Kunnen wij onze niet-tekenende partner toch houden aan de groepssamenwerking?

Een lezer vroeg me:

Al een tijdje onderhandel ik met vijf partijen om tot een samenwerking te komen, waarbij we een opensourcepakket gaan exploiteren onder gezamenlijke winstdeling. Het contract ondertekenen is blijven liggen vanwege de crisis, maar we zijn wel al soort van begonnen. Nu stelt een van de partijen dat hij het eigenlijk toch niet eens is met het contract (lees: de winstdeling) en hij zegt dat hij nergens aan vast zit omdat hij nooit getekend heeft. Is dat zo, en wat kunnen wij nu doen?

Of een overeenkomst gesloten is, hangt in eerste instantie af van wat in de tekst zelf staat. Soms staat er iets van “Deze treedt in werking na de laatste handtekening” en dan is het evident dat de overeenkomst nu nog niet gesloten is omdat er handtekeningen missen.

Minstens zo vaak staat er een aanvangsdatum en is er geen duidelijke reden waarom de handtekeningen gezet moeten worden. Of er staat helemaal niets over wanneer het contract aanvangt. Dan moet je gaan duiden hoe de rest van het contract opgezet is. Wat was het doel van de overeenkomst, en is het daarvoor echt nodig dat dan iedereen moet tekenen? Wat waren, anders gezegd, de bedoelingen van partijen toen ze kozen voor een document waar een krabbel onder zou komen.

In veel gevallen geldt: niet ondertekend hebben is niet hetzelfde als niet akkoord zijn. Ook uit feitelijk handelen kun je akkoord afleiden, bijvoorbeeld omdat die ene partij ze de oprichtingsbijdrage betaald heeft, alvast het afgesproken werk ging doen of op zijn minst inhoudelijk ging discussiëren op de groepsapp waar de samenwerking mee gerund wordt. Dan is het ontbreken van de handtekening geen beletsel meer.

Uitzonderingen zijn natuurlijk mogelijk. Als de partij zich in het onderhandeltraject altijd wat afhoudend had opgesteld, dan kun je nu niet claimen dat hij stilzwijgend er aan vast zat bijvoorbeeld. Of als hij een unieke bijdrage gaat leveren (en dat nog niet gedaan heeft), dan is het ook nogal prematuur.

Maar zoals gezegd, een handtekening is niet verplicht. Juridisch zitten ze er bijvoorbeeld al aan vast als de vertegenwoordiger appt dat ze akkoord zijn en de handtekening nog even laat wachten vanwege coronaperikelen. Je kunt dus prima snel schakelen door aan te dringen op een anders gecommuniceerd akkoord, en later zien hoe je die krabbel gaat krijgen. Want die is eigenlijk nergens voor nodig, behalve je héél bang bent dat je ruzie gaat krijgen over wat er exact afgesproken is.

Arnoud

Hoe betekenisvol is een digitale handtekening onder een PDF?

Een lezer vroeg me:

Recent stuurde een zakenpartner me een contract om te tekenen via Digisign. In de mail van Digisign las ik “Deze e-mail bevat een veilige koppeling naar DocuSign. Deel deze e-mail, link of toegangscode niet met anderen. … Het is veilig en juridisch bindend.” Dat vind ik raar, als die link bij iemand anders komt dan kan hij in mijn naam tekenen. Hoe veilig is dat? Waarom is dit juridisch bindend?

Het komt inderdaad wat erg stellig over zo, met die tekst. Er zijn genoeg theoretische situaties te bedenken waarin hier misbruik van kan worden gemaakt, zonder dat je met zekerheid kunt vaststellen of het de beoogde contractspartner / tekenbevoegde persoon was die de digitale handtekening zette. Daarmee is formeel dus geen zekerheid dat de handtekening ‘echt’ is.

Echter, de wet is wat flexibeler. De regels over digitale handtekeningen kennen een zogeheten eenvoudige variant, waarbij het van de omstandigheden afhangt of een handtekening betrouwbaar genoeg is. Dat is waar men hier op meelift. Er is hier weinig authenticatie, maar het argument is dan dat er ook weinig nodig is gezien de situatie.

