Politie mag smartphone niet doorzoeken van Gerechtshof

telefoon.jpg Het Hof Leeuwarden trekt een streep door de bevoegdheid van de politie om smartphones na inbeslagname te doorzoeken, las ik bij Computerworld. Deze doorzoekingsbevoegdheid kent te weinig waarborgen voor de privacy van de burger en is daarom niet geschikt voor informatiedragers zoals smartphones.

Alle voorwerpen “die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen” mogen in beslag worden genomen (art. 94 Strafvordering). Die voorwerpen mogen vervolgens worden doorzocht, dus wordt een rugzak of koffer in beslag genomen dan mag die open en de inhoud worden bekeken. Dat is niet heel erg op dat moment.

Specifiek bij computers en smartphones ligt dit een stuk gevoeliger. Dergelijke apparatuur bevat veel meer privéinformatie dan een koffer, denk aan foto’s, opgeslagen berichten en ook toegang tot allerlei diensten als het ding wachtwoorden onthoudt. In de strafzaak waar dit arrest over ging, had de politie toegang gekregen tot opgeslagen WhatsApp-conversaties uit de in beslag genomen telefoon.

Dat gaat te ver, aldus het Hof:

De technische ontwikkelingen anno 2015 brengen met zich dat er via een smartphone niet alleen toegang wordt verkregen tot verkeersgegevens, maar ook tot de inhoud van communicatie en privé-informatie van de gebruiker van de smartphone. En dat zonder enige vorm van voorafgaande beoordeling van de subsidiariteit en/of proportionaliteit van de bevoegdheid.

Algemeen geldt de regel in het strafrecht dat de politie niets mag, tenzij het óf hooguit een geringe inbreuk op grondrechten oplevert óf expliciet en apart geregeld is in de wet. Dat schemert ook hier doorheen: de wettelijke regeling over in beslag nemen is te generiek, daar kunnen we dus niets mee. Dus is het de politie verboden om smartphones te doorzoeken enkel omdat ze in beslag genomen worden. In dit geval gaat de zaak er zelfs half stuk op: de WhatsApp-conversatie mag niet als bewijs worden gebruikt.

Er moet dus een specifieke bevoegdheid komen om smartphones te mogen doorzoeken. Er zijn wel enkele regels (zoals 125i Strafvordering) maar die zijn vaak gebonden aan een situatie, zoals al een huiszoeking mogen doen. Dat levert dus geen algemene bevoegdheid met randvoorwaarden op.

Wat mij betreft wel een logische uitspraak. Smartphones zijn geen rugzakken, je krijgt toegang tot zó veel persoonlijke gegevens dat je een smartphonedoorzoeking op hetzelfde niveau mag stellen als een huiszoeking. Persoonlijk zou ik zelfs liever hebben dat iemand mijn huis overhoop haalt dan dat iemand in mijn telefoon gaat snuffelen. Jullie?

Arnoud

Ik wil mijn data van mijn kapotte mobiele telefoon!

sms-belasting-telefoon.pngEen lezer vroeg me:

Mijn mobiele telefoon is kapot gegaan, een defect moederbord volgens de winkel. Dat wordt keurig opgelost onder de garantie, ik krijg een nieuw toestel. Alleen, ze willen de data die op de oude telefoon stond niet kopiëren naar de nieuwe want dat is te veel gedoe. Maar hoe krijg ik nu mijn data terug?

Dit is een lastige, ben ik bang. Juridisch gezien is data niets. Je kunt geen eigendom claimen op data, zoals je dat wel zou kunnen bij bijvoorbeeld het hoesje om je telefoon of de SD-kaart die er nog in zit. (Ook met het auteursrecht of databankrecht kom je er niet.)

In 2013 hadden we een zaak over een op leeftijd zijnde Powerbook, waarbij de reparateur de data op de interne harde schijf had gewist. Dat was toen een tekortkoming in de reparatieovereenkomst, omdat het daar deel van de kern van de dienst was om de data intact te laten.

