ACM wijst fabrikanten en winkels op informatieplicht bij IoT-apparaten

Fabrikanten en winkels moeten klanten laten weten hoelang aangeboden Internet of Things-apparaten beveiligingsupdates ontvangen. Dat meldde Security.nl onlangs. Deze eis volgt uit de wet, en de Autoriteit Consument en Markt gaat deze marktpartijen nu expliciet wijzen op hoe dit uitpakt bij zogenaamd ‘slimme’ apparaten. Naast informatie over updates moet je ook te horen krijgen welke andere diensten er nodig zijn (zoals abonnementen bij apparaten) en wat er gebeurt met je persoonsgegevens.

Het is velen al lang een doorn in het oog. Koop je een nieuwe telefoon of ‘slim’ apparaat (wie een betere term weet, mag het zeggen) en blijk je al na een paar maanden geen updates meer te krijgen. Of had je toch een abonnement of zelfs maar een gratis registratie nodig. Of je stofzuiger doet het niet omdat in Amerika een server uitgevallen is. Dat voelt vrij essentieel allemaal, en dus dingen die je wil weten voordat je het product koopt.

De wet (art. 6:230m BW, gebaseerd op Europese regels) eist dat een winkelier je de “voornaamste kenmerken” van een product noemt, de dingen dus die essentieel zijn om te besluiten of je het wil hebben. Hieronder valt naast de prijs ook de wijze van levering, beperkingen aan interoperabiliteit, DRM beperkingen en hoe lang je updates mag verwachten.

In oktober maakte de ACM bekend dat grote spelers zoals Bol.com, Coolblue en de MediaMarkt expliciet informatie op dit punt gaan verstrekken. Zij hebben sinds die tijd informatie over de minimale update periode, en over andere compatibele producten. Ik kon zo snel nergens vinden dat je Ring-deurbel of Roomba-stofzuiger afhankelijk is van de dienstverlening van Amazon, maar wellicht ben ik een kniesoor.

De informatie over verwerking van persoonsgegevens lijkt vooralsnog nergens expliciet vermeld te worden, terwijl je toch heel vaak op zijn minst een account nodig hebt om de afluister-, pardon ‘slimme’ diensten te kunnen gebruiken.

Nou ja, voor mijn verjaardag (ja, die is vandaag, 0x2E alweer dank u) dan liever lekke warme domme sokken.

Arnoud

Mag een website je vliegreis veranderen als je er een hotel bij doet?

Een interessante vraag op het Tweakersforum:

Vanmiddag heb ik via een website vliegtickets geboekt. Na het uitzoeken van de tickets stonden er 2 knoppen in beeld. “Boek nu” en “Toon prijs incl. hotel’. Aangezien ik een hotel nodig heb voor de 2e knop gekozen. … Helaas zie ik pas in de bevestiging dat het ineens heel andere vliegtickets zijn (andere luchthaven (in Londen) en andere tijden). [De helpdesk zegt] “We zien dat wanneer er een hotel geselecteerd word er andere vluchten mogelijk zijn, welke vlucht er aan verbonden was kon u zien via de vluchtdetails.”

Wat een merkwaardig verhaal. Het komt er dus op neer dat als je een vlucht met hotel boekt, men uitkomt bij andere vluchten en voor het gemak die maar gelijk in de plaats stelt van de uitgekozen vluchten. Dat kan dus kennelijk inclusief een volledig ander vliegveld in de gewenste stad zijn?

Uiteindelijk blijkt het wel zo te zijn (Bekijk de video!) dat men een aparte pagina met een boekingsoverzicht toont, met daarin de aangepaste -andere dus- vluchtgegevens opgenomen. De vraagsteller hád het dus kunnen weten, als hij die pagina aandacht had gelezen en dan op de definitieve knop voor betaling had gedrukt. Vanuit dat perspectief valt er dus weinig te verdedigen. Wie niet leest wat hem aangeboden wordt, moet niet klagen dat hij iets krijgt wat hem niet opgevallen was.