De situatie waarin je een tool als deze inzet, is immers dat je hebt onderhandeld en het eens bent geworden over een tekst. Je stuurt dan de finale tekst via Digisign naar je contractspartner en vraagt hem te tekenen. Dat is een formeel momentje en mag dus geen verrassing zijn. Ik vind het moeilijk om in die situatie een reëel scenario te bedenken waarin de handtekening wordt misbruikt.

Zo ongeveer het enige scenario is dat partij A er stiekem een rare clausule in stopt, en een collega bij partij B omkoopt om in de mailbox van A’s contractspartner de link te klikken en de handtekening te zetten. Dat kan, maar is achteraf op te sporen. Immers, die rare clausule zat nooit in de eerdere drafts en het is in onderhandelingen uitgesloten dat je zonder redline iets toevoegt en het dan een finale versie voor handtekening noemt. Daar zal dus altijd een luchtje aan kleven.

Het kan natuurlijk op zich wel dat iemand bij B in de mail zit en via de link de handtekening zet. Ik zou dat in principe toch echt het risico van B zien. Als je iemand je zaken laat waarnemen bij ziekte of vakantie, dan komen zijn acties voor jouw (bedrijf zijn) rekening. Dus nee, ik zie in de praktijk hier geen risico met die handtekening.

Arnoud

Hoe bewijs ik dat iemand een handtekening heeft gezet?

handtekening.jpgEen lezer vroeg me:

Onlangs ben ik aangereden door een bedrijfswagen en ik heb daar (zo bleek achteraf) een whiplash aan overgehouden. De twee inzittenden hebben destijds dat schadeformulier getekend, maar ontkennen nu dat ze die handtekening hebben gezet. Omdat ik achter hen reed (maar zij écht fout zaten) is dit cruciaal. Hoe houd ik ze nu aan dat formulier?

Wie een handtekening zet op een stuk papier, doet daarmee juridisch iets bijzonders: hij maakt een akte en die levert dwingend bewijs op van hetgeen daarin staat (art. 157 Rechtsvordering).

Je kunt er dus (in principe) niet meer onderuit: heb je daar verklaard “hij zat achter me en ik reed onverwacht achteruit want ik was dronken, stom stom stom” dan zit je daaraan vast.

Er is een escape: als je “stellig ontkent” de handtekening gezet te hebben (art. 159 lid 2 Rv), dan zit je er niet aan vast. Tenzij de wederpartij dan kan bewijzen dat je wél getekend hebt.

Dat bewijs leveren mag op alle mogelijke manieren. Heb je een getuige die zag dat er werd gekrabbeld op papier, dan is dat genoeg. Een dashcam die filmde hoe hij zich over de motorkap boog en een krabbelende beweging maakte, levert ook gewoon bruikbaar bewijs op.

Natuurlijk staat dan niet 100% vast dat dít formulier is getekend, maar dan zou je op zoek moeten naar andere discrepanties. Waar is bijvoorbeeld het formulier van de wederpartij (die dus ontkende getekend te hebben)? Het is immers onwaarschijnlijk dat je na een ongeval géén handtekening zet onder een schadeformulier, zeker als er beeld is dat je krabbelt op papier.

In deze zaak werd betwist dat een akte van geldlening was ondertekend. De gedaagde gebruikte daarbij de term ‘stellig’, maar dat vond de rechter niet overtuigend. Er was divers bewijs: er was een getuige bij het opmaken van de akte, en er was diverse keren afgelost op de manier die in de akte stond. Ook leken de handtekeningen wel erg veel op elkaar. Dat bij elkaar opgeteld was voor de rechter genoeg om te concluderen dat de ontkenning niet geloofwaardig was.

Het wordt dus nu een kwestie van op zoek naar bewijs dat er getekend is.

Arnoud

Waarom hebben we eigenlijk nog steeds handtekeningen op papier?

handtekening-willem-van-oranjeHet is buitengewoon merkwaardig dat we anno 2016 nog steeds onleesbare krabbels op papier zetten met de gedachte dat dat juridisch belangrijk is. Date las ik bij Slate en ik ben het er helemaal mee eens. Juridische cargoculterij, dat is het.