Maar hier gaat het niet zozeer om het herstellen van een harddisk maar om een geheugenkaart, toch een ander soort reparatie lijkt me dan in die zaak. Je kunt dan twee kanten op: 1) er is niet specifiek gesproken over data en je wéét dat je backups moet maken, dus pech gehad, of 2) je mag als klant verwachten dat je je telefoon terugkrijgt met een nieuw moederbord maar de rest nog in originele toestand, dus mét data.

Ik zou denken dat je mag verwachten dat je opslagmedia onaangetast blijven als het moederbord wordt vervangen. Alleen, bij telefoons is het al snel goedkoper om een nieuwe telefoon te geven in plaats van een reparatie op onderdelen uit te voeren. En ook dat is volgens mij iets dat algemeen bekend is. Je neemt dus een risico als je dan je telefoon laat herstellen zonder een backup te hebben (hoewel dan wel weer zuur is dat je niet bij je data kúnt als het moederbord stuk is, voor de meeste mensen dan).

Juridisch gezien zie ik dus niet echt opties. Praktisch gezien is het handigste denk ik om vanaf nu alle data op een SD-kaartje te bewaren in plaats van op het interne geheugen, en/of regelmatig een backup te maken van de telefoondata naar een extern medium. Of weten jullie iets handigers?

Arnoud

Gerechtshof: werkgever mag onbelast iPad verstrekken

Bedrijven mogen iPads aan werknemers verstrekken zonder dat de werkgever daarover loonheffing aan de Belastingdienst hoeft af te dragen, meldde Tweakers vorige week. Dit volgt uit het arrest van het Hof Amsterdam in hoger beroep op de zaak uit 2012 over de vraag of een Ipad een telefoon of computer is. En die vraag is bepalend voor de vraag of er loonheffing op de verstrekking moet zitten, wat een stevige kostenpost kan zijn.

RTL had als werkgever 664 iPads belastingvrij aan zijn werknemers had verstrekt. De Belastingdienst legde een naheffing neer van € 325.000 omdat het zou gaan om computers, en computers mag je niet belastingvrij verstrekken. Telefoons en dergelijke wel. En wat is nu het verschil?

Toen de wet werd gemaakt, was het onderscheid vrij duidelijk. Met een telefoon kon je bellen, met een computer niet. Met een computer kon je rekenen en software draaien, met een telefoon niet. Maar inmiddels kan worden gesteld dat het “onderscheid tussen computers en communicatiemiddelen sindsdien steeds verder is vervaagd” met als uitkomst dat je op je telefoon kunt computeren en op je computer kunt telefoneren. Tsja, en trek dan maar eens een wettelijke grens zodat de een wel en de ander niet fiscaal onbelast kan blijven.

Het Hof kiest een nieuwe invalshoek: hoe mákkelijk is het eigenlijk om te kunnen computeren op een telefoon in vergelijking tot een computer. Heb je dan niet op zijn minst een echt toetsenbord nodig in plaats van zo’n raar klein tekeningetje waar je met je dikke worstvingers mag proberen een g in te drukken zonder f en h ook?

Beeldscherm – zodra daarop een toetsenbord verschijnt – en invoermogelijkheden van de iPad zijn naar het oordeel van het Hof dusdanig beperkt in vergelijking met desktop-PC’s en laptop-computers dat het Hof ten aanzien van iPads tot eenzelfde oordeel komt als de staatssecretaris in het Besluit ten aanzien van de smartphone en de BlackBerry: “Het beeldscherm en de invoermogelijkheden zijn bij deze apparaten te beperkt voor langdurig gebruik als computer”.

Met als gevolg dat een iPad functioneel gezien een ’telefoon’ genoemd kan blijven worden. Het eerdere standpunt van de rechter – je kunt er niet normaal mee bellen dus is het geen telefoon – wordt daarmee verlaten.