Daar staat tegenover dat we in het consumentenrecht echt wel meer verwachten dan “had je maar moeten lezen”. Verkopers (en dus ook reisorganisaties en bemiddelaars) moeten actief aan de bak; zij hebben informatieplichten, mogen geen misleidende praktijken plegen en moeten zo duidelijk mogelijk zijn in wat ze aanbieden. Tot en met de expliciete tekst “betalingsverplichting” bij de bestelknop, enkel “Nu bestellen” of “Nu definitief boeken” is juridisch niet genoeg.

Ik zou zeggen dat als iemand in een boekingsproces kiest voor vlucht A vanaf Schiphol om 14:20, en hij er dan een hotel bij boekt, hij niet zomaar hoeft te verwachten dat de vlucht verandert in eentje vanaf Londen Stansted (of voor mijn part Eindhoven Airport) om 12:10. Je vertrouwt erop dat je vérder gaat in het boekingstraject, niet terug naar de keuze hoe en wanneer je wilt vliegen. Mentaal heb je dus onthouden dat de vlucht al gedaan is, alleen nog een hotel erbij.

Vanuit dat standpunt is het dus vrij essentieel om te signaleren dat de gekozen vlucht is veranderd. En daarmee wordt het dus een plicht om dit te doen, op straffe van vernietigbaarheid van de combinatieboeking hotel en vlucht. Ongeacht of de juiste gegevens op het eindscherm stonden; het niet tonen van de expliciete “Let op, dit is anders” boodschap levert een misleidende omissie op.

Wat vinden jullie? Moet je gewoon beter lezen, of is het de taak van de reisorganisatie om te waarschuwen?

Arnoud

Wanneer moet een website een BTW nummer vermelden?

btwEen lezer vroeg me:

Wanneer ben je als ondernemer verplicht je BTW-nummer op je website te vermelden? Ik lees bij De Zaak dat dit moet maar elders hoor ik dat het alleen zou moeten als je producten of diensten aanbiedt voor geld. Hoe zit het nu?

De basis van de eis “BTW nummer op je site” is art. 3:15d BW, lid 1 sub f. Wie een dienst van de informatiemaatschappij levert, moet daarbij zijn BTW nummer publiceren.

De definitie van een dergelijke dienst staat in lid 3: het moet dienstverlening inhouden op afstand, die ‘gewoonlijk tegen vergoeding’ gebeurt en op verzoek. Een radiostation is dit bijvoorbeeld niet, want die zendt niet op verzoek. Die hoeft dus niet in de omroepgids of zo hun BTW nummer te vermelden. Echter, de livestream van een radiostation via internet wordt wél op verzoek verzonden, dus die zou dit wel moeten. Maar wacht even, is gratis radio wel ‘gewoonlijk tegen vergoeding’?

Specifiek bij “diensten van de informatiemaatschappij” zijn hier geen uitspraken over (van eBay vond het Hof van Justitie het ‘evident’), maar de term ‘dienst’ komt uit het EU-verdrag en ook daar staat dat “gewoonlijk tegen vergoeding”. In andere contexten is er rechtspraak dat het niet nodig is dat de afnemer van de dienst betaalt. Een adverteerder die betaalt maakt de dienst ook ’tegen vergoeding’. In essentie moet het gaan om economisch voordeel willen halen, geld willen verdienen met wat je doet.

Wanneer streef je nu naar economisch voordeel met je site? Een webwinkel: tuurlijk. Online betaaldiensten: idem. App of game met in-app purchases: zeker wel. Forum/informatiesite met reclame: denk het wel. Een pure “Welkom bij Bedrijfsnaam” site met “Over ons” en contactadres, lijkt me niet. Tenzij je zegt, dat is indirect gericht op acquisitie en dus toch op een vergoeding. Maar vrijwel elke bedrijfssite zal (hoe indirect ook) ontworpen zijn met het idee dat er dan wel eens een potentiële klant kan bellen.

Hmm. Misschien een groentenboer die zijn waren laat zien, zegt waar de winkel staat en wat de openingstijden zijn. Zoiets. De verkoop gaat niet via internet, je kunt niet eens reserveren via internet dus dan vind ik het lastig verdedigbaar dat hij een internetdienst levert met die site.