We zetten allemaal elke dag wel onze handtekening een keer. Een pakketje aannemen, een order bevestigen of ergens inchecken. Het voelt als een formeel moment en daarom doen we het ook. Maar het betekent eigenlijk niets. We doen het omdat we dat altijd al zo doen. Cargoculterij: voor sommige heel formele dingen (zoals een notariële akte of invoering van een wet) is een handtekening nodig om rechtskracht te scheppen, dus als we een handtekening zetten dan krijgt de handeling rechtskracht.

Onzin natuurlijk. Om bijvoorbeeld een contract te sluiten is een handtekening niet nodig; iedere handeling waaruit blijkt dat je dat contract wil, is genoeg. Je hand opsteken, op “Akkoord” klikken of iets dergelijks, meer dan genoeg.

Heel soms zijn er vormvereisten, zoals de wet dat noemt. Een huis kopen moet op papier, en online iets kopen moet via een knop “Bestelling met betalingsverplichting”, anders zijn die niet rechtsgeldig. Maar dat zijn uitzonderingen.

Waarom doen we het dan? Het gaat uiteindelijk om bewijs. Een stuk papier met handtekening is sterker bewijs dan “hij zei destijds ‘joe’ met zijn duim omhoog, echt waar”. De wet noemt een ondertekend stuk papier een akte, en die levert “dwingend bewijs” op – wat daarop staat, is de afspraak en niets anders. Dus dat is handig om te hebben. Maar is het echt nodig? Volgens mij echt niet. Ga je echt ontkennen dat je een arbeidscontract hebt? Dat je in die kamer geslapen hebt?

Dus nee, wat mij betreft is het écht overbodig om steeds met handtekeningen te werken. Het is geschuif met stapels papier en een krabbel met inkt, waar niemand op zit te wachten. Want laten we eerlijk zijn: dat papier wordt daarna gescand en vernietigd, en dat vinden we eigenlijk allemaal prima.

Arnoud

Waarom zetten wij eigenlijk handtekeningen op papier?

handtekening.jpgRegelmatig vragen lezers me: waarom doen wij als bedrijf nog steeds zo moeilijk met handtekeningen op stukken papier? Ons hele bedrijf is geautomatiseerd, alleen bij sommige acties moeten er dingen uitgeprint, getekend en weer ingescand zijn. En soms wordt dan zelfs dat stuk papier nog bewaard. Is dat nu echt juridisch nodig?

Juridisch bepalen of een stuk papier écht nodig is, is vaak een hele kluif. Hoofdregel is: het hoeft niet op papier. De wet kent namelijk slechts zelden een harde eis dat iets pas rechtsgeldig is als het op papier staat. Wie er meer weet dan de volgende, mag het zeggen: de koop van een woning (art. 7:2 BW), huurkoop (7A:1576i BW), timesharing (7:50c lid 1 BW), pacht (7:317 lid 1 BW), vrijwillige garantietoezeggingen (7:6a lid 3 BW), verkoop van IE-rechten (art. 2 Auteurswet) en sinds juli 2014 de overeenkomst tot dienstverlening na telefonische acquisitie (6:230v sub 6 BW). De arbeidsovereenkomst hoeft alleen schriftelijk als er een proeftijd (7:652 lid 2 BW), concurrentiebeding (7:653 lid 1 BW) of boetebeding (7:650 lid 2 BW) is opgenomen. Een factuur hoeft niet schriftelijk.

Meestal wil men graag stukken papier omdat dit sterk bewijs oplevert. Met een akte (een ondertekende verklaring op papier) ontstaat ‘dwingend’ bewijs (art. 157 Rechtsvordering) van wat er is afgesproken. Onder voorwaarden is ook een elektronische akte rechtsgeldig (art. 156a Rechtsvordering). Kort gezegd is vereist dat de inhoud zodanig wordt vastgelegd dat deze ongewijzigd gereproduceerd kan worden voor zo lang als nodig. In de ICT-praktijk betekent dit een PDF-bestand en een goed ingericht proces voor het aanmaken en archiveren daarvan.