Ik moet zeggen, ik ben er nog niet over uit. Dat eerdere standpunt spreekt me meer aan: als je telefoons wilt uitzonderen dan ligt de focus op de telefoniefunctie meer voor de hand dan op de vraag hoe effectief je ermee kunt computeren. Mijn beamer is toch ook geen telefoon vanwege het ontbreken van een groot beeldscherm en een toetsenbord?

Arnoud

Telefoonabonnement met ‘gratis’ gsm is koop op afbetaling

telefoon.jpgWie een telefoonabonnement met toestel afsluit, valt onder de regels van koop op afbetaling. Dat bepaalde de Hoge Raad vorige week. Dat providers allerlei benamingen en constructies verzinnen om dit anders te maken, gaat ze niet helpen: het gaat hier om consumentenbescherming en dan moet je kijken naar de bedoeling en strekking van de wet. Je mag dan door die constructies heen prikken en het beestje bij de naam noemen.

De zaak draaide om een vrouw die meerdere telefoonabonnementen had afgesloten (waarom is me niet duidelijk) en vervolgens niet betaalde. De provider wilde dit bij de rechter afdwingen, en de kantonrechter besloot de Hoge Raad nu eens te vragen hoe je moet omgaan met zulke kwesties. Dat heet ‘prejudiciële vragen’, en het is een tikje flauw dat een juridische hulplijn te noemen maar dat is het wel.

De vraag is belangrijk, want de juridische kwalificatie van een transactie kan behoorlijk uitmaken voor de rechten en plichten. Als een abonnement met telefoon bijvoorbeeld kan worden aangemerkt als koop op afbetaling (art. 7a:1576 BW) , gelden bijzondere wettelijke regels. Zo kun je dan niet bij wanbetaling zomaar het gehele restbedrag ineens opeisen (art. 7a:1576c BW). Ook zijn er regels over consumentenkredieten (afd. 2a boek 7 BW), en daarvan kun je spreken als mensen een product krijgen en pas na twee jaar daarvoor betaald hebben. En ook die regels beschermen de consument.

De provider had gesteld dat de telefoon een gratis weggevertje was, en dat men alleen betaalde voor telefonie en dergelijke diensten. En een kadootje doen bij een abonnement maakt dat abonnement nog geen koop op afbetaling, en van een krediet kun je dan al helemaal niet meer spreken. Dat voelt een tikje als een truc, zeker als je je (zoals opa Arnoud) wat oudere reclame en foldertjes herinnert waarin toch stond dat je de telefoon niet gratis krijgt maar betaalt via je abonnementstermijnen. En aangeklaagd werd voor de telefoonwaarde als je je contract ontbond.

De HR heeft ook geen zin in spitsvondige juridische trucjes maar is verrassend fris en simpel:

[Het is] het meest in overeenstemming met de financiële en bedrijfseconomische werkelijkheid, de verwachtingen die partijen mogen hebben en de consumentenbeschermende strekking van de hiervoor bedoelde wettelijke regelingen, om tot uitgangspunt te nemen dat de overeengekomen, door de consument te betalen maandbedragen niet alleen betrekking hebben op de vergoeding voor de door deze af te nemen telecommunicatiediensten, maar mede strekken tot afbetaling van een koopprijs voor de mobiele telefoon.

Oftewel: zonder tegenbericht is een telefoon bij een abonnement een koop op afbetaling. De provider mag proberen te bewijzen dat het anders is, maar hij zal dan in ieder geval moeten laten zien dat de consument nooit een cent betaalt en hoeft te betalen voor de telefoon. En dat zal niet meevallen als de abonnementen mét telefoon duurder zijn dan die zonder (de sim only abonnementen).

Lukt dat niet, dan mag de consument de overeenkomst vernietigen wegens strijd met de eisen van koop op afbetaling en consumentenkrediet. Maar omdat het gaat om een deel van de overeenkomst, alleen de telefoon immers, kan de rechter ook besluiten om alleen dat deel te vernietigen (art. 3:41 BW) en de rest van de overeenkomst in stand laten.

