Mijn hoster heeft mijn data kwijtgemaakt, wat nu?

disc-data-weg-bewaren-kruis.jpgEen lezer vroeg me:

Ik host mijn website en de nodige bedrijfskritische data op een virtuele server beheerd door een Nederlands hostingbedrijf. Gisteren kreeg ik bericht dat de server offline is, omdat de leverancier van die hoster zijn dienstverlening heeft gestaakt (waarom is me onduidelijk). Nu ben ik dus mijn data kwijt! Kan ik mijn hoster daarvoor aansprakelijk stellen?

In principe ja. De hoster heeft contractueel beloofd de dienst van webhosting/datahosting te leveren, en hij doet dat niet. Dat is een contractuele wanprestatie en dan is hij aansprakelijk voor de schade die daaruit voortvloeit.

Natuurlijk wordt dat wel genuanceerd door de precieze afspraken. De algemene voorwaarden van de hoster kunnen bepalen wat er wel en niet hoeft te worden geleverd en met welke kwaliteit. Plus ze kunnen natuurlijk aansprakelijkheid beperken tot bv. een aantal maanden aan facturen of een vast maar laag bedrag. En dat is in principe bindend tegenover de klant.

Het feit dat de leverancier van de hoster niet meer levert, is niet het probleem van de eindklant, de vraagsteller dus. DIe heeft geen contract met die leverancier, dus de hoster lost het maar op. Downtime van zijn leverancier is gewoon zijn wanprestatie. Behoudens overmacht of expliciete algemene voorwaarden (“De backupdienst is mede afhankelijk van de beschikbaarheid van de Dropbox-service van het Amerikaanse bedrijf Dropbox Inc”) valt er dus wel wat te claimen bij dataverlies.

Daar staat wel tegenover dat je anno 2013 moet weten dat data kwijt kan raken. Het maken van backups lijkt me dan ook een volstrekt normale en te verwachten handeling voor ieder bedrijf dat bedrijfskritische data heeft. En dan kom je juridisch bij het begrijp ‘eigen schuld’ (art. 6:101 BW): dan wordt de schade verdeeld tussen de beide partijen. Wie zelf ook schuld heeft, moet zelf ook een stuk schade dragen.

Stelling: wie geen eigen backups maakt, verdient het gewoon 100% zelf de schade te moeten dragen van dataverlies.

Arnoud

‘Vernieuwd Google Afbeeldingen steelt webverkeer’

google-afbeeldingenHet vernieuwde Google Afbeeldingen zou sitebeheerders verkeer kosten, het onrechtmatig gebruikmaken van auteursrechtelijk materiaal in de hand werken en zodoende omzet kosten, rapporteerde Webwereld. Omdat in het nieuwe ontwerp de afbeelding veel prominenter los van de site getoond wordt, krijgen fotosites veel minder bezoeken terwijl ze wél het dataverkeer krijgen voor de grote afbeeldingen. Er is al een petitie opgezet om Afbeeldingen terug te draaien.

Google houdt ervan om de grenzen van allerlei wetgeving op te zoeken, zo blijkt maar weer. Want hoewel wat ze doen in principe valt onder citeren (aankondigen wat er te vinden is), is de naams- en bronvermelding wel héél summier (zo niet nonexistent) en wordt het plaatje nu groot weergegeven zodat je je kunt afvragen of voldaan is aan het “niet meer dan nodig” criterium uit de Auteurswet. En zonder citaatrecht denk ik dat Google wel een auteursrechtelijk probleem kan hebben, zeker als “embedden is openbaar maken” vaststaand recht wordt.

Maar laten we even aannemen dat het mag van de regels van citaatrecht. Dan blijf je zitten met het punt van het dataverkeer: mensen zien de foto dankzij Googles dieplink, dat kost de bronsite dataverkeer maar ze missen bezoekers en dus indirect inkomsten. Kunnen ze op die grond een claim neerleggen?

Ik ken geen specifieke wet daarover, maar we hebben natuurlijk altijd de maatschappelijke zorgvuldigheid nog. Het argument zou dan zijn dat door het dieplinken en vertonen van de afbeeldingen buiten de context van de originele site er schade optreedt en dat je net zo goed ze naast elkaar kunt laten zien (de oude Afbeeldingen-interface dus). En wie een simpele maatregel niet uitvoert en daardoor schade laat ontstaan, moet die al snel vergoeden.