Voor veel ZZP-ers is dit een zeer frustrerende eis: hun BTW nummer is gelijk aan hun BurgerServiceNummer, dus ze zijn met deze wet verplicht zichzelf bloot te stellen aan identiteitsfraude. Hier zijn Kamervragen over geweest, maar de staatssecretaris is niet van plan hier iets aan te veranderen.

Arnoud

Wat moet er nou wel en niet in een e-mail handtekening

emaildisclaimerMet enige regelmaat maak ik me er boos over, maar het blijft terugkomen: mensen die hele lappen tekst onderaan hun e-mail hangen. “Dat is onze huisstijl” of “dat moet van de bedrijfsjurist” krijg ik dan als reactie. Juridisch gezien volslagen onzin – grotendeels dan.

Een e-mail verzonden door een bedrijf is correspondentie, en voor formele zakelijke correspondentie gelden bepaalde informatieplichten. Zo ben je verplicht je bedrijfsnaam en KVK nummer te vermelden op alle “uitgaande brieven, orders, facturen, offertes en andere aankondigingen” (art. 27 Handelsregisterwet). Doe je zaken via internet, dan moet je onder meer je naam, vestigingsadres, telefoonnummer en e-mailadres staan, plus je BTW-nummer “gemakkelijk, rechtstreeks en permanent toegankelijk” maken (art. 3:15d BW). Gebruik je e-mail voor acquisitie of offertes dan zal dat in je e-mail moeten allemaal.

Bij gewone zakelijke mails (bv. discussie met een klant) hoeft dit allemaal niet, maar het is op zich niet verkeerd. Hooguit kan het irritatie opwekken om elke keer een hele trits gegevens langs te zien komen, zeker als er óók nog eens een serie socialmediaccounts achteraan komt, een waarschuwing om de mail niet zomaar te printen en een lange disclaimer, liefst in twee talen.

Over die disclaimers kan ik kort zijn: die hebben nul en generlei waarde. Een disclaimer is alleen juridisch bindend als dat zo afgesproken is, en dat is bij e-maildisclaimers nooit het geval. Ja, als je vooraf een geheimhoudingsverklaring tekent waarin staat “iets is alleen geheim als er geheim op staat” dán zal er in de mail “GEHEIM” moeten staan. Maar het lijkt me dat je dat er dan met de hand even boven typt.

Heel misschien als je tot een beroepsgroep behoort met een wettelijk beroepsgeheim (advocaten, octrooigemachtigden, notarissen), dan zou je mensen kunnen herinneren aan dat beroepsgeheim met een standaardzin. Of als je als ambtenaar duidelijk wilt maken dat e-mail geen formeel communicatiekanaal met de overheid is. Mensen willen nog wel eens bezwaarschriften mailen naar de ambtenaar met wie ze eerder contact hadden, en dat is rechtsgeldig tenzij die heel duidelijk had aangegeven van niet.

De mooiste “káp nou met die disclaimers”-reden vond ik op TNW:

It makes it seem like you are regularly emailing random people sensitive information and it has happened so often that you are now ordered to include that statement by a judge who’s simply had it with your shit.

Dus. Káppen.

Arnoud

Tele2′s bedrijfsbeleid versus de wettelijke informatieplichten

tele2-gold-contract-afstand-informatieplicht.png“Sorry, dat is niet ons beleid”. Krijgt u ook al jeuk bij deze zin? De Eindhovense kantonrechter kennelijk wel, want vanwege dat argument kon een consument van zijn televisiecontract met Tele2 af. Het telecombedrijf had namelijk niet de verplichte informatie over opzeggen van op afstand gesloten contracten meegestuurd. Volgens de wet heb je in dat geval maximaal drie maanden om op te zeggen, maar die grens vond de kantonrechter onredelijk omdat Tele2 structureel niet aan die informatieplichten voldeed.

Tele2 had de rechtszaak aangespannen omdat een consument-klant de rekeningen voor geleverde digitale televisie niet had voldaan. De klant verweerde zich echter met het argument dat hij nooit had gekregen wat hij had besteld. Hij had namelijk bij het sluiten van de overeenkomst uitdrukkelijk gevraagd om een tweede decoder, omdat zijn zoon rolstoelgebonden was en graag op zijn kamer digitale televisie wilde kunnen kijken.