Voor het argument dat dit wel érg vervelend is voor de providers, is de Hoge Raad niet gevoelig. De wet is de wet, en er stáát geen uitzondering voor telecommunicatiedienstverleners die telefoons op afbetaling verkopen in de wet.

Cynische Arnoud vraagt zich nog steeds af of bedrijven door dit soort uitspraken hun beleid gaan aanpassen.

Arnoud

Mag een werkgever je verbieden op de werkvloer een mobiele telefoon bij je te hebben?

sms-belasting-telefoon.pngEen lezer vroeg me:

Mag een werkgever je verbieden op de werkvloer een mobiele telefoon bij je te hebben? Als reden geeft mijn werkgever op dat hier securityrisico’s aan zitten, omdat je met dergelijke telefoons bedrijfsgeheimen kunt fotograferen of kopiëren naar een intern geheugen (usb). Het rare is dat je wel je zakelijke telefoon mee mag nemen waarmee precies datzelfde ook kan…

Een werkgever heeft een instructiebevoegdheid: hij bepaalt hoe het werk wordt uitgevoerd en welke gereedschappen en uitrusting je daarbij mag en moet gebruiken. Deze bevoegdheid is eenzijdig; instemming van de werknemer is in principe niet nodig. Wil de werkgever dat je onder Windows werkt, dan heb je als MacOS-fan helaas pech.

Natuurlijk moeten instructies wel redelijk zijn. Ze moeten een bedrijfsbelang dienen, maar ook rekening houden met de redelijke belangen van de werknemer.

Een werkgever mag privételefoontjes bijvoorbeeld niet 100% verbieden, want dat houdt geen rekening met de redelijke privacybelangen van de werknemer. Maar hij kan wel verlangen dat je die niet op de werkvloer doet, want dat stoort collega’s.

Ook kan de werkgever privéopslagapparatuur verbieden omdat daarmee de bedrijfsdataveiligheid in gevaar kan komen. Maar dat verbod zou dan beperkt moeten zijn tot de werkvloer waar bedrijfsgeheimen verwerkt worden. En hij moet dan een veilige plek bieden (kluisjes of lockers) voor die telefoons of opslagapparatuur.

En die zakelijke telefoons? Tsja. Misschien denkt de werkgever dat hij die goed dichtgetimmerd heeft, of heeft hij logging geinstalleerd waardoor hij kan zien wat er wordt gefotografeerd of gekopieerd. En misschien denkt hij wel gewoon niet goed na, dat is altijd een optie bij (bedrijfs-)beleid.

Arnoud

Is een stiekeme geluidsopname bruikbaar als bewijs?

Een lezer vroeg me:

Mag je telefoongesprekken (of gewone gesprekken) opnemen zonder de wederpartij dat te zeggen? En zijn zulke opnames dan bruikbaar als bewijs?

Ja en ja.

Het Wetboek van strafrecht verbiedt het opnemen van gesprekken (telefonisch of mondeling gevoerd) als je daar geen deelnemer aan bent. Dat betekent dus dat wie wél deelnemer is, niet in strijd met dit verbod handelt. Publiceren van die opname zal vaak wel een schending van de privacy van de wederpartij opleveren, dus daar zul je een fors nieuwsbelang voor moeten hebben.

Een bedrijf dat structureel telefoongesprekken opneemt en opslaat, verwerkt daarmee persoonsgegevens van zijn klanten. Dergelijke verwerkingen kunnen gerechtvaardigd zijn: bewijs vergaren van contractsluiting is een legitiem doel, net als zorgen dat je klantenservice goed gaat. Maar men moet dat dan wél melden op grond van de Wbp, vandaar al die “dit gesprek kan worden opgenomen” meldingen bij grote callcenters. Hoewel het dan overigens weer niet de bedoeling is dat een opname met een klant nog jarenlang op de opleidingsafdeling rondzwerft als voorbeeld hoe het wel of niet moet.