De enige zaak die ietwat in de buurt komt is het Kranten.com-vonnis. Daarbij was een van de argumenten dat mensen door het doorklikken naar de nieuwsartikelen vanuit Kranten.com niet meer op de homepage/categoriepagina’s van de krantensites kwamen, en juist daar stonden de advertenties. Maar dat was volgens de rechter het gevolg van de eigen keuze van de krantensites. Helemaal vergelijkbaar is dat niet, want Google ontneemt je zo íedere mogelijkheid om advertenties te laten zien aan mensen die de afbeeldingen komen bekijken.

Als gebruiker van Google Afbeeldingen vind ik het een handige feature, maar als ik een site had met vele foto’s dan zou ik niet gelukkig worden van de dataverkeerrekeningen van deze zoekmachine.

Wat vinden jullie? Moeten deze site-eigenaren niet zeuren, of is Google inderdaad maatschappelijk ongepast bezig?

Arnoud

Al te hard auteursrechtelijk blaffen eindelijk eens aangepakt

zonnepanelen-breuk-inbreuk.jpgDat je geen artikelen of foto’s integraal mag herpubliceren zonder toestemming (behoudens soms citaatrecht), zouden de meeste mensen wel moeten weten zou je denken. De praktijk is echter anders: bijna dagelijks krijg ik mails van mensen die een claim van een of andere fotograaf of andere auteursrechthebbende aan de broek hebben. Bekende partijen die dit doen zijn Getty Images (Van der Steenhoven advocaten), Cozzmoss (Banning Advocaten) en diverse fotografen vertegenwoordigd door i-EE advocaten.

Nou valt er over het principe “mag niet” weinig te twisten: hoewel dat anders zou moeten, is de wet de wet – en die zegt dat je toestemming moet vragen. Lukt dat niet, om welke reden dan ook (al is het maar dat de auteur onbekend is) dan heb je gewoon dikke pech. Het probleem dat ik heb met zulke claims is dat er wel met een heel grote hark wordt geschreven. De grootste boosdoener is de volledige proceskostenvergoeding: volgens de wet heeft een rechthebbende recht op vergoeding van de werkelijke rekening van zijn advocaat als hij wint. En zo’n rekening kan rustig enkele duizenden euro’s zijn.

Ook discutabel is de manier waarop rechthebbenden hun schade uit de duim zuigenberekenen. In principe heb je volgens de wet alleen recht op een vergoeding van daadwerkelijke schade. En die is niet hetzelfde als het geldbedrag dat je grootste opdrachtgever ooit eens betaalde voor een ander artikel. Het moet gaan om de in de markt gebruikelijke tarieven voor dergelijke werken. En een opslag “voor gederfde exclusiviteit” of “ter afschrikking” mag al helemaal niet. Dat is een verkapte boete, en boetes zijn tegen de wet in het civiele recht.

En ja, dat stoort mij buitengewoon. Wie nu zegt dat ik dus auteursrecht wil afschaffen, kan jeuk krijgen: het gaat me erom dat rechthebbenden consequent een veel te grote broek aantrekken met die claims en dat deze wijze van handhaving tegen de wet is maar dat rechthebbenden er regelmatig mee wegkomen. En dat allemaal onder het motto “het auteursrecht moet beschermd tegen internetgraaiers”.

Van een recent vonnis werd ik toch even vrolijk: géén hoge opslagen, geen boetes voor schending auteursrecht en geen tweeduizend euro advocaatkosten voor de gedaagde.

Een bedrijf had een artikel uit de krant over een door haar ontwikkeld kozijnensysteem met zonnepanelen gepubliceerd, inclusief de foto die de krant daarbij had gepubliceerd. De fotograaf diende daarom een claim in: dit was immers schending van het auteursrecht. (Tip aan bedrijven: als je een krant een interview geeft, beding dan het recht het artikel inclusief foto op de eigen site te publiceren. Schriftelijk.) De fotograaf claimde ” 280 aan gebruiksrecht plus ” 250 aan kosten handhaving, maar hij was bereid het voor ” 900 euro af te doen.