Heel vaak zijn dit soort bedrijfsprocessen er vooral omdat ze er altijd al waren. Men heeft altijd geleerd dat papier en handtekening “rechtsgeldig” zijn, of zelfs verplicht. Dus dat is het proces en dat blijft het proces. Daar verandering in brengen is niet eenvoudig, want “zo doen we het altijd al” is een van de sterkste argumenten uit de praktijk om iets te laten zoals het is.

Hoe elektronisch zijn jullie met contracten en documenteren?

Arnoud

Maakt de ‘1’ toets op je telefoon een overeenkomst schriftelijk?

radar-uitzending-televisie-pretiumIk had ‘m gemist maar een tijdje terug bleek telecombedrijf Pretium bij TROS Radar in de uitzending te zijn geweest. Pretium ligt onder vuur omdat ze via telefonische acquisitie contracten sluit, en daarbij de schriftelijkheidseis uit de wet voor dat soort contracten creatief invult: druk op de ‘1’ toets op je telefoon om te bevestigen dat je het contract wilt, zou hetzelfde zijn als een stuk papier opsturen naar aanleiding van het gesprek.

Onder normale omstandigheden heb je voor contractsluiting geen papier of handtekening nodig. Overeenkomsten sluit je vormvrij, zoals juristen dat noemen, en behalve in een paar speciale gevallen (zoals koop van een huis of een arbeidscontract met concurrentiebeding) heb je geen papier of handtekening nodig.

Specifiek bij het soort overeenkomsten dat Pretium sluit (internet/telefoniediensten na telefonische acquisitie) geldt er sinds afgelopen zomer een expliciete eis dat deze schriftelijk worden aangegaan. Art. 6:230v BW bepaalt namelijk in lid 6 onder meer:

Een overeenkomst op afstand tot het geregeld verrichten van diensten of tot het geregeld leveren van gas, elektriciteit, water of van stadsverwarming, die het gevolg is van dit gesprek, wordt schriftelijk aangegaan.

Telefonie is een vorm van ‘diensten’ en daarom moet ook Pretium aan dit artikel voldoen als zij telefonisch klanten werft – een vorm van overeenkomst op afstand.

Pretium meldt in een reactie dat zij wel degelijk voldoet:

Onder “schriftelijk” aangaan van een overeenkomst wordt verstaan op papier of elektronisch. (zie TK 2012-1013, 33520, nr. 3, p.52). Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat op diverse wijzen invulling gegeven kan worden aan een elektronische bevestiging. Voorbeelden zijn het geven van instemming per e-mail, door middel van het aanklikken van een hyperlink of door gebruik te maken van de toetsen op de telefoon.

Ha, een bron. Laten we eens kijken wat er staat in dat Kamerstuk 33520 nr. 3 op pagina 52. De minister meldt hier dat men problemen bij telemarketing wil oplossen – mensen zitten na een gesprek ineens vast aan een contract, en daar zijn ze niet altijd blij mee. Vandaar de oplossing van de schriftelijkheidseis:

Dit betekent dat een per telefoon aangegane overeenkomst op zichzelf niet geldig is. Slechts wanneer de overeenkomst schriftelijk is gesloten, is deze geldig. In de praktijk zal aan deze norm zijn voldaan doordat de handelaar een aanbod tot het aangaan van een overeenkomst in schriftelijke vorm opstelt en aan de consument toestuurt. De consument zal dit aanbod moeten aanvaarden om de uiteindelijke overeenkomst tot stand te brengen.

Als alternatief wordt e-mail genoemd, aangezien de wet (art. 6:227a BW) stelt dat aan een schriftelijkheidseis is voldaan met een elektronisch geschrift onder bepaalde voorwaarden.

De toetsen op de telefoon zie ik hier niet staan. Ook niet in de overige wetsgeschiedenis bij dit artikel maar ik kan wat missen. Ik zie wel “het aanklikken van een in een e-mail gezonden hyperlink” staan (double opt-in), wat denk ik de basis is voor Pretiums zinsnede die verwijst naar e-mail en aanklikken van hyperlinks.

