bewijs, ook door diefstal of inbraak verkregen dingen. Een eventuele aangifte en strafvervolging wegens computervredebreuk kan natuurlijk nog volgen maar staat los van de bruikbaarheid van het bewijs. Het is hier geen Amerikaanse rechtbankserie.

Desgevraagd gaf de directeur aan een en ander te betreuren, hij had het anders moeten formuleren allemaal. Waarop de rechter droogjes opmerkt:

Niet duidelijk is geworden of [Y] de inhoud van de e-mailberichten betreurt, of de commotie die naar aanleiding van die e-mailberichten is ontstaan.

Omdat ook de werkgever het nodige te verwijten is, en de werkgever bovendien bij het disfunctioneren geen verbetertraject is opgestart, krijgt de werkneemster uiteindelijk € 10.000 mee als ontslagvergoeding. Maar het bedrijf mag er ook voor kiezen haar aan te houden. Nee, dat zal de boel er niet gezelliger op maken.

Arnoud

Rechtsgeldige communicatie naar een oude mailbox

e-mail rechtsgeldigNog een nagekomen variant op de vraag Is e-mail rechtsgeldig? die ik nog steeds bijna wekelijks krijg. Wat nu als een contractuele wederpartij mails stuurt naar een oud mailadres dat je niet meer leest? Is dat dan toch rechtsgeldig?

Als hoofdregel in het recht geldt dat je toezeggingen (overeenkomsten) en andere mededelingen via elk kanaal mag doen dat je goeddunkt, zolang je maar kunt bewijzen dat het is aangekomen bij de wederpartij. Je mag daar van afwijken, zo kun je in je algemene voorwaarden opnemen dat je offertes pas bindende contracten worden nadat deze ondertekend op papier zijn teruggefaxt. In dat geval is een toezegging per mail niet meer rechtsgeldig, want aan het vormvereiste is niet voldaan.

Veel internetdienstverleners doen het omgekeerde: die zetten expliciet in de voorwaarden dat ze per mail mogen werken, en vaak ook nog eens specifiek naar het mailadres dat hoort bij de dienst die je afneemt. Mails van mijn internetprovider UPC gaan naar mijn UPC-mailadres, en menig forum waar ik lid van ben, stuurt zijn dienstmededelingen per privébericht op het forum in plaats van per e-mail.

Ook dat mag. En sterker nog: als ze dat hebben gezegd in de voorwaarden, dan kom jij niet meer weg met “ik lees die mailbox niet” of “ik vind privéberichten op forums zo vervelend” of zelfs “jullie wisten ook mijn echte mailadres”. Afspraak is afspraak, en het is dan ook bindend en voldoende als het bericht naar het afgesproken punt wordt gestuurd.

Dit betekent dus dat je bij het opheffen van oude mailboxen echt even na moet gaan waar deze nog on file staan, en daar een wijziging moet doorvoeren. (Ook handig mocht je ooit het wachtwoord vergeten zijn.) Want het niet meer lezen van een mailbox ontslaat je niet van je contractuele verplichtingen.

Voor veel mensen is e-mail toch maar een merkwaardig communicatiemiddel, waarvan het kennelijk maar moeilijk voorstelbaar is dat een rechter het zou willen lezen. Of zo. Want als mensen me vragen “ik heb per mail een auto gekocht, is dat rechtsgeldig” dan vinden ze mijn antwoord “ja, natuurlijk” erg raar want e-mail is toch vervalsbaar? Eh ja, dat klopt, maar dat is een stuk papier ook en toch accepteren we dat als bewijs. Waarom is dat bij e-mail zo gek?

Arnoud

Wat moet er nou wel en niet in een e-mail handtekening

emaildisclaimerMet enige regelmaat maak ik me er boos over, maar het blijft terugkomen: mensen die hele lappen tekst onderaan hun e-mail hangen. “Dat is onze huisstijl” of “dat moet van de bedrijfsjurist” krijg ik dan als reactie. Juridisch gezien volslagen onzin – grotendeels dan.

Een e-mail verzonden door een bedrijf is correspondentie, en voor formele zakelijke correspondentie gelden bepaalde informatieplichten. Zo ben je verplicht je bedrijfsnaam en KVK nummer te vermelden op alle “uitgaande brieven, orders, facturen, offertes en andere aankondigingen” (art. 27 Handelsregisterwet). Doe je zaken via internet, dan moet je onder meer je naam, vestigingsadres, telefoonnummer en e-mailadres staan, plus je BTW-nummer “gemakkelijk, rechtstreeks en permanent toegankelijk” maken (art. 3:15d BW). Gebruik je e-mail voor acquisitie of offertes dan zal dat in je e-mail moeten allemaal.

Bij gewone zakelijke mails (bv. discussie met een klant) hoeft dit allemaal niet, maar het is op zich niet verkeerd. Hooguit kan het irritatie opwekken om elke keer een hele trits gegevens langs te zien komen, zeker als er óók nog eens een serie socialmediaccounts achteraan komt, een waarschuwing om de mail niet zomaar te printen en een lange disclaimer, liefst in twee talen.

Over die disclaimers kan ik kort zijn: die hebben nul en generlei waarde. Een disclaimer is alleen juridisch bindend als dat zo afgesproken is, en dat is bij e-maildisclaimers nooit het geval. Ja, als je vooraf een geheimhoudingsverklaring tekent waarin staat “iets is alleen geheim als er geheim op staat” dán zal er in de mail “GEHEIM” moeten staan. Maar het lijkt me dat je dat er dan met de hand even boven typt.

Heel misschien als je tot een beroepsgroep behoort met een wettelijk beroepsgeheim (advocaten, octrooigemachtigden, notarissen), dan zou je mensen kunnen herinneren aan dat beroepsgeheim met een standaardzin. Of als je als ambtenaar duidelijk wilt maken dat e-mail geen formeel communicatiekanaal met de overheid is. Mensen willen nog wel eens bezwaarschriften mailen naar de ambtenaar met wie ze eerder contact hadden, en dat is rechtsgeldig tenzij die heel duidelijk had aangegeven van niet.

De mooiste “káp nou met die disclaimers”-reden vond ik op TNW:

It makes it seem like you are regularly emailing random people sensitive information and it has happened so often that you are now ordered to include that statement by a judge who’s simply had it with your shit.

Dus. Káppen.

Arnoud