Een privépersoon die voor zichzelf structureel gesprekken opneemt, verwerkt ook persoonsgegevens maar er is een uitzondering in de privacywet voor “uitsluitend persoonlijke en huishoudelijke doeleinden”, en ik meen dat je zulke privéopnames daar wel onder kunt rekenen. Dus ook onder de Wbp hoef je je privéopnames niet te melden.

Gebruik als bewijs naar de wederpartij is natuurlijk toegestaan. Maar gebruik bij de rechter, daar voelen mensen nog wel eens wat aarzeling. Uit de rechtspraak die ik ken, kan ik daarvoor geen rechtvaardiging halen. Bewijs in rechtszaken tussen burgers onderling is eigenlijk zelden tot nooit onrechtmatig. Ook niet bij privacyschendingen. De Hoge Raad oordeelde al in 1987 dat voor uitsluiting van bewijs sprake moet zijn van een “rechtens ontoelaatbare inbreuk op de privacy, zulks op basis van bijkomende omstandigheden die deze conclusie rechtvaardigen”. Oftewel: een inbreuk op zich is niet genoeg, het moet wel een hele erge zijn.

Veelal zal het gaan om zakelijke gesprekken, daarbij kunnen immers conflicten ontstaan waarbij je wilt bewijzen dat er iets wel of niet is gezegd. En in zulke gesprekken is het privacybelang toch een stuk kleiner. In deze zaak ging het om gesprekken tussen een werkgever en werknemer die bij deze rechter stonden toen de werknemer ontslagen werd. De werknemer had de gesprekken stiekem opgenomen en zelfs ontkend toen de manager in kwestie vroeg of er iets werd opgenomen. Geen probleem:

De gesprekken met [werknemer] heeft [naam 1] gevoerd in zijn hoedanigheid als directeur van NAM, als werkgever van [verweerder], waarbij deze gesprekken in overwegende mate een zakelijk karaker hadden. Het enkele feit dat [naam 1] er niet bedacht op hoefde te zijn dat zijn gesprekken met [werknemer] zouden worden opgenomen – zeker niet nadat hij [werknemer] daarnaar had gevraagd en deze dit ontkende – leidt niet tot de conclusie dat sprake is van een rechtens ontoelaatbare inbreuk op de privacy. Wel acht de kantonrechter dit een omstandigheid die bij de beoordeling van het goed werknemerschap in het kader van toepassing van de kantonrechtersformule aan de orde kan komen.

Het kan dus wel “niet goed werknemerschap” zijn, oftewel in die specifieke verhouding kan het tegen je werken als je stiekeme dingen doet. Dit omdat je als werknemer en werkgever goed – netjes – naar elkaar moet zijn. In de relatie klant/leverancier moet je redelijk naar elkaar zijn, maar ik vind niet dat dat hetzelfde is als de eis van goed werknemer/-geverschap. Dus in die relatie lijkt het me veel lastiger om te zeggen, misschien mag het dan wel maar ik ga het tóch tegen je laten werken.

Ik neem eigenlijk standaard mijn gesprekken op, en snap eigenlijk niet waarom anderen dat nou niet doen. Het scheelt zó veel discussie als je gewoon de opname kunt terugluisteren. Of mis ik iets?

Arnoud

Internetten buiten de bundel moet wel afgesproken zijn

second-life-mobiele-telefoon-diefstal.jpgMet enige regelmaat krijg ik mails van boze mensen met torenhoge facturen voor mobiel internet. Zij hebben vaak dan een abonnement zonder internet, maar hun telefoon kán internetten en doet dat dan ook. Waarna de provider vrolijk een factuur stuurt per MB tegen het hoogste tarief uit de lijst. Het Hof Arnhem trekt nu soort van een streep door die praktijk: je mag geen rekening sturen voor mobiel internetten tenzij dat duidelijk áfgesproken is. Tarieflijsten op internet of het feit dát je internet is geen bewijs van zo’n afspraak.

