Het Hof Leeuwarden trekt een streep door de bevoegdheid van de politie om smartphones na inbeslagname te doorzoeken, las ik bij Computerworld. Deze doorzoekingsbevoegdheid kent te weinig waarborgen voor de privacy van de burger en is daarom niet geschikt voor informatiedragers zoals smartphones.
Alle voorwerpen “die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen” mogen in beslag worden genomen (art. 94 Strafvordering). Die voorwerpen mogen vervolgens worden doorzocht, dus wordt een rugzak of koffer in beslag genomen dan mag die open en de inhoud worden bekeken. Dat is niet heel erg op dat moment.
Specifiek bij computers en smartphones ligt dit een stuk gevoeliger. Dergelijke apparatuur bevat veel meer privéinformatie dan een koffer, denk aan foto’s, opgeslagen berichten en ook toegang tot allerlei diensten als het ding wachtwoorden onthoudt. In de strafzaak waar dit arrest over ging, had de politie toegang gekregen tot opgeslagen WhatsApp-conversaties uit de in beslag genomen telefoon.
Dat gaat te ver, aldus het Hof:
De technische ontwikkelingen anno 2015 brengen met zich dat er via een smartphone niet alleen toegang wordt verkregen tot verkeersgegevens, maar ook tot de inhoud van communicatie en privé-informatie van de gebruiker van de smartphone. En dat zonder enige vorm van voorafgaande beoordeling van de subsidiariteit en/of proportionaliteit van de bevoegdheid.
Algemeen geldt de regel in het strafrecht dat de politie niets mag, tenzij het óf hooguit een geringe inbreuk op grondrechten oplevert óf expliciet en apart geregeld is in de wet. Dat schemert ook hier doorheen: de wettelijke regeling over in beslag nemen is te generiek, daar kunnen we dus niets mee. Dus is het de politie verboden om smartphones te doorzoeken enkel omdat ze in beslag genomen worden. In dit geval gaat de zaak er zelfs half stuk op: de WhatsApp-conversatie mag niet als bewijs worden gebruikt.
Er moet dus een specifieke bevoegdheid komen om smartphones te mogen doorzoeken. Er zijn wel enkele regels (zoals 125i Strafvordering) maar die zijn vaak gebonden aan een situatie, zoals al een huiszoeking mogen doen. Dat levert dus geen algemene bevoegdheid met randvoorwaarden op.
Wat mij betreft wel een logische uitspraak. Smartphones zijn geen rugzakken, je krijgt toegang tot zó veel persoonlijke gegevens dat je een smartphonedoorzoeking op hetzelfde niveau mag stellen als een huiszoeking. Persoonlijk zou ik zelfs liever hebben dat iemand mijn huis overhoop haalt dan dat iemand in mijn telefoon gaat snuffelen. Jullie?
Arnoud