Vervolgens meldt het vonnis dat “[gedaagde] tevergeefs diverse pogingen ondernomen om in der minne tot een oplossing met de gemachtigde van [eiser] te komen”. Kennelijk was de fotograaf niet bereid tot enig zakken, want de volgende stap (een klein jaar later) was een dagvaarding waarin een kleine drieduizend euro werd geëist – waarvan 840 euro schadeclaim en 2000 euro advocaatkosten.

De rechter maakt daar echter gehakt van. Hij begint met op te merken dat 280 euro hem redelijk voorkomt. Opmerkelijk genoeg hanteert hij daarbij de richtprijzen fotografie 2010, die echter geen enkele status hebben omdat ze niet door een brancheorganisatie zijn uitgegeven of op enig onderzoek zijn gebaseerd. (En ze mógen niet door een brancheorganisatie worden uitgegeven, omdat dat een verboden prijsafspraak oplevert.) Omdat de gedaagde de foto meteen heeft verwijderd, vindt de rechter die 280 euro echter toch wat hoog, en matigt deze naar 200 euro.

De 560 euro voor “vermindering van exclusiviteit” wordt afgewezen omdat dit niet is onderbouwd. Dit is correct: die 560 euro is gewoon een opslag (2x de 280 euro) en geen daadwerkelijke schade. En hoe je “exclusiviteit vermindert” oftewel je foto minder verhandelbaar wordt omdat iemand die overneemt, ontgaat me volledig. Je auteursrecht blijft toch bestaan?

De advocaatkosten van ” 2.078,48 worden ook afgewezen. Waarom, zo vraagt de rechter zich retorisch af, heeft deze fotograaf niet eerst zelf een briefje gestuurd maar meteen een advocate laten blaffen? En waarom is die dan “” 900,– (!)” gaan eisen als de schade 280 euro is?

Gelet op het verloop van de daarop volgende gebeurtenissen kan alleen maar geconcludeerd worden dat door de opstelling van [eiser] en/of zijn gemachtigde het door [gedaagde] gewenste minnelijke overleg geen doorgang gevonden heeft en het tot deze procedure gekomen is. Conclusie: wat [eiser] meer gevorderd heeft dan voormeld bedrag ad ” 200,–, inclusief BTW wegens derving licentie-inkomsten, moet worden afgewezen.

De fotograaf krijgt dus 200 euro, en geen cent meer. Die 2078 euro advocaatkosten mag hij zelf betalen. Oh, en hij mag óók de juridische kosten van de gedaagde betalen. Die zijn 50 euro omdat hij zichzelf verdedigd had. Had hij een advocaat een weerwoord laten schrijven, dan had diens rekening naar de fotograaf gekund.

Een mooi voorbeeld van hoe het hoort te gaan in de rechtspraak. Een rechthebbende die te veel eist, kan dus zomaar de proceskosten van de inbreukmaker op zijn bordje krijgen. Wel zal de inbreukmaker bereid moeten zijn om een redelijke vergoeding te betalen.

Arnoud

Hoe hoog is de schade bij auteursrechtinbreuk?

Hoe bepaal je de schade van een overgenomen artikel? Die vraag is een groot probleem bij het auteursrecht. Op grond van de Auteurswet kun je bij een schending van je rechten de schade vergoed krijgen. Dat is niet anders dan wanneer iemand een bal door je ruit trapt of je auto aanrijdt.

Echter, waar je in dat geval je schade kunt aantonen met een factuur van de glaszetter of garage, ligt dat heel wat moeilijker bij auteursrechten. In een recent Cozzmoss-vonnis houdt de rechter het simpel: 2x de economische waarde van het artikel.

Dat is een beetje gek zou je zeggen – als er al schade is, dan is dat precies één keer de economische waarde. Immers, dat is het bedrag dat je zou hebben gekregen als de overnemer wél zou hebben betaald. De kantonrechter meent echter dat je zo niet mag redeneren

omdat het derden anders vrij zou staan om eerst achteraf toestemming te kopen door alsnog een gebruiksvergoeding voor het bewuste artikel te voldoen aan de auteursrechthebbende. Aangezien Bulthuis heeft nagelaten vooraf de benodigde toestemming te vragen aan Applinet, is het dan ook niet meer dan redelijk dat de economische waarde wordt verdubbeld.