Alleen: het bleek technisch niet mogelijk om twee decoders op één abonnement te hangen (meelezende tweakers: welk alternatief is er wel voor vader en zoon?). Tele2 leverde dus gewoon één decoder, en stelde verder dat ze niet wist van een bestelling met twee decoders. Vervolgens eiste ze natuurlijk de abonnementskosten op.

Maar hoe had vader dat moeten weten, overweegt de rechter: er was geen bevestigingsbrief gestuurd waarin stond dat er één decoder geleverd was en dat Tele2 daarmee meende aan de overeenkomst te hebben voldaan. En die bevestigingsbrief is nu juist bedoeld om de consument voor te lichten over wat er afgesproken is – en hoe hij daar weer vanaf kan als hem dat niet bevalt. Dat blijkt uit het Martin Martin-arrest (C-227/08) van het Europese Hof.

Op grond van dit arrest is de rechter streng voor Tele2. Het bedrijfsbeleid om nooit een bevestigingsbrief te sturen doorkruist de bedoeling van de Europese wetgever, en dat kan echt niet door de beugel. Daarom mag de consument-klant toch gewoon (én kosteloos) van de overeenkomst af, zelfs nu er meer dan drie maanden verstreken zijn tussen bestellen en opzeggen. De wet (art. 7:46d lid 2 BW) zegt weliswaar dat als het bedrijf de informatieplicht schendt, de consument geen zeven werkdagen maar drie maanden krijgt om op te zeggen, maar in dit geval is een langere termijn redelijk.

Zo ook trouwens de Zwolse kantonrechter in een andere zaak.

Mooie vonnissen, maar ik slaak toch een cynische zucht: zou Tele2 nu haar beleid gaan aanpassen? Ik betwijfel het. Acceptgiro’s kosten ook nog steeds geld, en de kleine lettertjes van Canal+ vereisen nog steeds een vergrootglas.

Arnoud

Je bent aansprakelijk voor je affiliates

Het inschakelen van affiliates ontslaat je niet van je eigen verantwoordelijkheid voor naleving van de wet. Dat blijkt uit een vonnis van eind februari in een beroepszaak tussen de Consumentenautoriteit en een postorderbedrijf. Aan de site waar proefpakketten konden worden aangevraagd (met inderdaad een stilzwijgend abonnement) mankeerde het een en ander. Het bedrijf stelde echter dat zij niet direct zaken deed met consumenten maar dat haar affiliates dat deden, zodat die ervoor verantwoordelijk zijn dat alles juridisch klopte. De Consumentenautoriteit vond dat onzin, en de rechter geeft haar nu gelijk.

Het bedrijf bood een breed scala aan producten aan, van afslankproducten tot tandverzorging tot erotische producten (geen grappen over vibrerende tandenborstels graag). Allerlei banners daarvoor werden aan de markt gebracht via affiliates zoals Net Direct, Ad Pepper en De Heus. Achter de banner zat een landingpagina met een aanbieding voor een gratis proefverpakking, proefpakket of welkomstpakket dat meteen besteld kon worden. De informatie van het bedrijf daarachter was nogal karig: veel meer dan een handelsnaam en/of een KVK-nummer was er niet te vinden (duidelijk onze factsheet niet gelezen).

De wet eist echter dat je “gemakkelijk, rechtstreeks en permanent” je vestigingsadres en contactgegevens vermeldt bij zo’n webpagina. Het argument van het bedrijf dat je dit bij de Kamer van Koophandel kon opvragen, ging dus niet op. Die gegevens moeten echt op de landingpagina zelf staan, omdat daar het bestelformulier staat.