Ik heb dus geen idee waar deze lezing van Pretium vandaan komt. Wellicht zit er een gedachte achter dat het indrukken van een telefoontoets analoog is aan het aanklikken van een hyperlink; beiden zijn een elektronische vorm van een specifieke communicatie die een bevestigingssignaal stuurt. Goed, bij hyperlinks zit er dan een unieke code (token) in de URL zodat je weet dat het klant X is, maar dat hoeft natuurlijk niet als je klant X aan de telefoon hebt. Dan is een token met 1 bit informatie genoeg.

Mijn bezwaar zit hem meer in het doel van de schriftelijkheidseis. Zoals de minister aangaf, heeft men voor ogen dat men na het telefoongesprek een brief opstuurt waar de consument op reageert (bv. door een ondertekend formulier terug te sturen). En het doel daarvan is dat de consument nog even na kan denken. En dát is wat er mist bij de Pretium-werkwijze: je moet in het telefoongesprek al de “schriftelijke” bevestiging geven. Dat gaat in tegen het doel van het wetsartikel en dáárom is dit geen geldige uitleg van de wet.

Update (17 november) de ACM zegt NOPE:

Aan het vereiste van schriftelijkheid wordt niet voldaan als de ondernemer in het telefoongesprek, waarin hij het aanbod doet, de consument bijvoorbeeld vraagt:<br/> • om op een bepaalde telefoontoets te drukken ter bevestiging van de overeenkomst; of<br/> • om een mondeling ja te geven dat op band wordt opgenomen.

Arnoud

Wanneer is een digitale overeenkomst rechtsgeldig?

handtekening-zosh-iphone.pngEen lezer vroeg me:

Wat is de rechtskracht van een contract dat geheel digitaal tot stand is gekomen? Dus getypt in Word, uitgeprint, ondertekend, ingescand, naar de wederpartij, daar weer uitprinten, ondertekenen, inscannen en terugsturen.

Het flauwe antwoord: dat heeft rechtskracht als overeenkomst want de partijen zijn eruit wat het aanbod is en zijn het met elkaar eens dat ze dat willen. En meer dan dat is er niet nodig: een overeenkomst komt tot stand door aanvaarding van een aanbod. Hoe je dat communiceert, doet er niet echt toe. Overeenkomsten zijn vormvrij, zoals dat heet.

Vaak wordt er toch gewerkt met stukken papier waar dan creatieve inktkrabbels op worden gezet. Dat hóeft dus niet, maar het levert je een belangrijk bewijsvoordeel op: zo’n schriftelijke en ondertekende overeenkomst (“contract”) is volgens de wet een akte. En een akte is een document dat bewijst wat jij verklaart (art. 157 Rechtsvordering):

Een [] akte levert ten aanzien van de verklaring van een partij omtrent hetgeen de akte bestemd is ten behoeve van de wederpartij te bewijzen, tussen partijen dwingend bewijs op van de waarheid van die verklaring, tenzij dit zou kunnen leiden tot een rechtsgevolg dat niet ter vrije bepaling van partijen staat.

Je staat dus sterker als partij met een ondertekend contract dan als partij met een mondelinge toezegging, hoewel ze formeel dezelfde situatie opleveren.

Een akte moet op papier, maar kán ook elektronisch (art. 156a Rechtsvordering). Alleen, er moet dan wel elektronisch een handtekening onder gezet worden en de wet stelt dan nogal wat eisen (art. 3:15a BW). Ik blijf dat gek vinden, want aan de inkthandtekening wordt gewoon géén eis gesteld over hashes, certificaten en gebruik maken van “middelen die de ondertekenaar onder zijn uitsluitende controle kan houden”. Maar als je de wet welwillend leest, dan zou een scan van een inkthandtekening óók kwalificeren als een elektronische, hoewel je dan wel serieuze discussie krijgt over betrouwbaarheid (want zo te kopiëren).