Spontaan mobiel internetten, je vraagt je af hoe zoiets kan gebeuren. Je bent er toch zelf bij als je op dat icoontje klikt? Dat hoeft dus niet per se: een telefoon blijkt spontaan zelf dingen te kunnen downloaden, of je denkt dat je op wifi zit. Of, zoals in dit geval, je hebt je telefoon als gestolen aangemeld en daarna wordt er ineens mobiel geïnternet met die telefoon. Merkwaardig. Zeker omdat de telefoonhouder daarna dacht “dat deze wel weer zou worden teruggevonden”. Eh.

Vast stond dat het abonnement beperkt tot telefonie en sms-verkeer was. De sim was daarentegen geschikt voor 3g mobiel internetten, en Vodafone had op haar site plus in de telefoonwinkels duidelijk tarieflijsten gepubliceerd waaruit blijkt dat er kosten verschuldigd zijn voor mobiel internetten.

Het Hof vindt dat niet genoeg. Dat je geld wilt vragen voor een faciliteit is leuk, maar je moet wel áfspreken met je wederpartij dat je dat mag. Heel basaal, het moet deel zijn van je aanbod dat wordt aanvaard, anders is er geen overeenkomst. Iets ophangen in je winkel of op je site maakt het nog geen deel van je aanbod. Ook uit het feit dat iets technisch kan, mag je niet concluderen dat er een akkoord is op die mogelijkheid (en al helemaal niet op daaraan hangende kosten).

Het enkele feit dat het technisch mogelijk is om met de bewuste telefoon gebruik te maken van het internet, is als onderbouwing onvoldoende, omdat de gebruiker daar niet zonder meer op bedacht hoeft te zijn. Evenmin volstaat dat een beroep wordt gedaan op het feit dat de door Vodafone in dat verband gehanteerde tarieven vrij toegankelijk zijn door raadpleging van internet of een bezoek aan een telefoonwinkel.

Tevens woog hier mee dat de abonnementen fixed fee waren, vaste tarieven voor onbeperkt bellen en sms’en dus. Dan hoef je al helemáál niet bedacht te zijn op naheffingen per MB voor internetgebruik.

Wat ik me blijf afvragen, is waarom het Hof niets zegt over het punt dat meneer (nou ja, het bedrijf, het was een zakelijk abonnement) is gaan internetten terwijl hij dat niet had afgesproken. Je moet dan toch weten dat er iets geks aan de hand is? Wellicht vanwege dat rare verhaal over diefstal cq. kwijtraken van de telefoon. Maar ik zou dat wel een factor van belang vinden als bleek dat hij zélf was gaan internetten in strijd met zijn contract.

Het arrest biedt een mooi argument voor mensen die ook ineens facturen krijgen voor onverwacht internetten, hoewel je anno 2013 waarschijnlijk wel overal kleine lettertjes zult zien waarin wordt verwezen naar tarieven voor internet buiten de bundel (de feiten waren uit 2009). En tsja, als het erbij staat dan is het afgesproken. Hoewel ik het wel gek zou blijven vinden: een voice-only abonnement met een hoog tarief voor ‘buiten de bundel’ mobiel internetten. Wie een dergelijk abonnement weet: ik hou me aanbevolen!

Arnoud

“Dit telefoongesprek wordt opgenomen voor servicedoeleinden”

telefoon.jpgEen lezer vroeg me:

Wij doen veel telefonische acquisitie en verkoop. Om geen discussie achteraf te krijgen, nemen wij al deze gesprekken op. Nu schreef jij ooit dat dat mag als je gesprekspartner bent, maar ik hoor ook van mensen dat ik dit écht moet vragen. Hoe zit dat nu?

Het kan erg verstandig zijn om zakelijke telefoongesprekken op te nemen, dat biedt je handig bewijs als er achteraf discussie ontstaat over wat er gezegd is of hoe dat bedoeld is. En ja, dat mag.