Ook ontbraken de verplichte contactgegevens. Vaak werd niet eens een e-mailadres genoemd, terwijl dat letterlijk in de wet (art. 3:15d BW) staat als verplichte informatie. Ook een telefoon- of faxnummer ontbrak. Opmerkelijk genoeg oordeelt de rechtbank dat dat niet hoeft als je een postadres neerzet, omdat “ook via de post kan immers een snelle, rechtstreekse en effectieve communicatie tot stand gebracht [kan] worden.” Dit lijkt me onjuist: het Europese Hof oordeelde in 2008 dat de bedoeling van dat lid over “snelle, rechtstreekse en effectieve communicatie” niet per se een telefoonnummer vereist maar wel iets dat min of meer hetzelfde bereikt als e-mail of telefoon. Ik zie werkelijk niet hoe een postadres daaraan voldoet.

Daarnaast waren de voorwaarden niet duidelijk gemeld: de tekst “Als u nu reageert kunt u als beloning uw eerste verpakking Pet’s Energy t.w.v. ” 45,–, GRATIS* krijgen” maakt niet duidelijk dat je hiermee een abonnement afsluit. (Het sterretje stond voor “U betaalt slechts ” 4,95 administratie- en verzendkosten”). Ook de elders genoemde zin “Na ontvangst van de eerste zending beslis ik of ikklant blijf. Zo niet, dan laat ik hetweten.” was daarvoor niet genoeg. Door deze onduidelijke en onvolledige informatie is er geen abonnement tot stand gekomen, maar alleen een overeenkomst om gratis (plus 4,95) een proefpakket te krijgen. De rechter oordeelt dan ook dat de vervolgzendingen in het geheel niet besteld zijn en dat de consument ze daarom gratis mag houden (art. 7:7 lid 2 BW).

En voor dit alles is en blijft het bedrijf zelf aansprakelijk. De Wet Handhaving Consumentenbescherming vermeldt in artikel 8.2 dat

Indien commerciële communicatie … deel uitmaakt van een dienst van de informatiemaatschappij of een dergelijke dienst vormt, zorgt degene in wiens opdracht de commerciële communicatie geschiedt, dat artikel 15e, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek in acht wordt genomen.

en dat is dus de opdrachtgever en niet de affiliate. Ik zou zeggen: zo hoort het ook. Je kunt contractueel met zo’n affiliate regelen dat zij zich aan de juiste wet- en regelgeving houden, maar uiteindelijk doet de consument zaken met jou en niet met je affiliates.

Arnoud

Pretium beboet voor misleidende klantenwerving per telefoon

logo-pretium-telecom.jpegDe Consumentenautoriteit heeft Pretium Telecom een dwangsom opgelegd, vanwege het ‘beknotten’ van consumentenrechten, meldde Tweakers. De telecomboer probeerde klanten te werven via callcenters, en deed daarbij misleidende uitspraken als “dan heb ik goed nieuws voor u, want u gaat minder betalen voor uw telefoonrekening”. In haar besluit legt de Consumentenautoriteit boetes op van in totaal EUR 87.000. Tevens kreeg Pretium een dwangsom opgelegd om te zorgen dat Pretium zich in de toekomst wel aan de regels houdt.

De CA baseerde haar besluit onder andere op passages als deze:

T: Klopt het dat u belt met een vaste aansluiting van de KPN?
C: Ja.
T: Dan heb ik goed nieuws voor u. Want u gaat minder betalen voor uw telefoonrekening. Ja. U betaalt bijna 20 euro aan abonnementskosten en dan wordt het 16,45.

En dat vond Pretium misleidendvan de Consumentenautoriteit, omdat ze het gesprek begonnen met “Met M. van Pretium Telecom, goedemiddag” en verderop in het gesprek zeggen “ik ben niet van de KPN, ik ben van Pretium”. Daardoor zou de consument niet in verwarring kunnen raken.

Daar zullen ze niet ver mee komen, die zin “want u gaat minder betalen” is hoe dan ook misleidend omdat hij suggereert dat dit binnen het huidige contract gaat gebeuren. Iets dat gaat gebeuren met je telefoonrekening is iets dat alleen je huidige aanbieder kan doen. “Bij ons kunt u minder betalen” zou niet misleidend zijn geweest.

Idem bij dit stukje:

T: U belt met een vaste aansluiting van KPN.
C: Ja, dat klopt.
T: Oke, want dan heb ik goed nieuws voor u, is dat u aankomende maand voordelig gaat betalen voor uw aansluiting. U gaat minder betalen … want wat er alleen maar wordt veranderd is de naam van uw factuur. Dus daar komt geen KPN op maar dan Pretium Telecom. Dus dat alleen maar gaat veranderen, maar voor de rest blijft alles exact precies hetzelfde.