Bij de werkwijze van de vraagsteller ben ik er nog niet uit of dit nu een elektronische akte is of stiekem toch een papieren akte. Het eindresultaat ís immers een stuk papier met twee handtekeningen. Dat dit is gescand en gemaild, doet er voor mij niet echt toe. Diezelfde discussie was er ook bij de fax, en daarvan bepaalde de Hoge Raad dat die een akte opleverde, omdat je het origineel erbij kon pakken en vergelijken. En dat kan hier ook, hoewel met iets meer gepuzzel: er is een origineel met handtekening A, en een origineel met handtekening B (plus een scan/print van handtekening A). Constateer dat die twee identiek zijn op inhoud, en klaar ben je. Maar wellicht denk ik daar te makkelijk over.

Ik heb echter nog nooit gehoord van problemen in de zin van “die PDF bevat niet de werkelijke inhoud van ons contract”. Wél heel veel problemen in de zin van “dat leest u verkeerd” of “artikel 15.3 laat toch écht de ruimte om ook X te doen”. Maar dat hou je altijd.

Zien jullie verschil tussen het dubbelgescande document van de vraagsteller en een compleet papieren exercitie?

Arnoud

Wat moet er nou wel en niet in een e-mail handtekening

emaildisclaimerMet enige regelmaat maak ik me er boos over, maar het blijft terugkomen: mensen die hele lappen tekst onderaan hun e-mail hangen. “Dat is onze huisstijl” of “dat moet van de bedrijfsjurist” krijg ik dan als reactie. Juridisch gezien volslagen onzin – grotendeels dan.

Een e-mail verzonden door een bedrijf is correspondentie, en voor formele zakelijke correspondentie gelden bepaalde informatieplichten. Zo ben je verplicht je bedrijfsnaam en KVK nummer te vermelden op alle “uitgaande brieven, orders, facturen, offertes en andere aankondigingen” (art. 27 Handelsregisterwet). Doe je zaken via internet, dan moet je onder meer je naam, vestigingsadres, telefoonnummer en e-mailadres staan, plus je BTW-nummer “gemakkelijk, rechtstreeks en permanent toegankelijk” maken (art. 3:15d BW). Gebruik je e-mail voor acquisitie of offertes dan zal dat in je e-mail moeten allemaal.

Bij gewone zakelijke mails (bv. discussie met een klant) hoeft dit allemaal niet, maar het is op zich niet verkeerd. Hooguit kan het irritatie opwekken om elke keer een hele trits gegevens langs te zien komen, zeker als er óók nog eens een serie socialmediaccounts achteraan komt, een waarschuwing om de mail niet zomaar te printen en een lange disclaimer, liefst in twee talen.

Over die disclaimers kan ik kort zijn: die hebben nul en generlei waarde. Een disclaimer is alleen juridisch bindend als dat zo afgesproken is, en dat is bij e-maildisclaimers nooit het geval. Ja, als je vooraf een geheimhoudingsverklaring tekent waarin staat “iets is alleen geheim als er geheim op staat” dán zal er in de mail “GEHEIM” moeten staan. Maar het lijkt me dat je dat er dan met de hand even boven typt.

Heel misschien als je tot een beroepsgroep behoort met een wettelijk beroepsgeheim (advocaten, octrooigemachtigden, notarissen), dan zou je mensen kunnen herinneren aan dat beroepsgeheim met een standaardzin. Of als je als ambtenaar duidelijk wilt maken dat e-mail geen formeel communicatiekanaal met de overheid is. Mensen willen nog wel eens bezwaarschriften mailen naar de ambtenaar met wie ze eerder contact hadden, en dat is rechtsgeldig tenzij die heel duidelijk had aangegeven van niet.

De mooiste “káp nou met die disclaimers”-reden vond ik op TNW:

It makes it seem like you are regularly emailing random people sensitive information and it has happened so often that you are now ordered to include that statement by a judge who’s simply had it with your shit.

Dus. Káppen.