Oftewel: als u mijn spiegel kapot gooit, heb ik recht op twee maal de prijs van een nieuwe omdat ik niet gevraagd heb om deze vernieling. Dat lijkt me toch wat gek. Ik zeg er meteen bij dat ik geen betere manier wil en het punt wel snap, maar het klopt niet om de schade hoger dan de eigenlijke waarde van het product te stellen.

Wel schappelijk gaat de rechter om met de proceskosten. Volgens de normale regels zou Cozzmoss iets meer dan 1000 euro advocaatkosten mogen eisen, maar dat is bij een schadebedrag van 460 euro onredelijk. Het bedrag wordt dan ook gezet op 750 euro. Alles bij elkaar is de gedaagde zo’n 1500 euro kwijt – toch meer dan geëist door de auteursrechtincassoclub.

Arnoud

Maar het zijn toch mijn foto’s?

Een lezer vroeg me:

Een tijd geleden heb ik een professioneel fotograaf ingehuurd om mooie foto’s van mezelf te maken voor op mijn website. Nu werk ik sinds kort bij een nieuw bedrijf, en die wilden graag foto’s van medewerkers online. Maar nog geen week nadat ik die foto ook daar had neergezet, ontving ik al een rekening van de fotograaf wegens schending van zijn auteursrecht. Kan dat zomaar? Het zijn toch mijn foto’s? Ik heb (flink) betaald voor het maken van die foto’s!

Ja, dat kan zomaar en nee, het zijn niet jouw foto’s. Hoe gek het ook klinkt: als je iemand betaalt om foto’s, teksten of wat dan ook voor jou te maken, dan word je daar geen eigenaar van. Je krijgt alleen een gebruiksrecht – je mag die foto’s gebruiken conform de afspraken, meer niet.

Het is dus zaak om bij het inhuren meteen duidelijke afspraken te maken over wat er wel en niet mag met het werk dat je bestelt. Je kunt afspreken dat alle rechten naar jou gaan, maar dat moet dan wel schriftelijk en ondertekend. Je kunt ook een brede licentie afspreken, of opties inbouwen dat een bepaalde andere vorm van gebruik ook mag mits je dan maar een bepaald bedrag extra betaalt.

Over die factuur: die zul je (waarschijnlijk) moeten betalen. In de algemene voorwaarden van de fotograaf zal ongetwijfeld iets staan over een boete bij ongeautoriseerd gebruik. Ik maak me vaak kwaad om de onterechte scrabbleclaims van fotografen, maar in dit geval zijn zulke claims wel ergens op gebaseerd: die algemene voorwaarden zijn deel van je contract. En als jij afspreekt dat je een boete zult betalen, dan moet je die boete betalen.

Arnoud

Geen richtprijzen, wel schadevergoeding voor gebruik creatieve pasfoto

pasfoto-lijstje-kader-polaroid.jpgVijftienhonderd euro voor een pasfoto “die niet geschikt is voor de officiële documenten, maar wel érg leuk is!” Dat moest Ringfoto betalen nadat ze een via Google gevonden pasfoto op haar site had opgenomen. Er was 4500 euro gevorderd exclusief proceskosten. De rechter wijst de “richtprijzen van de Fotografenfederatie” af als basis en wijst 1500 euro toe als niet-betwiste licentievergoeding.

Op een pasfoto zit normaal geen auteursrecht, omdat zo’n foto puur functioneel en zakelijk is en er geen ruimte is voor creativiteit (dat is immers verboden bij pasfoto’s). Maar het ging hier om wat de fotograaf “leuke pasfoto’s” noemde. Het is echt jammer dat de site van de fotograaf gesloten is, want ik had graag de betreffende foto erbij gehad. Nu moeten we het doen met de inschatting van de kantonrechter:

Uit de vergelijking van de gewone pasfoto van [YYY] met de foto waarop het onderhavige geschil betrekking heeft, blijkt naar het oordeel van de kantonrechter in voldoende mate van persoonlijke, creatieve keuzes die [eiser] heeft gemaakt teneinde het verschil met de gewone pasfoto tot uitdrukking te brengen. Het mag dan zo zijn, dat de beide foto’sniet (zichtbaar) verschillen in achtergrond en kleding van [YYY], de overige aspecten, zoals de uitsnede van de foto, de pose van [YYY], de belichting van haar gezicht, de wijze waarop het haar is geschikt, getuigen van even zovele zelfstandige, subjectieve keuzes van de maker bij het tot stand brengen van het portret

De kantonrechter hanteert daarbij overigens nog het oude criterium “persoonlijk stempel van de maker”, wat dus “eigen intellectuele schepping” moet zijn. Maar op zich lijkt me de invulling van die criteria niet heel verschillend.