En dat zou eenmisleidende voorstelling van zaken van de CA zijn, omdat passages als deze zijn weggelaten:

“Uw aansluiting, kwaliteit en service, telefoonnummer blijft gewoon precies exact hetzelfde. Alleen maar u gaat minder betalen.”<br/> “Wij willen gewoon dat uw abonnementskosten worden verlaagd.”

Daarmee graven zegraaft Pretium gewoon hunhaar eigen graf, want deze voorstelling van zaken doet het voorkomen dat alles bij KPN blijft en dat alleen de naam van de factuur om een of andere reden wordt aangepast. Maar je gaat een contract aan met een ander bedrijf, dus alleen al de toezegging dat “kwaliteit en service” precies exact hetzelfde blijft kun je niet hardmaken. Stel er is een storing op de lijn, dan duurt het hoe dan ook langer om die op te lossen als Pretium eerst KPN moet inschakelen dan wanneer KPN het voor de eigen klant oplost.

Kortom, goede zaak dat de CA hier handhavend optreedt. Pretium kan nog in hoger beroep, maar ik betwijfel of ze dat veel oplevert.

Zijn jullie wel eens door Pretium gebeld? En hoe heb je ze afgepoeierd?

Arnoud

Tot aan het Europese Hof over een telefoonnummer

telegraaf.jpgInternetbedrijven moeten, naast hun vestigingsadres en een e-mailadres, nog minstens één ander communicatiemiddel op hun site vermelden. Dat mag een telefoonnummer zijn, maar dat hoeft niet. Dat besliste het Europese Hof van Justitie afgelopen donderdag. Ja, er is echt een procedure gevoerd tot aan dit allerhoogste Europese Hof over de vraag of er een telefoonnummer op een website moet staan. En nee, van het antwoord begrijp ik ook al weinig.

In de wet (art. 3:15d BW) staat dat een elektronische dienstverlener, zoals een hostingprovider of webwinkel, zijn identiteit en adres van vestiging moet melden plus “gegevens die een snel contact en een rechtstreekse en effectieve communicatie met hem mogelijk maken, met inbegrip van zijn elektronische postadres”. En omdat er staat “met inbegrip”, moet er dus nog minstens één ander gegeven zijn waarmee dat snelle contact gelegd kan worden. Ok, ik geef toe, leuk discussievoer voor juristen maar een procedure tot aan het Europese Hof van Justitie? Allemachtig.

Maar goed, het arrest ligt er en we zullen het ermee moeten doen. Een kennis van me is echter doof, en ziet er weinig in om een telefoonnummer op zijn website te zetten. Ik neem tenminste niet aan dat het genoeg is om een bandje in te laten spreken met “Deze winkelier kan u niet horen, mailt u toch alstublieft”. Gelukkig heeft het Hof daaraan gedacht: een telefoonnummer is niet verplicht, maar als je het niet doet, moet je iets bieden dat vrijwel net zo’n snel medium is als de telefoon: “a communication is to be regarded as effective if it permits adequate information to be obtained within a period compatible with the needs or legitimate expectations of the recipient.”

Wat betekent dat? Nou, een contactformulier bijvoorbeeld zou prima zijn:

[A]n electronic enquiry template may be regarded as offering a direct and effective means of communication within the meaning of Article 5(1)(c) of the Directive, where, as is clear in the case in the main proceedings from evidence in the file, the service provider answers questions sent by consumers within a period of 30 to 60 minutes.

Ik weet niet hoe dat bij u gaat, maar bij mij maakt dat contactformulier stiekem een mailtje van wat mensen intypen. Dus de meerwaarde van dit arrest ontgaat me volledig. Het arrest opent wel de weg om te twitteren met je klant, want dat is ook een “direct and effective means of communication”.

Hoe snel reageren jullie op mails van klanten? En hebben jullie contactformulieren die niet met mail in de backend werken?

Arnoud