Arnoud

Hoe verkrijgen we een authentieke handtekening van iemand?

handtekening.jpgEen lezer vroeg me:

De wachtwoorden van een aantal van onze computersystemen worden in een archiefkast bewaard. Om de auditors enigszins gelukkig te maken wordt de toegang tot deze kast onder meer gecontroleerd met een handtekeningformulier. Wie de kast open wil doen, moet naam en handtekening (en tijdstip) vermelden. Mogen wij daarbij eisen dat werknemers zich legitimeren, en mogen we dan een kopie bewaren van dat legitimatiebewijs zodat we de authentieke handtekening hebben?

Ik ga nu iets zeggen dat voor veel mensen verrassend is: er is geen wet die vastlegt of regelt wat iemands authentieke handtekening is!

Een handtekening is een krabbel op een stuk papier waarmee de plaatser aangeeft dat de inhoud juist is of dat hij daarmee akkoord gaat. De wet bepaalt echter nergens hoe een handtekening eruit moet zien of hoe je “de” handtekening van de plaatser herkent. Je bent dus formeel vrij om naar verschillende instanties toe verschillende handtekeningen te gebruiken, zolang je maar goed onthoudt per instantie wat je handtekening daar is.

In securitytaal: een handtekening zetten is het papieren equivalent van een pincode intypen. “Something you can do” in plaats van “something you know”, als het ware. Wie de handtekening kan zetten, wordt geacht de betreffende persoon te zijn.

In de praktijk is het natuurlijk volstrekt ingeburgerd dat je met één handtekening werkt, en dat we met z’n allen doen alsof handtekeningen niet triviaal te vervalsen zijn. De wet zegt over handtekeningen eigenlijk niet veel meer dan wat in artikel 159 Rechtsvordering staat. Een ondertekend document is tegen de ondertekenaar bewijs van de inhoud (tenzij hij tegenbewijs aanlevert). Enkel roepen dat je het zo niet had bedoeld of dat er een fout is gemaakt, gaat je niet helpen. Echter, ontken je stellig dat je dat document nooit getekend hebt, dan moet eerst bewezen worden van wie de ondertekening afkomstig is.

En ja, dat is alles dat de wet hierover zegt. Niets over bewijsvermoedens wanneer vulpennen zijn gebruikt, of dat een betrouwbaar middel voor het overbrengen van inkt moet zijn gebruikt of dat minstens twee door TNO gecertificeerde getuigen aanwezig waren. Het is me dan ook al jaren een doorn in het oog dat we voor digitale handtekeningen een heel raamwerk hebben opgetuigd waarin dat allemaal wél wordt geëist. Met als uitsmijter dat als je dat allemaal doet je “vermoedelijk” een rechtsgeldige handtekening hebt gezet. Oh, en natuurlijk komt daar nog bij dat handtekeningen zelden juridisch nodig zijn. Ok sorry, ik ben alweer rustig.

Hoe dan ook. Een handtekening is dus handig om bewijs te verzamelen, in dit geval van het feit dat persoon X bij de archiefkast is geweest op tijdstip T. Om te verifiëren dat iemand is wie hij zegt dat hij is, kan het bedrijf vragen dat hij een controlehandtekening plaatst in een logboek. Men mag ook wel vergelijken met de bankpas of identiteitskaart, maar een kopie daarvan bewaren lijkt me niet echt nodig.

Update (12:00) heel toevallig lees ik dit vonnis waarin de handtekening onder een verkoopcontract (van een domeinnaam) werd betwist. De koper moest bewijzen dat het contract echt was en ondertekend door de verkoper. Deze had uitdrukkelijk betwist dat de handtekening van hem was (onder verwijzing naar “fotoshoppen”). Het contract was ooit op papier opgemaakt en vervolgens gescand.

Het origineel had de koper niet meegenomen, en uit de documenteigenschappen van de gescande PDF die wél was overlegd bleek dat deze pas was vervaardigd op 22 april 2010, terwijl in het document een datum van 20 februari 2010 genoemd stond. Dat was voor de rechter genoeg om de scan niet als bewijs te accepteren.

(In 4.10 staat “een overeenkomst hebben gesloten” maar volgens mij is dat fout, omdat in 5.1 de koper wordt verboden de domeinnaam te gebruiken tot dat vaststaat dat er wél een overeenkomst is.)

Arnoud