De pasfoto is beschermd, en is zonder toestemming overgenomen op een bedrijfsmatige site. Dat mag niet, en de fotograaf kan dan een schadeclaim indienen. Wel moet hij dan bewijzen dat hij schade heeft, en dat valt bij fotografen lang niet mee. Zeker hier: hoe kun je iemands pasfoto immers in licentie geven? En welk bedrag vraag je dan?

Terecht wijst de rechter de gevorderde boeteschadeclaim van 4500 euro af. Die was immers gebaseerd op de “door de Fotografenfederatie opgestelde algemene voorwaarden en de door de Fotografenfederatie opgestelde richtprijzen voor de fotografie”, maar dat kan niet: de Fotografenfederatie hanteert sinds 2004 geen richtprijzen meer (dat mag ook niet van de NMa). En ik zie dat het particuliere initiatief www.richtprijzen.org opgeheven is.

Er wordt wel een schadevergoeding toegewezen van 1500 euro, op basis van een niet-betwiste verklaring van de fotograaf zelf. Die zou 750 euro licentievergoeding en 750 euro afkoop gevraagd hebben als er vooraf om een licentie was gevraagd. Dat is trouwens wel opmerkelijk, omdat de site van de fotograaf vermeldt “Een set kost slechts ” 8,95″ (hoewel dat natuurlijk niet exploitatie op een website dekt, maar toch). De proceskostenvergoeding wordt niet toegekend, omdat beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld.

Arnoud

Vochtsensor versus conformiteit

iphone-water-moisture-sensor.jpgEen lezer had een probleem met zijn iPhone maar kreeg nul op het rekest bij Apple:

Mijn Ipod kreeg na enkele maanden met een mechanisch defect (tikkende harddisk), voor de rest was het apparaat nauwelijks gebruikt en werkte helemaal goed. Na onderzoek meldde Apple echter dat sprake was van vochtschade en dat er dus niet gerepareerd hoefde te worden. Apple heeft in al zijn apparatuur namelijk een vochtschadesensor ingebouwd, een strip die reageert op vloeistof. Als die rood uitslaat, is er blijkbaar vochtschade geweest. Nu kan dit ook b.v. komen door ouderdom van zo’n vochtschade sensor. Volgens Apple slaat zo’n sensor pas uit als hij b.v. in water is ondergedompeld, wat bij mij niet het geval is. Maar Apple weigert nu toch te repareren, en de winkel wil ook niets voor me doen. Sta ik nu met lege handen?

De winkelier heeft zelf de verantwoordelijkheid om jou een correct werkend apparaat te leveren. Als je met een schadeclaim komt, dan is hij verplicht de schade gratis te herstellen (of een vervangend apparaat te leveren) tenzij blijkt dat het probleem niet in het apparaat zit maar door bv. foutief gebruik of een andere oorzaak van buitenaf is veroorzaakt. Vochtschade (waterschade) is ook iets dat onder “oorzaak van buitenaf” valt. Schade die het gevolg is van binnendringend vocht is dus in principe voor je eigen rekening, behalve natuurlijk als het vocht naar binnen kon komen door een constructiefout.

Hier gaat het om een mechanisch defect dat -lijkt mij- niet door vocht veroorzaakt kan worden. Een natte harde schijf tikt niet. Ik heb geen idee of de sensor correct heeft gewerkt of niet, maar de status van het defect in kwestie kan daardoor niet worden aangetast. De winkelier kan dus de claim niet afwijzen vanwege het enkele feit dat er (mogelijk) vocht in het apparaat is gekomen. Hij zal moeten onderzoeken of het vocht ook het tikken van de harde schijf veroorzaakt, en pas dan kan hij de reparatie weigeren.

Omdat het apparaat binnen een paar maanden is stukgegaan, helpt de wet hier de klant: de winkelier moet bewijzen dat het tikken door een fout van de koper is veroorzaakt. Lukt hem dat niet, dan wordt de schade geacht een defect aan het product zelf te zijn. Na die tijd moet de klant zelf aantonen dat de tikkende harde schijf door een productiefout komt.

Arnoud