Het is niet verboden om je eigen gesprekken op te nemen – alleen andermans gesprekken opnemen is strafbaar (art. 139b Strafrecht). En in het geval van een opnemende werkgever geldt dat ook bij zakelijke(!) gesprekken van de werknemer.

Echter, wie structureel gesprekken opneemt en deze archiveert in het kader van zijn bedrijfsvoering, valt daarmee onder de Wet bescherming persoonsgegevens. Een gespreksopname is een persoonsgegeven, zeker als je het koppelt aan telefoonnummer, klantnaam of iets dergelijks dat helpt bij identificatie van de klant. En dan is het inderdaad verplicht de betrokken wederpartij te melden dat je dit doet, want de Wbp eist dat je de betrokkenen informeert over wat je met hun persoonsgegevens doet.

Daarnaast hebben die mensen inzagerecht in wat er over hen opgeslagen wordt (art. 35 Wbp). Dit betekent dus dat je een kopie van het gesprek, alsook eventuele transcripties moet afgeven als de wederpartij daarom vraagt.

Toestemming lijkt me formeel niet nodig. Je kunt de opnames rechtvaardigen onder het uitvoeren van de overeenkomst, waar ook de aanloop tot contractsluiting onder valt. Natuurlijk staat het de wederpartij vrij om af te haken zodra hij hoort “Dit gesprek wordt opgenomen voor trainingsdoeleinden”.

Overigens is precies die zin net wat onhandig. Hij klinkt leuk neutraal en positief, maar binnen de Wbp betekent die zin dat je de opname niet zomaar in kunt zetten voor van alles en nog wat. Je mag gegevens alleen gebruiken voor het doel waarvoor je ze verzamelt (en doelen die daar direct mee samenhangen). Trainen van je personeel hangt niet direct samen met bewijzen van een acquisitiegesprek. Je moet dus echt zeggen wat je gaat doen. Maar dan gaat Marketing weer piepen dat het klanten afschrikt.

Arnoud

Mag je autorijden met een tablet in je hand?

sms-belasting-telefoon.pngDe politie is de komende maanden extra alert op smartphone-gebruik in de auto en op de fiets, las ik bij Webwereld. De boete voor automobilisten die rijden met een telefoon in de hand staat sinds 1 januari op 227 euro. Aha, maar denkt menig lezer nu: dan zet ik de belfunctie uit of neem ik een tablet die wel internet heeft maar niet kan bellen. Mag dat dan wel?

Nee. Artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) verbiedt bestuurders van een motorvoertuig tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden. Een ’telefoon’ is “een apparaat dat bestemd is voor het gebruik van mobiele openbare telecommunicatiediensten”, waaronder ook datadiensten vallen. Wie dus een apparaat vasthoudt dat via 3G data kan ophalen of besturen, houdt een mobiele telefoon vast en krijgt 227 euro boete.

In april 2010 werd een man vrijgesproken omdat het bedienen van zijn TomTom niet onder dit wetsartikel viel. Dat de afstandsbediening via Bluetooth werkte, deed daar niet aan af. Hoewel Bluetooth een draadloze elektronische communicatiedienst is, is het geen “openbare telecommunicatiedienst”. Daarmee is de afstandsbediening nog geen mobiele telefoon. Ook niet trouwens als deze een daadwerkelijke telefoon bedient.

De campagne van de politie tegen bellend rijden richt zich ook tegen fietsers. Dat is opmerkelijk want dat artikel 61a noemt expliciet motorvoertuigen, en een fiets heeft per definitie geen motor. Er kan dus geen boete voor worden opgelegd, behalve via de kapstok van Koos, artikel 5 Wegenverkeerswet – gedrag dat gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken. Een zin die ik nooit heb begrepen trouwens, gevaar ís een potentieel iets. “Kan veroorzaken” impliceert ook potentie. Dus de potentie iets in potentie te doen?

Wat is het grootste voorwerp dat jullie ooit in de hand hebben gehouden als bestuurder van een motorvoertuig?

Arnoud

Het zwijgrecht van de verdachte versus de vingerafdruksensor in de iPhone

iphone-vingerafdrukBij dit soort berichten weet ik nou nooit of het écht een relevant juridisch onderwerp is of dat men een haakje zoekt om op #iphone5s mee te kunnen liften. Hoe dan ook, Wired meldde dat gebruikers van de iPhone 5S met vingerafdruksensor nog wel eens raar op kunnen kijken als ze ooit als verdachte worden gehoord: je kunt dan verplicht worden je vinger op je telefoon te leggen om de autoriteiten zo een doorzoeking te laten uitvoeren. Dat is anders wanneer er een wachtwoord op zit, want je bent in de VS wettelijk beschermd tegen self-incrimination. En ja, bij ons werkt dat ook zo.

Dat je als verdachte niet tegen jezelf hoeft te getuigen, is een basisprincipe uit het strafrecht. De belangrijkste gedachte erachter is om oneigenlijke dwanguitoefening – wat klinkt als een eufemisme voor marteling maar dat terzijde – op de verdachte te voorkomen. Dat principe is niet absoluut – zie de recente discussie over ontsleutelplichten. Maar het gaat alleen over gegevens in je hoofd, dingen die je weet en die Justitie graag ook zou willen weten.

Dingen die je hébt, mag Justitie zelf in beslag nemen en onderzoeken om daarmee de waarheid aan het licht te brengen. Ze mogen je kluis openen met een lasbrander (of een handige slotenmaker), onder de vloer kijken, je harddisk kopiëren, je tuin omspitten en je administratie meenemen als daar bewijs te verwachten valt.

Ook je telefoon mag in beslag worden genomen en onderzocht als bewijs. Daar is speciale apparatuur voor, die veelal in staat is je telefoonwachtwoord te passeren en gewoon de ruwe data te klonen van de interne opslagmedia. Zo kan de daar genoemde XRV media in een “Physical mode” gewoon een telefoon uitlezen:

A physical extraction is separated out into two distinct stages, the initial ‘dump’ whereby the raw data is recovered from the device and then the second stage ‘decode’ – where XRY can automatically reconstruct the data into something meaningful; such as a deleted SMS without the need for manual carving of data.

Maar goed, dat kost tijd en een specialist in het lab. En die tijd kun je je nu als agent besparen door te zeggen, leg even je vinger op die sensor en dan kijk ik zélf in je adresboek of verzondensmssenmapje in het belang van het onderzoek. Dat is geen strijd met dat “tegen jezelf getuigen” want je verklaart niets, je zegt niets. Je doet alleen maar iets, je legt je vinger neer. Maar wat nu als je dat niet wil, kan de opsporingsambtenaar dan je hand pakken en fysiek de vinger op de sensor forceren?

Het is wettelijk toegestaan om gedwongen een vingerafdruk af te nemen, maar het moet dan eigenlijk gaan om identificatie van de verdachte (art. 27a Strafvordering). Dat is toch wel even iets anders dan een vingerafdruk inzetten om een telefoon te openen. Maar bij een ernstig misdrijf mag er meer (art. 55c):

De foto’s en vingerafdrukken [van de verdachte] kunnen ook worden verwerkt voor het voorkomen, opsporen, vervolgen en berechten van strafbare feiten en het vaststellen van de identiteit van een lijk.

Met enige goede wil is “openen van zijn telefoon” wel te rekenen onder “opsporen van strafbare feiten”, als de data op die telefoon daar deel van uitmaakt. Maar getest bij de strafrechter is het nog nooit.

Een héél bijdehante agent kan misschien nog een vingerafdruk van het glaasje water halen, daar een latexvinger mee construeren en zo zelf bij de telefoon. Dáár zou ik dan wel eens een strafrechter over willen horen.

Arnoud